Tokio, deel 1

Dag 27: Naar het land van de rijzende zon
Vrijdag 6 april 2012

Vandaag was m'n laatste dag in de Filippijnen en de eerste van velen in Japan. Bij het ontbijt in het hostel raakte ik vanochtend aan de praat met iemand uit Amerika, wie ik tips kon geven over Thailand, Laos, Cambodja en Vietnam, landen die hij de komende tijd zal gaan bezoeken. Ook hij moest vandaag naar het vliegveld, dus besloten we om een taxi te delen. Rond het middaguur kwam ik opnieuw aan bij Manila's Ninoy Aquino International Airport, waar ik in de lange rij kon gaan staan bij één van de vele incheckbalies. Bestemmingen en vluchtnummers werden eenvoudig met bordjes weergegeven bij elke balie. Na het betalen van een terminal fee van zo'n 10 euro kreeg ik bij de douane een stempeltje in m'n paspoort. Het was in de kleine terminal nu nog even wachten tot 14 uur, waarbij ik de gelegenheid kreeg m'n laatste geld op te maken aan een lunch. Hierna was het tijd om aan boord te gaan van het vliegtuig van Philippine Airlines voor een 3,5 uur durende vlucht naar de hoofdstad van Japan, Tokio.

Ondanks dat de vlucht naar Tokio met een halfuur vertraging pas om 15 uur vertrok, was het een prima vlucht welke snel voorbij leek te gaan. Met enige turbulentie tijdens de landing arriveerden we tegen achten in Tokio. Bij het uitstappen van het vliegtuig maakte ik meteen kennis met het grote temperatuurverschil met de Filipijnen; het was hier een stuk frisser en een jas was zeker noodzakelijk. Ook het overvloed aan Japanse tekst op bordjes en advertenties was erg wennen. Als Nederlander kun je zonder problemen 3 maanden lang in Japan verblijven, dus het passeren van de douane verliep vlot, evenals het oppikken van de bagage. Het viel me meteen op dat vele Japanners hier monddoekjes droegen. Het hostel dat ik had geboekt bevond zich vlakbij station Asakusa, in het oosten van Tokio. Vliegveld Narita ligt echter zo'n 60 km ten oosten van de stad, waardoor een treinrit noodzakelijk is. En ook dat is heel erg wennen, aangezien alle treinstations op overzichtskaartjes van het lijnennetwerk in Japans schrift geschreven staat. Op bordjes bij de diverse sporen stonden gelukkig wel het eindpunt en diverse tussenstations in het Engels vermeld. Toch bleef het voor mij nog een beetje een gok hoe ik bij mijn eindstation moest komen, omdat er ook nog een overstap bij kwam kijken. Bij een verkooppunt kocht ik een treinkaartje, waarna je deze door een automaat moest halen om toegang te krijgen tot de perrons (zoals bij de metro). Stipt op tijd vertrok mijn trein richting de stad, alhoewel deze qua uiterlijk meer op een bovengrondse metro deed lijken. Japanners zijn moderne mensen en dat was meteen te merken aan de personen in de trein. Velen zaten te spelen met hun moderne smartphone, de kleding zag er netjes uit en ook het uiterlijk van iedereen was verzorgd. Daarnaast merkte ik de traditionele beleefdheid van de mensen. Ik had al gemerkt dat als je iets aan een ander wilt geven, je dit doet met twee handen in combinatie met een knikje, maar bij het verlaten van de trein maakten enkelen ook een beleefde buiging naar de collega´s die ze achterlieten. Het was mooi om te zien.

Na een enigszins verwarrende, maar succesvolle overstap kwam ik zo´n anderhalf uur later aan op het juiste station, waarna het boven de grond even zoeken was naar m´n verblijfplaats van deze nacht. Het was fris buiten (iedereen liep met een jas rond) en donker. De wegen rond het station zagen er modern uit, met voetgangers, automobilisten, fietsers, zebrapaden en stoplichten. Hier en daar waren restaurants, bars en hotels zichtbaar. Het was in ieder geval een enorm verschil met Manila en had tot dusver meer weg van New York. Na enig zoekwerk bereikte ik het capsulehotel, een erg aparte uitvinding van de Japanners. Bij binnenkomst moest ik m'n schoenen in een locker plaatsen en deze verruilen voor slippers, waarna me het nummer van een capsule werd toegewezen. Verspreid over meerdere verdiepingen van het hotel bevonden zich diverse kamers met aan weerszijden een groot aantal capsules, twee bovenop elkaar gestapeld. De capsules waren qua lengte net lang genoeg voor de gemiddelde westerling, zo breed dat er net drie personen naast elkaar gepropt konden liggen en zo hoog dat je er met gemak kon zitten. De capsules waren uitgerust met een matras, een kussen, een dekbed, een televisie, een spiegel, een nachtkastje en een scherm om de ingang af te dekken. Ondanks de hoge prijs van bijna 30 euro (wat desondanks zo'n beetje het goedkoopste is wat je hier kunt krijgen; Japan is nou eenmaal een duur land), was het een goed uitziend concept. Het was al laat op de avond, dus haalde ik nog snel iets te eten bij een niet nader te noemen fastfoodrestaurant om de hoek, alvorens naar m'n capsule terug te keren voor m'n nachtrust. Het zal morgen namelijk ongetwijfeld een lange dag worden!

Tip van de dag: houd Filipijnse peso's over voor de terminal fee, of zorg ervoor dat je dollars bij je hebt!

