IJsland

IJsland, het land van vuur en ijs. Een land ontstaan door vulkanen, een land gevormd door vulkaanuitbarstingen, aardverschuivingen en overstromingen, een land gespleten door het Amerikaanse en het Euraziatische continent, een land zonder levende wezens tot de komst van de ontdekkingsreizigers, een land met een natuurschoon waar je U tegen zegt, een land vele malen groter dan Nederland, maar een land met nog minder inwoners dan Den Haag. IJsland was het land dat ik in september 2016 voor 14 dagen bezocht. Na een zeer goed bevallen reis naar Jordanië eerder dit jaar had ik voor een reis naar IJsland opnieuw gekozen voor de organisatie Sawadee. Met 19 andere mensen stapte ik op 4 september het vliegtuig in naar Reykjavik, waarvandaan tot en met 17 september een prachtig avontuur volgde. Lange tijd stond IJsland al op mijn lijstje, en deze keer was het dan eindelijk tijd om een bezoek te brengen aan dit bijzondere eiland, dat slechts op drie uur vliegen van Nederland ligt. De paar dagen voor vertrek stond IJsland in de media groots in het nieuws vanwege de verhoogde activiteit van de vulkaan Katla. Deze stond namelijk op het punt om uit te barsten, aangezien deze al vele jaren over tijd was en er enkele aardbevingen in de buurt waren geweest die de herinneringen aan de vulkaan Eyjafjallajökull -probeer dat maar eens correct uit te spreken- weer helemaal terugbrachten, waarbij het Europese vliegverkeer voor zes dagen helemaal plat lag. De uitbarsting bij de Europese persbureaus was echter een stuk groter, want in IJsland keek men al niet meer om voor dit soort meldingen. Gelukkig was er voor ons niets aan de hand, dus konden we onbezorgd de route volgen die van tevoren was gepland. Deze route begon in Reykjavik en volgde de ringweg N1 tegen de klok in, waarbij er tussendoor enkele stops waren ingepland en enkele zijsporen werden betreden.

De groep bestond uit 20 personen en iedereen kon het goed met elkaar vinden. Het was dus erg gezellig met Anton, Roxanne, Anke, Yvonne, Edwin, Deborah, Anneloes, Caroline, Sjaan, Yoni, Renata, Albert, Priscilla, Maaike, Frédérique, Sandra, Mathilde, Dominique en Lydia. We reisden rond in een middelgrote bus met daarachter een aanhangwagen voor onze bagage. Ondanks dat de bus niet al te ruim was, waren de busritten op zich te doen, mede door het feit dat de reisafstanden niet al te groot waren (op de laatste paar dagen na). We werden gedurende onze reis bijgestaan door leider Larus, een vriendelijke man van iets over de 60 die met zijn grijze baard zo een tweede baan zou kunnen krijgen als kerstman (waarvan er overigens 13 verschillende zijn in IJsland). Hij was een rasechte IJslander, had op vele locaties gewoond en wist over heel veel zaken het een en ander te vertellen. Hij noemde zichzelf dan ook een leider, geen gids, want die weten over heel veel zaken iets, maar over geen enkel onderwerp alles tot in de kleinste details. Larus was een rustige man, maar met gevatte en soms gortdroge humor (“I don’t like Radiohead”, nadat de autoradio bijna op zijn hoofd was komen vallen) wist hij ons het grootste deel van de reis uitstekend te leiden. Tot onze teleurstelling was hij (letterlijk) gevlogen op de 10e dag, waarna een andere gids met chauffeur werden ingevlogen. Deze gids Eymundur was helaas zeer teleurstellend en kinderachtig, en niemand kon hem op prijs stellen. We waren blij dat Larus ons wel zo geweldig heeft geleid en de laatste dagen qua programma voornamelijk bestond uit reizen. Bij elke wandeltocht liep Larus met een grote glimlach voorop. Zijn volledige wandeluitrusting bestond uit een water- en winddichte jas en broek, handschoenen, een muts, goede bergschoenen en wandelstokken. Een goede uitrusting is echt het belangrijkste om aan te denken als je naar IJsland gaat, want de weersomstandigheden variëren enorm. Het kan daardoor ’s ochtends warm en zonnig zijn, maar later op de dag ook bar en boos. Zo hebben we op verschillende momenten heerlijk in het warme zonnetje kunnen lopen, maar hebben we de capuchons ook vaak genoeg op gehad. Dat alles waterdicht moet zijn is een pre, want als het waait en regent, dan doet dat het goed ook. En Larus liet zich niet zomaar tegenhouden bij ‘horizontale regen’ tijdens wandelingen over lavavelden. Goede wandelschoenen bleken ook cruciaal te zijn, of anders dan wel de ducttape om ze indien nodig bij elkaar te houden. September bleek een perfecte periode te zijn om naar IJsland af te reizen. De grootste drukte van toeristen is dan net voorbij, maar het weer is over het algemeen nog steeds redelijk. Bij ons was het aantal uren dat het droog was en het regende vrijwel in balans. De temperatuur was redelijk consistent met 11 graden Celsius. De omgevingen in september lieten nog steeds hun groene kleuren zien, maar hier en daar konden we al wel genieten van de prachtige bruinrode herfstkleuren.

