Kampot
Maandag 8 februari 2010
Dag 128: Terug naar de kust
Ook vandaag was het een rustig dagje, alhoewel ik meer gedaan heb dan gisteren. Om te beginnen nam ik bij Tat een ontbijtje, waarna ik de familie opnieuw gedag zei en door een auto naar het busstation werd gebracht. Samen met vele locals vertrok ik even na achten naar Kampot, een niet al te grote plaats in het zuidwesten van Cambodja. De reis begon over een lange en erg hobbelige weg (vanwege veel gaten in het wegdek), wat niet echt aangenaam was. Nadat we halverwege de rit een pauze hadden gemaakt, werd de weg gelukkig een stuk beter. Terwijl binnen in de bus gelachen werd om een maffe slapstickfilm met de Cambodjaanse Jut en Jul (toen er even ter afwisseling geen karaoke op stond), schoof er buiten een nieuw landschap voorbij. Het werd duidelijk dat we de kust naderden, aangezien het land zelf vrij vlak was, maar er hier en daar wel behoorlijke bergen opdoken. Iets later bereikten we de kust ook daadwerkelijk, toen we door het kleine en rustige badplaatsje Kep reden. Sinds Mui Ne in Vietnam had ik geen open water meer gezien, dus het was een aangename verandering. (Alhoewel ik de komende paar weken juist heel veel strand zal gaan zien.) Iets voorbij Kep kwamen we tegen 13 uur in Kampot uit, welke niet meer aan de kust lag, maar wel direct aan een rivier. Vlak bij het busstation koos ik een bed in de dorm van een guesthouse, waarna ik een beetje door het stadje heb rondgelopen. Alhoewel Kampot vroeger vooral bekend was vanwege de peperproductie, is daar nu in ieder geval niet veel van te merken. Wel was bij sommige gebouwen de voormalige Franse overheersing nog zichtbaar. Heel druk was het stadje niet, maar op vele plekken waren ze wel met verbouwingen bezig. Nadat ik ergens had geluncht, boekte ik een tour voor morgen en een bus voor overmorgen, waarna ik een stuk langs de rivier heb gelopen. De oude brug was grappig om te zien, aangezien deze op diverse plekken in verschillende stijlen was gerestaureerd. Door een brede straat kwam ik vervolgens bij de grote nieuwe markt uit, waarna ik de rotonde met de White Obelisk wilde bekijken. De rotonde kon ik inderdaad bekijken, maar de obelisk zelf was ondertussen verdwenen. Een bord gaf aan dat er hier een nieuw monument gebouwd zou worden. Terug in de dorm maakte ik op het balkon kennis met een kamergenoot, waarna ik nog een tijd uit een boek heb zitten studeren. Op weg naar een restaurant voor m'n diner maakte ik nog een praatje met een reislustige Belg. Tijdens het eten heb ik dan weer een hele tijd een leuk en interessant gesprek gehad met een 25-jarige werknemer (die maar niet kon geloven dat ik ouder was dan 18). Zo vertelde hij over zijn studie, Cambodjaanse gewoontes en feestdagen, en meer. Op tijd ging ik echter wel terug naar het guesthouse, omdat ik morgen een lange en zware (maar volgens de Belg een zeer plezante) dag te gaan heb in het Bokor National Park!
Dinsdag 9 februari 2010
Dag 129: Een zweterige tocht naar een spookstad
Om 6.30 uur ging m'n wekker al, aangezien ik een uur later zou worden opgehaald voor een dagtrip naar het Bokor National Park. Bij een kraampje bij het busstation nam ik daarom snel een ontbijt (hier kwam ik bij toeval de drie Fransen tegen met wie ik de dolfijnentocht had gemaakt in Kratie), waarna ik terugkeerde naar het guesthouse. Een moto pikte me op en bracht me naar het boekingskantoortje waar ik overstapte in een minivan welke nog enkele personen ophaalde. Uiteindelijk reden we het stadje aan de westkant uit, waarna we via een hobbelig zandpad richting Bokor reden. Hier werden we samengevoegd met nog een groep mensen (in totaal waren we met een man of 16, waaronder een andere Nederlander en 4 Belgen) en een gids. In 2 à 3 uur zouden we een trekking op een berg hebben, waarna we met een truck vervolgens naar de top gebracht zouden worden. Via een redelijk open en vlakke omgeving liepen we naar de voet van de berg, waar een gewapende park ranger zich bij ons voeg. Er blijken hier namelijk enkele tijgers te zitten en alhoewel ze zich zo goed als nooit vertonen bij mensen, werd toch het zekere voor het onzekere genomen. Alhoewel ik deze reis al meerdere trekkingen heb gemaakt, had ik niet verwacht in Cambodja de meest zware te maken. In zo'n 2 uur tijd hebben we bijna constant omhoog gelopen, over smalle en gladde paadjes met zand, aarde, rots en bladeren. Vaak moesten we ook op en over boomwortels, -takken en -stronken stappen en