Flores & Tikal

Dag 16: Tempels in de jungle
Zaterdag 25 oktober 2014
Na vieren ging bij de meeste personen de wekker al af. In een enkele kamer echter niet vanwege vastgelopen telefoons (vermoed werd dat deze nu al in de war waren met de wintertijd dit weekend), waardoor we iets later dan de geplande 5 uur vertrokken. Onze trip op deze vroege ochtend was Tikal, één van de mooiste en bekendste Maya-steden van Centraal-Amerika. Het was de laatste Maya-stad die we zouden aandoen deze reis en ze hadden een hele mooie voor het laatst bewaard. We kregen een lokale gids toegewezen, die ons gedurende de vierenhalf uur die volgde vertelde over de uitgestrekte jungle en de ruïnes die hierdoorheen verspreid lagen. Tikal was anders dan de voorgaande steden omdat het hier één grote jungle was en geen klein gebied waar grasvelden lagen met hier en daar een tempel. Onze gids was een echte man van de jungle en daardoor weken we vaak van de officiële paden af om daarvoor in de plaats smalle en dichtbegroeide junglepaadjes te nemen. Dit zorgde wel voor een veel avontuurlijkere ervaring. De tocht was leuker en mooier dan die van gisteren. Qua temperatuur en klimaat was het ook stukken beter uit te houden. Qua beestenboel zagen we ook het een en ander. Uiteraard waren er genoeg insecten, maar in de boomtoppen zagen we ook vele mooie vogels, waaronder enkele kleurrijke papegaaitjes. Daarnaast spotten we twee families van lokale neusbeertjes, met een lange snuit om naar mieren te zoeken. De gids wist op twee plekken ook nog een schorpioen en vogelspin te vinden, die hij vol trots aan ons liet zien. We konden ze tevens vasthouden of over ons heen laten lopen voor een foto. Op diverse plekken in de jungle doemden grote hoge tempels uit het verleden op. Nog niet alles was opgegraven en hier en daar zagen we ook restauratiewerkzaamheden, maar wat er wel te zien was, was erg indrukwekkend. We begonnen met een relatief kleine tempel waar we via de oorspronkelijke hoge stenen trappen omhoog konden klimmen. Bij de hoogste tempel van 70 meter was de oorspronkelijke trap te gevaarlijk en was er een houten trap aan de achterkant gebouwd. Boven viel er aan de tempel, welke tevens een graftombe was, qua inscripties en versieringen niets te zien, maar het uitzicht over de jungle was wel prachtig. Overal om ons heen zagen we de wilde begroeiing van tropische bomen en op sommige plekken staken andere torens uit het Maya-tijdperk door deze toppen heen. We verbaasden ons erover hoe dit ooit gebouwd heeft kunnen worden en hoe het is gekomen dat de oude Maya-beschaving plotseling heeft kunnen ophouden met bestaan. Er is niemand die daar een precies antwoord op kan geven. We zagen nog enkele andere grote tempels, waarvan we sommige wel en andere niet konden beklimmen. Dit was gedaan vanwege de kwaliteit van de trappen, welke niet altijd even goed was, wat in het verleden had geleid tot twee fatale valpartijen. Qua bouwstijl hadden de tempels overeenkomsten met degene in de andere steden, maar het grote verschil was dat ze beduidend hoger en smaller waren. We eindigden op het centrale plein, waar behalve twee hoge tempels (inclusief de klassieke tempel die je op elke foto ziet) ook kleinere gebouwtjes stonden, evenals enkele gedenkstenen aan oude koningen. Al met al was het een zeer geslaagde en interessante ochtend, waarbij het ons op was gevallen hoe weinig andere toeristen we waren tegengekomen. Ook de souvenirwinkeltjes bleven beperkt tot degene bij de ingang.
Met de bus reden we terug naar het meer, waar we een stop maakten bij een hotel aan het water. Hier konden we niet alleen gaan lunchen, maar ook het water in duiken. Het zag er hier leuk uit, met riet en andere plantjes aan de kant en een ondergelopen steiger en prieeltje in het water. Voordat het begon te regenen, waren we het water weer uit, om terug te keren naar Flores. Met een kleiner groepje ben ik een beetje langs het water gelopen, langs enkele barretjes, restaurantjes en hotels. Onze bestemming was een simpel winkelcentrum aan de overkant van de brug, met daarin een supermarkt om eten te halen voor onze reis morgen. Echt snel waren ze hier niet bij de kassa, omdat de cassière ook de taak had om alle boodschappen in tasjes te pakken. Onder het genot van enkele cocktails tijdens happy hour keken we even later naar de ondergaande zon en de kleuren in de lucht boven het water waarin dat resulteerde. In een ander tentje zijn we lekker gaan eten, om zodoende ons verblijf in Guatemala af te sluiten. In de afgelopen twee weken hebben we hier een paar mooie en unieke locaties aangedaan, welke zeker de moeite waard waren. De komende laatste paar dagen zullen allemaal wat rustiger gaan verlopen, als we Caye Caulker in buurland Belize en Playa del Carmen in Mexico zullen bezoeken. Het is tijd voor meer ontspanning!

Rio Dulce

Dag 14: Naar de zoete rivier
Donderdag 23 oktober 2014
Echt heel speciaal was deze dag niet en er valt dus ook niet veel over te vertellen. In de ochtend namen we weer een stevig ontbijtje, waarna we met al onze bagage naar een nieuwe bus liepen. Ook hadden we een nieuwe chauffeur gekregen tot aan Belize. Deze nieuwe bus was iets kleiner dan de vorige, maar nog altijd net zo luxe. Al erg snel waren we bij de grens tussen Honduras en Guatemala, waar we, afgezien van een kleine file, gewoon door konden rijden. Wat volgde was een rit naar Rio Dulce, een plaatsje een stukje noordelijker, gelegen aan een rivier die uitmondde in de Caribische Zee. De rit verliep zonder noemenswaardige gebeurtenissen en na lunchtijd kwamen we aan. Onze verblijfplaats was echter aan de andere kant van het water en daar zouden de faciliteiten beperkt zijn. Vandaar dat we in een restaurant hier eerst gingen lunchen. Althans, we konden eerst een bestelling doorgeven en vervolgens even snel door het rommelige hoofdstraatje een supermarkt bezoeken voor eten en drinken. Het was in de supermarkt apart om te zien hoe de geldautomaat werd bijgevuld door enkele zwaarbeveiligde mannen met grote shotguns. Nieuwe lades met bankbiljetten werden in het apparaat geplaatst. Na de inkopen volgde een uitgebreide en erg lange lunch, waardoor we pas tegen het eind van de middag met een bootje de oversteek maakten naar onze haciënda, gelegen in de Guatemalteekse jungle. Aan het water lagen enkele bootjes en in de jungle waren diverse hutjes gebouwd waar we zouden overnachten. Het zag er sfeervol uit. De kwaliteit van de bungalows was wel verschillend, maar ik was blij dat die van ons met eigen badkamer, airco en klamboe was. Dat laatste was echt nodig, want er zoemden hier erg veel muggen rond. Dat kwam dan weer door het erg warme tropische klimaat, waardoor we er al heel snel bezweet bij liepen. Daarom was het dus ideaal om na aankomst meteen het zwembad in te duiken en daar voor het late diner (en voordat de onweer ook boven ons zou losbarsten) onze pool party te houden. Het avondmaal met garnalen was ook erg lekker. Na nog vele kaartspelletjes was het tijd om de bungalow op te zoeken. Het was nu tijd voor de insecten om de boel levendig te houden.


