Puno

Dag 9: De grote poema
Zondag 15 september 2013

Het was voor iedereen een verademing om deze zondagochtend enigszins uit te kunnen slapen. We zouden namelijk pas na ons ontbijtje om 9.00 uur vertrekken. Een bus stond al voor ons klaar om ons naar de haven te brengen, waar vervolgens weer een boot op ons lag te wachten. We zouden een stukje varen over het Titicacameer, op 3800 meter het hoogst bevaarbare meer ter wereld. De naam heeft het meer te danken aan haar vorm, dat op een grote poema zou lijken. Alhoewel dit niet het hoogste meer ter wereld is, is dit wel het hoogste waar boten en schepen van elk formaat zonder problemen kunnen rondvaren. Het meer is langer dan 100 km en wordt gedeeld door zowel Peru als Bolivia. Onze boot voer naar de Uros-eilanden, een unieke groep van drijvende eilanden in de baai van het meer. De eilanden waren kunstmatig, d.w.z. ze waren volledig gebouwd met behulp van totorariet, een rietsoort die hier in overvloed in het water groeit. Het is tevens hetzelfde riet dat in Egypte gebruikt wordt om papyrus van te maken. Na zo´n 20 minuten zagen we overal om ons heen kleine eilandjes met lagen riet als bodem en hutjes die ook gebouwd waren van riet. We legden aan bij één zo´n eilandje en werden door de bewoners vriendelijk ontvangen. We kregen vervolgens een erg leuke demonstratie te zien hoe zo´n eiland gemaakt werd. Er werd maar liefst een heel schaalmodel gecreëerd. De bewoners lieten ons ook hun eenvoudige hutjes zien, alsmede het handwerk dat ze zelf gemaakt hadden en nu aan ons probeerden te verkopen. Het was allemaal een beetje toeristisch, maar wel op een erg leuke manier opgezet. Iedereen hier had mooie klederdracht aan en ook werd er nog voor ons gezongen. Iets later namen we allemaal plaats op een rieten boot, waarna we ons door een mannetje lieten varen naar het hoofdeiland. Vanwege de enige tegenwind die er stond, moest het bootje enigszins aangeduwd worden door een motorbootje. Het felle zonnetje scheen tegelijkertijd op onze gezichten. Op het hoofdeiland konden we nog enkele souvenirs bekijken, alvorens we weer aan boord gingen van de grotere boot en terug voeren naar het vasteland.

Met vijf anderen ben ik vanaf de kade Puno lopend gaan verkennen. Door het lekkere zonnetje liepen we langs wegen met vele tuktuks en auto´s naar de lokale zondagsmarkt, waar groente en fruit en allerlei spulletjes werden verkocht. Ons idee was om van hieruit naar een hoog uitkijkpunt te gaan. Via enkele behoorlijk steile straten liepen we omhoog. Vanwege de warmte, de steilheid en de ijle lucht was dit nog een vermoeide klim, maar het uitzicht was dat meer dan waard. We konden uitkijken over de stad en een deel van het meer. Op de nog hogere heuvels zagen we net als in andere plaatsjes teksten en figuren getekend staan. We keerden weer terug naar beneden en dwaalden wat rond door het stadje. We passeerden een spoorbaan, vele gesloten winkeltjes en restaurantjes, een ander pleintje met een kerk en kwamen uiteindelijk uit in de straat waar we gisteravond hadden gegeten. We zochten uiteindelijk op de Plaza de Armas een tentje op dat goed stond aangeschreven in de Lonely Planet. Ook de andere helft van de groep had dit tentje schijnbaar ontdekt. De uitgebreide lunch die we namen –zelf koos ik voor het lokale ´lomo saltado´, rijst met varkensvlees en groente- smaakte ons goed. Buiten op het plein zagen we hoe groepen verkleedde mensen op luide lokale muziek aan het dansen waren. Een bezoek aan een grote supermarkt rondde onze middag af. Het viel ons hier wel op hoe ontzettend druk het was bij de rijen van deze supermarkt. We kwamen maar langzaam vooruit en kregen daardoor volop de kans om naar mensen te kijken, door ons allen overigens niet bestempeld als de meest slanke, mooie en vrolijkste mensen ter wereld.

In de avond liepen we met de hele groep naar een restaurantje waar we onder het genot van een lekkere maaltijd van een vermakelijke dansshow konden genieten. Er waren een aantal muzikanten die klassieke Peruaanse klanken lieten horen met een panfluit, een ukelele, een gitaar en een trommel. Enkele mannen en vrouwen dansten ondertussen in traditionele kleding op het podium. Er waren verschillende dansen en muzieknummers. Ondanks dat het nogal toeristisch was –leden van een andere enorme Nederlandse reisgroep begonnen er zelfs op te dansen– was het een vermakelijk schouwspel en een leuke vulling van de avond.

Chivay

Dag 7: Lama’s, alpaca’s en vicuña’s
Vrijdag 13 september 2013

Na een ontbijtje vertrokken we om 9.30 uur met een minibus naar onze volgende bestemming. We gingen op weg naar Chivay bij de Colca Canyon, maar voordat het zover was, wachtte ons nog een hele mooie route. Het duurde even voordat we de stad uit waren, maar toen het eenmaal zo ver was, werd het landschap mooier en mooier. Via slingerende wegen in de bergen kwamen we steeds hoger en hoger, en werd het landschap ook steeds kaler. Hier groeiden slechts een paar kleine struikjes en gras. Het was prachtig zonnig weer, met slechts een paar witte wolkjes. Om ons heen zagen we allemaal hoge bergen, sommigen op de top bedekt met sneeuw. We stegen tijdens deze busrit maar liefst naar een hoogte van 4900 meter, waardoor ons werd aangeraden heel veel te drinken en soms ook diep adem te halen. Je zou namelijk nogal snel last kunnen krijgen van hoogteziekte. Allemaal merkten we hier wel iets van, aangezien we ons wat lichter in ons hoofd voelden op sommige momenten.

Vandaag was zo’n dag waarop het weer eens duidelijk was dat het niet altijd om de eindbestemming gaat, maar om de reis zelf. We genoten namelijk met volle teugen van alles dat we om ons heen zagen. Hier en daar kwamen we hele kleine watertjes tegen, maar specialer waren de dieren die we onderweg tegenkwamen. Op deze vlaktes leefden namelijk wilde vicuña’s en alpaca’s, beesten die veel weg hadden van lama’s. Lama’s kwamen we ook tegen, maar deze dan onder begeleiding van herders. Soms zagen we ze in kleine groepjes bij elkaar, maar soms ook in grotere kuddes. Soms zaten ze iets verder weg, maar soms ook dichterbij de weg. Er stonden daarom dan ook niet voor niets bordjes langs de weg om automobilisten te waarschuwen voor overstekende lama’s.