Opvallend feitje: in Japan is het een uur later dan de Filipijnen en doen ze eveneens niet mee met de zomertijd, wat op dit moment een tijdsverschil van 7 uur oplevert.

Dag 28: Een zee van roze
Zaterdag 7 april 2012

Wat een dag, wat een dag. Tot dusver weet Tokio m'n hoge verwachtingen volledig waar te maken! En ik ben er bijna zeker van dat dat de rest van de week ook zo zal blijven. Aangezien ik meerdere dagen in Tokio verblijf en ik in principe aardig wat tijd heb om het meeste van de stad te zien, heb ik na een lange dag gisteren rustig aan gedaan vanochtend. M'n dag begon op de bovenste verdieping van het capsulehotel, waar zich de badkamers bevonden. In de mannelijke badkamer trof ik enkele douches aan met krukjes, een bad en een drietal Japanse mannen in hun blote kont. Zonder schaamte zaten ze te douchen of liepen ze naar buiten om in het lekkere zonnetje op het balkon te drogen. Je had hier tevens een uitzicht over een rivier en de nieuwste aanwinst van de stad, de Tokyo Sky Tree, sinds kort 's werelds hoogste toren. Helaas ben ik anderhalve maand te vroeg om het observatiedek te betreden, omdat de officiële opening van dit 634 meter hoge bouwwerk nog moet komen. Ik zal het daarom moeten doen met de 333 meter hoge Tokyo Tower, maar dat voor later deze week. Ik checkte uit bij het hotel en ging op zoek naar m'n definitieve hostel voor deze week, welke ik gisteren vanwege het late tijdstip niet meer kon betreden. Ondanks dat het niet ver lopen was van het huidige hotel, was het aan de oostkant van de rivier in de rustige wijk Asakusa toch nog eventjes zoeken naar het juiste adres. Eenmaal gevonden mocht ik vanwege het vroege tijdstip -een uur of 11- nog niet inchecken, maar ik kon wel m'n spullen achterlaten en beginnen aan m'n dagtocht door Tokio.

Omdat het weekend was, werd me aangeraden om naar Ueno-kõen te gaan, een park in de aangrenzende wijk in het westen. Het eerste dat me nogal opviel was de aanwezigheid van een drankenautomaat op zo'n beetje elke hoek van de straat. Door hier geld in te werpen kon je een keuze maken tussen diverse drankjes zoals water, ijsthee, vruchtensappen en frisdrank. Het was een geweldige vinding. Via een grote weg liep ik westwaarts, waarna ik enigszins begon te begrijpen waarom Japanners zo dol zijn op Nederland. Alhoewel er hier heel veel dingen anders zijn, merkte ik ook vele overeenkomsten met ons land. Ondanks dat de gebouwen hier hoger waren en de straten breder, straalde het de rust uit die je bij ons hier en daar ook vindt. Voetgangers lopen netjes op de stoep, zebrapaden en stoplichten zijn volop aanwezig, kleine winkeltjes staan verspreid door de straat en auto's rijden rustig rond zonder te toeteren. De moderniteit van deze grote metropool stond in schril contrast met de hoofdstad waar ik gisteren vandaan kwam. Agenten regelden het verkeer bij opengebroken wegen, de hoeveelheid fietsers was opvallend hoog (weliswaar moesten ze op de stoep fietsen) en kleine bussen volgden hun route, welke op bordjes duidelijk stond aangegeven. Het was een lekker zonnige dag, met een temperatuur tussen de 15 en 20 graden, waardoor buiten lopen zeker geen straf was, alhoewel je wel een jas nodig had. De mensen op straat oogden vriendelijk en respectvol, iets waar de Japanners bekend om staan. Het enige wat nog steeds heel erg wennen was, was de hoeveelheid Japanse karakters op alle borden. Ik zal in ieder geval geen tijd besteden aan het leren van dit schrift, aangezien je daar jaren voor nodig hebt.

Na een tijd lopen kwam ik uit bij het grote en drukke Ueno-station. Hier liep ik omheen, waarna ik het grote park bereikte. Hier was ik niet de enige; sterker nog, het was afgeladen van Japanners, met hier en daar westerse toeristen. De reden voor de drukte was uiteraard het weekend, maar ook de tijd van het jaar. De lente, en dan met name april, is naar men zeggen de beste maand om Japan te bezoeken, omdat dan niet alleen de temperatuur aangenaam is, maar ook alle sakura's, of kersenbomen, prachtig in bloei staan. En dat was nu ook het geval. Ontzettend veel bomen waren prachtige roze of wit van de vele bloesem. Het was prachtig om te zien en typisch iets waar je aan denkt aan als je het over Japan hebt. Dit bracht echter ook de lokale bevolking ter been, die met de hele familie genoten van deze zee van roze bloesem en de papieren lantaarntjes die voor de gelegenheid waren opgehangen. Het bleef echter niet bij het bekijken van de bomen (het ‘hanami'), aangezien mensen overal door het park zeiltjes hadden uitgespreid en daar met vrienden, geliefden of familieleden op zaten. Allemaal hadden ze bakjes met eten meegenomen om heerlijk te kunnen picknicken. Daarnaast vermaakten ze zich met speelkaarten, een schaakspel, hun Nintendo's, of met het maken van foto's. Ondanks de drukte heb ik me prima weten te vermaken in het park, omdat er ook nog genoeg andere bezienswaardigheden waren. Zo waren er twee mooie (maar kleine) tempels te vinden (Benten-dõ en Kiyomizu Kannon-do), gemaakt van hout en in typische Japanse architectuur. Mensen kwamen hier om zich met een bakje water te reinigen, de gong te luiden of om te bidden. Een groot meer vol met lotusbloemen, meeuwen, karpers en eenden, omringd door sakura's, was ook het bezoeken waard. Hier bevonden zich ook talloze eetkraampjes met noedels, kip, inktvis, aardappelsnacks, suikerspinnen, ijs, snoep, maïs, worst en nog veel meer. De rijkdom van het land was hier goed zichtbaar aan de prijzen van het eten. Alles wat je kon krijgen had een prijs die varieerde van tussen de 300 tot 600 yen, wat neerkomt op ongeveer 3 tot 6 euro. Vergeleken met de overige Aziatische landen waren dit enorme uitschieters en op sommige fronten was het zelfs duurder dan bij ons.