Dag 15: Het Gooi van Guatemala
Vrijdag 24 oktober 2014
Het was een drukke ochtend, want het was mogelijk om meerdere excursies te doen. En daarna zouden we ook nog verder reizen. Officieel stond een boottocht en het bezoeken van het plaatsje Livingstone aan de kust op het programma, maar Bernardo had ons dit afgeraden, omdat hij dit een uitbuiting van de mensen daar vond. Wij zagen er ook van af en verruilden deze trip door een hike in de jungle, gevolgd door een algemene boottocht. Plaatselijke gids Lucy bracht ons na een lekker ontbijt om 8.30 uur de jungle in. Met wandelstokken liepen we over aangelegde paden en lange opgehangen bruggen. Al heel snel gutste het zweet van ons af, want het was erg vochtig en warm. We passeerden open vlaktes met paarden en koeien, maar liepen ook door dichtbegroeide jungle mt insecten en vogels op de achtergrond. We zagen ergens nog twee dieren wegschieten, maar konden niet zien wat het waren, waarschijnlijk een soort varkentjes. Hier en daar was het nog wat glad vanwege de regen gisteravond. We kwamen langs een rubberplantage en konden als,we wilden verkoelen in een poeltje. Ook beklommen we een oude uitkijktoren uit het Spaanse tijdperk. Alles was een beetje gehaast, want we moesten op tijd terug zijn voor onze boottocht. Bezweet kwamen we weer terug, waarna we niet veel later op een boot stapten om uit te waaien. We kregen een rondvaart over de rivier en kwamen hier een klein beetje in Caribische sferen. Enkelen noemden het ook wel het Gooi van Guatemala, want langs de kant zagen we tussen de mangrovebossen allemaal prachtige buitenhuisjes staan, met aan de steigers allemaal mooie jachten. De ene was nog mooier en duurder dan de andere. Hier en daar lagen ook jetski's. Op het water zagen we echter slechts eenvoudige vissers met hun netten drijven. Op het water zagen we lelies en fleurige bloemen en aan de kant palmbomen met kokosnoten. Ook zagen we verscheidene vogels, zoals aalscholvers, reigers en pelikanen. Een oude burcht voeren we ook voorbij. Nadat we nog even hadden getankt was het tijd om terug te keren. De twee uurtjes waren voorbij en we moesten nu echt verder. Aan de overkant van het water namen we weer een lunch, waarna we de bus instapten voor de trip naar onze laatste bestemming in Guatemala: Flores, een plaatsje in het noordoosten van het land. De busrit verliep zoals de meeste andere ritten vloeiend en zonder problemen. De meesten keken naar buiten of sliepen wat. Het was nog wel een stukje rijden en het was al donker toen we het kleine schiereilandje bereikten waar het plaatsje op lag. Dit lag dan weer op een groot meer (Lago Petén Itzá). Behalve dat het donker was, regende het ook. Sterker nog, het kwam met bakken uit de hemel. We hadden daarbij de pech dat we nog een stukje moesten lopen naar het hotel en we in eerste instantie verkeerd liepen vanwege een verwarrende uitleg van Bernardo. Eenmaal in het hotel konden we weer opdrogen om niet veel later naar een tentje aan de overkant te gaan om te eten. Het plaatsje bekijken kon eventueel morgen nog wel, alhoewel we het ook prima zouden kunnen missen. We lagen in ieder geval op tijd in bed, want de wekkers zouden al vroeg gaan aflopen.

Copán

Dag 12: Vuur en water
Dinsdag 21 oktober 2014
De dag begon in de ontbijtzaal van het hotel, waar het eten wel ok was, maar de bediening veel te wensen overliet. Het jochie dat het eten kwam brengen had geen flauw idee voor wie hij nu iets bracht, bracht ook van alles door elkaar, bracht vaak dingen ook niet en zei ja op vragen en opmerkingen, maar voerde dat vervolgens niet uit. Het was eigenlijk hilarisch slecht. We stapten op tijd onze bus in voor een rit naar de grens van Guatemala en Honduras, welke we even over zouden steken om de oude Maya-ruïnes van Copan te bezoeken. Halverwege zouden we ergens gaan lunchen en daarnaast zou Bernardo nog een leuke verrassing voor ons hebben. Er was in ieder geval een verzoek of we onze zwemkleding in onze handbagage wilden stoppen. De rit volgde naar Guatemala City, de hoofdstad van het land, waar we dwars doorheen moesten. Toen we door deze stad reden, werd het wel duidelijk waarom we hier geen nacht zouden blijven slapen. Heel interessant zag het er namelijk niet uit. Het was een grote, drukke en vieze stad, met veel verkeer en gebouwen van redelijke kwaliteit. De winkels waren iets groter en luxer dan op het platteland, en fastfoodketens ontbraken ook niet. Omdat iemand van ons zich niet lekker voelde, maakten we hier toch een korte onderbreking, wat ons in staat stelde wat foto's van de buurt en de mensen te maken. Op een prima eenbaansweg reden we verder, opnieuw door een gebied met veel landbouw. In de ruime bus hadden we allemaal onze eigen bank, dus we hadden het niet verkeerd. Het was rustig, want iedereen voelde zich nog steeds een beetje moe. Maar op een zeker moment werd die rust wreed verstoord door een harde knal ergens aan de onderkant van de bus, richting de achterkant. Iedereen voelde de knal onder zich en keek verschrikt op. Een klapband, dachten we allemaal, en we keken naar buiten, waar we een klein beetje rook zagen. Buschauffeur Antonio liet de bus uitrollen en zette het aan de kant. Hij stapte uit, waarna ook wij allemaal naar buiten stapten om te kijken wat er aan de band was. De meesten namen zoals gebruikelijk was bij een plasstop voor de zekerheid hun handbagage mee naar buiten, terwijl andere losse spullen bleven liggen. We verzamelden naast de bus, terwijl we allemaal een beetje onder de bus begonnen te kijken wat er nou gebeurd was. De achterband van de bus was inderdaad niet helemaal meer in orde, maar toch kwam er ook nog een beetje rook van de onderkant vandaan. Sommigen dachten dat de vering van de bus was doorgezakt en dat dat voor wat rubbersporen op de weg had gezorgd. Terwijl enkelen van ons op zoek gingen naar een boom om hun blaas te legen, begon Bernardo telefoontjes te plegen om de situatie te melden en te vragen naar monteurs of vervangend vervoer. Antonio had voor de zekerheid een brandblusser gepakt om de bron van de rook te verkoelen. Dit wilde vanwege de locatie onder de bus echter niet goed lukken en de rook bleef aan. Bernardo riep de groep bijeen om te vertellen dat er een technisch mankement was en dat ze van alles zouden doen om ons naar Honduras te brengen. In het ergste geval zouden we wellicht kunnen overnachten in het hotel dat niet ver weg meer lag en waar we zouden lunchen en zwemmen. We moesten in ieder geval rekening houden met vertraging en een mogelijke wijziging van de reis. We waren hier in ieder geval nog wel even gestrand en omdat het wel duidelijk was dat we niet meer met deze bus verder konden, werd er besloten om onze tassen en koffers uit het bagageruim te halen. En dat was het moment waarop alles begon, en waarna minuten volgden die we niet meer zo snel zullen vergeten. De klep van het bagageruim werd geopend en we werden overvallen door grote zwarte rookwolken die naar buiten stroomden. We vreesden het ergste voor onze spullen, maar toch was hier geen brand te bekennen. Aan de onderkant van de bus was de rook echter nu wel omgeslagen naar vuur, dat daar in de warmte om zichheen begon te slaan. Nog sneller en efficiënter dan we eerder deze reis hadden gedaan gingen we allemaal in een rij staan om de tassen en koffers uit het ruim te laden en door te geven. De rook werd erger en ook de vlammen onder de bus werden groter. Ze sloegen uit naar de zijkanten. Met veel spoed werd aan de andere zijde van de bus ook het bagageruim geopend, omdat het vanaf de ene kant vanwege de dichte rook niet meer mogelijk was om er iets uit te halen. De laatste koffers en tassen werden snel naar buiten gegooid. Een paar stapten nog de bus in om daar snel nog te verzamelen wat ze op de banken aantroffen. Wat spullen achterin de bus, een paar vestjes, tasjes met souvenirs, tijdschriften en een enkele iPod, werden vanwege de rookontwikkeling overgeslagen. Iedereen ging met de spullen op afstand staan om dit onwerkelijke schouwspel te bekijken. Het vuur aan de achterzijde werd groter en rook kwam nu ook uit de raampjes. De binnenkant van de bus had nu ook vlam gevat en vlammen werden groter. We hoorden weer een knal en concludeerden dat er een band was gesprongen. We verzamelden alle spullen nogmaals en gingen veel verder weg staan, niet wetende wat er nog zou kunnen gebeuren. Het vuur had de voorkant van de bus nu ook bereikt en grote vlammen gingen alle kanten op. Andere auto's en trucks die eerder wel de bus durfden te passeren, bleven nu ook op veilige afstand staan. Enkele politieagenten en militairen waren ook al gearriveerd om het verkeer tegen te houden. Terwijl van beide kanten enorme monsterfiles begonnen te ontstaan, vlogen grote zwarte rookwolken de lucht in en begon de berm hier en daar ook al vlam te vatten, evenals de bomen waar de bus onder stond. De bus stond in lichterlaaie en wij stonden op afstand verschrikt te kijken naar iets dat we nog steeds niet konden geloven. We waren opgelucht dat er met ons niets was gebeurd en dat we hier nu allemaal heelhuids stonden, met het overgrote deel van de bagage. Een kleine brandweerwagen kwam aanrijden, waarna twee brandweermannen enigszins stuntelend de bus probeerden te blussen. Dit werkte slechts gedeeltelijk, want het water was al snel op. De vlammen gingen daarna dus ook gewoon door, alhoewel er steeds minder brandbaars overbleef. Terwijl wij ons, hoe ironisch, insmeerden om niet te verbranden in de felle zon, zagen we ook vele omstanders naar de bus kijken. Ook kwamen er op een gegeven moment talloze legertrucks aanrijden met militairen. Het leek ons nogal overbodig, want veel deden ze eigenlijk niet. Meer brandweerwagens bleven uit. Het vuur in de bus begon kleiner te worden en Antonio hing aan de telefoon en was in gesprek met de politie om zijn verhaal te doen. Bernardo bleef onder alles behoorlijk rustig en makkelijk, iets dat wel erg fijn was. Het was overmacht, niemands schuld en we stonden hier allemaal veilig op de weg. Terwijl de militairen rondkeken en foto's maakten van de situatie, kwam er een nieuwe toeristenbus aanrijden. Het was het busje van de andere Shoestring-groep, waarvan de chauffeur zijn groep had afgezet bij de lunchstop en voor ons was teruggereden om ons op te pikken. Antonio zou achterblijven en later huiswaarts keren, toevallig daar in de buurt. Het was treurig voor hem, want hij hoorde bij die bus en zou niet zo makkelijk meer een andere van de zaak krijgen. Terwijl onze bus nog enigszins brandde en de chaos nog niet helemaal weg was, verlieten wij beduusd de plek des onheils. Ondanks dat onze tassen zwart afgaven van de roet en wij ook behoorlijk stonken, lieten we de situatie voor wat het was en kon onze reis vervolgd worden. Zo'n twintig minuten later waren we al in het hotel waar we zouden lunchen en waar het zwembad de echte verrassing zou zijn. De hele middag hebben we noodgedwongen in en rond het heerlijke zwembad gehangen. De chauffeur van de andere groep zou eerst hen naar Copan brengen en ons daarna oppikken. Dat duurde wel even, want toen wij uiteindelijk werden opgehaald, waren we nog wel zo'n 2,5 uur onderweg, en dat met een behoorlijk tempo. In het donker bereikten we de grensovergang met Honduras, waar we nog net op tijd waren. Bernardo liet hier door de douanebeambte van Honduras een speciale stempel zetten voor een kort bezoek. Officieel verlieten we Guatemala dus niet. Na aankomst in het hotel was het eerst zaak om geld te pinnen. Het viel nog niet mee om dat in het kleine en behoorlijk verlaten Copan te doen. Veel geldautomaten waren er niet en de enige die werkte, accepteerde alleen creditcards. Met wat gepuzzel en delen hadden we uiteindelijk onze lempira's. Ook vonden we nog een bar-restaurant waar men om 22 uur de keuken voor ons wilde openen. Een maaltijd hadden we wel verdiend, net als wat nachtrust. Zo'n bewogen dag als vandaag had namelijk niemand ooit kunnen bedenken.


