Phuket - Patong Beach

Donderdag 18 maart 2010
Dag 166: Pat, pat, pat, allemaal een pot nat

Aangezien ik vanochtend de ferry terug naar Phuket wilde nemen, stond ik niet al te laat op om voor de laatste keer aan het tropische strand van Phi Phi te ontbijten. Met een taxiboot ging ik vervolgens naar de haven, waar om 9 uur de ferry vertrok. Het was opnieuw een drukke bedoeling op de boot, maar er zal ongetwijfeld een net zulke grote lading mensen op de boot in de andere richting zitten. Omdat we een andere boot moesten helpen (ofzoiets) in het begin, duurde het twee uur voordat we aankwamen bij de haven van Phuket. Aangezien ik enkele dagen terug een return ticket had gekocht, kon ik in een minibus stappen die me terug naar Phuket Town bracht. Hier wilde ik echter niet blijven, zodat ik daar een lokale bus naar de westelijke kust nam, naar Patong Beach. Dit zou het meest populaire strand zijn, dus leek het me wel prima om hier nog anderhalve dag te verblijven. Nadat ik was uitgestapt, liep ik naar het Patong Backpackers Hostel, een aangenaam goedkoop hostel tussen alle dure resorts en hotels in (maar wel op de eerste parallelweg langs het strand). De faciliteiten in het hostel waren vergelijkbaar met die in de stad. Ik had echter honger en wilde ergens iets gaan eten. Het gaf me tevens de gelegenheid de omgeving te bekijken. Patpong, Pattaya, Patong: ik weet niet wat er is met de letters 'pat', maar blijkbaar staat het garant voor een en hetzelfde. Het leek hier allemaal verdacht veel op Pattaya, alhoewel het iets gematigder leek te zijn (maar misschien kwam dat omdat het nog middag was). Zo had je straatjes met talloze beer bars en massagesalons (waarvan sommigen meer legitiem dan anderen), maar ook heel veel winkels met strandkleding, westerse restaurantjes en een grote moderne shoppingmall. Bij laatstgenoemde nam ik een lunch en bekeek ik bij een bioscoop de tijden voor Alice in Wonderland, een film die ik graag wil zien (en hier op straat ook al op illegale dvd's wordt verkocht). Helaas was deze hier niet in 3D, dus zal ik tot het weekend wachten. Ik ben er van overtuigd dat dat in Kuala Lumpur mogelijk is. Vervolgens liep ik richting het strand, dat ook veel weg had van Pattaya. In plaats van een maagdelijk strand als op Phi Phi, stond het hier vol met enorme rijen strandstoelen en bijbehorende parasollen. Lang niet alles was bezet (er waren er ook zoveel op dit lange en brede strand), maar het was toch behoorlijk druk. In, op en boven het water waren ook genoeg mensen bezig met zwemmen, jetskiën en parasailen. Het was ontzettend warm en ik had eigenlijk niet zoveel zin om hier nu tussen te liggen zweten. Ik liep daarom terug naar het met airco gekoelde hostel om gebruik te maken van het draadloze internet. In de avond heb ik een stukje rondgelopen om op zoek te gaan naar wat te eten. Nadat ik uiteindelijk een redelijk betaalbaar restaurant gevonden had om te eten (de prijzen liggen ook hier beduidend hoger dan elders in het land), liep ik terug via een straat waar ik maar liefst vijf 7-Elevens binnen 300 meter heb geteld. Ook reed er hier weer (net als Ko Samui en ergens anders) een truck voorbij die met een ontzettend irritant herhalend bandje een bokswedstrijd aankondigde. Om me heen kreeg ik ook weer genoeg uitnodigingen voor een 'massaaaash', alhoewel het er bij de vele beer bars stukken minder opdringerig aan toe ging door de dames. De mannen van de pingpongshows (welke ik overigens nog steeds niet heb gezien) waren echter een stuk directer. Daarnaast liepen er hier ook weer genoeg verkopers rond die blauwe balletjes in de lucht slingerden, probeerden mannen je op de foto te krijgen met een leguaan en liepen er mannen met Thaise meiden, maar ook families met kinderen rond. Vroeg was ik weer terug bij het hostel, om verder niet heel veel te doen (alhoewel ik wel even terugging naar een 7-Eleven om wat te drinken te halen... kom ik er zoveel tegen, vergeet ik er alsnog een binnen te gaan). Morgen zal het m'n laatste dag in Thailand worden!

Vrijdag 19 maart 2010
Dag 167: Laatste dag in Thailand

Vandaag was het m'n laatste volledige dag in Thailand. Het was echter niet een ontzettend boeiende dag. Zo stond ik laat op, om vervolgens rustig een ontbijtje te nemen. Ik besloot nog eventjes de andere kant van Patong te bekijken, maar enorm veel was er hier niet te vinden. Ik liep daarom nog maar eens terug naar de shoppingmall van gisteren, waar ik een fotozaakje had gezien. Ik had namelijk nog steeds geen backup-dvd van m'n derde SD-kaartje gemaakt. Het zou wel zonde zijn als ik alle foto's van Thailand en Laos kwijt zou raken! Terwijl de dvd gebrand werd (een klein uurtje), heb ik de hele tijd met de medewerkster zitten kletsen, die hier zeven dagen per week werkt en een beetje aanspraak in het rustige winkeltje wel leuk vond. Ze was tevens de eerste persoon die me ouder inschatte dan ik ben: volgens haar was ik 28! Nadat de dvd klaar was, heb ik een lunch genomen en ben ik m'n tas gaan pakken. Morgenochtend wil ik dat niet doen, aangezien een taxi me om 5 uur al zal ophalen. Later in de middag heb ik nog een tijdje zitten internetten (om m'n foto's van de liveaboard trip met anderen te delen) en me ingelezen op Maleisië en Kuala Lumpur. Het ziet er naar uit dat ik me daar ook wel een tijdje kan vermaken. In de avond heb ik voor het laatst nog kunnen genieten van pad thai, alvorens niet al te laat te gaan slapen. De wekker gaat immers al veel te vroeg.

En daarmee komt dan echt een einde aan m'n reis door Thailand. Na zo'n 40 dagen Thailand in december en begin januari sta ik er zelf erg verbaasd te kijken dat ik hier nu alweer een hele maand zit. De laatste maand lijkt zoveel korter, maar is toch razendsnel voorbij gegaan. In eerste instantie zou het een strandvakantie worden (waar ik niet zo'n fan van ben), maar uiteindelijk werd het toch veel meer. Alle eilanden en kustplaatsen die ik bezocht heb waren geweldig. Er zat ook veel meer verschil in dan ik had gedacht. Alhoewel het op sommige plekken ontzettend toeristisch is, is het echte paradijs hier ook nog te vinden. Ik ben benieuwd hoe alles zich in de toekomst zal gaan ontwikkelen, want nieuwbouw is overal zeker in opmars. En dan al m'n duikavonturen. Wat ben ik ontzettend blij dat ik twee duikcursussen heb gevolgd! De onderwaterwereld is prachtig en heeft me zoveel nieuws laten zien! Ik heb er op deze manier zeker een nieuwe hobby/sport bijgekregen! Twee volle maanden Thailand: het was een lange tijd, maar wel een geweldige tijd, met heel veel diversiteit. Thailand promoot zichzelf als het 'Land of Smiles' en ja, een betere slogan kunnen ze niet verzinnen. Waar ik ook terechtkwam, overal wist iets of iemand wel een glimlach op m'n gezicht te toveren. Ook de vriendelijke bevolking blijft altijd lachen. De Thaise cultuur zit er bij me behoorlijk in en niets is me meer vreemd. Alles wordt zo gewoontjes, alles wordt zo herkenbaar. Ik begin zelfs de ringtones van Thaise telefoontjes te herkennen! Uiteraard is er nog wel het een en ander dat ik nog niet gezien heb, maar dat geeft niets. Het is een mooi excuus om in de toekomst nog eens naar dit land af te reizen. Dat is het namelijk dubbel en dwars waard! Eerst is het echter tijd voor het vasteland van Maleisië. Ik ben benieuwd naar hoe me dat gaat bevallen en hoe anders dat weer zal zijn!

Ko Phi Phi

Dinsdag 16 maart 2010
Dag 164: PP

Om iets voor zevenen stond ik op, zodat ik nog even de tijd had om bij de 7-Eleven een ontbijtje te kopen, alvorens te worden opgehaald door een minivan. Deze bracht me naar de oostelijke pier van Phuket, waar een grote ferry naar Ko Phi Phi klaarlag. Na een uitgebreide uitleg over het niet kwijtraken van je sticker (verschillende stickers gaven aan of je een enkele reis had, of een dagtour, etc.) begonnen we aan een tocht van zo'n 1,5 uur. Hier raakte ik aan de praat met de Duitse studenten Berndt en Kathrin, die net als ik op Phi Phi nog geen verblijfplaats hadden, maar ook het liefste naar Long Beach wilden gaan, een strandje dat mooier en rustiger schijnt te zijn. Toen we aankwamen merkten we meteen al dat Phi Phi mooier en minder ontwikkeld was dan de andere grotere eilanden van Thailand. Sterker nog, toen we met een longtail taxiboot (wegen en transport op wielen heb je hier niet) naar Long Beach waren gevaren, kwam het woord 'paradijs' opnieuw bovendrijven. Het strand zag er mooi uit, bootjes lagen half in het helderblauwe water te wachten op passagiers en in de verte zagen we het volgens de boeken nog mooiere eiland Phi Phi Leh. Alhoewel er zeker wel wat toeristen waren, viel de drukte enorm mee. Gelukkig maar. We namen twee naast elkaar gelegen bungalows, welke zich op de voet van de berg tussen de bomen bevonden. We hebben vervolgens de rest van de dag met elkaar opgetrokken, aangezien het wel gezellig was. Na een vroege lunch bij een restaurant met zeezicht, besloten we om naar het uitzichtpunt te gaan, welke zich ongeveer in het midden van het relatief kleine eiland bevond. Daarvoor moesten we echter wel eerst een stuk terug lopen. Alhoewel de felle zon de wandeling er niet makkelijker op maakte, was het een erg mooie wandeling over en achterlangs diverse prachtige tropische strandjes. Na een klein uurtje kwamen we uit bij een afslag, waarna we het binnenland konden betreden. Hier zou een pad leiden naar een plek met een panoramisch uitzicht. Een tijd lang hebben we over een weg omhoog gelopen, waarbij we zelfs heel even een lift in een pickup truck konden krijgen. Er bleken namelijk toch wel enkele kleine wegen te zijn (of dit was de enige). Helaas duurde de lift niet langer dan een minuut, aangezien het pad naar het uitzichtpunt via een bospad verder ging. Hier hebben we nog een behoorlijke klim bergopwaarts gemaakt, waarbij we gelukkig veel schaduw van de bomen hadden. Enorm veel mensen kwamen we niet tegen, maar gezien de warmte was dat eigenlijk ook niet zo gek. Toch werd de zware tocht rijkelijk beloond, aangezien het uitzicht uiteindelijk super was. We keken van het ene deel van het eiland uit over een smalle strook land die leidde naar het andere deel van het eiland. Aan weerszijden van dat stukje land lagen twee mooie baaien, waar bootjes dreven op het door de zon glinsterende water. Het was hier apart om de ansichtkaarten (uiteraard was er hier een verkoper met souvenirs en versnaperingen) te vergelijken met het huidige uitzicht, omdat er 20 jaar geleden op het smalle strook land slechts bomen stonden, maar het er nu volgebouwd stond met resorts en bungalows. Hopelijk blijft de bebouwing in de rest van het eiland beperkt, zodat het eiland een paradijs kan blijven. Na een drankje liepen we nog ietsje verder naar een ander uitzichtpunt. Het uitzicht was hier iets minder dan bij de vorige plek, maar was desondanks zeker de moeite waard (je moet hier heel hard zoeken naar een plek die niet mooi is). We keerden om en begonnen aan onze lange reis huiswaarts. Bij de weg hadden we opnieuw het geluk een truck tegen te komen, waarvan de chauffeur het niet erg vond als we achterin tussen vele zakken met ijsblokjes zouden plaatsnemen. Het scheelde toch minstens 20 minuten lopen. Bij het strand hoefden we daarnaast niet helemaal via het pad achter het zand te lopen, aangezien we gewoon door de zee heen konden afsnijden. Het was eb en we stonden onze ogen uit te kijken dat zo'n beetje de hele baai droog stond. Bootjes lagen gewoon op het zand, hier en daar waren plantjes en koraal tussen het zand zichtbaar en enkele zeekomkommers mochten van geluk spreken als ze nog in een plasje water lagen. Het was een erg apart gezicht, maar wel de meest originele shortcut die ik ooit hebb genomen. De ondergaande zon maakte het uitzicht er vervolgens nog unieker op. Het laatste stuk klommen we over enkele rotsen, waarna we niet veel later terug waren om een verfrissende duik in het water te nemen. Bij ons strand was het iets dieper dan in de baai, waardoor het niet helemaal droog stond. 's. Avonds hebben we, in het gezelschap van enkele katten, lekker gegeten. We merkten dat we erg moe waren, dus zijn we op tijd gaan slapen. Morgen zal het in ieder geval een ontspannen dag worden in het paradijs dat Phi Phi heet!