Ik vervolgde m'n tocht door het park en schuifelde achter de menigte aan. Aan de andere zijde van het park bevonden zich diverse musea. Zo waren er een kunstmuseum en een technologiemuseum, maar ook het oudste en grootste museum van het land, het Tokyo National Museum. Dit museum bezocht ik, waarbij m'n studentenkaart opnieuw goed van pas kwam. Het museum bestond uit meerdere gebouwen, waarbij op dit moment alleen het grote hoofdgebouw open was. Toch bevatte dit over twee verdiepingen een groot aantal zalen met een grote variëteit aan nationale schatten. Informatie was gelukkig grotendeels beschikbaar in het Engels, wat het bezoek net wat toegankelijker maakte. Zonder in al te veel detail te treden, was er min of meer het volgende te zien: papierrollen met geschreven gedichten, rijkelijk beschilderde deuren en panelen, oude zwaarden en samoeraioutfits, gedetailleerde kleding, boeddhistische beelden, keramische vazen en benodigdheden voor de klassieke theeceremonie. Een aardige tijd heb ik door dit museum gedwaald, alvorens deze te verlaten. Achter het museum bevond zich de museumtuin, waar op dat moment enkele lentefestiviteiten aan de gang waren. Zo speelde er een band en stonden elders twee mannen iets te presenteren, maar ik kreeg niet echt goed mee wat ze zeiden. De tuin zelf had een paar klassieke theehuisjes. Nadat ik alles gezien had wat ik wilde zien, liep ik terug richting het station, waar een groep muzikanten vrolijke muziek maakten.

Ondanks dat ik al aardig wat gezien had, was het pas halverwege de middag. Omdat ik niet heel ver de stad in wilde gaan, besloot ik om een bekende wijk in de buurt te verkennen. Ik kocht een kaartje voor de metro -het metronetwerk is hier ontzettend uitgebreid, maar met kleurtjes, lettertjes en cijfertjes toch redelijk goed te snappen- en bevond me iets later twee haltes verder in de wijk Akihabara, tegenwoordig ook wel vaker Akiba genoemd. Dit liet een totaal andere kant van de stad zien, en wel de meest moderne. Japan staat bekend om alle elektronica, moderne snufjes, manga (strips) en anime (tekenfilms), en dit alles was hier in overvloed te vinden. Ik stapte een groot warenhuis binnen (Yodobashi Akiba) en m'n mond viel bijna open van wat ik hier op 9 verdiepingen tegenkwam. Het was net Mediamarkt XXXL, maar dan nog grootser en op z'n Japans. Camera's, tablets, laptops, hardware, stofzuigers, magnetrons, lampen en meer waren hier in alle soorten en maten te verkrijgen. Daarnaast waren er ook hele afdelingen aangewezen voor de nieuwste games, waaronder enkele typische Japanse games die bij ons nooit worden uitgebracht. Een andere favoriete bezigheid van Japanners is het in elkaar zetten van modelbouwpoppetjes, meestal in de vorm van robots. Maar behalve deze bouwpakketten zijn er ook talloze andere poppetjes van series of games te vinden. Een andere winkel was volledig gefocust op manga en anime. Kasten en planken stonden vol met stripboeken in pocketformaat en dvd's van allerlei verschillende series. Manga en anime zijn ondanks hun getekende vorm, in tegenstelling tot het westen, ontzettend populair bij alle leeftijdsgroepen onder de bevolking, alhoewel de grootste doelgroep de Japanse man is tussen 20 en 40. Dit was tevens te merken aan de kaften van de mangapockets, waarop vrolijke Japanse meisjes in soms net wat te krappe outfits afgebeeld stonden. Ik liep nog enkele van dit soort zaken binnen, waar ik meer en meer van het bovenstaande tegenkwam. Daarnaast was er nog een grote zaak van Sega, met over verschillende verdiepingen een grote hoeveelheid arcadekasten, waarop de jeugd uitbundig en soms zeer intensief speelde. Naast de games waren hier ook grijpmachines te vinden waarbij je de meest schattige knuffels kon winnen. Ook had je apparaten vergelijkbaar met een kauwgomballenautomaat waaruit je verzamelkaarten of poppetjes kon draaien.