Dag 13: Een dagje Honduras
Woensdag 22 oktober 2014
Deze enige volledige dag in Honduras bestond uit twee verschillende onderdelen. Maar alles begon met een ontbijtje in de buurt van het hotel, waar iedereen onder het genot van pannenkoekjes, ei en fruit nog even alle Facebook- en Whatsapp-reacties van de brand gisteren met elkaar doornam. De voornaamste reden om Honduras te bezoeken was de aanwezigheid van de Maya-ruïnes van Copan. Het was immers wel de Shoestring-reis die de Maya-route werd genoemd. De ruïnes waren op loopafstand door de felle zon eenvoudig te bereiken. De tuktuks vonden we niet nodig. Bij aankomst bleek dat we niet de enige toeristen waren, maar toch viel de drukte mee vergeleken met de eerdere ruïnes. Voor de verandering namen we nu met bijna de hele groep een gids, om zodoende alsnog interessante achtergrondinformatie van de Maya's te kunnen opdoen. Daarnaast leende deze plek zich ook meer voor een gids, aangezien Copan bekend staat om de ruïnes met de best bewaarde inscripties op de overgebleven pilaren, zuilen en tempels. Nadat we diverse kleurrijke ara's hadden gespot, kwamen we op het centrale plein van deze oude stad, waar nu op het grasveld nog enkele gebouwen en pilaren van Koning 18 Konijn overeind stonden. De vrolijke gids liet ons de tekeningen zien die het Maya-schrift vormde en hoe we konden tellen in deze taal, met verticale en horizontale streepjes. De figuren die we zagen waren goed bewaard gebleven qua detail. Enkele afdakjes waren boven de pilaren geplaatst om dit in de toekomst ook zo te houden. In zo'n twee uur liepen we het terrein over, waarbij we onder andere in een soort stadion kwamen waar in het Maya-tijdperk zo nu en dan een balspel (de naam leek op toktok) werd gespeeld (met een bal van 4 kilo), waarbij de winnaar werd geofferd aan de goden. De elite had hier de beste zitplekken, het gewone volk zat verder weg. We kwamen ook langs een tempel met een hoge trap vol met hiërogliefen, maar onderzoekers waren er nog niet achter in welke volgorde de stenen hadden gelegen en wat de exacte vertaling is. De gids vertelde dat er ook geen geld was voor verdere opgravingen en dat hulp van buitenaf nodig was. Maar ook dit gebeurt maar weinig. De resterende tempels en gebouwen waar we overheen en omheen liepen -we konden nergens naar binnen- waren mooi om te zien.
Na ons bezoek keerden we terug naar het hotel, waar we al snel werden opgehaald door een busje en een pick-uptruck. Samen met vier personen van de andere Shoestring-groep zouden we 20 km afleggen naar thermale baden, om daar te lunchen en de rest van de middag te relaxen. We deden iets meer dan een uur over de rit, aangezien de weg door de bergen met het platteland van ontzettend slechte kwaliteit was. Overal zaten enorme hobbels en kuilen en hier en daar moesten we door een stroompje water heen. We werden voortdurend door elkaar geschud. Eenmaal aangekomen konden we nog niet lunchen, maar wel kregen we een rondleiding door deze natuurlijke spa. Op een bosachtige helling waren paden aangelegd met daartussen verschillende warme en koude baden. Het warme (en hier en daar gevaarlijk hete) water kwam hierbij uit de grond. Ook stroomde er een normaal riviertje. De baden lagen gewoon open en bloot in de natuur en waren gebouwd met natuurlijke stenen, dus geen bakstenen of badkamertegeltjes. Lange tijd hebben we in onze zwemkleding in verschillende baden gezeten. Sommige waren echt ontzettend warm, waarbij het lastig was om onder te gaan. De koude baden waren ook niet altijd even fijn. Er waren er ook een paar bij die wel een heerlijk temperatuurtje hadden. Tot laat in de middag wisten we ons hier te vermaken, waarna we een lekkere lunch voor onze kiezen kregen. Tot het donker werd en de spa werd verlicht door enkele lampen (en de muggen in groten getale tevoorschijn kwamen), hebben we nog lekker gebadderd. Dat was een mooie compensatie voor het koude douchewater in het hotel. Na een hobbelende rit terug gingen we het doodse plaatsje nog eens door om ergens gezellig pizza te eten en onze laatste lempira's op te maken. Morgen is dit uitstapje naar Honduras namelijk alweer voorbij. Het is jammer dat we niet meer van dit ogenschijnlijk mooie land hebben kunnen zien, maar dit bezoekje was in ieder geval de moeite waard!

Antigua

Dag 10: De zondagsmarkt
Zondag 19 oktober 2014
De volgende bestemming in Guatemala was Antigua, maar voordat we deze stad zouden aandoen, zouden we eerst een tussenstop maken in een plaatsje met een grote zondagsmarkt. In de ochtend reden we in iets minder dan twee uur -iedereen behoorlijk slaperig- naar Chichicastenango, waar mensen uit de hele omgeving zich hadden verzameld om hun waar te verkopen of om spullen te kopen. We kregen anderhalf uur de tijd om hier rond te kijken, wat een prima duur bleek te zijn. Het was ontzettend druk in de smalle straatjes en zo nu en dan was het een beetje proppen en duwen om erdoorheen te komen. Er lagen uiteraard souvenirs op de markt, maar ook veel lokale kleding, huishoudelijke spullen, groente en fruit, kippen en andere stukken vlees, witte en zwarte tortilla's, bonen, kleedjes, tasjes, sieraden en stukken steen. Ook waren er twee witte eenvoudige kerkjes, waarbij de trappen van de grotere kerk vol lagen met kleedjes met bananen. In de verte zagen we ook weer een kleurrijke begraafplaats. We verzamelden weer bij een hotel met fleurige binnenplaats, waar vele papegaaien de gasten wisten te entertainen. De band die vrolijke muziek speelde lukte dat ook. Maar bovenal kwamen de meeste toeristen hier voor een lunch, net als wij. Met de bus reden we een uur of drie verder, om -voor ons gevoel best snel- aan te komen in Antigua, de voormalige hoofdstad. Na een enorme aardbeving in de 18e eeuw is besloten om het nabijgelegen Guatemala City uit te roepen tot hoofdstad. Deze aardbeving heeft veel gebouwen ernstig beschadigd en enkele hiervan waren nu uitgeroepen tot monumenten. De stad zelf was ook door Unesco opgenomen in de Werelderfgoedlijst. De stad bleek er dan ook fraai uit te zien, met uiteraard veel Spaanse invloeden in de bouwstijl. Elmer en ik liepen laat op de middag nog even een snel rondje. Heel groot was het niet, dus lopend konden we gemakkelijk al veel zien. We kwamen langs enkele kathedralen die met hekken waren afgesloten voor het publiek. Het waren vervallen ruïnes waarvan de daken niet meer aanwezig waren en sommige muren ook waren afgebrokkeld. Het was een bizar gezicht. Via een voor het verkeer afgesloten straatje liepen we onder een gele poort door en kwamen we op een plaza met een nieuwere kerk en verschillende eetkraampjes. Via straten met diverse restaurants, entertainers met vuur en verkopers met maffe speeltjes kwamen we ook bij een parkje met enkele muzikanten. We moesten echter terug naar het hotel voor een meeting met Bernardo, waarin hij vertelde over het programma voor morgen en waar we nu eten konden krijgen. Na een bezoek aan een supermarkt dat zo lang was als een heel stratenblok, stapte ik met een deel van de groep La Fonda de Calle Real in, een restaurant dat zowel Bernardo als de reisgidsen hadden aanbevolen. En dat bleek terecht, want het eten daar smaakte overheerlijk. Heel lang bleven we echter niet hangen, want we wilden op tijd naar bed.