IJsland is een land met slechts 350.000 inwoners, maar het aantal toeristen dit jaar wordt al geschat op een kleine 2 miljoen, vele malen meer dan in het verleden, voordat IJsland bij het grote publiek bekend raakte. Dit grote aantal toeristen begint een serieus probleem te worden voor het land; er zijn simpelweg niet genoeg faciliteiten om deze enorme capaciteit aan te kunnen. Twee derde van de inwoners woont in of rond Reykjavik, maar toeristen gaan overal heen, dus overal zie je wandelpaden, hekjes, informatieborden, toiletten, guesthouses en hotels tevoorschijn komen. Daarnaast komt het meeste personeel uit het buitenland, omdat de kleine dorpjes van meestal niet meer dan 100 inwoners hun handen al vol hebben aan het hoeden van hun schapen en geiten of met het vangen van vis.

Overal in het land zie je schapen verspreid door het landschap staan (en soms op de weg), hier en daar zie je boerderijen met mooie IJslandse paarden en vele dorpjes beschikken over een haventje om dagelijks verse vis binnen te halen. Het verklaart meteen waarom elk restaurant in IJsland vis prominent op de kaart heeft staan en de ‘vis van de dag’ bij velen van ons een geliefde keuze was voor het avondmaal. Net als in Nederland wordt er hier vaak gedineerd met aardappels en groenten, maar dan net wat vaker met vis dan met vlees (waarvan lam dan het meest populair is). Uiteraard heb ik ook veel verschillende soorten vis geprobeerd: kabeljauw, forel, schelvis, meerval en zeewolf. En daarnaast ook nog eens vissoepje, fish en chips, gedroogde vis, en een hapje van gefermenteerde haai, een lokale delicatesse waarbij de haai eerst enkele maanden onder de grond wordt gelegd om te rotten zodat de giftige afvalstoffen kunnen verdwijnen, waarna deze met een stinkende ammoniakgeur in kleine blokjes op een bordje wordt geserveerd. Hierbij geldt: niet ruiken, maar meteen eten en wegdrinken met een slokje brandewijn. Wat ook geldt in IJsland: gewoon betalen met je pinpas en niet teveel kijken naar je banksaldo, want alhoewel je het na de financiële crisis in 2008 niet zou verwachten, waren alle prijzen ontzettend hoog, hoger dan in Nederland. Dineren voor onder de 30 euro kwam nauwelijks voor. Ook voor de soep met brood die we vaak bij een wegrestaurantje nuttigden, waren we al gauw 11 euro kwijt. Gelukkig waren deze verschillende soepjes wel erg lekker, zodat we vervolgens weer even vooruit konden! Het ontbijt was bij onze reis inbegrepen en aten we elke ochtend in ons hotel of guesthouse.