Het was overal een drukke en levendige bedoeling. Buiten in de straten waren de gebouwen allemaal kleurrijk verlicht -het was al donker geworden- en gaven neonlampen de namen van de verschillende zaken aan. Ook waren er diverse eenvoudige etenstentjes te vinden. Aangezien de meeste restaurants zeer duur zijn, waren deze simpele tentjes een mooi alternatief. In een tentje nam ik plaats aan een tafel, waarna ik vanaf een menu met plaatjes een keuze kon maken (alhoewel ik dat buiten ook had kunnen doen aan de hand van allemaal plastic gerechten in het raam). Met een druk op de knop kon ik een ober naar me toe halen om m'n bestelling door te geven. Een glas water kreeg je standaard. De meest standaard maaltijd die je hier kunt krijgen, een kom met noedelsoep, wat groente en stukjes vlees, wist ik zonder problemen op te slurpen. Ja, slurpen, want dat is hier heel normaal en zelfs een teken van beleefdheid, om aan te geven dat je geniet van de maaltijd. Al redelijk vroeg op de avond keerde ik met de metro terug naar het hostel, aangezien ik een lange dag had gehad en niet al m'n energie in één dag wilde verspillen. Bij het hostel checkte ik officieel in, waarbij ik een bed toegewezen kreeg in een dorm. Het was geen capsule, maar ook geen stapelbed. In plaats daarvan had iedereen zijn eigen houten bedstee, waar een matras in lag, beddengoed, een lampje en een stopcontact. En aangezien er genoeg ruimte was, zal ik geen probleem hebben om hier de komende week in te verblijven. Na een mooie dag in Tokio kan ik al niet wachten op de volgende!

Tip van de dag: geef je oren en ogen zeer goed de kost in Tokio, want er valt een hele hoop te zien en te doen!

Opvallend feitje: in Japan verloopt alles andersom: auto's rijden aan de linkerkant van de weg, voetgangers lopen links, een kraan gaat open door deze naar beneden te duwen en dicht door deze naar boven te trekken, boeken en tijdschriften beginnen aan de ‘achterkant' en tekst loopt van boven naar beneden.

Dag 29: Tokio is modern, hip en traditioneel
Zondag 8 april 2012

Ook vandaag was het een lange, maar bijzondere dag in de hoofdstad van Japan. Vanochtend stond ik rustig op, waarna ik het ontbijtje at dat ik gisteren bij de supermarkt had gehaald. Opnieuw was het een mooie en zonnige dag, dus perfect om een hoop te ondernemen. Via een brug over het water liep ik richting het Asakusa-station, waarachter zich een belangrijke bezienswaardigheid van de stad bevond. Langs joggers en mensen die op een kar werden voortgetrokken door een andere persoon, naderde ik een grote rode poort, welke beschikte over twee beelden en een grote rode lampion in het midden. Hierachter bevond zich een lange weg richting de oudste tempel van de stad, de Senso-ji. De weg was aan beide zijden begrenst door een enorme sliert van souvenirstalletjes en eetkraampjes, welke goed bezocht werden door de enorme hoeveelheid mensen die zich hier bevond. Schuifelend kwam ik dichterbij de tempel, waarbij ik tijd genoeg had om alle sleutelhangers, magneetjes, ansichtkaarten, koekjes en chocolaatjes te bekijken. Ik passeerde verder nog een andere kleine tempel en een grote rode pagode van vijf verdiepingen, welke helaas niet toegankelijk was voor toeristen. De grote en mooie Senso-ji tempel was gelukkig wel toegankelijk, alhoewel dat slechts deels was. Voor de tempel had je weer de gelegenheid om je te reinigen met water, maar ook werden er rituelen uitgevoerd bij een rokende bak. De tempel zelf had twee ruimtes, waarbij de eerste ruimte redelijk leeg was (afgezien van de drommen toeristen), maar wel voorzien was van een mooi geschilderd plafond en een grote bak waar je geld in kon gooien en kon bidden. De ruimte erachter, rijkelijk versierd met beelden, was alleen toegankelijk voor de boeddhisten die serieus wilden bidden. Wellicht waren dat er vandaag iets meer, aangezien het Buddha Day was (aan Pasen doen ze hier niet). Naast de tempel stonden nog enkele gebouwtjes te midden van enkele bomen, waarvan er enkele in bloei stonden. Terug door de menigte liep ik naar het metrostation.

Mijn Lonely Planet had aangegeven dat zondag een ideale dag is om naar de Tokyo City Dome te gaan, het grote ronde stadium van de Yomiuri Giants, Japans meest favoriete honkbalteam. Ondanks dat je het misschien niet zou verwachten, is honkbal de meest favoriete sport van het land. Honkbal was echter niet de reden om hier naartoe te gaan, maar de vele personen die zich hier als cosplayers (mensen die zich verkleden als hun favoriete anime-, manga-, of gamekarakter) zouden verzamelen. Eerst moest ik dus een stuk met de metro, waarbij ik bij m'n overstap een fout maakte. Hier in Tokio lopen 13 verschillende metrolijnen, welke eigendom zijn van twee verschillende bedrijven, verschillende tarieven hanteren, maar wel stations delen om een overstap mogelijk te maken. Dit heeft echter tot gevolg dat als je een kaartje koopt voor een bepaalde bestemming, je niet zomaar kunt overstappen op een lijn van het andere bedrijf. Die fout maakte ik dus, waarna ik niet door het poortje mocht bij het overstapstation, van een medewerker een stempel kreeg en later bij mijn eindstation geld bij moest leggen. Eenmaal aangekomen bij Tokyo City Dome kwam ik erachter dat de cosplayers vandaag niet aanwezig waren. Wel hadden zich vele andere mensen verzameld rond het stadion, en wel allemaal meiden tussen de 15 en 30. Aangezien ze allemaal in rijen bij de gates stonden en sommigen afbeeldingen van één of andere gast bij zich hadden, had ik het vermoeden dat er een optreden van een bekende Japanse zanger zou gaan plaatsvinden. Maar er was meer te doen op dit terrein. Behalve eettentjes en winkeltjes waarin ze basketbalspullen verkochten, was er een geheel winkelcentrum naast het stadion te vinden, waarvan de buitenkant het meest opviel. Een enorme achtbaan wikkelde zich rond de bovenkant van het complex, ging er zelfs doorheen, maar leek vandaag helaas niet open te zijn. Hetzelfde gold voor het reuzenrad. De wildwaterbaan en draaimolen waren daarentegen wel geopend. Alhoewel duizenden zich hadden verzameld voor het concert in het stadion, stond er voor 13 uur naast het winkelcentrum nog een ander optreden gepland. Ter promotie van hun nieuwe, derde single, kwam de meidengroep Fairies (wie kent ze niet?) speciaal hun gehele repertoire zingen, waarbij de zeven jonge meiden enthousiast op het podium stonden te dansen. Het was een uitbundig en kleurrijk optreden met vrolijke Japanse popmuziek, met hier en daar een woordje Engels in de tekst. Het viel me nu ook goed op hoe hip, rijk, modieus en modern de Japanse bevolking hier is. Vele personen hadden hun haar geverfd, hadden eigentijdse kapsels en erg stijlvolle kleding. Maar dan wel typisch Japans, aangezien je de stijl niet zo snel bij ons tegenkomt. Jongens dragen hier vaak blouses of zakelijke pakken, terwijl de meiden vaak luxe schoenen dragen, een korte rok en een hip truitje of juist een net jasje.