Dag 11: Heet onder de voeten
Maandag 20 oktober 2014
In het holst van de nacht gingen onze wekkers, zodat we om 5 uur de bus in konden stappen voor een rit van een uurtje naar de Pacaya-vulkaan. Gedurende de ochtend, nu het nog droog en niet te warm was, zouden we deze nog steeds actieve vulkaan beklimmen. Sinds 1961 is de vulkaan meerdere malen uitgebarsten, met twee grote uitbarstingen nog vrij recent, in 2010 en maart van dit jaar. Alhoewel de 2500 meter hoge vulkaan de omliggende gebieden zo nu en dan in gevaar brengt, was het vandaag prima mogelijk om hem te beklimmen. Vanwege veiligheidsredenen mochten we de kraterrand echter niet benaderen. Onder begeleiding van twee gidsen begonnen we met een lunchpakketje in onze rugzakjes aan de tocht, welke over het algemeen goed te doen bleek te zijn. Twee mannen met paarden liepen ook nog met ons naar boven, in de hoop dat een van ons zou afhaken en een paard nodig zou hebben. Dat bleek uiteindelijk niet nodig. Het pad van zand en stenen leidde ons door een bos, waarbij we vaak stopten voor een uitleg van de gids over het gebied en de bomen. Daarbij kregen we tevens een blad dat we over onze armen en gezicht konden vegen om ons op te frissen, en konden we op een stengeltje van een plant kauwen dat de kans op het krijgen van hoogteziekte schijnt te verminderen. De gids sprak alleen maar Spaans, maar het verraste me hoe veel ik van de uitleg kon volgen zonder naar de vertaling te luisteren. Na de beklimming tussen de bomen bereikten we de hoogte waar alles kaler werd. We begonnen meer over de rotsen en kleine stenen te lopen. De laaghangende bewolking zorgde daarnaast voor een mysterieus sfeertje, waardoor we nog in spanning werden gehouden omtrent het uitzicht op de omgeving en de top van de vulkaan. Zo nu en dan trok het wolkendek open, waardoor we konden uitkijken over een groen landschap in de verte en gestolde lavastromen niet ver van ons vandaan. Terwijl we over de rotsen verder omhoog liepen, werd het weer wat frisser, waardoor de jassen die we eerder op de beklimming hadden uitgetrokken, nu toch maar weer aan deden. Toen we het idee hadden dat het alweer halverwege de middag was, maar het in werkelijkheid toch echt pas iets over negenen was, bereikten we de onderkant van het laatste stukje naar de top van de vulkaan. Dit was tevens het hoogste stuk dat we zouden bereiken. Misschien maar goed ook, want de laatste 250 meter omhoog zag er niet eenvoudig uit. Te midden van dit maanachtige landschap aten we onze lunch op, terwijl we ons probeerden in te beelden hoe hier een half jaar geleden nog vuur, rook, lava en stenen vier kilometer de lucht in werd gestoten. De afdaling leidde ons naar de andere kant van de vulkaan, de kant waarlangs een groot deel van de lava heen is gestroomd. We konden aan donkerrode en grijszwarte gestolde stukken zien welke lava van dit jaar was, en welke van jaren geleden. De afdaling was nog een behoorlijke uitdaging, aangezien de hellingen steil waren en bezaaid lagen met zand en stenen. Op sommige stukken was het verstandiger om te rennen om de kans op uitglijden te verkleinen, terwijl we op andere stukken juist beter onze voeten goed in het zand konden duwen en ons naar beneden laten glijden. Al stuntelend en glijdend wisten we ons allemaal ongehavend een stuk lager te krijgen. Ondertussen kwamen we steeds dichterbij de gestolde lavastromen, waarna we er op een zeker moment ook gewoon langs en overheen liepen. Dit lava was een apart soort gesteente, want in plaats van stukken rots leek het op een grote gestolde bruisende zee. De lava stak allerlei kanten uit en had hier en daar openingen. De lava zelf was vrij bros en erg licht van gewicht. De buitenkant was daarentegen wel vele malen ruwer en scherper dan een gewone steen. En hoe kan het ook anders, zelfs hier was een souvenirwinkeltje te vinden, de Lava Store. Volgens de eigenaars was het het winkeltje dat het dichts bij een actieve krater lag en ook het vaakst van plaats was veranderd. Lavalampen verkochten ze hier helaas niet, maar wel sieraden waarin lava verwerkt was. Een deel van de gestolde lava hier was nog warm en als je een klein beetje naar beneden groef, was het nog erg heet ook. En daar had de gids leuk op ingespeeld door marshmallows mee te nemen! Dus stonden we op een gegeven moment allemaal met een stokje onze marshmallows te verwarmen tussen het gesteente door. Heerlijk! De rest van de afdaling verliep zonnig en voorspoedig. Vermoeid gingen we met de bus weer terug naar Antigua, waar iedereen ook nog een tijdje wilde bijkomen. Maar eerst brachten we snel nog ons wasgoed naar de wasserette, in de hoop dat alles aan het eind van de dag nog klaar kon zijn. Later in de middag wilden Elmer en ik de rest van de stad nog bekijken, maar helaas zat het weer niet echt mee. Bewapend met een poncho liepen we door de stromende regen door het centrum heen. We zagen twee ruïnes van kerken van buiten, maar konden hier niet meer in omdat sluitingstijd al gepasseerd was. Terwijl de plassen op de straten steeds groter werden, liepen we via een nog steeds geopende markt (waarbij alles bedekt was met plastic) terug. De was bleek niet op tijd klaar te zijn, maar alles zou later op de avond wel naar het hotel gebracht worden. Ondertussen gingen we met de gehele groep dan maar dineren in hetzelfde restaurant van gisteren, waar het Guatemalteekse eten nog steeds heerlijk was. En ook hier deden taco's en nacho's prima dienst als voorgerecht. We sloten deze voor nu even laatste avond in Guatemala af met een drankje ergens anders. Morgen komt er namelijk een kort uitstapje naar buurland Honduras, om donderdag dan weer terug te keren naar Guatemala.

Panajachel

Dag 8: De eerste grensovergang
Vrijdag 17 oktober 2014
Het was heel erg vroeg toen de wekker ging en we een bus instapten. De reden om om 5 uur al te vertrekken was de lange rit naar Guatemala, waarbij slecht weer en drukte de reis nog verder zouden kunnen vertragen. Tijdens de eerste twee uur door het donker lag iedereen slaperig op z'n stoel. Bij een wegrestaurant werd het personeel opgeschrikt door onze grote groep, waardoor ze net voor officiële openingstijd al heen en weer aan het rennen waren om ons van een ontbijtje te voorzien. Via wegen door de bergen, met aardig wat drempels in de bewoonde gebieden, kwamen we later in de ochtend bij de grens van Mexico en Guatemala. Hier lag een klein en rommelig grensplaatsje, met lelijke vervallen gebouwtjes en kleine winkeltjes met levensmiddelen. Het aanvragen van de exit-stempel gebeurde door Bernardo best vlot, wellicht ook vanwege het omkopen van een ambtenaar om ons voorrang te geven. Terwijl onze bagage op een pick-uptruck werd afgevoerd, staken wij lopend de grens over. Guatemala kon ik daarbij afstrepen als land nummer 40. Door de volle zon liepen we langs vele tentjes een behoorlijk eind. Het leek erop alsof gefrituurde kip met patat hier erg populair was, want het werd overal verkocht. Nadat we een pinautomaat volledig hadden leeggeplunderd (de Guatemalteekse quetzal is met koers 10:1 makkelijker te snappen dan de Mexicaanse peso met 17:1), liepen we naar onze mooie en ruime bus, welke we voor anderhalve week tot Belize zullen behouden, evenals chauffeur Antonio. Het was nu nog een behoorlijk stuk doorrijden naar Panajachel, een plaatsje aan het Lago de Atitlán (een meer). Onderweg viel het ons op dat het landschap van Guatemala met al z'n groene bergen veel mooier was dan Mexico, en dat de lokale bevolking hier armer was. Volwassenen, kinderen en honden hingen langs de kant van de weg, naast eenvoudige (soms onvoltooide) houten of stenen huisjes. Vrouwen hadden vaker traditionele kleding aan en op straat reden opvallend veel kleurrijke bussen die me sterk deden denken aan die uit de Filipijnen. Na enkele uren maakten we een stop bij een klein stadje, waar het op de weg een drukte van jewelste was met deze bussen en andere voertuigen. Ook was de lokale bevolking veel op de been, soms met mandjes met kippen en hanen op hun hoofd. De aanwezigheid van een Chinees tentje te midden van alle lokale eettentjes (vaak met kip) verbaasde me nogal. Na weer een tijdje rijden bereikte we het Lago de Atitlán, waarover we vanaf hoger in de bergen een mooi uitzicht hadden. De lucht bevatte meerdere wolken, waardoor de vulkanen rond het meer enigszins mysterieus bleven. Beneden lag Panajachel, een dorpje aan het water dat qua winkeltjes en restaurantjes behoorlijk toeristisch leek te zijn. Opnieuw waren we blij dat we in een iets rustiger jaargetijde waren gegaan. Vanwege de omvang van de bus moesten we het laatste stukje naar het hotel lopen, waar we een gedeelde open balustrade voor de deur hadden (met stoelen), met daarvoor weer een grasveld. Ook hier beschikten ze weer over warm water en draadloos internet, twee toch wel fijne elementen van een hotel. Dat laatste was ook erg handig omdat we zodoende ook al telefoonfoto's via Whatsapp naar elkaar konden sturen, of elkaar makkelijker op de hoogte konden houden van afspraken. We gingen iets later met zo'n beetje de hele groep met onze poncho's en paraplu's langs de regenplassen op zoek naar een eettentje. Deze vonden we, waarna we weer lekker en gezellig konden gaan eten. En daar weer na was iedereen best wel moe vanwege de lange dag, waardoor het zeker niet heel laat was geworden.