Woensdag 17 maart 2010
Dag 165: Een dag in het paradijs

Aangezien Brendt en Kathrin het eiland vandaag zouden verlaten en ik nog wel meer van dit paradijs wilde zien, had ik een tour geboekt door de eilandengroep. Er was me verteld dat ik om 9 uur aanwezig moest zijn, maar het duurde helaas nog tot 10.30 uur voordat ik eindelijk werd opgehaald. In de longtailboot zaten al enkele mensen en aangezien ik de laatste was, konden we meteen naar onze eerste bestemming. We vaarden naar het eiland waar ik vanaf het strand op uitkeek: Phi Phi Leh. Aan de westkant bevond zich Maya Bay, een baai met een strandje dat wereldwijde roem heeft behaald toen hier 10 jaar geleden de film 'The Beach' is opgenomen. De baai zag er dus bekend uit (vooral omdat ik een deel van de film op Ko Pha-Ngan nog heb gezien), maar was daarom niet minder mooi. Hollywood weet altijd wel de goede plekken uit te kiezen voor z'n films. Uiteraard had ik niet verwacht dat we de enigen zouden zijn, maar ik had er niet op gerekend dat het zo ontzettend druk zou zijn in de baai. Talloze boten lagen in de baai ten anker en op het smalle strandje krioelde het van de mensen. We kregen een uur de tijd om foto's te maken, te zonnen, te zwemmen en/of het kleine eilandje te verkennen. Ik liep wat rond langs de rotsen en bomen, waarbij ik nog een grote hagedis van ongeveer een meter lang tegenkwam, welke nieuwsgierig tussen het afval zat te snuffelen. Het was een bijzonder beest (ik schrok er in eerste instantie wel even van aangezien hij plots voor me kwam oversteken) en ik ben benieuwd of ik nog grotere varianten zal tegenkomen (alhoewel dat vast niet zal gebeuren, mits ik naar Komodo afreis). Na wat ontspanning vaarden we naar de andere kant van het eiland, waar we in het water de gelegenheid kregen om te snorkelen. Vanzelfsprekend was dit niet meer zo indrukwekkend na m'n duiktrip, maar het was desondanks toch mooi om hier de vissen en het koraal te bekijken. Via de oostzijde van het eiland vaarden we langs de hoge rotsen, waar hier en daar enkele grotten gespot konden worden. Wij vaarden echter terug naar Phi Phi Don, om bij Monkey Beach in het westen aan te meren. Dit was een prachtig strandje waar we onze lunch kregen en een uurtje heerlijk konden relaxen in de schaduw van de bomen (of juist in de felle zon). Een stukje verderop in de baai kregen we bij enkele rotsen opnieuw de gelegenheid om te snorkelen. Ook hier waren mooie vissen te zien. Ik meende zelfs een school vissen te zien die ik tijdens het duiken niet te zien had gekregen, maar ik heb geen idee wat het waren. Wel voelde het snorkelen opeens een stuk gelimiteerder aan dan het duiken. Tot zover het leuke gedeelte van deze trip door het paradijs. De volgende twee plekken om te bezoeken waren Mosquito en Bamboo Island, welke een stuk ten noorden van Phi Phi Don liggen. Er was ondertussen een aardig windje opgestoken, waardoor er aardig wat golven stonden. Dit zorgde ervoor dat water constant in de schommelende boot spatte en we drijf- en drijfnat werden. De wind deed het vervolgens nog eens koud aanvoelen. Ik denk dat het Songkran-festival leuker is. Bij Bamboo Island wilde de kapitein ons vervolgens naar het strandje brengen, maar het waterpeil lag vanwege eb ontzettend laag. In zijn onophoudelijke pogingen dichter bij het strand te komen, kon het hem blijkbaar niets schelen hoeveel stukken koraal hij raakte (of hij had er geen besef van hoe kwetsbaar het was). Alhoewel sommige mensen in de groep blijkbaar net zo dom waren ('ze doen dit elke dag, dus kan het toch niet zo erg zijn?'), wisten de meesten hem te overtuigen om om te keren en terug te varen. De wind was echter nog erger dan op de heenweg en loodrecht op de golven vaarden we terug. Het halfuur dat volgde vreesde iedereen in de kleine longtailboot (behalve de kapitein) op het ergste. Gevaarlijk schommelden we heen en weer en smakten we op de golven. Water gutste naar binnen. De tocht van Siem Reap naar Battambang was er niets bij. We waren ontzettend blij dat we de westelijke baai van Phi Phi Don veilig bereikten, waar we de zon achter de rotsen zagen verdwijnen. Het water bij mijn strand was echter te laag, zodat we naar de gewone pier moesten terugvaren en ik van daar helemaal terug moest lopen naar m'n bungalow. Dus ja, het een heerlijke tocht door het paradijs, maar alleen jammer dat het op deze manier moest eindigen. Laat kwam ik terug bij m'n bungalow, waar ik na een douche (het zeewater hier is behoorlijk zout) en een avondmaaltijd niet veel meer heb gedaan en op tijd ben gaan slapen.

Phuket - Town

Zondag 14 maart 2010
Dag 162: Thailand's grootste eiland

Vandaag heb ik tot laat in de ochtend in bed gelegen. Alhoewel dit lang lijkt, viel het aantal uurtjes slaap vanwege gisteravond echter best mee. Na een ontbijt/lunch werd me door de receptie verteld dat ik Khao Lak simpelweg kon verlaten door op de hoofdweg een bus aan te houden. Bussen richting Phuket zouden elk half uur voorbij rijden, maar helaas heb ik zo'n drie kwartier moeten wachten. Toen ik eenmaal in een bus was gestapt, heb ik een tijdje zitten twijfelen over m'n volgende bestemming. In eerste instantie had ik Krabi in gedachten, om van daaruit naar Ko Phi Phi te gaan en om daarna Phuket aan te doen. Krabi heeft zelf echter niet enorm veel te bieden, dus besloot ik bij een zekere splitsing (na een uur rijden) niet van bus te wisselen, maar meteen door te reizen naar Phuket. In de komende week kan ik dan altijd nog een uitstapje naar Phi Phi maken. Al snel reden we de brug over die het vasteland met Thailand's grootste eiland verbindt. Op dat moment was het echter nog steeds zo'n 30 km naar Phuket Town, welke in het zuidoostelijke deel van het eiland ligt. Midden op het eiland zelf is niet enorm veel boeiends te zien/doen, de omliggende kust daarentegen ligt vol met mooie stranden en luxe resorts (aldus de Lonely Planet). Het centrum waar ik nu heen ging, lag echter niet aan de kust; deze zou ik later deze week nog wel zien. Nadat ik was uitgestapt liep ik door het (op het eerste gezicht niet bijster interessante) stadje, op zoek naar een slaapplek. Verrassend genoeg bevond zich hier een nieuw backpackers hostel, welke van alle backpackers gemakken was voorzien: enkele nette dorms, lockers, schone badkamers, een openbare ruimte met pc's en een tv met dvd's, reisinformatie, een dakterras. Nadat me een bed was aangewezen, ben ik naar de weekendmarkt gelopen, welke een stuk verder weg bleek te zijn dan ik aanvankelijk dacht. Het was alweer een tijdje geleden dat ik een grote markt heb bezocht, dus het was wel weer even leuk om hier overheen te lopen. Er was veel kleding, er waren aardig wat nep-dvd's en zelfs enkele kraampjes met huisdieren ontbraken niet. Omdat de middag alweer voorbij was, heb ik bij diverse eetkraampjes allerlei hapjes bij elkaar verzameld als 'diner': stokjes met kip, een erg unieke gefrituurde aardappeltwister aan een stokje, een bakje mais, verse jus d'orange en een ijsje van ingevroren Fanta. Hierna ben ik terug gelopen naar het hostel, waar ik in de avond ontspannen van het wifi-netwerk gebruik heb gemaakt en een begin heb gemaakt aan een grote inhaalslag van m'n reisverhaal.