Slechts op twee locaties hadden we een hotel en daar waren we allemaal erg blij mee. Bijna overal hebben we namelijk in een guesthouse overnacht, en dat was een ervaring die zoveel leuker was dan het verblijven in een hotel. Soms hadden we een huis voor de gehele groep, waarbij er 1, 2 of 3 personen bij elkaar op de kamer sliepen, en soms waren we verspreid over twee of drie verschillende huisjes. Ondanks dat we hierdoor in de ochtend soms op elkaar moesten wachten bij de badkamer, zorgde het wel voor een veel gezelligere sfeer in de groep vanwege de aanwezigheid van een woonkamer met banken en stoelen (en soms een tv), kasten met spelletjes (alhoewel Trivial Pursuit in het IJslands best lastig is), een keuken waarin eventueel gekookt kon worden, en draadloos internet zodat men elkaar YouTube-filmpjes kon laten zien of elkaar kon uitdagen met Wordfeud. Afgezien van een guesthouse dat nog half in aanbouw was, zag alles er perfect uit. Daarnaast waren de locaties ook hartstikke mooi. Zo zaten we op een boerderij in de middle of nowhere, met uitzicht op weilanden met paarden die bij zonsondergang voorbij kwamen rennen, vulkaan Hekla onheilspellend afwachtend op de achtergrond (we zouden twee uur de tijd hebben voor een eventuele evacuatie). Ook zaten we op een boerderij met een gekke geit. Als een gehoorzame en kwispelende hond rende het beest achter ons aan en wilde hij voortdurend geknuffeld worden (zolang hij niet was afgeleid door het smakelijke gras). Ook volgde hij ons overal, zelfs toen we de omheining uit liepen -hij had ergens een gat gevonden- en het kleine kerkje daar bezochten; we wisten hem er net op tijd uit te trekken. Op twee andere locaties zaten we aan de rand van het dorpje (ondanks dat je elk dorpje sowieso binnen vijf minuten kon uitlopen), zodat we in staat waren om in de avond naar de lucht te staren. In de herfst- en wintermaanden (te beginnen in september) bestond er namelijk een goede kans om het noorderlicht te zien, onder voorwaarde dat het een onbewolkte avond zou zijn en er enige activiteit was in de atmosfeer. En we hebben het geluk gehad om dit prachtige schouwspel twee keer te kunnen bewonderen. Elektromagnetische deeltjes van de zon komen in contact met onze atmosfeer waardoor er een gloed in de lucht verschijnt. De deeltjes dansen heen en weer, wat ervoor zorgt dat deze aurora borealis nooit stilstaat en er op foto’s vaak een golvende beweging te zien is. Het is ontzettend mooi om te zien, maar bedenk wel dat je van een koude kermis thuis kunt komen (en dan heb ik het niet over de kou buiten) als je altijd groenblauwe golven in de lucht verwacht zoals op vele foto’s. Ja, alhoewel dit bij een hele sterke activiteit wel degelijk zo schijnt te kunnen zijn, wordt dit effect voornamelijk veroorzaakt door fotocamera’s die het licht proberen op te vangen. We hebben wel degelijk een groene gloed gezien zo nu en dan, maar bovenal zagen we veel grijs. Om overigens goede foto’s te maken is een statief vereist, want een camera voor 30 seconden stilhouden in de kou is een onmogelijke taak.