Dag 9: Varen en pesten
Zaterdag 18 oktober 2014
Panajachel ligt aan een groot meer waaromheen nog enkele dorpjes liggen. Dat was dus een perfecte reden om de omgeving per boot te verkennen. Na een uitgebreid gezamenlijk ontbijt liepen we met een lekker zonnetje naar de kade om in een boot te stappen. Op het water was het heerlijk verfrissend. Veel bootjes zagen we niet, maar wel enkele inactieve vulkanen die rond het meer lagen. We voeren naar de andere kant van het meer, waar we aanlegden bij een kleine steiger om daar vervolgens veel selfies en foto's van elkaar te maken. In de tussentijd was Bernardo bij de lokale visser voor iedereen een vis gaan regelen. Het idee was namelijk geopperd om in de avond met z'n allen te gaan barbecueën. Met een koelbox vol vis voeren we weer een stuk verder, om aan te meren bij het dorpje Santiago Atitlán. De lokale bevolking stond ons hier op de steiger al op te wachten met allerlei souvenirs. Ook het dorpje zelf stond volgebouwd met toeristenkraampjes waar ze schilderijtjes, maskertjes, beeldjes, sieraden en meer verkochten. We liepen door enkele smalle straatjes waar ook vele tuktuks en bussen doorheen reden en kwamen uit bij het centrale plein, dat beduidend minder toeristisch was en toegespitst was op de lokale bevolking. Mensen hingen hier een beetje rond of kwamen voor de groente en fruit die door oude vrouwtjes op de grond was uitgestald. Ook luisterden enkele mensen naar een verkoper die tevens een demonstratie van een of ander product gaf. Het was zodoende een drukke zaterdagochtend. Terwijl Bernardo met enkele personen inkopen voor de barbecue ging doen, maakte ik verscheidene foto's en bezocht ik het plaatselijke kerkje, dat eigenlijk niet zo heel bijzonder was. Ook keken we nog een tijdje naar een groep mannen die in een unieke vorm van teamverband een podium aan het opbouwen waren. Terug in de boot voeren we weer een andere kant op, om nu aan te leggen bij een plek met textielzaakjes. In het water zagen we enkele ondergelopen huisjes staan en iemand met een speer snorkelen. We vroegen ons af waarom. Van een vrouwtje kregen we te horen en zien hoe katoen met natuurlijke ingrediënten (o.a. planten en insecten) geverfd werd, om vervolgens gesponnen te worden en in een weefgetouw tot sjaaltjes met unieke patroontjes geweven te worden. We werden hier vervolgens opgehaald door twee pick-ups, waar we achterop in de bak mochten gaan staan. Met een frisse wind in onze gezichten reden we zo een stuk verder, langs allerlei kleine simpele huisjes en veldjes met gewassen. We kwamen weer bij het water, waarbij er op een steiger een lunch voor ons klaarstond. Aan de hand van diverse ingrediënten mochten we onze eigen hamburger samenstellen. Dat het hout op deze steiger niet heel stevig meer was, bleek wel uit het feit dat iemand gedeeltelijk door de steiger zakte. Gelukkig liep alles met een sisser af. Na deze smakelijke intermezzo was het alweer tijd om terug te keren. Voor het eerst deze vakantie hadden we een namiddag en een avond zonder een heel specifiek programma. Dat was voor de verandering ook wel erg fijn. Het enige dat dan weer jammer was, was dat het regende en we niet veel konden doen. Maar desondanks hebben we ons allemaal prima vermaakt met het lezen van boekjes, het luisteren naar muziek of het spelen van vele spelletjes. Vooral pesten bleek erg in trek te zijn bij de meesten, maar ook hebben we erg veel lol gehad met diverse rondes Wie Ben Ik. In de avond was het ook een gezellige boel. Iedereen droeg bij aan de gezamenlijke barbecue, die we vanwege de regen in de ontbijtzaal konden houden. De groente werd gesneden, de visjes werden gekruid, de visjes werden op de barbecue gegooid, de tafel werd gedekt, de muziek schalde uit de speakers, de drankjes werden bereid en vervolgens werd er heerlijk gegeten. Er was gezelligheid alom.

San Cristóbal de las Casas

Dag 5: Weer een dag in de bus
Dinsdag 14 oktober 2014
Het was opnieuw een dag die we voornamelijk hebben doorgebracht in de bus. We konden iets later opstaan dan eerder deze reis, wat ons tevens de gelegenheid gaf om even langs de supermarkt te gaan om ontbijt, lunch en snacks in te slaan. Om 9 uur vertrokken we met taxi's naar het busstation dat nog geen kilometer weg lag, om daar vervolgens te wachten op de vertraagde bus. De reis naar de stad San Cristóbal de las Casas zou zo'n 5 à 6 uur duren, maar vanwege demonstraties op de weg was de chauffeur genoodzaakt een andere, langere route te kiezen. Gedurende de rit werden er talloze films gedraaid, maar niemand van ons die daar de aandacht aan schonk. Zelf meegebracht entertainment was populairder. De route ging opnieuw door een groen landschap, dat later ook vaker door de bergen liep. Vaak was het nodig om trage trucks in te halen. Op momenten dat de chauffeur harder reed dan 90 km/u ging er een piepje af; aan de ene kant een goed teken, maar aan de andere kant ook wel erg irritant. Een stop hadden we slechts eenmaal bij een klein tentje waar men tevens schildpadden en een kleine krokodil in een stenen hok hield. Vanwege de omweg kwamen we veel later in de middag aan dan gedacht. Het mooie weer van de afgelopen dagen was totaal omgeslagen: het was hier koud en nat. In de miezerregen wachtten we op taxi's, die ons uiteindelijk naar de binnenstad van San Cristóbal brachten, een middelgrote stad met vele Spaanse invloeden. Het deed mij sterk denken aan Cuzco in Peru. De taxi's mochten het straatje van het hotel niet in en door de stromende regen renden we naar het hotel toe. Niet veel later, toen de regen gelukkig al voorbij was, gingen we met de groep naar buiten om koffie te drinken of te eten. Omdat niemand echt wist wat nou het idee was, splitste de groep zich op om te doen wat iedereen zelf wilde. Zelf liep ik met enkelen door het straatje van het hotel, dat vele restaurantjes en souvenirwinkeltjes had. Het was duidelijk een stad voor toeristen. Dit bleek ook uit een traditioneel optreden van enkele personen die geheel gekleed waren in een Maya-outfit. We gingen vervolgens een tent binnen voor een avondmaal. Op de binnenplaats werd door drie personen muziek gemaakt. De pizza's die hier geserveerd werden waren van goede kwaliteit en hadden tevens een behoorlijk formaat, waardoor iedereen moeite had om alles op te krijgen. De cocktails gingen er echter wel zonder problemen in. Toen we later op de avond terugkeerden naar het hotel, kwamen we bij toeval Bernardo tegen, die vroeg of we nog zin hadden om bij een populaire tent, La Revolución, naar de live salsamuziek te luisteren. We gingen hier op in en hadden daar uiteindelijk een gezellige avond, ondanks dat we niet heel erg lang bleven omdat we best wel moe waren en morgen een nieuwe excursie voor de boeg hadden.