klimmen en uitkijken voor overhangende takken. Het was een zware tocht, waarbij het zweet constant van ons lichaam gutste. Nog geen enkele keer deze reis heb ik er zo bezweet bij gelopen als vandaag. Alhoewel het dus benauwd was, hadden we gelukkig wel relatief veel beschutting van de zon vanwege alle bomen. De jungle zag er in ieder geval wel mooi uit, alhoewel er hier en daar helaas bomen aan houtkap onderhevig waren. Vele keren maakten we een noodzakelijke korte pauze om op adem te komen en te drinken, alhoewel de ranger liever door bleef stappen. Uiteindelijk kwamen we bij een weg uit, waar een grote truck voor ons klaarstond om ons verder te vervoeren. Met de hele (overigens gezellige) groep stapten we achter in de laadbak in, waarna we aan een extreem hobbelige klim naar boven begonnen. De weg was van zand en had vele gaten, maar er werd al wel aan gewerkt om deze te verbeteren, aangezien er een nieuw resort gebouwd zal gaan worden op de top. Wat er nu op de top te vinden was, kwamen we na 50 (op sommige plekken pijnlijke) minuten achter. Om te beginnen zag het er hier op zo'n kilometer hoogte behoorlijk wijds en open uit, met veel lage begroeiing. De temperatuur was hier ook een stuk lager, aangezien er behoorlijk wat bewolking was en ook wij soms door de mist/wolken heen reden. We kwamen uiteindelijk uit aan de voet van Bokor Hill Station, een 90 jaar oude Franse verblijfplaats met diverse gebouwen, welke nu al vele jaren verlaten zijn en leegstaan. Na een lunch begonnen we aan een ontdekkingstocht door dit zeer aparte spookstadje. Het voelde inderdaad echt aan als een spookstadje, aangezien de lege gebouwen vervallen waren tot ruines en er verder geen mens in de omgeving te verkennen was. Daarnaast maakte de mysterieuze mist, welke de gebouwen soms behoorlijk deed verhullen, de sfeer helemaal compleet. De film City of Ghosts schijnt hier te zijn opgenomen, dus die zal ik bij thuiskomst nog wel eens checken. We bezochten eerst een geheel verlaten hotel, waarna we van een afstandje de watertoren bekeken. Het waterreservoir leek echter eerder op een ufo. Hierna bezochten we het hoogtepunt: een oud casino. Dit grote gebouw was behoorlijk indrukwekkend, ook al stond het helemaal leeg. De rood/zwarte muren van buiten waren begroeid met mos en ramen waren hier en daar nog aanwezig, anders waren ze wel gebroken. Binnenin was alles enorm kaal, op geschreven teksten van toeristen op de muren na. Restanten van een openhaard waren zichtbaar en op de drie bovenverdiepingen was te zien dat het tevens een hotel was. Het was hier namelijk een klein doolhof met vervallen kamers en badkamers. Dit laatste was nog wel te zien aan de tegels. Op het dak had je tenslotte een uitzicht op de hele omgeving, waarbij je zelfs de kust en het eiland ten westen van Vietnam zou kunnen zien liggen. De dichte mist reduceerde dit zicht echter behoorlijk, waardoor we maximaal maar een paar honderd meter ver konden kijken. Vanuit de achtertuin kon je ook een aardig stuk de diepte in kijken, waar zich overduidelijk een jungle bevond, maar waarvan we slechts de rand konden zien. Het was allemaal een hele aparte ervaring. Daarnaast bekeken we nog een oud postkantoor en een kerk, welke beiden ook geheel leeg waren van binnen en alleen de stenen buitenkant overeind stond. Nadat we hier alles wel gezien hadden, hebben we het ochtendprogramma in omgekeerde volgorde herhaald. De truckrit was opnieuw erg hobbelig, maar het lopen door de jungle verliep stukken makkelijker. Alhoewel we op sommige stukken moesten uitkijken om niet uit te glijden, gaat naar beneden lopen toch een stuk sneller, zodat we er slechts 1,5 uur over deden. Toch kwamen we moe bij de minivan terug. Hier propten we onszelf in, waarna we terugreden naar Kampot en ieder bij zijn of haar guesthouse werd afgezet. Het was een vermakelijke tour. Na een welverdiende douche en maaltijd heb ik 's avonds opnieuw een tijd zitten lezen. Vervolgens heb ik op tijd m'n bed opgezocht, want morgenvroeg zal ik verder reizen naar alweer m'n laatste bestemming hier in Cambodja: de badplaats Sihanoukville.
Reacties
Reacties
bedankt voor je felicitatie e.mail De bewuste puzzle
is al lang af . We hebben er daarna nog een gemaakt
Daarna nog een, iets in de trant van Harrij Potter, en
de volgende is op 200 stukjes na ook weer klaar
Je fotoos waren weer goed en je verslagen ook
De groetjes en pas goed op je gezondheid
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}