Maandag 15 maart 2010
Dag 163: Disneyland Phuket

Vannacht kon ik weer wat langer slapen, dus daar maakte ik vanochtend goed gebruik van door lang op bed te blijven liggen. Na een warme douche (jeeh!) en een ontbijt in de tuin van het hostel, ben ik door Phuket Town gelopen om te bekijken wat voor interessants hier te vinden was. Dat bleek niet enorm veel te zijn. Via een plattegrond liep ik naar de meest in het oog springende bezienswaardigheid: de Shrine of Serene Light. Het was niet veel meer dan een klein tempeltje, maar de versieringen op het dak van de tempel en van binnen waren wel erg uniek. De beeldjes en figuren die hier stonden waren namelijk verrassend kleurrijk, wat mooi was om te zien. M'n tocht vervolgde door enkele straten met hotels, banken en simpele winkeltjes, waarvan een deel gevestigd was in statige koloniale gebouwen van vroeger. Ik nam een kijkje bij een klein winkelcentrum, nam daar een lunch en liep nog een stukje door een Chinese wijk met radiostations, een kaal parkje en een Chinees medicijnenwinkeltje welke van een afstandje al duidelijk te ruiken was. Terug bij het hostel boekte ik een bootticket naar Ko Phi Phi, waar ik morgenochtend naartoe zal gaan en twee dagen/nachten zal blijven, alvorens naar Phuket terug te keren. M'n oog viel hier ook op Phuket FantaSea, wat omschreven wordt als 'the ultimate cultural theme park'. Voor zover ik wist draaide het hier volledig om een wervelende show van 1,5 uur. Het klonk wel interessant en ik boekte een ticket, zodat ik na een vroege avondmaaltijd (in een restaurantje met een tv waarop beelden te zien waren vanuit Bangkok, waar al twee dagen een grote demonstratie van Taksin-aanhangers tegen de overheid werd gehouden) om 17.15 uur werd opgehaald door een minivan met een vrolijk aangeklede chauffeur. In een klein uurtje arriveerden we aan de andere kant van het eiland, bij het Kamala strand. Waar ik vervolgens in terecht kwam had ik niet voor mogelijk gehouden. Het was veel meer dan slechts een show, vooraf gegaan aan een optioneel buffet (waar ik niet voor had gekozen). Er was inderdaad een heel themapark aan verbonden, maar dan zonder de echte attracties. Geheel in Disneyland-stijl stonden er in dit grote park vele winkeltjes welke geheel versierd waren met hun eigen thema. Souvenirkraampjes waren er ook volop. Alles had echter wel sterke Thaise invloeden, maar dan geheel gericht op entertainment. Daarnaast was er een speelhal met allerlei kermisspelletjes (zoals blikwerpen), geheel in de onderwater/Similan-stijl. Alles wat ik van Thailand had gezien, kwam hier op een of andere manier wel terug. De echte show zou pas om 21 uur beginnen, dus ik had nog volop tijd om hier rond te kijken. Zo betrad ik gebouw waar allerlei jungle-scenes werden uitgebeeld, waar zelfs een witte tijger niet ontbrak. Buiten werd ik vervolgens door een jonge en nieuwsgierige olifant besnuffeld. Een bandje speelde nog ergens muziek en bij een openluchtpodium werd ook een korte show met twee acts waren. De tweede dansact, met dansende zakenmensen in pak en met koffers, was erg origineel. Een half uur voor de echte show kon ik samen met een paar duizend andere toeristen het Elephant Theatre betreden, welke er van buiten erg mooi uit zag, aangezien het een mix was van een Khmer-tempel (met name Angkor Wat) en beelden van olifanten. De show die uiteindelijk volgde was spectaculair en erg vermakelijk. Het was een gevarieerde mix van dans, muziek, acrobatiek en illusies. Zo werden er schaduwfiguren op een doek geprojecteerd, kwam het dansende apenballet (van Luang Prabang) weer terug, zweefden trapeze-artiesten door de lucht, werden 'toeschouwers' doormidden gezaagd, kwam het plattelandsleven voorbij, werd er gedanst met paraplu's en lampjes en werden olifanten uiteraard ook nog ingezet om enkele kunstjes te vertonen. Ja, het was ontzettend toeristisch, maar desondanks heb ik een leuke avond gehad. Met een minivan werd ik rond 22.45 uur weer teruggebracht naar m'n hostel, waar ik rond middernacht kon gaan slapen. Morgen wordt het helaas weer vroeg opstaan voor m'n reis naar Ko Phi Phi.

Surin & Similan Eilanden

Woensdag 10 maart 2010
Dag 158: De Surin Eilanden

Door Fiona, de baas van het duikpersoneel, werden we veel te vroeg om 6.15 uur gewekt, waarna we een kwartiertje kregen om aan tafel te komen. Dit was niet om te ontbijten, maar om een uitgebreide duikbriefing te krijgen. De boot was al gearriveerd bij de Surin-eilanden, welke door de zonsopkomst mooi verlicht werden. Omdat het de eerste van de 13 duiken was, kregen we eerst veel info over de werkwijze op deze boot en alle veiligheidsvoorschriften. Daarnaast werden we in vijf groepjes verdeeld. Ik kwam zelf in een groep met het Engelse/Australische koppel Brad en Michelle en de Amerikaanse Kathleen, welke mijn duikbuddy zou zijn. Wij zouden elke duik samen maken, onder begeleiding van Alex, een divemaster in opleiding, welke na deze week echter klaar zou zijn. Instructrice Fiona ging daarom ook met ons mee, om ons in de gaten te houden, maar ook omdat ze alle duikplekken beter kent. Na de algemene uitleg volgde de eerste normale duikbriefing, welke niet alleen interessant, maar ook erg lollig was. Op een whiteboard was de kaart van de duikplek getekend en met behulp van boeken werd laten zien welke vissen we tegen zouden kunnen komen. Niets kon ons echter gegarandeerd worden deze hele trip; met name de 'big things' (voornamelijk manta rays en whale sharks) werden liever niet in de mond genomen. Met een banaantje en een koekje achter de kiezen hezen we onszelf in onze wetsuits en BCD's en liepen we met de rest van de uitrusting naar de achterkant van de boot. Groep voor groep sprongen we vervolgens het water in om te genieten van onze eerste duik! South East Rocks leek een goed begin van de trip te zijn, aangezien het een mooie duikplek was, waarbij we al leuke dingen te zien kregen. Het zicht was niet perfect, maar met zo'n 10 meter toch al stukken beter dan ik tot dusver voornamelijk heb gehad. Ik zal niet elke duik in geuren en kleuren vertellen, maar wel enkele hoogtepunten opsommen (vissen weliswaar in het Engels). Bij elke duik zagen we in ieder geval volop koraal en vissen in alle vormen, formaten en samenstellingen. Bij deze eerste duik zagen we (overigens vaker terugkerende) triggerfish, kleurrijke parrotfish, prachtige butterflyfish, snake sea stars en altijd schattige clownfish (Nemo!), verstopt tussen de heen en weer zwiepende anemonen. Sweetlips kwamen ook voorbij, net als een unieke Napoleon wrasse. Tenslotte zagen we nog een lange en dikke eel z'n kop uit z'n holletje steken. Het was een verfrissend begin van de dag, waarna de Thaise crew ons aan boord hielp. Aan tafel konden we vervolgens genieten van een lekker ontbijt, bestaande uit toast, bacon (erg geliefd bij iedereen), worstjes, ei, jam, komkommer, tomaat en patat (waarom de Thaise vrouwelijke kookchefs ons dit gaven was zelfs de westerse duikbegeleiding niet duidelijk, maar niemand leek er om te klagen), gevolgd door ananas. Hier bleek het (naast m'n duikgroep) met de Amerikaanse broers Jarod en Trevor en de Zweedse meiden Linda, Eva en Anna ook wel te klikken. De eerste twee dagen zouden we vier duiken per dag maken, maar aangezien er voor de veiligheid enkele uurtjes tussen moet zitten, hadden we dus nog genoeg vrije tijd. Hier bij de Surin eilanden konden we deze besteden op het strand van een van de eilanden, aangezien er ook een klein bootje was om ons heen en weer te brengen. Het was -hoe kan het ook anders- een prachtig eiland met een parelwit strandje, omringd door helderblauw water. Na het bekijken van een grote blauwe vlinder en het spelen met een bal in ondiep water gingen we terug naar de boot voor de volgende duikbriefing. Bij Walkers Reef doken we opnieuw het water van 27 graden in, om te genieten van de tropische vissen, waaronder bannerfish, lange en dunne trumpetfish, enorme scholen van damselfish/fusiliers, gevaarlijke lionfish, kale nudibranches en een vreemde black frog fish op en rond een grote rots welke voorzien was van veel koraal. Terug op het droge werden we getrakteerd op een Thaise lunch van rijst, enkele curry's, vlees en groente, gevolgd door meloen. Tot 15 uur kregen we vervolgens de tijd om op het bovendek uit te rusten en te zonnen. Het was een ideaal moment om weer in m'n goede boek te duiken. De echte duik volgde om 15.30 uur, toen we Lighthouse Rock gingen verkennen. Alhoewel we een behoorlijke tijd aardig wat last hadden van een verschrikkelijke thermocline (enorm koud en bijna geen zicht), kregen we daarna wel scorpionfish, batfish en een kreeft te zien. Hoogtepunt waren enkele Hawksbill schildpadden (van een meter lang), welke rustig door het water gleden en stuurden met hun voorpoten. Dit was erg gaaf om te zien! Op de boot wisselde elke groep zijn verhalen weer aan elkaar uit, hielden de meesten hun logboek netjes bij en kregen we spaghetti om de ergste honger te stillen. Nadat ik wat in een hangmat heb liggen luieren en de zon mooi onder heb zien gaan, kregen we om 19 uur opnieuw een briefing, ditmaal voor een nachtduik bij Au Pak Gard. Met onze zaklampen verlichtten we een grote opgerolde aal, dunne rondzwemmende wormpjes, kleine krabbetjes en garnalen met reflecterende oogjes en slapende vissen. Toen we de lampen echter op onzelf richtten om het donker te maken, konden we met onze armen en benen zwaaien om het vele fluorescerende plankton mooi op te laten lichten. Na de duik was het tijd voor een uitgebreid diner met vis, waarna we nog even rond de tafel met elkaar hebben zitten kletsen. Het was overduidelijk dat iedereen behoorlijk moe was geworden van deze dag, waarna we om 22 uur onze bedden opzochten. Morgen zal het programma namelijk min of meer hetzelfde zijn.