Dag 6: In de canyon
Woensdag 15 oktober 2014
Het hotel serveerde geen ontbijt, maar gelukkig was er om de hoek van het hotel wel een bakker die heerlijke verse broodjes had bereid. Samen met een vruchtensapje uit de supermarkt was dat een prima alternatief. Om 9 uur stapten we minibusjes in om aan onze excursie te beginnen. Bernardo had gisteren drie mogelijke excursies voorgesteld en na enige tijd hadden we vanwege de weersomstandigheden voor de veilige weg gekozen. In iets meer dan een uur reden we naar de Cañon del Sumidero, een kunstmatige rivier die tussen een kloof is ontstaan nadat er op twee plekken in deze rivier dammen zijn gebouwd. Het weer was met een behaaglijk zonnetje beter dan onze verwachtingen, waardoor we anderhalf uur heerlijk op een open bootje op de rivier hebben kunnen varen. In het begin werd de vaart er door de stuurman goed in gezet, maar toen we eenmaal in de canyon waren kregen we meer de tijd om te genieten van de mooie omgeving. De rotswanden waren op sommige plekken behoorlijk hoog en zo nu en dan zagen we een klein beetje water naar beneden vallen. Bij een inhametje was een beeld geplaatst van Virgin de Guadelupe. De krokodillen waar we op hadden gehoopt lieten zich niet zien, maar wel vlogen er genoeg vogels rond. In een paar bomen zagen we tevens een paar aapjes rondslingeren. Op het water kwamen we slechts een enkel ander toeristenbootje tegen, evenals een boot met lokale mensen die afval uit het water aan het vissen waren (en door onze kapitein voorzien werden van een lunchpakketje). De dam kregen we niet meer te zien vanwege sterke windvlagen verderop. De boottocht was erg geslaagd.
In het nabijgelegen dorp Chiapa de Gorzo konden we gaan lunchen, waarna we de gelegenheid kregen om het centrale plein van dit dorp te bekijken. Alhoewel het bouwwerk dat hier stond leuk was om te zien, was het vele malen interessanter om te kijken naar de lokale bevolking die hier rondhing en rondliep. Met m'n zoomlens probeerde ik ze op de foto te krijgen. Het leven van de mensen hier leek eenvoudig. Na ons bezoek zouden we terugkeren naar San Cristóbal, maar onderweg zou Bernardo nog een verrassing voor ons hebben. Wat dat zou zijn, wisten we niet, dus we bleven nieuwsgierig. Na enkele slingerende wegen bleek de verrassing een uitkijkpunt te zijn over de kloof waar we doorheen waren gevaren. Van bovenaf was het perspectief ook erg fraai. Er volgde nog een tweede uitkijkpunt, maar hier begonnen we al te maken te krijgen met meer bewolking. Bij een derde punt keken we naar een wit gordijn, wat stiekem ook wel weer apart was. Hierna was het tijd om terug te keren naar de stad, een rit die vanwege de drukte op de weg vele malen langer duurde dan we hadden gepland. Opvallend was dat de grote Amerikaanse Walmart hier ook aanwezig was. Terug bij het hotel hadden we iets minder tijd om de stad nog te verkennen, maar desondanks ben ik met een paar personen rond gaan lopen. We kwamen uit bij een kerkje bovenop een heuvel, waar we een aardig uitzicht hadden over een deel van de stad, nu gekleurd door allerlei lampen. Na nog wat geslenter over schuine stoepen kwamen we bij een plein uit waar op dat moment een optreden bezig was van een band. Er bleek de hele week een cultureel festival te zijn. Voor ons waren dat dus enige tijd wat vrolijke klanken. Later op de avond gingen we met de hele groep naar een zaak die Marco (een tweede hulpgids voor zowel onze groep als een andere Shoestring-groep) ons had aangeraden. Hij woonde hier in de stad en kende de eigenaren al een tijdje. De avond die volgde was erg apart en hilarisch. Het kleine zaakje werd alleen voor ons geopend en de personen die hier werkten waren al ladderzat toen we aankwamen. Een van deze gasten wist met veel moeite en op hilarische wijze te vertellen hoe ze hier zo dol waren op mezcal en hoe dit alcoholische drankje werd gemaakt. Het was vergelijkbaar met tequila. Een video ondersteunde zijn uitlegpogingen. Uiteraard was het ook de bedoeling dat wij zouden proeven, waarbij we drie keer een klein glaasje kregen, elk met een variant van deze sterke drank. Net zoals bij whiskey voelde je je keel opwarmen. Maar in dit geval ging er ook zout en citroen aan vooraf en spoelde je het geheel weg met bier. Om niet op een lege maag te drinken konden we tevens taco's eten, die best smaakvol waren. Op de achtergrond stond vrolijke Mexicaanse muziek aan. Het werd hier een gezellige en dolle boel, waarbij de Mexicaanse mannen ook overduidelijk hun salsakunsten aan onze vrouwen wilden tonen. Voor zover ze overeind konden blijven staan dan.


Dag 7: Gras en cola in de kerk
Donderdag 16 oktober 2014
Na een koude nacht en een ontbijtje van de bakker was het in de ochtend weer tijd voor een nieuwe excursie, ditmaal iets korter dan die van gisteren. Op zo'n drie kwartier van San Cristóbal lag in de bergen, tussen al het platteland, het dorpje San Juan Chamula. De inwoners hier hadden hun eigen rechten en hun eigen unieke rituelen, dat een combinatie was van het katholicisme en oude Mayacultuur. Centraal hierin was een witte kerk die we konden bezoeken. Binnenin keken we onze ogen uit, want wat we hier zagen hadden we nog nooit eerder gezien. De doeken die aan het plafond hingen en de beelden van heiligen aan de wanden waren allemaal vrij neutraal, maar wat we op de tegelvloer zagen, verbaasde ons. De hele vloer lag bezaaid met droog lang gras, met hier en daar open plekken waar tientallen kaarsjes in rijtjes en andere formaties waren opgesteld. Kaarsjes stonden gewoon met kaarsvet op de grond geplakt. Mensen zaten op het gras om deze kaarsjes heen en voerden allerlei rituelen uit. Zo zetten sommigen nieuwe kaarsjes neer en waren anderen aan het bidden. Maar nog vaker hadden ze een haan of kip bij zich die ze over de kaarsjes heen lieten zwaaien. Soms waren ze nog levend, soms al dood. Het lot van de nog levende beesten leek ook al wel bestempeld. Maar naast gevogelte werden er ook flesjes Coca Cola ingezegend, de meest populaire drank hier, waarna deze werd opgedronken. Sommigen gebruikten echter de sterke drank posh, die ze daarna zelf dronken, of aan hun kleine kinderen en baby's voerden. Buiten kwamen er nog enkele personen aan lopen om muziek te maken, terwijl een ander weer een vuurpijl afschoot. Het was allemaal een bizar ritueel, dat waarschijnlijk al een voorbereiding was op El Día de los Muertos, de dag van de doden, die wij op 1 november helaas zullen gaan missen. Het was slecht weer, en dus liepen we met onze poncho's en paraplu's nog even door een straat met diverse souvenirkraampjes. Bij een zaakje met handicraft kregen we een glaasje posh te proeven, in de hoop dat iemand dit zou gaan kopen. Slechts één persoon deed dit, waarna hij dit meekreeg in een oud Fantaflesje. Nadat we een stukje door het bergachtige boerenlandschap met eenvoudige huisjes hadden gereden, stopten we bovenop een heuvel bij een begraafplaats, waar over twee weken allerlei familierituelen met de overledenen zullen gaan plaatsvinden. Wij keken nu echter rond bij de vele verschillende graven die kriskras door elkaar lagen en soms voorzien waren van stenen, huisjes of bloemen. Kleurrijk was het allemaal wel.
Terug in San Cristóbal hadden we een vrije middag om de stad te verkennen. Gekleed in m'n poncho ging ik met een kleiner clubje op stap. Onze eerste stop was een restaurantje waar ze een mooie sfeer hadden en heerlijke maaltijden serveerden. De vriendelijke ober probeerde ons zelfs nog uit te leggen hoe alles in het Spaans heette. Door de regen liepen we, langs winkeltjes met Halloweenspullen, naar de grote markt, waar allerlei kraampjes opgesteld waren met groente, fruit, vlees en allerlei huishoudelijke spullen. Illegale dvd's waren hier ook niet ongebruikelijk. Na ons bezoek keerden we terug en bezocht ik zelf nog even de niet heel interessante kerk en enkele souvenirwinkeltjes. Ook was nog aangeraden om inkopen te doen voor morgen, omdat we dan heel lang in de bus zouden zitten voor het vervolg van onze reis naar Guatemala. Voor 's avonds waren er geen bijzondere plannen, dus ging ik met een kleiner comité eerst even ergens wat koffie/thee drinken, waarna we op zoek gingen naar een plek om te eten. Bij toeval stuitten we op Marco, die wel een erg leuk klein tentje kende. Bij No Name Quesadillas werkte een vrouw die hij kende en op een hele speciale wijze lekkere quesadillas maakte. Marco vertelde ons het levensverhaal van deze Lupita, waarna we plaatsnamen aan een tafeltje in het sfeervolle tentje. Hier konden we eerst een keuze maken uit een smaak atole, een warme dikke drank met maïs en pinda, banaan of multivruchten. Het warme aspect was apart, maar erg lekker was het wel. Ook hadden we gedurende het wachten een lekkere snack in de vorm van krokante sprinkhaantjes. Op een zeker moment mochten we bij de keuken langskomen om van diverse bakjes een keuze te maken voor de vulling van onze quesadillas. We konden kiezen uit o.a. haai, zalm, groenten, champignons, pepertjes en pompoen. Deze opgevouwen krokante tortilla's werden even later met kaas naar de tafel gebracht, waarna het smullen geblazen was. Een cactusdrankje (machacado de tuna) maakte het geheel compleet. Het was allemaal erg bijzonder en we waren blij dat we Marco in ons midden hadden. Hierna gingen we wel regelrecht naar bed, want we zouden om maar liefst 5 uur al moeten vertrekken. Mexico zat er voor nu even op, maar we zullen later deze reis weer terugkeren. Guatemala heeft de komende week de eer.