Zo nu en dan stopten we om te genieten van het prachtige uitzicht. Ik moest zelf terugdenken aan zowel mijn trektocht over de Kilimanjaro, als de routes die ik in het zuidwesten van China heb afgelegd. We merkten aan de ijle lucht dat we hoger zaten; het was hier tevens stukken kouder. Alhoewel het zonnetje lekker scheen, stond er hier vaak een koude wind, waardoor een jas over onze korte shirtjes toch echt nodig was. Bij onze stopplekken waren uiteraard ook kleine kraampjes aanwezig, die bovenal felgekleurde mutsen en handschoenen van alpacawol verkochten.

Chivay lag in een vallei, op 3600 meter. Het was een klein dorpje waar we de nacht zouden doorbrengen. We kregen eerst de gelegenheid om in een buffetrestaurant van een lunch te genieten. Het was nogal opgezet voor toeristen, maar desalniettemin was het eten uitgebreid en lekker, zelfs de saté van alpacavlees. Na aankomst bij het hotel maakten we zelfstandig een wandelingetje door het dorpje. Iedereen leek hier enorm van te genieten, want de lokale mensen die hier rondliepen door de straatjes en over de markt hadden bijna allemaal hele authentieke kleding aan. Dit was het echte, klassieke Peru. Kinderen speelden op straat met elkaar, vrouwen zaten in felgekleurde kleding bij elkaar, spullen werden verkocht op de markt en enkele honden lummelden wat rond. Het was een lust voor het oog en een ideale gelegenheid voor bijzondere foto’s van mensen.

In de namiddag vertrokken we met z’n allen naar een thermaal bad hier in de buurt (voor Bart was het een terminaal bad). Dit bestond eigenlijk uit meerdere baden met water van zo’n 38 graden. Eén bad was binnen, enkele anderen waren buiten. Ondanks dat het buiten koud was, was het water heerlijk en we genoten daarom dan ook erg van deze aangename manier van ontspannen. Het was gezellig, warm en de bergen om ons heen maakten het uitzicht ook bijzonder. De rustgevende panfluitmuziek op de achtergrond (met originele Peruaanse nummers, maar ook Imagine, Let It Be en My Heart Will Go On) maakte het plaatje compleet. In de avond deden we het rustig aan en ben ik samen met enkele anderen in een leuk tentje gaan eten. De alpaca-steak beviel me erg goed, ondanks dat dit net zo goed een runderlapje had kunnen zijn. Tevens waren we getuige van een stukje van een klein festival, waarbij er een kleine optocht was van muziek. Veel konden we er echter niet van zien, aangezien ze al spelend de kerk in liepen. Later op de avond hoorden we vuurwerk op de achtergrond, maar toen was het al bedtijd voor ons, omdat we morgen weer vroeg op zullen moeten staan.

Dag 8: El condor pasa
Zaterdag 14 september 2013

Het kacheltje in de kamer maakte de kamer uiteindelijk wel heel erg warm, waardoor het slapen niet helemaal fijntjes verliep. Enige verschijnselen van hoofdpijn kwamen bij zowel mij als Bart aanzetten. Bij het ontbijt hoorden we dat ook andere mensen enige last hadden van hun hoofd. De hoogte had toch bij velen z’n tol geëist. Enkelen voelden zich zelfs een beetje misselijk. Desalniettemin stapten we ’s ochtends vroeg, om 5.30 uur, al in het busje. Deze ochtend stond de Colca Canyon op het programma, de een-na-diepste canyon ter wereld. De diepste canyon bevond zich overigens ook in de buurt, maar deze was minder handig toegankelijk. Tevens was er met geluk nog iets bijzonders te zien bij de Colca Canyon. In een kleine twee uur reden we naar de canyon toe, over slingerende wegen door de bergen. De weg bestond voornamelijk uit zand en steen en hier en daar was men nog bezig met een verbetering ervan. Langs ons liep een diepe afgrond naar beneden. In de diepte konden we enkele huisjes spotten en een vrij ondiepe rivier die de canyon langzaamaan nog dieper liet uitslijpen. Bij uitkijkpunten konden we genieten van de pracht van de canyon, met slechts enigszins begroeide hellingen met gras en kleine struikjes. Ook waren er terrassen voor de landbouw aangelegd, alhoewel het nu niet helemaal het juiste seizoen was daarvoor. Onze route leidde ons naar de Cruz del Condor, een hoog uitkijkpunt waarvandaan we de mogelijkheid zouden hebben om te kijken naar overvliegende condors. Uiteraard zouden we hiervoor wel geluk moeten hebben, want er was geen garantie dat de ondertussen zeldzame condors zich zouden vertonen. We stopten iets voor het uitkijkpunt en liepen de rest van het stuk. Tussen het gras, de struikjes en de vele cactussen door wisten we twee familieleden van de chinchilla te spotten. Iets verderop hadden we geluk, aangezien we in de verte iets groots langs de rotsen zagen vliegen. Het was een condor. De grote vogel, met een spanwijdte van meer dan 2,5 meter, bleef langs de rotsen cirkelen, totdat deze hoger begon te vliegen en onze kant op kwam. Vlak boven ons vloog hij over, zodat we het mooie beest konden bewonderen. Iets later verdween hij uit het zicht. Bij het uitkijkpunt troffen we enorm veel toeristen aan, maar veel meer condors lieten zich niet meer zien. Vlak voordat we weer vertrokken zagen we er echter nog drie rondcirkelen, eerst eventjes dichtbij, maar later van veel verder weg. Toch was het een mooi gezicht.

Met de bus keerden we terug naar Chivay, waar we onze tijdelijke lokale gids gedag zeiden. Het was tijd voor een volgende lange busrit naar Puno. De kou van deze ochtend was ondertussen al lang verdwenen en in het busje was het erg warm. De zon scheen ook erg fel en er waren slechts een paar wolkjes te ontdekken. Een deel van de rit was precies dezelfde als gisteren, alleen omgekeerd. We maakten een lunchstop bij een tentje langs de weg waar we gisteren ook al even gepauzeerd hadden. De rest van de route was een erg lange zit. Het landschap was echter nog steeds prachtig. We passeerden vlaktes met gras, met op de achtergrond enkele bergen. Hier en daar bevonden zich watertjes en geregeld kwamen we langs kuddes met lama´s, alpaca´s en vicuna´s. We hadden tevens een uitzicht over een helder blauw meer. Aan het eind van de middag reden we door het plaatsje Juliaca heen, alvorens het laatste stuk naar Puno af te leggen. Dit stadje ligt aan het grote Titicacameer, waar we morgen overheen zullen varen. We vingen al een glimp op van het meer voordat we het stadje in reden. Het middelgrote stadje lag in een dal en via vele kleine straatjes kwamen we rond zessen aan bij ons hotel.