Bij het zien van het noorderlicht draaiden al onze fototoestellen overuren, maar ook buiten die momenten om kregen onze camera’s het zwaar te verduren. Continu moesten ze weer hard aan het werk om al het prachtige natuurschoon om ons heen vast te leggen. De ene mooie locatie waren we nog niet voorbij en de andere stond al te springen om ons te verrassen. De geisers in het Thingvellir National Park waren daar een perfect voorbeeld van. Alhoewel de grote Geysir slechts eens in de paar maanden zijn opgeborrelde water omhoog spuit, doet de daarnaast gelegen Strokkur dat pakweg elke vijf minuten. Zonder aankondiging worden vele liters water plotseling meters de lucht in geschoten. Uiteraard was het noodzakelijk om op een afstandje te blijven, want dit water was behoorlijk aan de hete kant! Ook op andere plekken rond de geiser waren verschillende poeltjes met borrelend water te zien en uit diverse openingen in het landschap kwamen wolken van hete stoom. De aanwezigheid van deze geisers is te verklaren door de vulkanische activiteit in het land. IJsland staat vol met vulkanen, welke hebben gezorgd voor het landschap dat IJsland nu heeft. Op vele plekken vind je daarom warmwaterbronnen waar je het water niet wilt aanraken, behalve in de daarvoor aangelegde thermale baden. Deze bronnen zie je van verre al aankomen vanwege de grote wolken witte stoom. Bevind je je dichtbij, dan ruik je deze overduidelijk vanwege de zwavelgeur. IJsland is eigenlijk één grote vulkanische vlakte. Overal waar je maar bent zie je wel actieve of slapende vulkanen, en anders zie je wel restanten van kraters waar vroeger enorme uitbarstingen zijn geweest. En als je geen kraters ziet, dan zie je wel enorme vlaktes met gestolde lava. Tot aan de horizon kunnen deze vlaktes reiken, bestaande uit een onregelmatige structuur en begroeid met allerlei verschillende soorten groene mos en kleine witte, gele en soms rode paddenstoeltjes. Het duurde daarom dan ook niet lang voordat we met een clubje ‘The Mushroom Hunters’ werden genoemd!

Daarnaast bevat IJsland ook de nodige hoeveelheid bergen en heuvels. Wat hierbij meteen opvalt is het gebrek aan bomen. Gedurende de gehele reis hebben we maar een select aantal plaatsen bezocht waar zich bomen bevonden; op de meeste plekken bestond de vegetatie slechts uit mos, gras en struikjes, als het überhaupt aanwezig was. Landmannalaugar was zo’n plek waar we prachtig konden wandelen door de bergen. Voortdurend keken we hier uit over de kleurrijke omgeving. Het grootste voorbeeld van oude kraters en lavavlaktes bevond zich bij Laki, waar we met twee reusachtige 4WD’s over de hobbelige en slingerende (deels onverharde) wegen reden. Om ons heen zagen we alleen maar een desolaat landschap. Het was daarom ook niet vreemd om te horen dat NASA op IJsland meerdere malen heeft geoefend met hun apparatuur. Deels door de regen, deels door harde wind, maar later ook deels door een zwak zonnetje liepen we over rotsachtige paden tussen kraters en kloven. In enkele diepe gaten konden we nog ijs spotten. Ook tv-series hebben IJsland ontdekt, waarvan Game of Thrones het meest recente voorbeeld is. En als je zo over alle bergen van IJsland loopt zie je inderdaad een hoop vergelijkbare omgevingen terug. Ook in Mývatn in het noorden hebben we regenachtige maar mooie wandelingen gemaakt door de omgeving. We kwamen langs het meer, keken uit naar een grijs-zwart landschap van gestolde lava en zagen hier en daar nog poeltjes die aan het borrelen waren. Enkele openingen in de rotsen zouden hier ook prima dienst kunnen doen als pizza-ovens, zo heet waren ze.