Donderdag 11 maart 2010
Dag 159: Richelieu Rock

We hadden vanochtend het geluk om een half uur langer dan gisteren te kunnen slapen, aangezien de duikbriefing niet heel lang hoefde te zijn. De boot was in de nacht al gaan varen, dus bevonden we ons om 7 uur al op de nieuwe duikplek. Echt zichtbaar was dit niet, aangezien we omringd waren door alleen maar water. Enkele andere duikboten verraadden echter dat er meer was, onderwater welteverstaan. Een half uur later doken we met onze uitrusting het water in; het was tijd om rond Richelieu Rock te cirkelen, welke volgens velen tot de beste duikplek van Thailand wordt verkozen. Ook heb je er de meeste kans om walvishaaien te spotten. Helaas wilde het weer vandaag niet helemaal meewerken, waardoor dit in het water viel. Er hing wat bewolking in de lucht en de wind had enkele golven veroorzaakt, wat resulteerde in een niet al te geweldig zicht onderwater. Desondanks konden we hetgeen aanschouwen wat deze plek zo indrukwekkend maakt: de enorme hoeveelheid aan vissen. Grote scholen van allerlei soorten vissen zwommen onder, boven, naast en tussen ons in. Vooral een groep barracuda's maakte indruk, net als een enkele great barracuda. Daarnaast was er prachtig paars koraal te bewonderen en hadden we nog het geluk om een geel zeepaardje te zien, welke met zijn staart aan een stukje koraal aan een wand hing. Met een afmeting van 10 cm was het niet makkelijk om deze te spotten. Waar je ook oog voor moest hebben, waren vele kleine transparante kwalletjes (of ander soort wezentjes) die constant voorbij kwamen zweven. Je moest daarvoor echt vlak voor je bril kijken, maar het was wel heel apart om deze organismen te zien, aangezien je ondanks hun doorzichtigheid toch soms een bek open en dicht zag gaan. Ik had zelfs het idee kleine doorzichtige longen en ribben te zien. Terug op de boot kregen we weer een lekker ontbijt, vierden we kort iemands verjaardag en kregen we weer genoeg tijd voor ontspanning. Dat laatste lukte prima op het zonnedek. Omdat Richelieu Rock nog meer te bieden had, zijn we na het middaguur nogmaals hier het water in gedoken. Opnieuw bleef het mooi en zagen we ditmaal ook vele clownvissen en zelfs een zeeslang, welke zich op een grappige manier voortbeweegt door het water! Na een Thaise lunch, veel geklets en veel geluier hebben we een derde duik gemaakt. De boot was hiervoor doorgevaren naar het eiland Koh Tachi, waar we bij de Pinnacle zijn gaan duiken. Alhoewel we veel last ondervonden van sterke stroming, zagen we nog wel een horned sea star fish (maar dan zonder hoorns), een andere zeeslang en diverse batfish. Kijkend 'in the blue' zagen we helaas niets groters. Na een sandwich, vele koekjes (deze bleven mateloos populair) en genoeg water maakten we onze tweede en laatste nachtduik. Ditmaal hadden we het genoegen om enkele kreeften en een rode krab te zien, welke zich in hun hol verscholen probeerden te houden. Wat ook leuk was, maar op den duur ook irritant begon te worden, waren veel enorm kleine beestjes (visjes?) die zich als muggen om de zaklamp hadden verzameld en heen en weer bleven schieten. Het was niet eenvoudig om deze van je af te schudden. Het was in ieder geval een leuke duik, waarna de Thaise maaltijd met kip er daarna best wel in ging. Niet heel veel later was het alweer tijd om naar bed te keren, aangezien we allemaal weer behoorlijk moe waren.

Vrijdag 12 maart 2010
Dag 160: Omringd door duizenden vissen

Vandaag konden we opnieuw iets langer blijven liggen, omdat we slechts drie duiken zouden maken. Toch was het hele ochtendritueel weer hetzelfde. Eerder in de ochtend was de boot verder gevaren naar Koh Bon, een eiland dat onderdeel is van het Similan Marine National Park. Hier maakten we onze eerste duik van de dag. Wow, wat was dat een adembenemend mooie duik! We kwamen terecht in een onderwaterwereld met een ontelbare hoeveelheid vissen. Overal waar we keken, zagen we vele verschillende vissen zwemmen. Zo zagen we twee triggerfish die elkaar achterna zaten (wat paringsgedrag bleek te zijn), een vreemde zwarte cowrie, welke in het midden een wit ei had, en grote scholen pullers en fusiliers, welke glinsterden in het licht. Ook erg gaaf om te zien was een 'feeding frenzy' van enkele sweetlips, welke tussen grote scholen kleinere visjes (zoals de fusiliers) zwommen in de hoop ze te kunnen verorberen. Daarnaast lagen er in het water nog enorm uitgestrekte velden van prachtig staghorn koraal waar uiteraard van alles tussenin leefde. Na deze bijzondere duik hebben we ontbeten, waarna we enkele uurtjes vrij hadden. Sommigen maakten in deze tussentijd gretig gebruik van een loopplank, welke buiten de boot was gehangen en nu diende als een duikplank. Wat volgde waren vele maffe sprongen in het water. Omdat er zoveel te zien was rond Koh Bon, hebben we onze tweede duik ook hier gehouden. Het was nog steeds een prachtige duik. Aangezien er een klein beetje stroming stond, konden we heerlijk stil blijven hangen en ons mee laten voeren langs al het moois. Het was net De Droomvlucht, maar dan met vissen. We zagen verder nog een nudibranch, twee krabbetjes en vele jellies. Hoe vaker je onderwater zit, hoe meer je ook op het leefgedrag van vissen gaat letten. Zo zijn er bijvoorbeeld wrasse die op de bodem stenen oppakken en elders wegwerpen, aangezien ze hopen dat er iets te eten onder zit. Andere vissen hebben daarentegen weer een lange tong waarmee ze tussen het zand wroeten. Het was opnieuw een geweldig uur. Terwijl wij gingen lunchen, vaarde de boot naar de 'echte' Similan eilanden. Onderweg kregen we onverwachts bezoek van een hele groep dolfijnen (een stuk of 10), welke aan de oppervlakte zwommen om te ademen en af en toe nieuwsgierig rondom de boot circkelden. Ze vonden het zelfs leuk om aan de voorkant van de boot met ons mee te racen. Een tijdje hebben we rondjes gevaren om van deze leuke beesten te genieten, welke zo nu en dan even verdwenen, om wat later weer tevoorschijn te komen. Op eiland nummer 9 deden we bij Breakfast Bend de laatste duik van de dag, welke mooi was, maar bij lange na niet zo overweldigend was als de eerdere twee. We hebben hier veel zand gezien, met verder nog een unicornfish en een shortnose pipefish als hoogtepuntjes. In plaats van een nachtduik zouden we vandaag een barbecue op de boot hebben, maar voordat we hier aan begonnen, kregen we de gelegenheid om het eiland hier te verkennen. Nadat we met de dingy op het eiland waren aangekomen, kon ik het woord 'paradijs' opnieuw herdefiniëren. We bevonden ons in een baai met helderblauw water, wit zand zo fijn als poeder en met groene bomen begroeide bergen (en een rots in de vorm van het hoofd van Donald Duck). Terwijl de zon langzaam begon te zakken, zetten wij voet naar een uitkijkpunt, welke te bereiken was via een klim over zand, boomwortels en rotsen. Bovenaan bevond zich een grote rots welke ondersteund leek te worden door allerlei dunne takken. Het bleek dat dit gedaan was om te bepalen of de rots niet weg zou glijden, aangezien deze op een scheve andere rots lag. Hier konden wij dan weer op zitten, om te genieten van het verbluffende uitzicht op de baai, het eiland en de oranje zonsondergang. Terug op de boot begonnen we op het bovendek aan een lekkere barbecue. De Thaise crew had allerlei lekkere stukken vlees, vis en krab bereid en op de barbecue zelf lagen nu aardappels in folie en een enorme vis voor iedereen. Met een cocktail in onze hand en een bord op onze schoot was het smullen geblazen. We maakten er met z'n allen een enorm gezellige avond van. Daarnaast was er voor een andere jarige nog een speciale pannenkoekentaart in elkaar geflanst, welke er niet alleen mooi uitzag, maar ook nog eens lekker smaakte. De avond werd later dan eerdere avonden, maar later dan middernacht hebben de meesten het niet gemaakt. Morgenvroeg zouden we immers opnieuw een duik hebben.

Zaterdag 13 maart 2010
Dag 161: De Similan Eilanden

Gisteren had Alex nogal wat problemen met het equalizen van z'n oren, waardoor hij niet mee kon duiken. Vandaag was hij wel weer van de partij, waardoor we om 7.30 uur bij eiland nummer 5 bij Batfish Bend het water in doken. Batfish zagen we echter niet, maar wel kwamen we een clown triggerfish tegen, net als vele kleine basslets, waaronder de Indian flame fairy basslet, welke om te sturen zijn bovenvin als een zeil op en neer kan hijsen. Op de zandbodem kwamen we nog enkele goed verstopte Kuhl's stingrays tegen, net als vele kleine garden eel, welke rechtop uit het zand staken en om zich heen keken. Wat ook weer prachtig om te zien was, waren enkele schildpadden, waarvan er een in een mooie spiraal als een helikopter kwam neerdalen en uiteindelijk onder een rots parkeerde om eten te zoeken. We voelden ons allemaal ook gevleid dat we gekust werden door cleanerfish, wat de eerste keer even schrikken was omdat we ze onze lippen niet zagen naderen. In de pauze die na de duik volgde, konden we na een ontbijt het eiland verkennen, welke vanzelfsprekend beeldschoon was. We konden hier op het strand liggen zonnen, in het water badderen en spelen, en via een junglepad naar een uitzichtspunt klimmen. Met de boot zijn we tenslotte naar een ander eiland gevaren, waar we tot onze grote teleurstelling aan onze laatste duik begonnen. De duik zelf was in ieder geval voor ons groepje zeker niet teleurstellend. Er stond erg veel stroming en we moesten constant oppassen niet tegen de enorme rotsen op te knallen. Heel veel vissen zagen we niet, maar halverwege de duik hebben we nog wel een van de 'big things' gezien. Op de bodem van de zee lag namelijk een leopard shark van zo'n 2,5 meter lang! Het beest lag stil en het enige dat je zag bewegen waren z'n kieuwen om te ademen. Gevaarlijk is het beest niet, maar toch wilden we hem niet storen, dus kwamen we niet al te dichtbij. Ok, het was dan wel geen mantarog of walvishaai, maar we waren toch erg blij dat we onze duikserie met dit indrukwekkende beest mochten afsluiten. Hierna was het helaas tijd om de eilanden gedag te zeggen, waarna we terug vaarden naar het vasteland. De uren die volgden konden we lunchen, luieren, zonnen en lezen. Later in de middag arriveerden we bij de pier, waar we met twee taxi's terug werden gebracht naar het duikcentrum. Het waren vier geweldige dagen geweest en we vonden dat we dat op een waardige manier moesten afsluiten. Nadat we ons in onze hotels/bungalows hadden opgefrist en hadden gegeten, verzamelden we ons 's avonds in de Happy Snapper, een bar waar een groot deel van de avond live muziek werd gespeeld. Vooral twee Blues Brothers wisten vele voetjes van de vloer te krijgen. Het werd een lange, maar erg gezellige avond, welke ver na middernacht nog eens in het zwembad van het duikcentrum werd voortgezet. Hoe gezellig onze groep was, bleek wel uit het feit dat wij als eerste van dit duikseizoen (vanaf oktober) een poolparty hadden, iets dat bij Sea Dragon enkele keren per seizoen schijnt te gebeuren. Veel te laat -en veel te nat- keerde ik uiteindelijk terug naar m'n bungalow. Het duikavontuur was voorbij en het was tijd om lekker te slapen.