Al de hele week komen we de andere Shoestring-groep tegen die dezelfde route als ons afleggen, maar in het hotel kwamen we nu ook de mensen tegen die we op het vliegveld van Madrid waren tegengekomen. Het was tevens de laatste keer, want zij hadden voor de tweeweekse reis gekozen (zonder Bolivia). Toch is het grappig om te zien hoe iedereen elkaar weer tegenkomt. Lupe wist voor in de avond een leuk restaurant, waardoor we wat later met z´n allen over het Plaza de Armas liepen (opnieuw met een mooi verlichtte kathedraal) naar deze plek, gesitueerd in een straat met veel toeristische winkeltjes en restaurantjes. Specialiteit hier aan het meer was vis, waardoor ik de zalmforel niet kon weerstaan. De bananenpannenkoek die velen als toetje namen, was ontzettend lachwekkend, aangezien dit een banaan was die was ingepakt door een pannenkoek. Het had wel iets weg van een worstenbroodje. Het zorgde desondanks voor een gezellige avond met de hele groep.

Arequipa

Dag 6: Het klooster en de mummie
Donderdag 12 september 2013

Arequipa was een leuke stad om een dag te vertoeven. Lupe wilde ons vanochtend eerst een oriëntatiewandeling geven, waarna ze ons vrij liet om zelf te doen wat we wilden. Het was niet ver lopen naar het relatief compacte centrum, dat een mooie Spaanse koloniale stijl had. We liepen langs kleurrijke gebouwen en kwamen uit bij de markt, een gebouw met vele kraampjes met onder andere huishoudelijke artikelen, groente, fruit, kaasjes, hangende kale kippen, geitenkoppen en levende kikkers die klaar lagen om vermalen te worden tot een speciaal drankje. Ik liet de blender echter draaien voor een heerlijke fruit shake, dat samen met een aardappelpasteitje m’n ontbijt vormde. We vervolgden onze route langs een museum, over het Plaza de Armas, en langs een klooster, totdat we bij een pleintje in een iets chiquere wijk kwamen. Nu we de stad een beetje kenden, konden we de route op eigen houtje teruglopen. De stad was omgeven door enkele bergen van de Andes en enkele bergen aan één kant vielen in het bijzonder op, omdat deze erg hoog waren en besneeuwde toppen hadden. Tegen de strakblauwe lucht zag dit er bijzonder uit. In de warme zon keken we rond bij een klein kerkje, bij een plek met een uitzicht over de stad, en bij een kraampje waar ze ‘queso helado’ verkochten, letterlijk ‘kaasijs’. Op aanraden van Lupe nam ik met enkele andere personen een lunch in een populair lokaal restaurantje. Na onze ervaring van de afgelopen dagen wisten we dat we enorme maaltijden zouden krijgen, dus namen we met z’n zessen dan ook slechts drie grote vleesgerechten. Dit was uiteindelijk inderdaad meer dan genoeg.

Via een rivier die voor de verandering eens niet droog stond, arriveerden we bij het St. Catalina-klooster, een plek waar vele nonnen in het verleden hun leven lang woonden, zonder contact met de buitenwereld. Tegenwoordig zijn er nog maar weinig nonnen actief en is het klooster grotendeels opengesteld voor toeristen. Door een gids werden we rondgeleid door dit erg mooie complex, dat wel bijna een heel dorp leek met verschillende straatjes en gebouwtjes. Alles zag er enorm kleurrijk uit, met fel oranje of blauwe gebouwen en fleurige bloemetjes. Ook een fontein ontbrak niet. We kregen enkele vertrekken te zien, zoals de kamer van de belangrijkste non en de keuken. Dit was zeker de moeite waard. Na ons bezoek was een drankje op het dakterras van een restaurantje wel welkom. Het Plaza de Armas was een druk plein met vele mensen en duiven. Een fontein stond in het midden. Om het plein bevonden zich enkele mooie gebouwen, waaronder de kathedraal, die op dat moment nog gesloten was. We keken naar hoe de duiven werden gevoederd en kwamen toen enkele anderen van onze groep tegen. We besloten om naar het museum te gaan dat gewijd was aan Juanita, een bekend Inca-meisje. Dit meisje van 12 jaar oud is in het Inca-tijdperk bovenop een van de bergen in de buurt aan de goden geofferd. Archeologen hebben haar in de vorige eeuw in een bijna perfecte staat gevonden, aangezien ze bevroren was in de grond. Dit maakt dit mummie-meisje dan ook zeer uniek. In het museum kregen we een filmpje te zien en enkele artefacten die in en rond haar offerplek gevonden waren. Het meisje zelf was te zien in een erg donkere ruimte in een bak met driedubbel glas. Om haar zo goed mogelijk te bewaren, was het in die bak -20 graden, waardoor er ijs over haar heen lag. Juanita zag er enigszins luguber uit, maar het was duidelijk te zien dat ze ondanks dat goed bewaard is gebleven.

Ook de lichtgekleurde grote kathedraal op het plein was de moeite waard om te bezoeken. De hele groep was uiteindelijk weer compleet en we zochten een leuk tentje op om te dineren. Ook nu namen we allemaal maar een lichte maaltijd, wat mij de gelegenheid gaf om de lokale guinao-soep te proberen, een rijkelijk gevulde groentesoep. Terwijl buiten om ons heen alles leuk verlicht was, liepen we terug naar het hotel, om allemaal een ontspannen avondje te kunnen houden.

Nazca

Dag 4: Lijnen van bovenaf
Dinsdag 10 september 2013

Het was een bijzondere ochtend vandaag, want het was tijd om te vertrekken naar het plaatsje Nazca, een stukje zuidelijker. Na een eenvoudig Amerikaans ontbijt verlieten we na achten het hotel, om door een dor en verlaten landschap te rijden. Het was een ruig rotsachtig landschap over de Panamerican Sur, een weg die uit het noorden komt, door heel Peru rijdt en zelfs nog helemaal naar het zuiden door Chili gaat. Het landschap was enigszins bergachtig en bij een hoger gelegen punt kregen we de kans om een mooie foto te maken van de omgeving. Het karkas van een dood paard lachte ons hier tegemoet. We kwamen een dorpje tegen in een kleine groene oase. Regenen doet het hier bijna nooit, behalve in het regenseizoen, dat valt in onze winter. Dit was ook de reden waarom de rivieren die we overstaken volledig uitgedroogd waren. Onderweg stopten we bij een uitkijktoren in een vlak verlaten landschap. Het leek erop alsof deze toren hier zonder enige goede reden stond, maar niets was minder waar. Vanaf boven kon je namelijk uitkijken over twee van de vele Nazca-lijnen die hier in het landschap verborgen liggen. Vanaf de grond is er niets van te zien, maar vanaf grote hoogte is pas duidelijk wat voor bijzondere kunstwerken er eeuwen geleden zijn aangebracht. Vanaf de toren zagen we een grote boom en een tweetal handen als tekeningen in de grond staan, een zeer apart gezicht. Hoe en waarom de tekeningen gemaakt zijn, is tot op heden nog steeds niet goed duidelijk. Wel zijn er in deze omgeving ontzettend veel van gevonden, variërend van geometrische figuren tot dieren. Tevens was het bijzonder omdat men in die tijd niet eens de mogelijkheid had om de figuren vanuit de lucht te bekijken.