Vulkanen en de bergen daaromheen domineerden het landschap. Er zijn echter plekken tussen die bergen waar de zon maar nauwelijks schijnt, en aangezien het in IJsland nooit echt warmer wordt dan 15 graden (maar de temperatuur in de winter vanwege de korte dagen wel vaak rond of onder de 0 hangt), zijn daar nu grote gletsjers te vinden. Vatnajökull is daar de grootste van, en met een grote witte vlek neemt deze een enorm deel van de landkaart van het land in beslag. Door zowel de opwarming van de aarde als de vulkanische activiteit smelten de gletsjers in het land. Dat is bij Jökulsárlón goed te merken. Dit is het grootste gletsjermeer van IJsland, waarin het smeltwater van de Vatnajökull terecht komt. Het overtollige water mondt via een kanaal direct weer in de Noordelijke IJszee uit. Het is echter niet alleen smeltwater dat in dit meer terecht komt; ook enorme stukken ijs drijven erin rond. En als je hier met een boot (of in ons geval een amfibievoertuig) langs vaart, geeft dat een heel bijzonder aanzicht! Je begrijpt meteen waar IJsland zijn naam aan te danken heeft als grote witte en blauwe stukken ijs met allerlei punten, uitsteeksels of holtes vlak langs je heen gaan. Hoe compacter het ijs was, hoe blauwer het was. Het ijs dat hier ronddreef kon al makkelijk duizenden jaren oud zijn. Wie de Bond-film Die Another Day heeft gezien, kent het meer al, aangezien het er speciaal voor bevroren was om James er met een auto overheen te kunnen laten rijden. Vlakbij het meer kregen we ook te zien wat het smelten van een gletsjer met het landschap kan doen, aangezien er in de jaren ‘90 na een vulkaanuitbarsting een enorme kap was gesmolten en dat dat een allesvernietigende overstroming in die regio had veroorzaakt. Een stuk van een volledig verwoeste brug was hier een blijvende herinnering aan, voor zover het uitgestrekte vlakke landschap dat al niet gaf.

Een intiemere ervaring met het ijs hadden we op de Sólheimajökull, een grote gletsjer waar we een wandeling over hebben gemaakt. Gewapend met een ijsbijl en ijzertjes onder onze schoenen liepen we de gletsjer op. Het wit met blauwe ijs was hier vermengd met de zwarte as van eerdere vulkaanuitbarstingen (de Eyjafjallajökull lag niet ver weg), wat een apart palet van kleuren met zich meebracht. Het lopen op ijzertjes was een vreemde gewaarwording, maar het hielp wel degelijk om niet uit te glijden op dit gladde ijs. En uitglijden wilde je ook zeker niet, want er zaten soms diepe spleten en gaten in het ijs. Dit werd twee keer gedemonstreerd door een stuk ijs naar beneden te laten vallen en een paar seconden later pas de klap te horen. Ook konden we op een groot open stuk zelf naar beneden afdalen, wat een bijzonder avontuur tussen de ijsformaties opleverde.

Gletsjers met ijs leveren naast meertjes ook vele rivieren en kleinere stroompjes water op. En dit zorgt in combinatie met de vele bergen op zijn beurt dan weer voor vele watervallen. Langs de wanden van vele bergen zie je wel stroompjes water naar beneden glijden. Soms resulteert dit echter tot majestueuze watervallen, waarvan we er een behoorlijk aantal hebben gezien. We gingen van waterval naar waterval, de een nog grootser, hoger, breder, langer of mooier dan de ander. Bij de een kon je er bijna onder staan, bij een ander kon je er achterlangs lopen. Bij weer een ander kon je via een pad aan de zijkant omhoog klimmen. De ene waterval liet vele liters water tegelijkertijd van grote hoogte vallen, terwijl een andere dat aantal in tienvoud naar beneden liet bulderen over een enorme breedte. De Gulfoss, Seljalandsfoss, Svartifoss, Dettifoss en Godafoss zijn de namen van de grootste, mooiste en bekendste watervallen die we hebben gezien, maar hier bleef het niet bij. Larus op het moment dat we naar een volgende bestemming reden: “And guess what, we’ll make a stop halfway for yet another waterfall!”. Opmerkelijk aan de Svartifoss waren de rotsen die erachter lagen, aangezien dit zeshoekige basaltpilaren waren. Dit speciale verschijnsel zagen we ook enkele keren bij de kust, waarbij de rotsen en de kliffen zich ook zo gevormd hadden. Bij de kust hadden we telkens een prachtig uitzicht over de zee. Soms ging dit gepaard met een vuurtoren die schepen probeerde te behoeden om door de hoge golven op de klippen te lopen. De strandjes van deze kustplaatsen bestonden overigens uit zwarte ronde platte steentjes. Over stenen gesproken: in een klein dorpje maakten we een korte stop om bij een garagehouder naar zijn stenencollectie te kijken. Vele stenen had hij doormidden gezaagd en gepolijst, waardoor prachtige kleurrijke structuren van mineralen zichtbaar werden.