Met de metro ging ik naar het westelijke gedeelte van Tokio, naar de wijk Harajuku. Hier bevond zich onder andere Yoyogi-kõen, een groot stadspark. Net als in het park gisteren was het hier een drukte van jewelste. Honderden mensen hadden zich verzameld om op kleedjes te genieten van het mooie weer en hun meegebrachte eten. Iedereen was enthousiast en vrolijk. Kinderen speelden met een bal of bliezen bellen, jongeren dansten op muziek, mensen gooiden over met een frisbee, ouderen lazen de krant en enkelen waren opvallend verkleed. Ook liepen er genoeg westerse toeristen rond, tenzij het westerlingen waren die zich hier gevestigd hadden vanwege werk of studie. Opvallen als westerling doe je hier in ieder geval niet, aangezien er overal genoeg rondlopen. Nagekeken wordt je dus zeker niet. Aan de zijkant van het park was ik nog getuige van een groep artiesten die in de periode van de rock & roll was blijven hangen. Aangrenzend aan dit park bevond zich een ander park, alhoewel dit eerder een bosrijke omgeving was met enkele brede paden. Nadat ik door een ‘torii' was gelopen, een poort, een stuk over het pad had gewandeld en onder een andere torii was doorgelopen, kwam ik uit bij de Meiji-Jingù, één van Japans mooiste religieuze bouwwerken. Deze tempel had een binnenplein met een paar boompjes en enkele rekken waar je wensen in kon hangen. De tempel zelf mocht ik niet betreden, maar ik kon wel een blik naar binnen werpen om te zien hoe boeddhisten aan het bidden waren en donaties maakten. Verder had je hier de mogelijkheid om je geluk te beproeven door met stokjes te schudden en te wachten totdat er eentje uit zou vallen. Het nummer op een stokje correspondeerde met een bepaalde voorspelling. Eenzelfde ritueel ben ik op mijn vorige reis door Azië ook al vaker tegengekomen. Ik had het geluk kort getuige te zijn van een trouwceremonie. Vanuit een of ander vertrek kwam een stoet mensen de binnenplaats oversteken, waarbij de bruidsmeisjes -of wat het ook waren- een roze kimono droegen en het bruidspaar ook prachtige traditionele kleding droeg, en afgeschermd werden van de zon door een mooie paraplu. De mensen achter hen hadden normale nette kleding; de priester voor het gezelschap was dan weer heel traditioneel gekleed. Op de weg terug kwam ik nog enkele vrouwen tegen die hier in speciale Japanse kledij waren gekomen.

Na deze historische plek kwam ik uit bij een zeer moderne straat van Tokio, welke in de Lonely Planet ook wel de Champs-Elysées van Tokio wordt genoemd. De Omote-sandõ had daar inderdaad veel van weg, aangezien beide zijden van de straat volgepakt stonden met designerwinkels van luxe en dure merken, zoals Louis Vuitton of Prada. De mensen die hier rondlopen waren ook allemaal net wat deftiger gekleed. Het volgende winkelparadijs kwam ik twee metrohaltes verder tegen in de wijk Shinjuku. In plaats van dure winkels stonden hier allerlei grote warenhuizen en kleinere winkels met verschillende artikelen voor de doorsnee bewoner. Het was een drukke bedoeling, maar nu het donker was geworden, wel een indrukwekkend gezicht met alle neonlichten en verlichte borden overal. In de kelder van één van de warenhuizen (Isetan) was een gigantische voedselafdeling, waar je bij allerlei balies met vitrines eten kon kopen. Het varieerde van gefrituurde garnalen en kip tot koekjes en cakejes, en van noedels en vleeshapjes tot chocolaatjes en sushi. Alles was redelijk geprijsd, maar toch wist ik voor nog geen 540 yen een ‘bento' (bakje) met negen stukjes sushi te scoren, waarbij er een paar verschillende soorten in zaten (met onder andere maki-zushi en inari-zushi). Opeten kon hier echter niet, dus kon ik het in een zakje meekrijgen. Ik begon aan een lange tocht terug naar het hostel, waar ik uiteindelijk smulde van de overheerlijke sushi. Dat smaakte naar meer! Gelukkig zal ik nog vele dagen in Japan verblijven, waardoor ik nog genoeg mogelijkheden hiervoor heb. Eerst was het tijd om bij te komen van een lange en vermoeiende dag.