Het dorpje Nazca zag er klein, eenvoudig en enigszins rommelig uit. Het deed me wel wat denken aan de simpele dorpjes die ik ben tegengekomen in Azië. Er waren kleine winkeltjes met ijzerwaren of levensmiddelen, enkele kraampjes op straat en mensen die maar wat rondlummelden. Handgemaakte borden hingen boven de winkels en er waren maar weinig moderne gebouwen. Toch was dit stadje relatief nieuw, aangezien het grotendeels herbouwd was na een grote aardbeving in 1996. We reden meteen door naar het kleine vliegveldje van Nazca, aangezien we een speciale vlucht voor de boeg hadden. We zouden namelijk de Nazca-lijnen vanuit de lucht gaan bekijken. We werden gewogen en verdeeld over drie Cessna-vliegtuigjes, zo te zien alleen maar bestemd voor toeristen die hier de lijnen willen bekijken. Met Floris, Manuela, Rianne en Gerrit maakte ik kennis met de twee piloten, waarna we plaatsnamen in een klein vliegtuigje en al snel begonnen aan de vlucht. Het was in het begin even eng en wennen in zo’n klein vliegtuigje, maar gelukkig had ik verder nergens last van. Dit in tegenstelling tot twee anderen, die vanwege het kantelen van het vliegtuigje enigszins misselijk werden. Het kantelen was vanwege een reden, omdat dan eerst de personen aan de ene kant naar de tekeningen zouden kunnen kijken en vervolgens bij een tweede rondje de personen aan de andere kant de kans zouden krijgen. Elke zes minuten steeg er een vliegtuigje op, om eenzelfde rondje langs twaalf tekeningen te maken. Zo vlogen we over een walvis, een driehoek, een aapje, een spin, kolibrie, papegaai, astronaut (alsof men die toen al kende), de boom en handen van daarstraks, een condor en een andere vogel. De figuren hadden verschillende afmetingen, maar varieerden van zo ongeveer 30 meter tot 300 meter. Het was in ieder geval een heel apart gezicht om ze te zien.

Na afloop van de vlucht namen we in het dorpje een lunch, in een volgens Lupe lokaal restaurantje. Toch hadden we eerder de indruk dat het een soort lokale Kentucky Fried Chicken was. Het duurde even voordat we allemaal eten hadden, maar het smaakte ons, naar omstandigheden, wel. Opnieuw waren de maaltijden die we kregen enorm groot. De hier bekende Inca Kola was erg zoet en deed mij denken aan het drankje Fernandes. Het betalen met de hele groep leverde helaas nog wat problemen op bij de serveerster, aangezien iedereen voor zichzelf wilde betalen en de serveerster daar niet heel handig in bleek te zijn.

Na de lunch reden we naar ons enigszins afgelegen hotel, dat eveneens over een zwembad beschikte. Dat was maar goed ook, want het was weer eens ontzettend warm. We doken in het zwembad en genoten daarna van de zonnebedjes en een goed boek. Het was echter al laat in de middag, dus het duurde niet lang voordat het koud werd. Ik liep nog wat rond in de omgeving, waar enorme velden met cactussen stonden. Het was echter al net wat te laat voor de ondergaande zon. We verkasten met z’n allen naar het restaurant, grotendeels voor de gezelligheid, maar ook om een licht avondmaal te nemen. Het glas versgeperste jus dat ik bij m’n soep kreeg was enorm, iets dat hier normaal lijkt te zijn. Op de achtergrond stond vrolijke lokale muziek aan, waardoor het een gezellige avond werd.

Dag 5: Zittende skeletten
Woensdag 11 september 2013

We hadden een makkelijk ochtendje. Na een ontbijtje zijn we met z’n allen in de mooie groene binnentuin van het hotel gaan zitten, heerlijk in het zonnetje of juist in de schaduw. Om ons heen vlogen kleine vogeltjes rond met rode kopjes, en kolibries die behendig op één plek bleven hangen. Het was wachten tot iets na elven, toen we na het uitchecken door een gids in een toeristenbus werden opgepikt om naar de graftombes van Chauchilla te gaan. Na een ritje over een hobbelende weg door een verlaten rotsachtig landschap, gepaard met uitleg over de omgeving, kwamen we bij de tombes aan. In het kale vlakke landschap waren verschillende hutjes gebouwd om de daaronder afgegraven tombes te beschermen. In de tombes zagen we mummies zitten, met witte schedels en lang rastahaar. De lichamen waren omwikkeld door gewaden. Het zag er vrij surrealistisch uit en we vroegen ons af hoe dit ooit behouden heeft kunnen blijven. En bovendien: hoe dit zo in de buitenlucht in de toekomst ook nog langer behouden zou kunnen blijven. De zittende skeletten waren omringd door enkele potten en schaaltjes, maar alle kostbaarheden waren in het verleden door grafrovers al geplunderd. Op de terugweg keken we naar de Cerro Blanco, de hoogste zandduin ter wereld, omringd door allemaal andere normale bergen.

Terug bij het hotel pikten we onze bagage op en reden we naar het busstation in het dorpje. Bij een lokaal tentje namen we voor weinig geld (8 sol, 2 euro) een uitgebreide lunch met aardappels als voorafje, rijst en kip als hoofdgerecht en een drankje. Veel tijd om te eten hadden we niet, want we moesten om 15.00 uur de bus nemen. We hadden gisteren al gedag gezegd van onze chauffeur en zouden nu met een grote toeristenbus naar Arequipa rijden, een stad zo’n 11 uur naar het zuiden. Het duurde even voordat de bus vertrok, maar wat daarna volgde was een erg lange, maar tot zonsondergang erg mooie rit. Het landschap was erg ruig en kaal, met bruine bergen op de achtergrond en woestijnvlaktes voor ons. Slechts enkele struikjes groeiden hier. Zandduinen kwamen we ook tegen, evenals hele kleine dorpjes. Langs de kust konden we tevens genieten van een mooie ondergaande zon. Dit was dus ook het moment dat het donker werd en er niet veel meer te doen viel dan je eigen ding doen of naar de storende televisie kijken, waarop een oneindige hoeveelheid verborgen-camerafilmpjes werd afgespeeld. De gordijnen moesten dicht, want dat zou veiliger zijn als er stenen van de bergen af zouden komen vallen. We kregen een maaltijd, maar verder was het maar een lange rit. Dutten was slechts enige tijd mogelijk. Iets na enen kwamen we aan in Arequipa, waar het een stuk frisser was. Met een nieuw toeristenbusje werden we naar ons hotel gereden, om ons voor te bereiden op een leuke dag in deze grote stad.