Khao Lak

Zondag 7 maart 2010
Dag 155: Naar de Andaman Coast

Het was vandaag weer tijd om verder te reizen, en wel naar de westelijke Andaman Coast. Haast had ik niet, dus kon ik vanochtend opstaan wanneer ik wilde en rustig ontbijten. De gastvrouw van het bungalowpark was zo vriendelijk om me vervolgens met haar autootje naar de hoofdweg te rijden, waar ik een kleine 20 minuten heb zitten wachten op de lokale bus. De bestemming van deze bus was Phuket, maar na een rit van zo'n 2 uur ben ik 100 km voor dit eiland uitgestapt in het kustplaatsje Khao Lak. Dit dorpje bestaat voornamelijk uit de doorgaande weg, waarlangs vele guesthouses, restaurants, winkeltjes en touroperators gevestigd zijn. Hier vond ik een redelijk betaalbare bungalow waar ik wel twee nachten kan vertoeven. Khao Lak ligt aan de Andaman Coast, welke op Tweede Kerstdag 2004 rampzalig getroffen is door een verwoestende tsunami. Enorm veel daarvan is na iets meer dan 5 jaar niet meer te merken. Nou ja, de overlevenden zullen het natuurlijk nooit vergeten, maar aan de staat van de gebouwen is het niet echt te zien (alhoewel ik natuurlijk niet weet hoe het dorpje er daarvoor uitzag). Veel is namelijk alweer herbouwd. Langs de weg staan wel enkele borden met informatie wat te doen en waar naartoe te gaan in het geval dat er opnieuw een tsunami volgt. Er is zelfs een museum, maar deze zal ik overmorgen bekijken. M'n prioriteit vandaag was om mezelf te melden bij het Sea Dragon Dive Center, waar ik overmorgenavond een vierdaagse duiktrip zal maken naar de Surin en Similan eilanden, hier ten westen van. Na enige uitleg over de boot en de trip bij dit populaire duikcentrum kon ik m'n uitrusting uitzoeken. Ik heb er zin in en kan niet wachten tot het overmorgen is! Vervolgens heb ik een stuk langs de hoofdweg gelopen, op zoek naar een activiteit voor morgen. Bovenal werden er vele snorkel- en duiktrips aangeboden naar de eilanden, net als trekkings door Khao Sok. Na een tijdje vond ik een mooie aanbieding voor een leuke dagtrip. Alhoewel ik nog niet verklap wat het is, heeft het in ieder geval iets met 007 te maken. In de late namiddag ben ik het strand op gelopen, waar ik mooie foto's heb kunnen maken van de ondergaande zon. De rotsen in het water maakten dit, samen met een vuurtoren, net iets specialer. Tenslotte heb ik bij een restaurant lekker gegeten. In de avond heb ik niets bijzonders meer gedaan en ben ik op tijd gaan slapen voor m'n trip morgen.

Maandag 8 maart 2010
Dag 156: The name is Bond, James Bond

Nadat ik vanochtend tegen 7.30 uur was opgestaan en had ontbeten, begon ik te wachten op m'n pickup. Om 8.30 uur verscheen een minivan met de vrolijke gids Toto en enkele andere toeristen, waaronder enkele Fransen, Duitsers en een Nederlandse studente uit Bangkok (alhoewel we er pas na een tijd achter kwamen dat we allebei Nederlands waren). In een uur tijd reden we vervolgens naar de baai van Phang-Nga, welke hier ten zuidwesten ligt (tussen Phuket en Krabi, maar iets noordelijker). In deze baai bevond zich het Ao Phang-Nga Marine National Park. Net als Ang Thong ligt het in deze wateren ook vol met allerlei eilandjes bestaande uit karst en groen. Bij de haven stapten we met z'n elven op een longtailboot, waarmee we een uurtje over de zee hebben gevaren. Onderweg konden we genieten van het prachtige uitzicht, voor zover de zon niet in onze ogen scheen dan. Anders dit keer was dat we ook naar mangrovebossen konden kijken, waarvan de takken aan de onderkant er erg bijzonder uitzagen, omdat ze naar beneden -dus in het water- groeiden. Met de boot zijn we uiteindelijk onder een rots doorgevaren (wat in het regenseizoen niet mogelijk is), waardoor we uitkwamen in een open ruimte omgeven door mooie rotsen begroeid met bomen. Hierna zijn we naar een eilandje gevaren met een klein verlaten strandje, zodat we even de tijd kregen om lekker te relaxen. Het volgende punt op het programma was hetgene waarmee deze hele tour gepromoot werd: James Bond Island. In 1976 is een bepaald eiland hier gebruikt voor de Bond-film The Man with the Golden Gun, met Roger Moore. Toto had de film niet gezien, maar ik meen me te herinneren dat een of andere bad guy een geheime basis in de rots van het eiland had. Eigenlijk bestond het geheel uit twee eilanden. We meerden aan bij een strandje, waar we terecht kwamen tussen een behoorlijke meute andere toeristen en de onvermijdelijke toeristenkraampjes. Hierachter bevond zich een baai met wel een heel unieke rots (welke dus bekend staat in de film). Midden in het water stond namelijk een smalle, maar hoge cylindervormige rots, waarbij de onderkant opmerkelijk smaller was dan de rest. De vertaling van de werkelijke naam van de rots is daarom ook Spijker Eiland. Deze rots betreden/beklimmen was uiteraard niet mogelijk, dus een zoektocht naar de geheime ruimte was zinloos. Het was in ieder geval wel een indrukwekkend gezicht. Nadat we hier een tijdje hadden rondgekeken, zijn we een stuk verder gevaren naar een grote boot. Vanaf hier werden we in tweetallen in een opblaasbare zeekajak gezet, welke voorzien was van een lokale peddelaar. 'Het was voor ons immers wel vakantie, dus we hoefden ons niet in te spannen', aldus Toto. Hierna volgde, geheel in Disneyland-stijl, een boottocht van zo'n drie kwartier. In een lange slinger van kajaks (er waren veel andere toeristen, waarvan vele van Chinese afkomst) werden we op de automatische piloot langs en onder erg mooie rotsen geleid. Grote stalactieten hingen onder de rotsen en schelpen zaten vastgekoekt aan de onderkant van de wanden. Ook bezochten we enkele 'verborgen' inhammetjes en vaarden we zeer dicht langs een mangrovebos. Na deze erg vermakelijke en ontspannen attractie werden we naar Ko Panyi gebracht, een islamitisch vissersdorp met drijvende huisjes. Heel veel huisjes kregen we echter niet te zien, wel de enorme restaurants aan de zijkant van het dorp. Hier konden we smullen van een erg uitgebreide en lekkere lunch met voornamelijk visgerechten. Toto vertelde hier ook nog het een en ander over de tsunami, waarbij hij al z'n hebben en houden was kwijtgeraakt, maar hij en zijn familie gelukkig ongedeerd waren gebleven. Een vriend van hem had het echter stukken slechter getroffen, aangezien deze veel familieleden had verloren. Uiteraard hoopt niemand dat een ramp als deze wordt herhaald, maar iedereen voelt zich met nieuwe waarschuwings- en evacuatiemethoden in ieder geval iets veiliger. Na de lunch werden we nog even langs een pier vol toeristenkraampjes geleid (met veel schelpen en gedroogde inktvis), waarna we met de boot terug zijn gevaren naar waar we waren begonnen. Met de minivan deden we vervolgens nog een laatste locatie aan, de Wat Tham Suwankhuha, een tempel in een grote grot. Het was bijzonder om de boeddhabeelden hier te zien, net als de vele vleermuizen die aan de bovenkant van de grot hingen. De rotsformaties zagen er daarnaast ook indrukwekkend uit. Voor toeristen wordt de tempel ook wel de Monkey Temple genoemd, en met een reden. Voor de tempel/grot bevond zich namelijk een paar dozijn apen, welke met elkaar speelden of trots waren op hun vondst in de vuilnisbak. Het was een leuk gezicht. Dit was het einde van de tour en na een busrit van een uur werden we aan het einde van de middag weer in Khao Lak gezet. Hier heb ik prima gegeten en alvast een vlucht geboekt naar Kuala Lumpur, waar ik op zaterdag de 20e in de ochtend naartoe zal gaan vanaf Phuket. Aan het eind van de avond ben ik lekker gaan slapen in m'n normale bed. Vanaf morgen zal ik namelijk vier nachten op een boot doorbrengen!

Dinsdag 9 maart 2010
Dag 157: De verwoestende kracht van het water

Aangezien m'n trip naar de Surin en Similan eilanden pas om 20 uur zou beginnen, kon ik het vandaag rustig aan doen. Enorm veel had ik daarnaast ook niet te doen. Ik stond daarom laat op, checkte uit en nam een lekker ontbijtje. M'n grote rugzak dumpte ik vervolgens bij het Sea Dragon Dive Center, waarna ik langs de hoofdweg een kilometer of twee naar het noorden ben gelopen (dit bleek iets langer te zijn dan op m'n kaart werd aangegeven). Heel ontwikkeld was het hier niet; vele winkeltjes waren gesloten en enkele gebouwen zagen er verlaten en vervallen uit. Het lag voor de hand dat de alles verwoestende tsunami van 26 december 2004 hier de boosdoener van was. In het International Tsunami Museum kreeg ik even later te zien en te horen wat deze vloedgolf teweeg heeft gebracht. Via informatieborden werd verteld over de oorzaak van de tsunami, het reusachtige aantal slachtoffers in Azië, de hulporganisaties, de schade aan gebouwen en de natuur (zowel boven als onder water), de wederopbouw en de gevolgen voor alle overlevenden. Een video voor schoolkinderen liet zien wat te doen als er een nieuwe tsunami in aantocht is. Het was een interessant museum, welke aan de ene kant uiteraard erg treurig was, maar aan de andere kant ook hoopvol en mooi was, als je ziet hoe vele buitenlanders een steentje bijdragen om het dagelijkse leven van de lokale bevolking te verbeteren. (Klein voorbeeld: een oma had tientallen beertjes gebreid en opgestuurd om kleine weeskinderen op te vrolijken.) Na het museum nam ik een kijkje bij het Tsunami Memorial Sculpture, waarvan de artiest het aan de toeschouwer overlaat om te bepalen wat de enkele omhooggeplaatste ijzeren balken moeten voorstellen. Via een stil pad met zand en steentjes (waaromheen de verwoesting nog enigszins zichtbaar was) kwam ik uit bij een politieboot, welke voor de kust had gelegen, maar door de tsunami 2 kilometer landinwaarts was gesleurd en op zijn strandplaats was blijven liggen ter nagedachtenis. Al met al was het bezoeken van deze rampplek een vreemde gewaarwording; hopelijk wordt al het entreegeld van het museum goed gebruikt om de toekomst nog rooskleuriger te maken voor de mensen hier. Bij een restaurantje heb ik vervolgens een late lunch genomen, waarna ik terug ging naar het centrum van Khao Lak. Hier heb ik de rest van de middag op het strand zitten lezen. Hier werd ik grappig genoeg ook door Japanse studenten geïnterviewd over mijn droom. Ik hield het er maar op dat ik hoopte manta's en walvishaaien op m'n trip tegen zou komen. Nadat ik vervolgens had gegeten, ging ik naar het duikcentrum. M'n vierdaagse duikavontuur zou beginnen! Bij Sea Dragon Dive Center heb ik nog een tijdje zitten wachten omdat ik vrij vroeg was, maar enkele duikmagazines wisten de tijd doen omgaan. Langzaamaan werd het drukker en waren we alle 17 compleet. Na een korte introductie door drie vrouwen van het duikpersoneel werden we over twee minivans verdeeld en in een uur (met 120 km/u over 50-kilometer wegen) naar het noorden gereden, waar zich de haven bevond met de M/V Andaman, onze basis voor de komende vier nachten en dagen. Hier maakten we kennis met nog een vrouw en twee mannen van de staff, waarna we welkom werden geheten aan boord van dit mooie en redelijk luxe schip. Terwijl we onder begeleiding van knallend vuurwerk uitvaarden, kregen we een rondleiding op de boot. Op het benedendek stond al onze duikuitrusting al opgesteld, bevonden zich enkele douches en westerse toiletten en waren er de (van airco voorziene) slaapcabines, waar iedereen z'n eigen bed achter een gordijntje had. Het middendek had bankjes en tafels, waarop zich een onuitputtelijke mand van bananen en groene oranges bevond. Potten met koekjes waren er ook, net als heet en koud water en frisdrank (bier was er ook, maar dat was niet gratis). De Thaise crew, waarvan er zes aan boord waren, zou alles aanvullen, opruimen en ons van maaltijden voorzien. Daarnaast zouden ze helpen bij het in en uit het water gaan bij de duiken. Op het bovendek lagen tenslotte enkele zachte matrasjes (sommige zonder overkapping zodat je kon zonnen) en hing er een drietal hangmatten. We hadden niets te klagen. Alhoewel de klok nog geen 23 uur had geslagen, gingen we wel op tijd naar bed, aangezien we om 6.15 uur al gewekt zouden worden. Iedereen heeft de komende dagen nog genoeg de tijd om elkaar te leren kennen. Tot dusver leek de groep in ieder geval gezellig te zijn!