Tip van de dag: pin genoeg geld als je de kans krijgt, aangezien je niet op elke hoek van de straat een geldautomaat tegenkomt en niet elke automaat onze bankpassen accepteert. Extra tip van de dag: als je in een bomvol park naar het toilet moet, ga dan een half uur van tevoren in de megalange rij staan!

Opvallend feitje: Japanners zijn nette mensen; buiten is het overal schoon en mensen nemen hun afval netjes mee, of gooien het in de afvalbak indien deze aanwezig is.

Dag 30: Tokio vanaf grote hoogte
Maandag 9 april 2012

En alweer is er een dag voorbij in de grote metropool die Tokio heet. De drukte van de afgelopen dagen werd vanochtend goed zichtbaar toen ik moeite had met opstaan. Het waren vermoeiende dagen geweest, met maar weinig goede rustmomenten. Toen ik het hostel verliet, was het daarom ook al tegen het middaguur. M'n planning die ik in eerste instantie in gedachten had voor vandaag en morgen heb ik omgewisseld vanwege openingstijden op maandag en dinsdag. Na een rit met de metro, waarin mensen rustig een boekje zaten te lezen, met hun telefoon zaten te spelen of muziek zaten te luisteren, stapte ik over op een speciale monorail naar het eiland Odaiba. Dit is een groot kunstmatig eiland in de baai ten zuidoosten van Tokio. Ja, als je midden in de stad zit zou je het bijna niet zeggen, maar Tokio ligt aan het water. De rit in de monorail was er een met een prachtig uitzicht over de gehele baai, met hoge gebouwen en blauw water dat fonkelde van het felle zonlicht. Odaiba is een eiland zonder woonwijken en bevat in plaats daarvan enkele bedrijven, maar voornamelijk een hele hoop entertainment in de vorm van musea, winkelcentra en attracties. Bij het verlaten van de monorail merkte ik meteen dat het een ruim en heel rustig eiland was. Ondanks de vele mogelijkheden om jezelf te vermaken, viel het aantal bezoekers op deze maandagmiddag behoorlijk tegen. Ik vroeg mezelf af hoe dat zou zijn in het weekend.

M'n voornaamste reden om hier te komen was Miraikan, het National Museum of Emerging Science and Innovation. Zoals de naam al doet vermoeden is dit wetenschapsmuseum volledig toegespitst op de nieuwste technologieën, iets dat mij nieuwsgierig deed maken, vooral omdat ik immers in het moderne Japan zat. In dit grote gebouw bevonden zich over twee verdiepingen allerlei interessante en zeer interactieve afdelingen over een bepaald onderwerp. Zo ging het over het menselijk lichaam, deeltjesversnellers, een onderzeeër om de diepste diepten te bereiken, het milieu, medicijnen en DNA, quantum computing en de werking van het internet. Daarnaast kwam het zonnestelsel voorbij in een 3d-film en had je enkele speelse multimediaprojecten waarbij camera's en andere tracking devices centraal stonden. Het hoogtepunt was een demonstratie van 's werelds bekendste robot: Asimo. Deze geavanceerde humanoïde robot liet zien hoe hij geheel autonoom kon lopen, dansen en andere bewegingen kon maken op twee benen zonder om te vallen. Langer dan gedacht heb ik in dit museum rondgehangen, waarna ik buiten verder ben gaan lopen.

Hetgeen dat me het meest opviel was een enorm rood reuzenrad met gekleurde gondola's. Via een mooie en stille promenade, waarbij ik langs een enorme Gundam-robot liep (ter grootte van een gebouw), kwam ik uit bij dit 115 meter hoge rad. Aangezien het futuristische gebouw van Fuji en het daarbij behorende uitkijkpunt gesloten waren, dacht ik vanuit dit reuzenrad een mooi uitzicht te hebben op de omgeving. In een kwartier tijd heb ik daarom een ritje gemaakt, waarbij je de omgeving inderdaad goed kon bekijken. Vanwege enkele grote gebouwen was het helaas niet perfect om de kuststrook van Tokio te zien (alhoewel je de Tokyo Tower en de Sky Tree wel zag staan), waardoor je je aandacht beter kon vestigen op de haven aan de andere kant en één van de vliegvelden in de verte. Het eiland zelf had niet heel veel boeiends om naar te kijken.

Via een grote showroom van Toyota en een enorme speelhal, met veel meer apparaten dan bezoekers, liep ik langs behoorlijk verlaten winkelcentra naar de promenade aan de waterkant. Hier had je pas echt een mooi uitzicht over de baai en een stuk van de skyline van Tokio, inclusief een designvolle brug. Het meest in het oog springende hier was echter een miniatuurversie van het Vrijheidsbeeld in New York, welke van redelijk dichtbij vanaf een brug te bekijken was. De winkelcentra en het indoor amusementspark liet ik voor wat het was en ik nam de monorail terug naar het vasteland.