Huacachina

Dag 3: Varen en surfen
Maandag 9 september 2013

Het was vandaag een drukke en lange dag, volgestouwd met allemaal bijzondere activiteiten, iets dat alleen maar mogelijk is op een georganiseerde reis. Het begon allemaal om 3.00 uur, toen de wekker na een veel te korte nacht af ging. Toch leek iedereen in de ontbijtzaal over de jetlag heen te zijn. In het holst van de nacht verlieten we Miraflores, op weg naar de haven van Paracas, waar we na enkele uren aankwamen. Onderweg reden we door een relatief desolaat landschap met een gedeeltelijk uitzicht op de kust. Er stonden veel huisjes die slechts gedeeltelijk waren gebouwd in deze lege omgeving. Ook waren er enkele grote kippenrennen gebouwd, slechts in enkele gevallen gevuld. Mensen dachten hier alvast aan de toekomst: als er hier later elektriciteit komt en er meer gebouwd gaat worden, kunnen de huizen afgerond worden en in de verkoop gaan.

Na de rit namen we met z'n allen plaats op een boot, waarmee we in zo'n 20 minuten naar de Islas Ballestas voeren. Het was prachtig zonnig weer, dus dit was een lekker tochtje. Vele vogels vlogen om ons heen, een teken voor wat zou volgen. De rotsachtige eilanden huisvestten namelijk een enorme hoeveelheid vogels, voornamelijk aalscholvers en meeuwen. In grote getalen vlogen ze rond en zaten ze op de rotsen. Deze rotsen zaten helemaal vol met guano, de vogelpoep die hier gereguleerd eens in de zoveel tijd wordt afgegraven en verkocht wordt als mest. Het was dus ook wel even oppassen geblazen voor onverwachte klodders uit de lucht. Andere bijzondere vogels die we zagen waren twee pinguïns en meerdere grote pelikanen. De grootste attractie waren echter de zeeleeuwen, waarvan er vele op de strandjes en rotsen lagen. Ze lagen te zonnen, zwommen rond, bromden of speelden met elkaar. We konden ontzettend dichtbij komen zonder dat ze last van ons hadden. Het was schijnbaar dubbel aapjes kijken.

Na het eten van een pasteitje aan de kade, vervolgden we onze route naar Huacachina. Halverwege stopten we bij een brouwerij van het meest gedronken drankje van het land: pisco. We kregen de wijngaard te zien en de plekken waar dit gemaakt werd. Als afsluitend hoogtepunt liet de gids ons maar liefst vier shotjes met verschillende smaken proberen, waaronder de met citroen en suiker aangevulde pisco sour. En dat allemaal op een relatief lege maag!

Huacachina was een plek om niet snel te vergeten en ook eentje die je niet zou verwachten in Peru. Het ontzettend kleine dorpje met een kunstmatige lagune, enkele hotels en restaurantjes was namelijk helemaal omgeven door enorm hoge zandduinen. We zaten namelijk midden in de woestijn! Het was erg warm hier en na een erg uitgebreide lunch doken we dan ook al snel het zwembad van het hotel in; dat was heerlijk verfrissend. Een middagje zonnen en relaxen volgde.

Niet geheel verrassend was de woestijn hier de hoofdattractie en daar was men goed op ingespeeld. We werden verdeeld over twee grote zandbuggy's: aparte, ruime en stevige stalen constructies met wielen. Wat volgde was een rit die sommige achtbaanritten doen verbleken. Onder begeleiding van een ervaren chauffeur scheurden we door de woestijn, hobbelend over het zand. We gingen omhoog op plekken waarvan je dacht niet omhoog te kunnen en omlaag vanaf de meest hoge en steile toppen. Alsof dat nog niet genoeg actie was, konden we zo nu en dan uitstappen om zelf van de duinen af te surfen. Hiervoor waren er borden meegenomen die veel weg hadden van snowboards. We werden bovenop een hoge helling gedropt, waarna ons werd laten zien hoe je op je buik naar beneden kon glijden. De helling was vrij steil, dus dat was best even een schok voor ons allemaal, en het duurde even voordat iedereen was overgehaald om ook daadwerkelijk naar beneden te glijden. Toch wist iedereen de stap te wagen en gleden we even later allemaal supersnel naar beneden. Het was een behoorlijke kick. Bij de tweede helling konden we ook proberen om staand naar beneden te gaan, maar dit deden (en lukte) maar weinig mensen. Het proces van racen en sandboarden herhaalde zich enkele keren, totdat we op een plek bleven staan om naar de ondergaande zon te kijken. We scheurden en hobbelden vervolgens terug naar het hotel, waar iedereen eindelijk al het zand van zich af kon spoelen.

In de avond genoten we van een simpele maaltijd bij een restaurantje naast de deur, aangezien niemand ontzettend veel honger had na onze uitgebreide maaltijd in de middag. Het was gezellig natafelen met de hele groep, maar uiteindelijk dropen we toch allemaal moe af naar onze bedden.

Lima, deel 1

Voorwoord
Zaterdag 7 september 2013

Een nieuwe reis, een nieuw avontuur! Een jaar na thuiskomst van het verre Azië en enkele maanden na m’n laatste stedentrip naar Istanbul, is het weer tijd voor een verre reis. Een reis van iets meer dan drie weken, naar een continent waar ik nog niet eerder ben geweest. Een reis naar twee zeer bijzondere landen in Zuid-Amerika: Peru en Bolivia. In plaats van helemaal zelfstandig te gaan, heb ik er dit jaar voor de vierde keer voor gekozen om mee te gaan met een groepsreis van Shoestring. Mijn ervaringen met Egypte, China en meest recentelijk Kenia en Tanzania (in 2011) waren dusdanig goed bevallen, dat ik er nogmaals voor had gekozen om met hen weg te gaan. In tegenstelling tot de andere reizen was dit echter een reis voor mensen die alleen reisden, zodat ik niet te midden van koppels of families zal komen te zitten. De afgelopen tijd heb ik me weer grondig voorbereid, door zowel de Lonely Planets van beide landen door te lezen en m’n kennis van de Spaanse taal te vergroten. De reis zou vele letterlijke en figuurlijke hoogtepunten bevatten, dus ik keek er erg naar uit. Beide landen staan natuurlijk bekend om het oude Inca-rijk, waarbij de oude stad Machu Picchu het bekendste restant van is. Maar ook zullen we gedurende onze trip in de Andes lama’s gaan tegenkomen, een vlucht maken over de mysterieuze Nazca-lijnen, zeeleeuwen bezoeken, de duinen in gaan, een boottocht maken over het Titicacameer, een oude zilverstad bezoeken en een trip maken over enorme zoutvlaktes. De reis kan bij voorbaat al niet mis gaan en mijn enthousiasme is daarom ook erg groot. Ik ben benieuwd wat me allemaal precies te wachten zal gaan staan!