Naast onze aanwezigheid in de natuur waren we zo af en toe ook te vinden in de bewoonde wereld. Reykjavik was met een inwoneraantal van ongeveer twee derde van de totale bevolking de enige echte grote stad. Met zowel de bus als de benenwagen hebben we de mogelijkheid gehad om de stad te verkennen. De compacte schaal zorgde voor een knusse en gezellige sfeer. Er waren enkele straatjes met leuke winkeltjes, restaurantjes en barretjes, een boulevard langs de baai, een haven met allerlei bootjes, het moderne theater Harpa, een fleurig pleintje met het gemeentehuis, een meertje met zwanen en eenden, en de Hallgrímskirkja, de grote kerk met een erg opvallende architectuur. Alhoewel er verder niet heel veel te beleven viel in de stad, was het prima om hier een dagje te vertoeven (maar niet veel langer, vandaar dat ik met enkele anderen op de laatste dag de omgeving heb verkend met een auto die we hadden gehuurd). Akureyri was een andere stad waar we even de tijd kregen om rond te dwalen, maar hier was behalve de haven, een kerkje en een winkelstraatje niet heel veel te beleven, zodat een hapje en drankje (en het spelen van zogenaamde ‘black stories’) in een bistro een beter alternatief was. En dan waren er ook nog de kleine dorpjes Vík, Húsavík en Saudárkrókur waar we in verbleven, stuk voor stuk met niet al te veel huisjes, maar wel met vrolijk gekleurde huisjes en een haventje. In IJsland valt de kleurkeuze van huisjes en andere gebouwen overigens erg op: vaak is een gebouw wit van kleur, met een specifieke rode tint als dak. Maar ook van felgekleurde huizen is men niet vies. De enige noemenswaardige gebouwen in deze dorpjes waren het enige restaurantje, de enige outdoorwinkel en een museumpje met allemaal spullen die van de zolders van jan en alleman leken te komen.

Al met al blijkt dat er bij het beschrijven van IJsland woorden tekort schieten. Ook de talloze foto’s die ik heb geschoten zullen nooit helemaal tot hun recht komen. Een bezoek brengen aan IJsland is de enige manier om het land volledig te beleven. En wat een belevenis zal het dan gaan worden! Ik ben blij dat ik deze belevenis heb mogen meemaken. IJsland is een uniek land. En in combinatie met een gezellige groep heb ik daarom twee geweldige weken gehad. Mocht je IJsland daarom dan ook op je lijstje hebben staan, zou ik zeggen om je ticket zo snel mogelijk te boeken! Ik ga maar weer alvast aan de slag met het volgende item op mijn lijst! Tot dan!

Foto's staan hier!

Reacties

Reacties

anneloes

Hey Jassin,

Mooie beschrijving van een prachtige reis!

Groetjes Anneloes

Teus

heerlijk om te lezen dat jij het ook zo'n mooi land vind, zoveel mooie kleuren groen, ik wil er nog wel een keertje naar toe. Bedankt en veel plezier in je nieuwe HUIS !

Anke

Mooi verhaal Jassin! Dit beschijft onze prachtige reis heel goed!

Groetjes Anke

Renata

Wat een leuk reisverslag! Al lezend beleef ik alles opnieuw! Dank je, Renata :)

mama

Weer volop genoten van je prachtige verhaal

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!