Na een overstap met de metro kwam ik rond zonsondergang uit in de wijk Roppongi. De wijk zag er redelijk modern uit, met diverse winkels en restaurants. Langs de weg sierden vele neonborden. De meest populaire plek hier is Roppongi Hills, een terrein met enkele hoge zakengebouwen met aan de voet diverse winkels en dure restaurants. De entree zag er luxe uit, met verlichte bomen en water dat langs een glazen muur naar beneden kwam vallen. De mooiste bezienswaardigheid bevond zich echter op de 54e verdieping van het hoofdgebouw. Vanaf het observatiedek op het dak had je een subliem 360 graden uitzicht over de gehele stad. Het was al donker buiten, op een enigszins gekleurde lucht in het westen na, en alle lichtjes in de stad waren ontstoken. Ook de zeer nabijgelegen Tokyo Tower was prachtig oranje verlicht. Overal om je heen zag je niets anders dan de stad, met straten, gebouwen en lichtjes in alle richtingen zover je kon kijken. Het gaf een op een indrukwekkende wijze weer hoe groot de stad is. Heel ver weg waren ook het reuzenrad en de Sky Tree te zien, waarvan ik de laatste nog eens een stuk beter verlicht kon zien toen ik eenmaal terugkeerde naar de wijk van mijn hostel. De laatste twee avonden was deze niet verlicht, dus was het bijzonder om te zien hoe deze gigantische futuristische toren zijn blauwe en witte lampen toonde. Voordat ik Roppingo Hills verliet, heb ik echter eerst nog het Mori Art Museum bezocht, waarvan de entree inbegrepen zat in het kaartje van het uitkijkpunt. Hier was een redelijk bizarre, maar wel erg bijzondere expositie van Lee Bul, met allerlei aparte hangende en staande redelijk onbeschrijfbare sculpturen. Halverwege de avond was ik weer terug bij het hostel en keek ik terug op opnieuw een bijzondere dag in Tokio. Morgen weer een nieuwe dag om te sightseeën!

Tip van de dag: zorg dat er niets aan je rug en nek mankeert, want in Japan blijf je buigingen en knikjes met je hoofd maken.

Opvallend feitje: het is grappig om te horen hoe sommige mensen uit Frankrijk en Turkije vloeiend Japans weten te spreken.

Dag 31: Heel veel dode vis
Dinsdag 10 april 2012

In tegenstelling tot gisteren stond ik vandaag weer vroeg op, en wel met een reden. In Tokio bevindt zich de grootste vismarkt ter wereld, Tsukiji Market genaamd, en als je deze in actie wilt zien, moet je er op tijd bij zijn. Pakweg tussen 5.00 en 7.00 uur vindt hier een bruisende veiling plaats van grote tonijnen, maar aangezien deze voor slechts een handjevol toeristen toegankelijk is (en ik zo vroeg niet aanwezig kon zijn wegens het gebrek aan een rijdende metro), sloeg ik deze over. De grote markt zelf wordt vanaf 9.00 uur opengesteld voor toeristen, wanneer de ergste drukte voorbij is. Het is immers een serieuze markt waarbij toeristen alleen maar in de weg zouden lopen. Bij aankomst op het metrostation kwam de geur van vis me al tegemoet, waarna ik boven de grond de enorme bedrijvigheid kon aanschouwen. Buiten reden elektrische karretjes heen en weer, vaak afgeladen met tonnen of dozen. Je moest goed opletten waar je liep, om de mensen hier zo min mogelijk te storen. Daarnaast stonden pallets en dozen verspreid over het terrein. Ik liep naar de daadwerkelijke markt, een enorme hal met talloze gangetjes met daartussen honderden ‘kraampjes' (van echte kraampjes kon je niet spreken, het waren eerder toegewezen plekken). Overal lagen grote bakken met allerlei soorten vis en andere zeedieren, allemaal deze nacht aangeleverd. Het leek alsof de halve oceaan was leeggevist, zoveel lag er. Kleine garnalen, grote garnalen, schelpdieren en rode inktvissen, soms nog heel, soms alleen de armen. Hier en daar lagen grote tonijnen, met een snijmachine vakkundig bewerkt tot verplaatsbare brokken. Kleinere vissen werden met een kleiner mes onder handen genomen en rode vissen met grote ogen keken je glazig aan. Andere vissen lagen in z'n geheel tussen en het ijs, terwijl anderen alvast in plakken waren gesneden. Naast de toeristen was er ook veel lokaal volk op de been om de vis te kopen of te verkopen. Het was allemaal een zeer indrukwekkend schouwspel. Naast de vismarkt bevond zich nog een groentemarkt, maar deze was lang niet zo bijzonder, aangezien het niet heel groot was en de meeste groente in gesloten dozen verpakt zat. Ten slotte was er nog een gedeelte met verschillende winkeltjes en eettentjes om de toeristen naartoe te lokken en zodoende de verstoring van de vismarkt enigszins te beperken. Via een straat met nog meer marktkraampjes (waaronder gedroogde en verpakte vis), waar ik van een oud vrouwtje iets visachtigs aangeboden kreeg, verliet ik het grote marktterrein en stapte ik door naar m'n volgende bestemming.