Dag 1: Wachten op de vlucht
Zaterdag 7 september 2013

Een rit naar Schiphol is zoals alle andere. Het nemen van een vlucht ook. In afwachting van m'n vlucht naar Madrid om 18.15 keek ik al om me heen om te zien of ik mensen van mijn groep zou herkennen. Vermoedens waren er, maar zekerheid nog niet. Op Madrid Barajas kwam daar echter verandering in, aangezien alle Nederlanders van Shoestring op elkaar bleven wachten. We hadden geen avondmaal gehad en iedereen had honger, dus gingen we met z'n allen op zoek naar een plek om te eten in dit grote maar verlate vliegveld. Er waren twee groepen, één voor de tweeweekse reis, de andere voor de drieweekse. Zelf zat ik in een gezellige groep van 13 personen. M'n Spaanse cursus van de afgelopen weken leek al meteen z'n vruchten af te werpen, aangezien ik aardig wat teksten wist te lezen. Om 23.55 uur hadden we onze tweede vlucht naar Lima in Peru, helaas in een erg simpel vliegtuig van Air Europa, met weinig en niet al te beste eet- en drinkgelegenheden. Ook hadden we geen eigen scherm voor films. In plaats daarvan kon je voor 3 euro oortjes kopen voor de slechte standaardschermen die verspreid door het vliegtuig hingen. Proberen te slapen lukte slechts deels.

Dag 2: De bezienswaardigheden van Lima
Zondag 8 september 2013

Vroeg in de morgen, tegen 5.00 uur, landde het vliegtuig op de luchthaven van Lima. Terwijl we wachtten op de koffers, maakte iedereen goed kennis met elkaar. De groep bestond uit 13 personen, 6 mannen en 7 vrouwen. Tim, Jurgen, Floris, Gerrit, Bart, Manuela, Liesbeth, Sira, Rianne, Nicolette, Nancy en Monique leken nu al gezellige mensen te zijn. Na de douane werden we opgewacht door Lupe, een lokale vrouw die voor de komende drie weken onze gids zal zijn in Peru en Bolivia. We hadden een eigen busje en reden daarmee naar het hotel in de wijk Miraflores, iets buiten het centrum van Lima. Het was een rit van zo’n anderhalf uur, waarbij we onder andere een stuk langs de kust reden. Deze kust was vrij kaal en het leek alsof er nog een enorme boulevard in aanbouw was. Het viel ons meteen op dat het erg mistig was, iets dat hier vaak voorkomt gedurende de hele zomer (hun winter). In het hotel werden we allemaal in tweetallen verdeeld over de kamers en ik zou voor de rest van de reis een kamer delen met de Vlaamse Bart.

We kregen enige tijd om uit te rusten, ons op te frissen en te ontbijten, alvorens we aan een stadswandeling zouden beginnen. Het was namelijk slechts de enige dag die we in de stad zouden hebben. We liepen een stukje richting de bushalte en probeerden onderweg bij de banken geld te pinnen. Enkele personen bleken hier helaas nog best veel last van te hebben, aangezien ze de pasjes niet altijd leken te accepteren. De bushalte zat op een vrij aparte locatie. Nadat we allemaal via Lupe’s chipkaart waren ingecheckt, namen we plaats bij de halte die zich in het midden van een grote hoofdweg bevond. Het had wel iets weg van een metro, want er waren zelfs glazen deuren die open gingen indien de bus was aangekomen. Het was druk in de bus, maar ondertussen konden we wel naar buiten kijken, naar zowel ouderwetse als nieuwe gebouwen, maar ook naar plantsoentjes waar teksten geschreven stonden in het gras.

Lima was een grote stad, maar de belangrijkste bezienswaardigheden bevonden zich op een redelijk centrale plek. Nadat we de bus waren uitgestapt, hadden we vrij direct al geluk, aangezien er een optocht bezig was ter gelegenheid van een of ander christelijk feest. Mannen en vrouwen waren sierlijk verkleed en dansten in het rond, sommigen met een schaar in hun handen. Het was een vrolijke bedoeling en een goed begin van de dag. We liepen door straten met oude, maar soms koloniale huizen en gebouwen met ouderwetse balkonnetjes. We kwamen uit bij een mooie geelgekleurde kathedraal, welke we van binnen eventjes bezochten. Aan weerszijden bevonden zich verschillende nisjes met christelijke beelden. Iets verderop bevond zich een grote overdekte markt, vol gangen met verschillende kraampjes. Groente en fruit waren vrij standaard, maar ook hingen er vele kale kippen en andere stukken vlees. Ook opvallend waren de maïskolven met behoorlijk grote maïskorrels en de maïskolven die donkerpaars waren.

We kwamen uit bij een andere grote kathedraal en hier was het mogelijk om de catacomben te bezoeken. Tijdens een tour onder begeleiding van een gids kregen we diverse religieuze artefacten en schilderingen te zien, alvorens af te dalen naar de daadwerkelijke catacomben waar grote hoeveelheden botten gesorteerd op elkaar gestapeld lagen. Het was een apart gezicht.

Lupe wist een leuk eettentje in de buurt, waardoor we daar iets later met z’n allen plaatsnamen en zowel elkaar als de Peruaanse keuken beter leerden kennen. In heel Zuid-Amerika houdt men van vlees, waardoor dit nooit zal ontbreken op de kaart. Een paar lokale specialiteiten zijn ceviche (een salade met rauwe vis), vlees van de lama of alpaca, cuy (geroosterde cavia), quinoa-soep (quinao heeft wel iets weg van kleine vermicelli) en chicha morada (een drankje van de paarse maïs). Dat laatste drankje bleek goed te drinken te zijn. De maaltijden waren over het algemeen vrij goedkoop. Voor minder dan 40 soles (zo’n 10 euro) kon je hier uitgebreid eten.

Bij de kade van een rivier, met nog enkele historische stukken muur, wees Lupe ons op de sloppenwijken aan de overkant. Alhoewel vele mensen het hier prima hebben, leven er nog genoeg mensen in armoede. We liepen vervolgens nog door een winkelstraat met moderne winkels, alvorens we weer de bus op stapten om terug naar Miraflores te keren. Tegen de avondschemering kwamen we hier aan. Vanwege de uitgebreide en late lunch had niemand meer trek om te dineren. De dames gingen vanwege hun vermoeidheid direct terug naar het hotel, maar ik bleef met de rest van de mannen nog even bij een tentje op een gezellig pleintje zitten. Onder het genot van een lokaal biertje (Cusqueña) leerden we elkaar beter kennen, alvorens wij ook, na een tussenstop bij de supermarkt, naar het hotel terugkeerden. Op de laatste dag zullen we wellicht nog enige tijd voor de stad hebben, maar morgen is het alweer tijd om verder te reizen. Toch hadden we het idee dat Lima voor één dag wel genoeg was. Het was een mooie stad, maar ook weer niet extreem interessant om er vele dagen te verblijven.