Palenque

Dag 3: Op weg met ADO
Zondag 12 oktober 2014
Het was vandaag een niet bijster bijzondere dag, waarbij we hoofdzakelijk in de bus hebben gezeten. Na een continentaal ontbijt stapten we allemaal in verschillende taxi's om weer terug naar het busstation te worden gebracht. Hier stapten we een luxe toeristenbus in van het bedrijf ADO, samen met enkele lokale mensen. Wat volgde was een lange rit tot het einde van de middag, helemaal tot het dorp Palenque. Onderweg werden diverse films gedraaid, maar vanwege de belabberde kwaliteit van de audio en video hebben we hier allemaal niet echt aandacht aan besteed. Wel gaf de tocht ons de gelegenheid om elkaar beter te leren kennen. De bus reed over relatief goede snelwegen, door groene jungleachtige gebieden, maar op een zeker moment ook langs de kust. Onderweg werden we enkele keren aangehouden door politieagenten en militairen, die onze paspoorten wilden controleren. Halverwege de rit stopten we bij een restaurantje waar we de mogelijkheid hadden om snel te lunchen. Met zo'n grote groep duurde het wel even voordat we allemaal een goedgevulde soep of een quessedilla van een oud vrouwtje opgeschept hadden gekregen. Eenmaal aangekomen in Palenque verbaasden we ons opnieuw over de kwaliteit van dit viersterrenhotel, iets dat je bij Shoestring niet vaak tegenkomt. Tevens had het hotel op de binnenplaats een mooi zwembad, waar we allemaal na het inchecken goed gebruik van hebben gemaakt. Het warme water was heerlijk en de sfeer zat er goed in. Toen Elmer en ik terugkeerden bij de kamer hadden we echter een probleempje, omdat onze sleutel de deur niet meer wilde open krijgen. Bang om het slot of de sleutel te slopen vroegen we om assistentie bij de receptie, waarna er een mannetje werd gestuurd die de deur na vele pogingen hardhandig wist open te krijgen. Terwijl het slot vervolgens uitgebreid werd geïnspecteerd en opnieuw werd geplaatst, maakten wij ons klaar voor het gezamenlijke diner in een restaurant dat op enige afstand van het hotel lag. Nadat een busje ons hier had gedropt, konden we genieten van een band die live Mexicaanse muziek maakte. Het eten smaakte prima en alhoewel het doorfluisterspelletje (Chinese whispers) van Bernardo niet echt wilde lukken, kende hij uiteindelijk wel ieders naam, net als alle anderen. Na het eten werden we allemaal uitgenodigd om voor het podium onze salsakunsten te laten zien, dus probeerde ik weer boven te halen wat ik twee jaar geleden in het vrijwilligershuis in Nepal van iemand had geleerd. Na ons lieten twee vrouwen nog zien hoe goed ze met vuur konden spelen. Het was een geslaagde avond en een leuke manier om een relatief saaie dag af te sluiten.


Dag 4: Tempels in de jungle
Maandag 13 oktober 2014
Na een eenvoudig ontbijtje had Bernardo slecht nieuws voor ons, vertelde hij. Gelukkig bleek het mee te vallen en was de excursie van vandaag slechts 100 pesos duurder. Er waren vandaag twee minibusjes voor ons geregeld, waarmee we drie verschillende plekken zouden aandoen. Na een gemeenschappelijk bezoek aan de supermarkt reden we naar het grote archeologische park waar Palenque bekend om staat. In het oude Mayatijdperk was dit ook een grote stad en restanten daarvan zijn nu nog steeds zichtbaar. Een deel weliswaar, want vele tempels liggen nog steeds verscholen onder de dichte bladeren en takken van het oerwoud hier. Ons bezoek van twee uur was er een met vele hoogtepunten. Het was een geweldige ervaring om als avonturier over het terrein door de jungle te lopen en op vele plekken oude bouwwerken aan te treffen. In tegenstelling tot Chichén Itzá waren hier minder toeristen en was het nu mogelijk om de tempels te beklimmen. Ik moest op vele momenten terugdenken aan mijn tijd in Angkor in Cambodja, maar toch bleef alles me hier enorm fascineren. Om op de toppen van de tempels te komen, moesten we eerst vele hoge traptreden zien te overwinnen, maar dat was zeker de moeite waard. Soms troffen we op muren figuren aan, van de goden en mythische wezens. Hier en daar waren er op de muren nog sporen te vinden van rode en blauwe verf, waardoor we ons echt afvroegen hoe dit er hier vroeger heeft uitgezien. Op andere momenten hadden we een prachtig uitzicht over de omgeving, waarbij we lagere tempels tussen de bomen zagen liggen. Sommige bouwwerken troffen we aan onder een deken van bladeren, takken en wortels. Een enkele tempel mochten we ook in, en we zagen hierin enkele grafruimtes. Ook vandaag was het hartstikke warm, dus het waren twee slopende uren. Maar wel was het onvergetelijk. Nadat alle opgesplitste groepjes netjes op tijd weer bij elkaar waren gekomen, vervolgden we onze tocht lopend over trappen door de jungle naar een waterval. Alhoewel deze mooi was, bleek deze te verbleken bij de watervallen die we 's middags te zien kregen. We stapten de busjes weer in en reden in een half uurtje naar Misol Ha, een grote en indrukwekkende waterval van 35 meter hoog. Vele liters water vielen hier naar beneden, maar wat nog specialer was, was dat we de mogelijkheid hadden om langs de wand van de rotsen achter- en onderlangs de waterval te lopen voor een uniek perspectief. Dat we hierbij wat opspattend water over ons heen kregen vonden we met dit warme weer helemaal niet zo erg. Een tocht van anderhalf uur leidde ons vervolgens naar de stroomversnellingen van Agua Azul. De koekjes en chips die 's ochtends gezamenlijk waren ingeslagen dienden als snack voordat we op onze bestemming zouden gaan lunchen. Maar uiteindelijk aten we zo veel dat dat laatste niet meer nodig was. De stroomversnellingen zagen er erg indrukwekkend uit. Een erg lange rivier stroomde langs vele plekken waar rotsen in het water lagen, resulterend in tientallen kleine watervalletjes en versnellinkjes. We volgden de rivier opwaarts langs vele toeristenkraampjes (ondanks dat het aantal toeristen relatief laag was) en kwamen uiteindelijk bij een iets rustiger gedeelte waar we de gelegenheid hadden om uitgebreid te gaan zwemmen. Dit was heerlijk om te doen. Ook zwommen we nog avontuurlijk een stuk stroomopwaarts, soms klauterend over de rotsen om verder te komen. Het was vermoeiend maar leuk, en de terugweg was een stuk makkelijker. Laat op de middag gingen we bij de ingang nog lunchen, maar dit bleek uiteindelijk tevens ons vroege diner te worden. Gebakken vis was hier populair. Tijdens het eten werden we wel vaak gestoord door kleine kinderen die met 'hey amigo' voortdurend trosjes kleine banaantjes aan ons probeerden te smeren voor maar 10 pesos, zo'n 60 eurocent. We keerden met een volle maag terug naar Palenque, over een enorm slingerende weg door de bergen, langs kleine simpele huisjes waar de lokale bevolking langs de straat liep of aan het lummelen was. De regen van onderweg was 's avonds gelukkig niet meer aanwezig, waardoor we alsnog een gezellige pool party konden houden om de dag leuk af te sluiten!