Khao Sok National Park

Vrijdag 5 maart 2010
Dag 153: Terug naar het vasteland

Gaap! Vanochtend stond ik om 5.15 uur op, zodat ik een halfuur later met al m'n bepakking bij het toeristenbureautje stond. Tijdens zonsopkomst werd ik met enkele anderen naar de haven gebracht, waar we even later aan boord gingen van een ferry. Ik nam plaats op een houten bank op het bovendek, waarna er een zonnige rit van een kleine 3 uur terug naar het vasteland volgde. Heel veel meer valt er niet over te zeggen. Na aankomst op de Don Sak pier werden we met een touringcar naar Surat Thani gebracht, wat een rit was langs prachtige bergen, vergelijkbaar met het karst rond Vang Vieng. In Surat Thani was het druk, dus het duurde even voordat we aankwamen bij het eindpunt van de bus. Hier kon ik vervolgens ook nog een tijd in de zon staan wachten voordat een sangthaaw me naar weer de corresponderende touroperator kon brengen. Ook hier kon ik een tijd wachten, alvorens in een sangthaaw naar weer een andere plek te rijden om mensen te droppen. Ik moest echter opnieuw naar een ander busbedrijf. Het was uiteindelijk 13.30 uur voordat ik met een minivan richting Khao Sok National Park vertrok. Ik was de enige westerling in de bus; alle andere westerlingen waren al in andere bussen naar Phuket en andere eilanden in het westen gestapt. De rit was erg mooi, met veel jungle en vele prachtige bergen. Zoals wel vaker gebeurt, stopte de chauffeur regelmatig onderweg om goederen af te leveren bij winkeltjes of restaurantjes, of pikte hij lokale mensen op om ze verder op de route ergens af te zetten. Het is natuurlijk ook een mooie bijverdienste voor de chauffeur. Aangekomen bij Khao Sok werd ik afgezet bij een bungalowpark met leuke houten bungalowtjes, welke allen een balkonnetje met een hangmat en een mooi uitzicht hadden. Ik bekeek de tours die werden aangeboden en besloot om morgen twee bijzondere trips te gaan maken. De rest van de namiddag en avond heb ik bar weinig gedaan. Voornamelijk heb ik in m'n hangmat zitten lezen tot het donker werd (ik heb geen buitenverlichting), geluisterd en gekeken naar vogeltjes en een eekhoorn in de boom naast m'n bungalow en in het restaurant zitten eten en internetten. Aangezien er ook een behoorlijke groep jongeren was gearriveerd -welke regelrecht van de Full Moon Party leek te komen en hier nu beer pong kwam spelen- was het een drukke boel (maar ook vanwege enkele enthousiast spelende kinderen), maar dat deerde me niet. Later op de avond ben ik in ieder geval lekker gaan slapen. Morgen hoef ik gelukkig niet zo vroeg op, aangezien ik zelf mag bepalen wanneer ik m'n eerste korte tour wil houden.

Zaterdag 6 maart 2010
Dag 154: De stank van bedorven gehakt

Om meteen maar enkele misverstanden de deur te wijzen: nee, het eten in m'n guesthouse is prima. Gehakt hebben ze niet eens; alle maaltijden worden met kip geserveerd. Waar de titel van vandaag wel op slaat, vertel ik zo. Vanochtend kon ik om te beginnen lekker uitslapen, waar ik na drie dagen vroeg opstaan wel weer eens aan toe was. Ik nam een ontbijtje in het restaurant van het park en vroeg de receptie of ze een gids beschikbaar hadden om mij een Flower Trek Tour te laten maken. Helaas was er op dat moment niemand, dus heb ik een uurtje zitten internetten en geluncht. Even voor tweeën kwam er iemand die me wilde rondleiden door een klein gedeelte van het Khao Sok National Park. Met een motorbike gingen we eerst naar de ticket booth om een dagkaart te kopen voor dit 160 miljoen jaar oude woud. Alhoewel het park over enkele meren, watervallen en grotten beschikt (naast de vele bomen en wilde dieren uiteraard), was dit niet de reden waarom ik hier naartoe was gekomen. Soortgelijke parken heb ik immers al gezien en ze beginnen een beetje op elkaar te lijken. Wat Khao Sok uniek maakt, is de rafflesia kerii, een bijzondere bloem zonder stengel die het hele jaar gesloten is en slechts een week in de bloei staat, waarbij het zich opent en een diameter van maximaal 90 cm krijgt. De bloem zou dan ruiken naar rottend vlees. Er is me verteld dat ik geluk had, want alhoewel de meeste bloemen ergens in januari en februari bloeien, waren er nog enkele die nu geopend waren. Met de motorbike reden we een stukje over de weg langs het park, waar we stopten bij een kleine zij-ingang. Hier begon ik met m'n niet erg spraakzame gids (vanwege z'n gebrekkige Engels) aan een erg zware en vermoeiende tocht bergopwaarts. Alhoewel we voortdurend schaduw hadden van de bomen, maakte het tropische klimaat het er niet makkelijker op. Onderweg viel niet heel veel bijzonders te zien, wel was het om ons heen geen moment stil, aangezien vogels en insecten constant geluid maakten. Na zo'n 50 minuten waren we eindelijk op een van de plekken aangekomen waar enkele rafflesia's groeiden. Hier bevonden zich er vier, waarvan er drie gesloten waren. Deze lagen als ballen op de grond tussen de gevallen bladeren van de omliggende bomen. Ze hadden veel weg van een kokosnoot, zowel qua vorm als formaat. Een enkele bloem had zijn erg dikke bladeren echter geopend, resulterend in een donkerrode bloem met een doorsnede van zo'n 60 cm. Binnenin de bloem bevonden zich vele puntige stekels. Het was een bijzonder gezicht. In eerste instantie rook ik niets, maar toen ik m'n neus dichter bij de bloem hield, merkte ik dat de verhalen niet verzonnen waren, aangezien de bloem stonk naar bedorven gehakt. Nadat ik tijdje naar de bloem heb zitten staren, zijn we terug gelopen, wat een stuk makkelijker was. Met de motorbike reden we vervolgens terug. Het was een korte, maar unieke trip. De rest van de middag heb ik opnieuw in m'n hangmat liggen slingeren en enkele resterende hoofdstukken uit m'n duikboek zitten lezen. Na m'n diner ben ik om 20 uur aan een tweede trip van zo'n twee uur begonnen. Met een andere gids, die het Engels ook niet echt meester was, liep ik naar het National Park toe. We hadden allebei een zaklamp, waarmee we hoopten allerlei wilde beesten te spotten tijdens deze Night Safari. Nadat we bij een resort door het prikkeldraad waren geklommen om het park te betreden (shortcut), hebben we een stuk over een pad gelopen. Onze lampen waren gericht op de grond langs het pad en de boomtoppen. Om ons heen hoorden we talloze insecten zoemen en hier en daar vogels fluiten. Ook hoorden we hier en daar wat geritsel in de bosjes. We hoopten tijgers, beren, slangen, zwijnen, olifanten en ander wild tegen te komen, maar het mocht niet baten. We zagen verrassend weinig; zelfs in m'n bungalow zitten meer beesten (ook al zijn dat alleen gekko's). Wat we zagen, waren een grote harige spin, twee vlinders, een mier en een vleermuis. Zelfs toen we langs een kabel even de echte ongerepte jungle in trokken, hadden we geen geluk. Het was alsnog bijzonder om mee te maken, maar een volgende keer beter. Terug bij het bungalowpark heb ik niets speciaals meer gedaan (naar Bob Marley in de bar tegenover ons zitten luisteren terwijl ik dit verhaal zat te typen), alvorens naar m'n bungalow terug te keren om te slapen.