Boek: 'Azië 2.0'

Jaja, het is eindelijk zover! Een kleine drie weken na thuiskomst zijn al mijn reisverhalen in één boek gebundeld! De afgelopen weken ben ik hard bezig geweest om al mijn verhalen op dit blog te verwerken in boekvorm. En deze is nu verkrijgbaar!

Alle verhalen zijn grondig nagekeken op spelfouten, grammaticale fouten en zinsbouw en zouden nu stukken beter te lezen moeten zijn! Daarnaast heb ik hier en daarmeer informatietoegevoegd. Het boek is verkrijgbaar in paperback-uitvoering in A5-formaat, heeft een inhoudsopgave, aparte hoofdstukken voor elk land en bestaat uit maar liefst 510 pagina's! En ten slotte zit er een prachtige kleuren-cover omheen, zodat het ook nog eens mooi in de boekenkast staat!

Het boek is hier te verkrijgen:
http://www.pumbo.nl/boek/azie20

Dus heb je m'n verhaal nog niet gelezen of wil je het graag nog een keer lezen (mét alle verbeteringen!), aarzel dan niet om m'n boek in huis te halen!

Synopsis:

Bijzondere bezoekjes, doldwaze dansjes, fantastische families, flitsende festivals, geschminkte geisha's, klassieke kleding, komische kinderen, mediterende monniken, melige mensen, Spartaanse scholen, voortreffende voorstellingen, vrolijke vrijwilligers en een warm weerzien.

Akelige apen, dreigende draken, hordes hanen, irritante insecten, koppige koeien, massa's muggen, veelkleurige vissen en vliegende vlinders.

Boeiende beelden, dunbevolkte dorpjes, geurige gerechten, glorieuze geschiedenis, grootse gebouwen, halve huizen, Hollandse historie, klassieke kastelen, kleurrijke koepels, lichtgevende lantaarns, machtige metropolen, majestueuze markten, puike plaatsen, smakelijke sushi, stinkende steden, tropische tuinen, trotse tempels, verraderlijk vervoer, waardeloze wegen en zalige zwemlocaties.

Beeldschone bergen, betoverende bloemetjes, bloeiende bloesem, hoge heuvels, levendige landschappen, prachtige parken, reusachtige regenwouden, stralende stranden, vurige vulkanen, warme wateren, woeste wandelingen en zinderende zonsondergangen.

Na Een barbecue met 100 Chinese meiden keert Jassin Kessing terug naar het adembenemende Azië! Azië 2.0 beschrijft alle avonturen van een prachtige reis van 199 dagen door de Filippijnen, Japan, Zuid-Korea, Indonesië, Maleisië, Singapore en Nepal!

Tip van de dag: het boek kan ook een mooi cadeau zijn voor een ander!

Opvallend feitje: het boek / mijn reisverslagheeft een totale bewerkingstijd van 38520 minuten, oftewel 642 uur, oftewel 26,75 dagen!

Het einde van een avontuur

Dag 198:Komen en gaan(deel 2)
Maandag 24 september 2012

De taxi zette me ruim op tijd af bij het vliegveld, waarna ik me kon inchecken voor m'n vlucht van 14.45 uur. Alhoewel ik bij de incheckbalie meteen aan de beurt was, stond er wel een enorme rij bij de immigratie. Het duurde een behoorlijke tijd voordat ik er eindelijk een ander stempeltje (en stickertje) in m'n paspoort bij kreeg. Ik moest nog enige tijd wachten in de wachtruimte, waarbij ik het niet de moeite vond om bij de paar aanwezige winkeltjes rond te kijken, aangezien hier niet heel veel te zien was. Nou ja, eigenlijk heb ik wel één winkeltje gezien, maar alleen om heel snel nog een klein souvenirtje te kopen van de paar roepies die ik nog overhad. Tot drie keer toe had ik een controle op gevaarlijke objecten, waarvan de laatste zelfs voor de trap naar de vliegtuigdeur was. Het leek mij allemaal een beetje overbodig -vooral als je even later in het vliegtuig een mes krijgt bij je eten-, maar hier bleek men beveiliging belangrijk te vinden. Het vliegtuig vertrok mooi op tijd en we verlieten Nepal. In de lucht waren uiteraard veel wolken, maar zo nu en dan kon ik ertussen de witte bergtoppen van de Himalaya zien. De enorme bergen zagen er imposant uit, net als de groene bergen die ik onder me zag liggen. Ondertussen kon ik ook genieten van een smakelijke maaltijd.

Anderhalf uur later landden we op het vliegveld van Delhi, wat ik nog wel herkende van vier weken geleden. Gelukkig had ik hier nu geen overstap van vele uren, maar hoefde ik slechts een uurtje op de comfortabele banken te zitten voordat ik op weg kon gaan naar de gate. Van alle 26 gates die zich op dit vliegveld bevonden, had ik toevalligerwijs exact dezelfde gate als toen ik vorige keer van Delhi naar Kathmandu vloog. De vlucht die om 19.30 uur (Indiase tijd) zou vertrekken, had Amsterdam echter niet als bestemming. In plaats daarvan vloog het vliegtuig naar Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten. Bij het boarden bleek dat mijn stoelnummer van m'n boarding pass niet klopte. In plaats van rij 22 werd me nu een plek op de vierde rij aangeboden, wat tot mijn grote verbazing en vreugde de businessclass bleek te zijn. Bij een Nederlandse vrouw naast me bleek hetzelfde te zijn gebeurd. We konden er zeker niet om klagen. De vlucht van een kleine vier uur was stukken luxer dan gebruikelijk, en dat kwam niet alleen maar vanwege de brede stoelen en de ruime beenruimte. Er was een stopcontactje aanwezig zodat ik m'n netbook weer kon opladen en er was een luxe koptelefoon aanwezig voor het multimediasysteem dat je tussen de stoelen vandaan kon toveren. We kregen meteen drinken aangeboden, evenals een tijdschrift of krant. Ondanks dat we dus niet voor businessclass hadden betaald, kregen we wel het volledige pakket. Het diner was ook erg luxe, waarbij we vanaf een menukaart konden kiezen wat we wilden hebben, waarna er een kleedje op tafel werd gelegd en het eten werd geserveerd. We kregen broodjes, salade en een sierlijk toetje en daarnaast kreeg ik een lekker hoofdgerecht met kipfilet. Het zag er vele malen beter uit dan het standaard vliegtuigeten. Misschien dat ze je op deze manier lekker willen maken om de volgende keer een ticket voor de businessclass te kopen. Voor en na het eten kregen we zelfs warme doekjes. De vlucht van zo'n 3,5 uur verliep prima en om 21.30 uur lokale tijd landden we in Dubai, de welbekende rijke en moderne stad in de woestijn waar op dit moment het hoogste gebouw ter wereld staat. Ik had gehoopt dit gebouw vanuit het vliegtuig te kunnen zien, maar ondanks dat ik wel een zee van lichtjes zag, kon ik de Burj Khalifa niet spotten. Op Dubai Airport kwam ik aan in een redelijk kale transferhal, maar daaronder zag ik wel een modern en luxe winkelgedeelte. Ik kon deze echter nog niet bereiken, omdat ik m'n nieuwe boardingpass nog moest verkrijgen. Wel was ik blij dat ik hier over een stopcontact en een internetverbinding beschikte, zodat ik weer een nieuw reisverslag op internet kon zetten, evenals mijn laatste serie foto's. In de hal tikte de klok langzaam door naar twaalf uur.