Chichén Itzá

Dag 1: Vele vlieguren
Vrijdag 10 oktober 2014
Na een bijzondere reis door Peru en Bolivia in 2013 kon ik het ook dit jaar niet laten om weer een mooie reis te gaan maken. In eerste instantie had ik gekozen voor een trip naar het westen van de Verenigde Staten, maar vanwege een te laag deelnemersaantal bij Shoestring besloot ik uiteindelijk de Maya-route te nemen, een reis die me zou voeren door Mexico, Guatemala, Honduras en Belize. Oude Maya-steden staan hierbij centraal, maar ook zal er tijdens deze reis van 23 dagen genoeg ruimte zijn voor de lokale cultuur, de mooie natuur, klassieke steden en tropische stranden. Voorafgaand aan de reis was er onder de maar liefst 21 deelnemers al enig contact op het forum van Shoestring, waardoor ik al enige namen kende en we op Schiphol al met elkaar konden afspreken. Het bleek uiteindelijk een groepje van acht personen te worden, omdat de rest andere vluchten toegewezen had gekregen. Nadat ik iets na negen uur 's ochtends had ingecheckt, zwaaide er al iemand naar me bij de Starbucks. Ik had geen idee wie het was, maar kwam er al snel achter dat deze Kim mij herkend had. Iets later wist Geffrey ons ook te vinden. Alhoewel we om ons heen bleven kijken, zagen we geen anderen meer verschijnen. Bij de gate maakten we echter kennis met Jurn, Bob, Sarah, Ellen en Rianne. Allemaal reisden ze alleen en met een gemiddelde leeftijd van 29 vertoonde de groep (met uiteindelijk 9 mannen en 12 vrouwen) al enkele overeenkomsten. Net als vorig jaar vlogen we met Air Europa via Madrid. De verwachtingen van het vliegtuig waren bij mij dus al laag. Met wat vertraging landden we in Madrid, waarbij we stevig doorstapten om onze overstap te halen. De tweede vlucht om 15.10 bleek echter ook drie kwartier vertraging te hebben, dus kregen we nog genoeg de tijd om elkaar al een beetje te leren kennen. De rest zouden we in Mexico wel gaan zien. De vlucht naar Cancun, in het zuidelijke Yucatan-gedeelte van Mexico, was met zo'n 11 uur behoorlijk lang. Echt veel vermaak was er niet in het vliegtuig, behalve een film die halverwege op enkele schermen werd aangezet, na veel gehannes met het geluid. Zo nu en dan kregen we iets te eten en drinken. Het uitzicht was niet heel spannend, want we vlogen alleen maar over de Atlantische Oceaan. We vlogen nog wel precies boven Miami, maar daar kon ik helaas niets van zien. Alleen tegen het eind, toen het ook bij ons eindelijk donker was geworden (er is een tijdverschil van 7 uur), kon ik de lampjes van Cuba zien, en enkele flinke bliksemschichten in de wolken boven het eiland. Nadat we eindelijk waren gearriveerd maakten we bij de bagageband meteen kennis met Annelies en Lianne, waarna we buiten werden begroet door onze gids Bernardo. Het was behoorlijk klam en we vreesden al voor het ergste de komende dagen. Een bus stond al op ons te wachten, evenals nog eens acht groepsleden die met een eerdere vlucht via Houston waren gekomen. We probeerden nog meer namen te leren, maar dat viel niet mee vanwege de hoeveelheid en de vermoeidheid. Met de bus was het nog eens een uur of twee rijden naar Vallodolid. Het was voor iedereen een rustige rit, en toen we eenmaal waren gearriveerd en in groepjes in de buurt van het centrale plein (met een typisch Spaanse uitstraling) Mexicaanse pesos hadden gepind, kregen we in ons hotel in tweetallen kamers aangewezen. Het was al tegen middernacht toen ik met Elmer onze kamer betrad en eindelijk kon gaan slapen.

Dag 2: Een van de nieuwe wereldwonderen
Zaterdag 11 oktober 2014
Het zou op deze eerste echte dag meteen al een drukke dag worden. Bij het ontbijtbuffet hoorde ik van vele anderen dat ze ondanks de vermoeidheid ook al rond drieën wakker waren geworden; waarschijnlijk was het een soort jetlag. Ik maakte kennis met Leon, Milan en Jordy en probeerde van alles op het buffet. Deze ochtend hadden we de tijd om met z'n allen een kijkje te nemen bij een zogenaamde 'cenote', een sinkhole, of een groot diep gat dat nu gevuld was met water. Het lag midden in het dorpje en was omgeven door rotsachtige wanden, waarbij het leek alsof er ook nog wel wat grotten zouden kunnen zijn. We hadden de mogelijkheid om rond het water te lopen, erin te duiken en naar de visjes te kijken die rondzwommen. Het was ontzettend warm, dus sommigen doken het water in. We hadden nog wat tijd over voor het eenvoudige dorpje, alvorens we zouden vertrekken. Op het centrale plein bekeken we de lichte en koele kerk, waar we buiten nog even hebben zitten kijken naar de aankomst van familie en vrienden van een bruidspaar. Iedereen had nette lokale kleding aan. Een ijsverkoper en ballonnenverkoopster probeerden hier ook nog een slaatje uit te slaan, maar zonder succes.
Iets over elven moesten we terug zijn bij het hotel, want we zouden met een lokale bus de reis vervolgen. Door een groen landschap dat verder niet heel spannend was, reden we in een uur tijd naar een van de zeven nieuwe wereldwonderen, en tevens een van de best bezochte plekken van Mexico: Chichén Itzá. Iets na lunchtijd kwamen we aan bij dit eeuwenoude Mayacomplex. Hier ontmoetten we tevens de laatste drie groepsleden, die een aansluiting hadden gemist en nu pas waren aangekomen. We werden ook begroet door tientallen souvenirkraampjes, die we gedurende de drie uur daarna ook niet meer konden ontlopen overal. Alhoewel sommigen met een plaatselijke gids door het gebied wilden lopen, ben ik met een klein clubje na een snelle lunch zelf op avontuur gegaan over het grote terrein dat bezaaid lag met restanten van oude tempels van deze Mayastad, die in hoogtijdagen een populatie van zo'n 90.000 heeft gekend. In de felle zon liepen we naar het grote centrale veld waarop het bekendste bouwwerk stond: El Castillo. Deze grote grijze piramide had vier zijden met een trap van 91 treden, welke onderaan eindigde in twee slangenhoofden. Met het platform op de top waren er dus 365 treden, een van de tekenen dat de Maya's hun tijd ver vooruit waren als het neerkwam op de kalender en de tijd. Aangezien het einde van de wereld twee jaar geleden niet heeft plaatsgevonden, konden wij de indrukwekkende piramide bekijken. Aan twee kanten was deze gerestaureerd, de andere twee waren nog in oorspronkelijke en gedeeltelijk verwoeste staat. De piramide beklimmen of betreden mocht vanwege het hoge bezoekersaantal niet meer. Er waren dan ook behoorlijk wat busladingen toeristen aanwezig om deze plek te aanschouwen. Sommigen daarvan lieten zich door hun gids overhalen om te klappen om zodoende de echo vanaf de piramide te kunnen horen. Iets soortgelijks gebeurde in de Great Ball Court, een breed plein met aan weerszijden stenen constructies. Op sommige stenen waren nog steeds de jaguars en vogels te zien die een belangrijke rol speelden in de oude Mayacultuur. We liepen verder langs vele kraampjes waar de lokale bevolking spulletjes verkochten voor één dollar, of jaguargeluiden nadeden om toeristen te laten schrikken. We kwamen weer uit bij een cenote, waar ditmaal niet gezwommen kon worden. Bij het Platform of Skulls zagen we behalve graveringen van schedels ook enkele hagedissen in het zonnetje zitten. We passeerden nog enkele structuren en kwamen uit bij een tempel die omgeven was door maar liefst 1000 pilaren. We hebben ze niet nageteld, maar het waren er wel een hele hoop. Door een door bomen beschut pad liepen we in alle rust achterlangs naar nog meer oude bouwwerken. Huizen zagen we niet, maar wel waren er nog restanten aanwezig van een observatorium, een graftombe van een hoge priester, en een klooster. Het zag er allemaal erg indrukwekkend uit, ondanks dat de hitte het lopen niet heel makkelijk maakte. Nadat we enkele uren hadden doorgebracht op het terrein, verzamelden we ons weer bij de ingang voor een verkoelend drankje. Iets later stapten we voldaan weer in de bus om onze reis voort te zetten. Tijdens de twee uur naar Merida kreeg iedereen weer de kans om elkaar beter te leren kennen.
Merida was een grote stad in deze regio, maar oogde op het eerste gezicht niet bijster interessant. Maar meer dan een avond zouden we hier ook niet gaan doorbrengen. De openbare bus zette ons af bij het busstation, waarna we met veel gepuzzel met al onze bagage in verschillende taxi's stapten om naar het hotel te rijden. Na enige rust verzamelden we om 21 uur met de meeste personen bij de receptie om voor het eerst echt Mexicaans te gaan eten. Bernardo wist wel een leuke tent in de buurt en deze bleek uiteindelijk niet tegen te vallen. Terwijl we op ons eten zaten te wachten en bananenchips naar binnen werkten, kregen we een demonstratie van het bereiden van guacemolesaus. De hoofdgerechten met vlees, aangevuld met verschillende sausjes en tortillachips, waren goed te eten. Later op de avond liepen we nog even naar het centrale plein, waar mensen op deze zaterdagavond rondhingen, genoten van de iets koelere lucht, en de muziek hier en daar. Maar heel levendig was het allemaal niet zo. Vermoeid gingen we daarom weer terug naar het hotel, want een volgende lange dag was aanstaande.