Ko Pha-Ngan

Maandag 1 maart 2010
Dag 149: Volle maan

Nadat ik vanochtend had ontbeten, werd ik even na half tien opgehaald door een busje. Hiermee werd ik met anderen naar Big Buddha Pier gebracht, een kleine ferryhaven in het noorden van Ko Samui. Om wat voor gouden object dit strand zijn naam te danken heeft, heeft geen uitleg nodig. Naarmate de klok 10.30 uur naderde -het tijdstip waarop de ferry naar Ko Pha-Ngan zou vertrekken- werd het hier weer drukker en drukker, waardoor we uiteindelijk met een behoorlijke groep de ferry opstapten. De feestsfeer hing er bij de meeste personen al aardig in en een enkeling had zijn iPod zelfs op een boombox aangesloten, zodat we allemaal een uur lang mee konden genieten van zijn muziek. We meerden aan bij de pier van Haad Rin, een klein uitsteeksel in het zuidoosten van dit iets kleinere eiland. Het eiland zelf heeft niet enorm veel bijzonders te bieden. Wat echter met kop en schouders boven de rest uitsteekt, is het oostelijke strand van Haad Rin, waar een keer in de maand, tijdens volle maan (of er een dag voor of na indien dit op een Buddha Day valt), 's werelds grootste en bekendste strandfeest wordt gehouden. Vandaag was er zo'n Full Moon Party, wat te merken was aan de drukte in de enkele straatjes die dit gedeelte van het eiland rijk was. Ik checkte ik bij m'n guesthouse, waar ik voor het absurd hoge bedrag van 700 baht een bed in een 15-persoons dorm kreeg. Echt schoon zag het er niet uit en alle bedden stonden op elkaar gepakt. Wel was er een airco en een enkele badkamer met een warme douche. Aangezien de paar personen in de dorm niet heel erg spraakzaam waren (ze lagen nog te slapen na een waarschijnlijk feestelijke nacht), ben ik zelf ergens gaan lunchen, alvorens naar het strand te gaan. Hier was het ook al behoorlijk druk, het publiek variërend tussen de 18 en 30 jaar. Iedereen genoot van het strand (overigens gelegen in een kleine baai) en het warme, felle zonnetje. De bars langs het strand bereidden zich voor op de avond, door op het zand geluidsinstallaties, versieringen en kleine bucket bars te plaatsen. De hele middag heb ik heerlijk in de zon gelegen, waarbij de laatste bladzijden van mijn The Eye of the World boek snel op elkaar volgden. Toen ik m'n geweldige boek uit had, was de middag al verstreken en was de drukte op het strand behoorlijk toegenomen. Met een redelijke tint op m'n lichaam ging ik terug naar het guesthouse om het zand van me af te spoelen, waarna ik ergens ben gaan eten. Hier heb ik nog een stuk van de film The Beach zitten kijken, welke zich kort ook hier afspeelt (maar voornamelijk vanaf de Phi Phi eilanden waar ik later naartoe zal gaan). In de avond ben ik een kijkje gaan nemen bij het strand, welke vanwege de Full Moon Party een behoorlijke transformatie had ondergaan sinds ik deze bij had gezien. Terwijl het licht van de volle maan het zeewater mooi deed glinsteren, bevond zich op het strand een opgewekte meute mensen, waarvan het aantal later in de avond toenam tot in de duizenden. Allemaal waren ze hierheen gekomen om emmertjes drank leeg te drinken en met elkaar te feesten. Muziek schalde over het hele strand luid uit de speakers; bij elke bar werd er wel een andere stijl gedraaid. Entertainment was er echter ook op een populaire andere manier: er werd heel veel met vuur gespeeld. Niet alleen ging er zo nu en dan een vuurpijl de lucht in, maar op vele plekken hielden lokale entertainers shows met ronddraaiende vuurstokken. Het was een spectaculair gezicht, wat vele mensen lokte. Bezoekers kregen echter ook de kans om mee te doen met vuurspelletjes. Zo kon je touwtjespringen over een brandend touw, kon je je wagen aan het vuurspuwen en werd er gelimbodanst onder een balk van vuur. Later op de avond werd er ook nog een bord met letters (Full Moon Party 2010) aangestoken door enkele fakkeldragers. Naarmate de avond verstreek en een lange nacht begon, werd het drukker, pompte door iedereen steeds meer adrenaline (en drank) heen, werd er meer op de grond gestampt en viel er zo nu en dan iemand op het zand in slaap. Boot taxi's probeerden daarnaast mensen over te halen om met hen naar Ko Samui terug te varen en verkopers probeerden lichtgevende speeltjes te verkopen. Alhoewel het gefeest niet echt iets voor mij was, vond ik het toch een geslaagde en zeer bijzondere avond, nadat ik rond tweeën terug was gelopen naar m'n bed. Ik ben blij dat ik het toch eens in m'n leven heb mogen ervaren, ook al zal ik het niet zo snel meer overdoen.

Dinsdag 2 maart 2010
Dag 150: Nieuwe maan

Dag 150 alweer, tijd voor een feestje! Oh, wacht, daar begon m'n dag al mee, als je vannacht meetelt. Ik dacht dat ik vandaag tot laat in m'n bed zou blijven liggen, maar ik werd verrassend genoeg voor 10 uur al wakker. Toch heb ik het vanochtend rustig aan gedaan. De hele dag eigenlijk. Na een ontbijt ben ik door de straatjes van dit gedeelte van Ko Pha-Ngan gelopen, om op zoek te gaan naar een mooie tour door het Ang Thong Marine National Park, een prachtig verlaten eilandengroep ten westen van hier. Ik vond een leuke tour voor morgen, welke ik boekte. Ook ging ik op zoek naar een duiktrip naar drie toplocaties hier in het oosten. Misschien kan ik die overmorgen bezoeken (hangt van het aantal aanmeldingen af), zodat ik Ko Tao kan overslaan. Morgen zal ik echter even terug moeten naar een duikvereniging hier. Na een lunch bracht ik heel kort een bezoekje aan het strand, waar nu maar weinig mensen te vinden waren, maar wel een enorme berg aan rotzooi. Schoonmakers waren echter al bezig met opruimwerkzaamheden. De reden dat er maar weinig mensen waren, was omdat vele feestgangers er vandaag alweer vandoor gingen. Velen zaten buiten met hun tassen/koffers te wachten om opgepikt te worden voor een boottocht. Anderen namen daarentegen een snelle speedboat vanaf het strand. Om 14 uur nestelde ik me echter bij een eetcafé waar de film New Moon werd gedraaid. Na deze vampieren en weerwolven ben ik op het strand begonnen aan het tweede dikke deel (van de veertien) van The Wheel of Time serie. Ook The Great Hunt belooft weer een spannend boek te worden. 's Avonds heb ik maar erg weinig gedaan en heb ik naast een diner slechts wat zitten internetten en m'n reisverslag bijgehouden. Op zich was dat zo erg nog niet, want morgen word ik om 7.30 uur al verwacht bij het boekingskantoortje voor m'n tour naar Ang Thong.

Woensdag 3 maart 2010
Dag 151: Een reis naar het paradijs

Om 7.15 uur liep ik al met enkele croissantjes van de 7-Eleven naar het boekingskantoortje voor m'n dagtrip. Iets later verscheen hier een minivan welke mij en andere personen (die voornamelijk het eiland leken te verlaten) naar de Thong Sala pier bracht, in het westen van het eiland. Het was wederom een bergachtige trip langs de kust, waarbij we enkele kleine dorpjes passeerden. Op vele spandoeken en borden werd geprobeerd mensen langer in Ko Pha-Ngan te blijven, door naast de Full Moon Party op elke andere dag van de week elders ook een feest te geven (pool parties, foam parties, shiva moon parties, half moon parties, black moon parties, ...). Bij een restaurant hebben we vervolgens een tijd lang zitten wachten, alvorens we om 9.30 uur eindelijk aan boord konden gaan van onze speedboat. We waren met een gezellige groep van zo'n 25 mensen. Met een behoorlijk tempo begonnen we vervolgens aan een tocht van zo'n drie kwartier naar het Ang Thong Marine National Park, een groep van 42 ongerepte eilanden zo'n 20 km ten westen van Ko Pha-Ngan. Als men me zou vragen waar het paradijs te vinden is, heb ik sinds vandaag in ieder geval een antwoord klaarliggen. Het was prachtig om deze rotsachtige eilanden met wilde begroeing hier te zien liggen. Na aankomst bij een steile rots van een van de eilanden kregen we de gelegenheid om een snorkelsetje op te zetten en in het heerlijke warme water (ongeveer 29 graden) te springen. Een half uur lang snorkelde ook ik dus over het koraalrif heen, waar visjes ook doorheen zwommen. Diep was het niet, dus was snorkelen voor de verandering ook wel prima. Wel miste ik de flippers die ik bij het duiken altijd draag. Een reddingsvest maakte het daarentegen wel makkelijker om te blijven drijven (in plaats van een wetsuit en BCD). Het was tijd om enkele andere eilanden te verkennen, dus vervolgden we onze boottocht. Ook het volgende eiland was picture perfect, aangezien we na een klim over een netwerk van trappen uitkwamen bij een groot helder blauw meer, welke midden op het eiland achter bergen verscholen lag. Alhoewel je niet mocht zwemmen in deze lagune, konden we er onderaan wel een kijkje nemen, net als bij een mooi uitzichtpunt iets hogerop. Onze volgende bestemming was een eiland met een mooi tropisch strand met palmbomen, waar voor alle tourgroepen (we waren uiteraard niet de enigen) een lekker en uitgebreid lunchbuffet klaarstond. Aan tafel was het ook een geschikt moment om reisverhalen uit te wisselen. Alhoewel ik een tour had geboekt zonder kajaktocht (anders had je 200 baht meer moeten betalen), leek niemand zich hier om te bekommeren en kon ik na de lunch alsnog plaatsnemen in een kajak. Hiermee hebben we een stukje rond het eiland gepeddeld, totdat we uitkwamen bij een strandje waar we een tijdje in het water konden afkoelen. Enkele inhammetjes in de rotswand waren helaas te donker (en te klein) om te verkennen. Nadat we terug waren gepeddeld, gingen we met de boot naar alweer het laatste eiland. Hier kregen we drie kwartier om ons te vermaken op het strand, of om naar een viewpoint te gaan. Mijn keus viel op dat laatste, zodat ik iets later via een steil pad vol met rotsen (maar gelukkig met een touw als railing) naar boven klom. Na 100 meter had ik een mooi uitzicht over een stuk van het eiland en de baai. Je kon echter nog hoger, dus ging ik naar het volgende uitkijkpunt, waar ik een adembenemend uitzicht had over een deel van het eiland, de baai, de zee en enkele andere eilanden. Het was geweldig om ze ook eens van bovenaf te zien. Helaas had ik niet genoeg tijd om de hoogste uitkijktoren te bereiken, aangezien ik de boot moest halen. Hiermee kwam een eind aan ons avontuur en vaarden we terug naar Ko Pha-Ngan, waar een minivan me weer terugbracht naar Haad Rin. Nadat ik 's avonds een nieuwe trip voor morgen had geboekt en ergens was gaan eten (ook hier hebben ze restaurantjes waar ze Friends draaien), heb ik bij een tent Inglorious Basterds zitten kijken. Na deze bijzondere film was het laat genoeg om terug te keren naar m'n dorm, om daar in alle rust (de andere veertien personen waren allemaal vertrokken) te slapen.