Tip van de dag: wil je ook genieten van businessclass maar heb je meestal niet zo'n geluk, dan kun je ook gewoon een ticket voor deze class kopen. Je moet echter wel iets dieper in de buidel tasten.

Opvallend feitje: op het vliegveld van Kathmandu heb je bij de beveiligingscontrole aparte rijen voor mannen en vrouwen.

Dag 199: Het einde van een avontuur
Dinsdag 25 september 2012

Deze dag was nog maar een uurtje oud toen ik me kon inchecken in de transferhal van het vliegveld. Met m'n boardingpass liep ik naar de hoge en lange vertrekhal, waar ik een klein beetje kennismaakte met de cultuur van Dubai. De hal zag er mooi uit, met sierlijke zuilen, een soort ufo's aan het plafond, gouden beelden, hoge palmbomen en vloerbedekking met het patroon van golvend woestijnzand. Grote winkels verkochten zoals gebruikelijk allerlei belastingvrije producten en souvenirstalletjes pronkten met hetgeen waar Dubai bekend om staat: kamelen, de Burj Khalifa, waterpijpen, woestijn en palmbomen en andere hoge gebouwen. De rijkdom was duidelijk. Toch had ik niet de gelegenheid om de stad zelf te zien en zal ik deze moeten bewaren voor een stedentrip in de toekomst. Wel had ik nog genoeg tijd om rond te dolen en nog meer van m'n reisverhaal in te halen. Even na drieën begon de boardingprocedure voor het vliegtuig dat mij naar m'n eindbestemming zou brengen: Amsterdam. Het was m'n zoveelste vlucht van deze reis, maar ditmaal was het toch echt de laatste. Terwijl het buiten nog steeds donker was, vertrokken we netjes om 3.55 uur, waarna een lange en vermoeiende vlucht volgde. Amsterdam kwam steeds dichterbij, Nederland kwam steeds weer een stukje dichterbij en m'n echte thuis in Den Haag was ook niet ver meer weg.

Tevergeefs probeerde ik om in het vliegtuig te slapen. Gelukkig zou ik thuis weer bij kunnen slapen, want de komende paar dagen heb ik weinig plannen en heb ik daardoor alle tijd om uit te rusten van een avontuur dat maar liefst 199 dagen heeft geduurd. Maar ook keek ik ernaar uit om m'n familie en vrienden weer terug te zien, m'n verhalen met iedereen te delen en al m'n foto's aan iedereen te tonen. In de tussentijd zijn er bepaalde personen verhuisd en uiteraard wil ik die een bezoekje brengen. Maar ook wil ik m'n reisverslag weer in een boek bundelen, zoals de vorige keer, en wil ik mooie fotoalbums samenstellen van m'n foto's. Tijdens m'n afwezigheid van een half jaar zullen er vast nog meer dingen zijn die ik gemist heb en het is nu tijd om deze in te halen. En daarnaast is het uiteraard tijd om over de toekomst na te denken. Op dit moment staat nog helemaal niets vast en ligt de hele wereld voor me open. Ik zal op zoek moeten gaan naar een baan, want anders zullen reisplannen voor de komende jaren natuurlijk nooit werkelijkheid worden. Zo'n reis als deze smeekt natuurlijk om meer en ik weet zeker dat ik met gemak nog veel meer reizen kan bedenken. Of het opnieuw zo'n lange reis wordt, valt te betwijfelen, maar dat neemt niet weg dat ik geen korte reizen meer kan maken. De toekomst zal het allemaal wel uitwijzen. Azië 3.0 zal ik in ieder geval niet uitsluiten. Azië is en blijft namelijk een prachtig continent waar iedereen eens geweest zou moeten zijn. Het is als liefde op het eerste gezicht en is een plek waar je, als je er eenmaal bent geweest, altijd naartoe terug zal willen gaan. Maar eerst is het voor mij tijd om bij te komen van m'n lange vlucht, morgen m'n verjaardag te vieren en met veel plezier terug te kijken op een waanzinnige tijd in de Filipijnen, Japan, Zuid-Korea, Indonesië, Maleisië, Singapore en Nepal. De hoeveelheid plekken die ik heb gezien is enorm, de hoeveelheid activiteiten die ik heb ondernomen is enorm, de hoeveelheid mensen die ik heb ontmoet is enorm, de hoeveelheid hapjes die ik heb gegeten is enorm, de hoeveelheid voetstappen die ik heb gezet is enorm en de hoeveelheid goede herinneringen die ik heb is enorm. Het was een tijd waarvan ik blij ben deze te hebben kunnen beleven, een tijd die ik voor geen goud had willen missen en een tijd die ik nooit van m'n leven meer zal vergeten!

Tip van de dag: als je voor langere tijd op reis gaat, zorg dan dat je voldoende schijfruimte op je computer hebt staan om al je foto's kwijt te kunnen. Zo ben ik bijvoorbeeld bijna 60 GB kwijt aan zo'n 14.000 foto's! Voor de liefhebber, dat waren er gemiddeld dus 70 per dag en is bijna twee keer het aantal foto's van m'n vorige reis door Azië, terwijl ik slechts een maandje langer ben weggebleven. En om de statistieken dan compleet te maken: m'n totale reisverslag bestaat uit bijna 236.000 woorden, wat een daggemiddelde oplevert van 1186; ook dit is beduidend meer dan de vorige keer, toen ik ‘slechts' 130.000 woorden had, met een gemiddelde van 765 per dag!

Opvallend feitje: ik heb nu al heimwee.

Opmerking: bij deze wil ik ook jullie als lezers ontzettend bedanken. Ik hoop dat jullie hebben genoten van de verhalen. Het was me een genoegen om m'n verhalen met jullie te delen. Elke keer keek ik weer uit naar de ontzettend leuke reacties die ik van jullie heb gekregen, op zowel de verhalen als de foto's! Het gaf me telkens weer die extra stimulans om m'n best te doen op het schrijven van interessante en afwisselende verhalen. Mocht iemand interesse hebben om álle foto's te bekijken, stuur me dan even een berichtje, want dan stuur ik je de link waar deze online te vinden zijn. Ik hoop jullie allemaal terug te zien bijeen volgende reis, want dan is deze blog natuurlijk ook weer van de partij! Nogmaals bedankt en tot ziens!