Iets verderop lag Ginza, een weg die wordt vergeleken met 5th Avenue in New York. De reden hiervoor is het grote aantal designerwinkels dat zich hier gevestigd heeft. Net zoals in Harajuku liep ik langs alle grote, bekende en luxe merken zoals Dior, Swarovski en Bulgari. Een McDonald's hoefde je hier echt niet te zoeken (alhoewel ik er een paar straten verderop bij het station toch een aantrof), maar dure eetgelegenheden waren er genoeg. Alleen de rijke bevolking van de stad zag je hier rondlopen; jongeren waren nauwelijks aanwezig. In een zijstraat was ook het Sony Building te vinden, een gebouw van enkele verdiepingen welke diende als de ultieme showroom van Sony's producten. Ik nam hier een kijkje en trof onder andere de nieuwste camera's, tablets, laptops en muziekspelers aan. Ik liep nog een stuk verder en kwam uit bij een rustigere en groenere omgeving met bomen: ik was aangekomen in de buitenste tuinen van het keizerlijk paleis. Een groot gebied hiernaast was omsloten door een dikke en hoge muur en een brede gracht. Het paleis van de heerser van Japan was weliswaar te zien, een mooi traditioneel wit gebouw (een afbeelding zegt meer dan een stuk tekst), maar niet toegankelijk voor het publiek. De paleistuinen waren ook niet opengesteld voor bezoekers, op eentje na. Met vele andere toeristen liep ik hier doorheen. Het was een mooi onderhouden park met vele bloemen, planten en bomen, waarbij de roze bloesem continu om je heen bleef dwarrelen vanwege het beetje wind dat er stond. Alhoewel ik niet kan oordelen over andere maanden, heb ik toch de indruk dat april echt de beste en mooiste maand is om Japan te bezoeken!

Met de metro ging ik naar mijn laatste locatie van vandaag: de wijk Shibuya. Dit is een bekende winkelwijk met winkels voor de doorsnee Japanner. Grote nationale en internationale ketens hadden zich hier gevestigd in grote panden en vele mensen van jong tot oud liep hier rond. Over veel rondlopende mensen gesproken, misschien afgezien van Abbey Road lag hier 's werelds bekendste kruispunt, Shibuya Crossing. Dit grote kruispunt, dat iedereen vast wel eens gezien heeft op afbeeldingen, krijgt elke twee minuten een mensenmassa te verwerken waar je u tegen zegt. Terwijl de voetgangersstoplichten op rood springen, verzamelen zich bij elke hoek van de straat op z'n minst 100 mensen, welke, als de lichten op groen springen, allemaal beginnen te lopen over de zes zebra's die zich hier bevinden. Het unieke hier is namelijk dat er ook twee diagonale zebra's zijn, iets dat je overigens op enkele andere plekken ook tegenkomt. Massa's mensen lopen op elkaar af, ritsen langs elkaar heen, ontwijken de personen voor en naast zich, als een enorme kolonie mieren in een mierenhoop. Dit bekijken vanaf een afstandje is minstens zo leuk als zelf oversteken; ik heb nog nooit zoveel lol gehad met oversteken dan hier. Vlak naast het kruispunt bevond zich nog een standbeeld van een hond, waar een leuke geschiedenis aan vasthangt. Ik dwaalde vervolgens een tijd lang rond in de wijk en bezocht enkele winkels, waaronder een enorme platenzaak van meerdere verdiepingen met zo'n beetje elke cd die je maar kunt bedenken (met uitzondering van alle muziek uit minder belangrijke landen). Uiteraard werd er veel aandacht besteed aan J-pop (Japanse pop) en kon ik via koptelefoons enkele van deze vrolijke hits beluisteren. Meer vrolijke muziek trof ik aan in een entertainmenthal, waar een zakenman van ergens in de 40 ontzettend fanatiek stond te dansen bij een dansgame, waarbij hij elke benodigde beweging op het scherm perfect wist te imiteren. Het leek alsof hij heel veel ervaring had en hier wel vaker kwam alvorens na het werk huiswaarts te keren. Bij een simpele eetgelegenheid nam ik een diner. De manier van bestellen was echter opvallend (maar bleef overigens niet beperkt tot deze tent): bij een apparaat (in dit geval een digitale met afbeeldingen) kon je een selectie maken van het eten dat je wilde bestellen. Je betaalt vervolgens aan het apparaat, waarna er een bonnetje uit komt rollen. Je gaat op een kruk rond de keuken zitten (alsof je aan de bar zit: iedereen zit naast elkaar met z'n gezicht naar de bar/keuken), geeft je bonnetje, krijgt een glas water en krijgt even later je bestelde maaltijd. Simpel, maar doeltreffend. Met een volle maag keerde ik terug naar m'n hostel. Na vier volle dagen had ik zo'n beetje alles gezien wat de stad voor toeristen te bieden heeft, vandaar dat ik vanaf morgen diverse plekken rond Tokio zal aandoen!

Tip van de dag: trek in ijsthee? Bijna elke drankautomaat die je tegenkomt bevat een paar verschillende smaken.

Opvallend feitje: veel toiletten hier zijn automatisch en bevatten daarnaast vele knopjes om bijvoorbeeld de brilverwarming aan te zetten, een spoelkraantje te openen, of functies waarvan ik geen weet heb aangezien ik het schrift niet kan lezen.

Reacties

Reacties

mama

Wat een indrukwekkend verhaal:) en al die beleefdheid daar geweldig,daar zouden wij nog een hoop van kunnen leren ( behalve dat geslurp dan).
Ik zou me trouwens best een tijdje kunnen vermaken op Shibuya Crossing, heerlijk je vergapen aan die mensenmassa,s :)
Heel veel plezier nog in Tokyo alvorens je weer verder reist.
liefs van mij en een snavelaai van een ruiende Kiki

Tom

Ziet er gaaf uit, Tokyo. Die Tokyo tower is net een kruising tussen de Eiffeltoren en Kuifjes raket naar de maan in dat rode licht :) Veel plezier daar!

Jassin

Kuifjes raket naar de maan, lol! :) Nu je het zegt... inderdaad! Stad zal jou ook vast bevallen!

Moelai

Van het oerwoud naar de moderne tijd in een paar uur :P
Ik had je foto's al eerder gezien en ze zien er allemaal heel gaaf uit. Veel plezier verder!
Doei

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!