Donderdag 4 maart 2010
Dag 152: Sail Rock

Wow, alweer 5 maanden onderweg! De tijd vliegt voorbij! Ik moest vanochtend nog vroeger opstaan dan gisteren en kroop daarom om 6.45 uur al onder het rolluik van m'n guesthouse door. Een kwartier later werd ik bij het Lotus Dive Resort opgehaald door een pickup-truck en samen met enkele anderen naar het uiterste noorden van het eiland gebracht. Het was een mooie en zonnige rit door het bergachtige midden van het eiland. Aangekomen bij het hoofdkantoor van het duikcentrum maakten we kennis met onze divemasters en instructeurs, waarna we onze uitrusting bij elkaar raapten. Iets later bevonden we ons op een boot, welke ons in zo'n 45 minuten naar Sail Rock bracht: een grote rots midden in zee. Aangezien deze rots uiteraard tot de bodem loopt, is hier veel koraal te vinden, net als een hoop vissen. Daarnaast is er een kans de enorme walvishaai te treffen op deze beste duiklocatie van de Golf van Thailand. Eén duik is daarom ook niet genoeg, vandaar dat ik er vandaag twee heb gemaakt. Samen met een Belgische duikbuddy en een Engelstalige divemaster dook ik het water in, terwijl de andere personen aan hun lessen of ook aan de fun dive begonnen. En opnieuw zat het weer me opnieuw tegen. Alhoewel deze periode niet de beste tijd is om hier in het oosten te duiken (het westen daarentegen wel), is me verteld dat het zicht de laatste dagen vrij goed was. Maar uitgerekend vandaag was dat niet het geval, zodat we slechts een meter of vier voor ons uit konden kijken. Het zien van walvishaaien was daarom uitgesloten. Desondanks was het een mooie eerste duik, waarbij we eerst afdaalden door een rots in de vorm van een schoorsteen. Toen we er onderaan waren uitgezwommen bekeken we het koraal en de vissen. Oppassen moesten we voor de agressieve triggerfish, vanwaar we daarom op een afstandje bleven. Daarnaast zagen we nog een enorm dikke moray eel, welke z'n kop uit z'n holletje had gestoken, om zich heen keek en met z'n bek vol tanden langzaam in het rond hapte. Het meest aparte waren echter twee emoras, kleine vissen met een platte kop van zo'n 15 cm, welke ons gedurende de hele duik vergezelden. Constant bleven ze nieuwsgierig om ons heen zwemmen; voornamelijk onze benen schenen ze leuk te vinden, aangezien ze hier vlak langs zwommen en hier zo nu en dan aan nibbelden, wat kietelde. Terug op de boot kregen we een vroege lunch, waarna we nog een tweede keer het water in zijn gegaan. Alhoewel deze iets minder spectaculair was als de eerste, hebben we alsnog veel mooie anemonen en stille groupers gezien en tussen een grote groep jacks gezwommen. Na deze duik was het tijd om terug te keren naar het eiland, waar we een stempel in ons logboek kregen en vervolgens terug werden gebracht. Het was een vermakelijke dag, wat vroeg om meer! Toch besloot ik om voor morgen geen boot naar Ko Tao (letterlijke vertaling: schildpadeiland, maar vaker een duikeiland genoemd) te nemen, aangezien hier behalve het duiken weinig anders te doen is. Ik heb in het westen nog genoeg de gelegenheid om op het strand te liggen en het duiken schijnt er nog vele malen beter te zijn. Daarom boekte ik alvast een vierdaagse duiktrip naar de wereldberoemde Similan en Surin eilanden, waar ik op 9 maart naartoe zal gaan met een liveaboard boot! Tot die tijd zal ik me vermaken in het Khao Sok National Park en de kustplaats Khao Lak. Na al m'n boekingen ben ik bij een restaurant gaan eten, waar ik tevens de film Nine heb zitten kijken. Later op de avond ben ik behoorlijk op tijd gaan slapen, aangezien ik voor m'n reis naar Khao Sok nog vroeger op moet staan dan vandaag!

Ko Samui

Zaterdag 27 februari 2010
Dag 147: Het zuiden van Thailand

Toen de bus Bangkok uit reed, bleek dat de gehele suburbs nog vele malen groter was dan ik dacht. Vele lichten waren er om ons heen te zien, terwijl de lampen in de bus al waren uitgezet. De rit was lang en zeer vermoeiend. Het was namelijk geen sleeperbus, dus zaten we op gewone stoelen die slechts gedeeltelijk naar achteren te kantelen waren. Alhoewel sommige personen geen enkel probleem hebben om op deze manier te slapen, behoor ik helaas niet tot deze groep. Het is niet zo dat ik de hele nacht geen oog dicht heb gedaan, maar veel geslapen heb ik ook niet. Om een uur of 2 maakten we een stop om mensen uit te laten stappen die naar Ko Tao of Ko Pha-Ngan wilden gaan. Wel zouden ze tot de ochtend moeten wachten op een ferry. Zelf ging ik verder naar Surat Thani, waar we om 6 uur aankwamen en ook nog zo'n anderhalf uur hebben moeten wachten totdat een andere bus ons kwam oppikken. Deze bracht ons vervolgens naar een pier waar we nog eens een enorme tijd hebben zitten wachten op de ferry. Dit wachten was na een vermoeiende nacht geen pretje. Ondertussen werden er hier wel nog vele andere bussen met toeristen gedropt. Het was overduidelijk dat bijna iedereen hierheen was gekomen om de maandelijkse Full Moon Party op Ko Pha-Ngan overmorgen mee te maken. Het leek alsof de gehele groep jeugdigde feestvierders uit Vang Vieng hierheen was afgereisd. Alhoewel ik 's werelds grootste strandfeest ook wel eens een keer wil meemaken (als ik er nu toch ben...), wilde ik eerst twee dagen naar Ko Samui, het derde eiland van Thailand. Na een boottocht van zo'n anderhalf uur zette ik daarom met een groep anderen voet aan wal van dit eiland. De andere 150 personen ofzo bleven in de ferry om verder naar Ko Phangan te varen. Met een sangthaaw ben ik vervolgens van de westelijke kant van het eiland naar Chaweng in het oosten gereden, het populairste strand en dorpje. Het duurde even voordat de chauffeur mijn guesthouse had gevonden, maar uiteindelijk wist ik deze toch te bereiken. Nadat ik nog een hele tijd heb zitten wachten in de receptie om in te checken, kon ik eindelijk een frisse douche nemen en erna lekker lunchen. Het was ondertussen al halverwege de middag en ik besloot een beetje door het dorpje te lopen en op het strand te gaan liggen. Dat door het dorpje lopen was eigenlijk niet m'n intentie, maar was wel noodzakelijk om een doorgang naar het strand te vinden. Vele resorts blokkeerden dit namelijk. Alhoewel het water er iets blauwer uit zag dan bij Ko Chang, was m'n eerste indruk van het dorpje en het strand niet beter. De gehele omgeving op Ko Chang zag er mijns inziens mooier en sfeervoller uit. (Hier had je bijv. geen leuke bungalowtjes op de voet van een berg.) Het strand was daarentegen wel langer en breder, dus het was niet moeilijk om een leeg plekje op het witte zand te vinden. Toeristen waren er overigens genoeg, waar verkopers van ijsjes en sjaaltjes van probeerden te profiteren. Ook kwam er regelmatig een boot langs die iedereen met een luidspeaker wees op een Thaise bokswedstrijd deze avond (op straat reed er ook regelmatig een irritante promotie-auto rond). Terwijl ik m'n huid aan beide kanten weer een klein beetje liet bijkleuren, genoot ik van m'n spannende boek. Vanwege het late tijdstip was de zon binnen twee uur al achter de palmbomen verdwenen. Iets later vertrok ik daarom om via een paadje in het uiterste zuiden van het strand terug te lopen naar de weg en m'n guesthouse. 's Avonds heb ik verder niet heel veel meer gedaan, behalve dat ik een plekje heb bemachtigd op een ferry naar Ko Phangan voor overmorgen en m'n maag heb gevuld. Daarna ben ik redelijk op tijd gaan slapen, want ik was behoorlijk moe en had wel weer wat slaap in te halen.

Zondag 28 februari 2010
Dag 148: Het Lamai strand

Aangezien m'n strandvakantie op dit moment in volle gang is, doe ik niet enorm veel, wat wel zal blijken uit m'n verhaal van vandaag. Zo stond ik om te beginnen laat op, waarna ik bij een restaurant aan de overkant een lekker ontbijtje nam. Toen ik dit restaurant verliet, kwam er een sangthaaw voorbij rijden (deze rijden hier zeer frequent rond het eiland) welke naar Hat Lamai reed. Ik besloot er achterin te springen, waarna een mooie rit langs de kust (met helder blauw water) en door de bergen volgde. Ko Samui was toch nog ietsje mooier dan dat ik gisteren gezien had. Omdat Ban Lamai ook een vrij uitgestrekt dorp met barretjes, restaurants en guesthouses zat, stapte ik uit toen ik een pad zag dat naar het strand liep. Via een brug liep ik het mooie strand op. Alhoewel er ook behoorlijk wat mensen waren, was het hier wel rustiger dan op Hat Chaweng. Op het zand lagen mensen te luieren en te bakken in het felle zonnetje. In het water dobberde hier en daar een bootje, zoefden sommigen zo nu en dan voorbij op een jetski en kwam er ook nog even een bananenboot voorbij scheuren. Een behoorlijk stuk ben ik zuidwaarts gelopen, waar ik enkele grote rotsen op het zand tegenkwam. Bij een restaurant ben ik gaan lunchen, waarna ik m'n handdoekje op het zand uitspreidde. Wat me opviel was dat de zandkorrels op dit strand beduidend groter waren dan op het strand van gisteren. Een hele tijd heb ik hier vervolgens lekker in het zonnetje gelegen, genietend van m'n nog steeds geweldige boek. Om me heen bleef het rustig en de eerstvolgende zonaanbidder bevond zich minstens 100 meter verderop. Na een verfrissend drankje liep ik terug naar de hoofdweg, waar ik even heb staan wachten op een taxi welke me terug kon brengen. Toen het buiten al donker was geworden, ben ik bij een restaurant gaan eten, waarna ik nog een aardig stuk door Ban Chaweng heb gelopen. De weg was erg lang en was aan weerszijden volgebouwd met restaurants die vers vlees en vis op de BBQ hadden gegooid (maar een McDonalds, Burger King en Pizza Hut waren er ook). Ook waren er vele resorts, massagesalons, boekingskantoortjes die speedboten voor de Full Moon Party morgenavond volop promootten en ook aardig wat kleermakers, welke buiten allerlei mannetjes hadden staan die vroegen hoe het met je ging en je een hand wilden geven. Bij vele bars werd een voetbalwedstrijd getoond. Om me heen hoorde ik verrassend veel Zweden, Russen en Duitsers. Sommige zaken waren er zelfs trots op dat ze Duits konden, door dit op borden aan te geven ('wir sprechen auch Deutsch!'). Op een gegeven moment keerde ik om en liep ik terug naar m'n guesthouse, waar ik uiteindelijk lekker ben gaan slapen. Morgen zal daar waarschijnlijk weer niet heel veel van gaan komen, als ik eenmaal op Ko Pha-Ngan ben aangekomen.