Sydney & Blue Mountains

Dag 18: De grootste stad van het land

Maandag 2 november 2015

De pickup verscheen vanochtend een kwartiertje eerder dan gepland, maar dat was uiteindelijk niet zo erg, aangezien het behoorlijk druk was op de snelweg richting het vliegveld. Ik kwam alsnog ruim op tijd aan op Gold Coast Airport, aangezien het hele check-in-gebeuren binnen 5 minuten was afgerond. Daarnaast had m’n vlucht enige vertraging (dat is al de derde keer dat ik met Jetstar vlieg en ze een kwartier vertraagd zijn), dus kon ik alsnog een lange tijd in de terminal wachten. Ook al was het maar een uur, op vliegvelden lijken dat altijd eeuwigheden te duren. Na zo’n vijf kwartier vliegen kwamen we om 12.45 uur (het was een uur later in New South Wales) aan op het vliegveld van Sydney, de grootste stad van het land. Het is echter niet de hoofdstad van Australie; die eer mag Canberra dragen, een plek die ik niet interessant genoeg vind om te bezoeken. Vanuit het vliegtuig zag ik dat het een zonnige dag zou zijn met slechts een paar wolkjes. Volgens de piloot was het 29 graden. Des te vreemder was het dus toen ik op het vliegveld door gangen liep waar al kerstversiering was aangebracht. Met de behoorlijk prijzige AirTrain reed ik in een mum van tijd naar het centraal station van Sydney, waar het nog slechts een paar minuten lopen was naar m’n hostel. Drie nachten zou ik hier verblijven, waarbij ik een ruime anderhalve dag heb om de stad zelf te bezoeken. Gezien het tempo waarin ik door steden kan wandelen, leek me dit prima voor Sydney. Zo achteraf gezien na een dag lijkt die inschatting prima te zijn geweest, aangezien ik al aardig wat heb kunnen zien.

Ik begon m’n route in Chinatown, waarbij een straat de hoofdstraat was die aan beide kanten was versierd met een traditionele Chinese poort. Er waren hier verschillende Aziatische winkeltjes en restaurantjes, die zeker niet alleen maar Chinees waren. Het was een prima plek om wat lekkers te halen voor de lunch. Het was druk op straat: er reden veel auto’s door de straten en alle stoepen zagen zwart van de voetgangers. Dit was van toepassing in de hele stad, ondanks dat het een gewone doordeweekse dag was. Het was duidelijk dat dit een grote stad was met aardig wat inwoners. Iedereen hield zich wel netjes aan de regels en stoplichten en zebra’s waren op elke hoek van de straat te vinden. Overal om me heen waren hoge gebouwen te vinden van grote bekende bedrijven; het was het echte zakelijke district, maar tevens het district waar iedereen kwam om te winkelen. Ik liep verder langs de Chinese tuin, en kwam uit bij de Darling Harbour, een van de twee grote en bekende havens aan de zuidelijke kant van de rivier die dwars door Sydney stroomt. Het was een haven voor kleine bootjes, maar had ook vele voorzieningen voor zowel toeristen als de lokale bevolking. Er waren hier veel werkzaamheden gaande: grote nieuwe gebouwen waren in aanbouw, waardoor de stad binnenkort onder andere een groot nieuw conferentiecentrum rijker zal zijn. In aanloop naar de Darling Harbour passeerde ik ook weer enkele groene plantsoentjes. Het leek erop alsof Sydney een groene stad was, want ook bij Chinatown was ik al een parkje gepasseerd en er waren nog vele andere parken in de stad te vinden. Aangekomen bij de Darling Harbour zag ik verschillende kleine witte bootjes in de haven liggen en begon ik aan de westelijke zijde. Ik passeerde een museum voor kunst en allerlei restaurantjes aan de kade. Er stond hier ook een reuzenrad, maar ik hoefde hier niet per se in. Aan de overkant van het water zag ik alleen maar zakelijke gebouwen van bijvoorbeeld de Rabobank, ING, KPMG en meer. Kleine bootjes aan de kade maakten nu plaats voor enkele grote schepen die onderdeel waren van het maritieme museum. Er lag zelfs een onderzeeer in het water hier. Aan de overkant van de haven (een inham ten opzichte van de rivier) waren SeaLife te zien, WildLife (met enkele Australische beesten) en Madame Tussauds. Ook voor deze musea stond ik niet zo te springen. Aan het einde van de haven bekeek ik de rivier, waar wat grote boten, voornamelijk ferries, heen en weer voeren. Aan de overkant van het water was namelijk nog een deel van de stad, maar de meeste toeristen zullen daar niet zo snel komen, behalve om een bezoek te brengen aan de Taronga Zoo. Ik keerde om en stak de haven over via een brug die alleen toegankelijk was voor voetgangers. Je had van bovenaf een mooi uitzicht over de haven.

Aan de oostelijke kant van de brug kwam ik uit in het hartje van het centrum. Vele grote straten liepen hier in rechte lijnen parallel aan elkaar. Het maakte het navigeren wel een stuk eenvoudiger. Ik liep door een paar straten en kwam uit bij de Town Hall, een ouderwets ogend gebouw dat er echter wel sierlijk uitzag. Betreden had echter niet heel veel zin. Ernaast stond het eveneens klassieke Queen Victoria Building, dat tegenwoordig dienst doet als een winkelcentrum van meerdere verdiepingen. Ik zou hier zo nog terugkeren, maar liep eerst een stukje zuidoostelijker naar Hyde Park, een groen park waar het in de schaduw van de bomen prima te vertoeven was. Aan de ene kant van het park stond een gebouw dat het Anzac Memorial was. ANZAC is een afkorting voor Australian and New Zealand Army Corps en was dus een gedenkplaats voor alle slachtoffers uit het leger. In de kleine tentoonstellingsruimte werd enige geschiedenis verteld over de beide Wereldoorlogen en hoe de legers uit Australie en Nieuw-Zeeland hierbij betrokken waren. Enkele attributen waren ook te bekijken. In het centrum van het gebouw was een gedenkplek, gekenmerkt door een brandende vlam en de vlaggen. Namen van landen waar slachtoffers waren gevallen waren in de muren vermeld. Een reflecterend watertje naast het memorial was nog in aanbouw. Ik liep door het park heen en kwam uit bij de St. Mary’s Church, dat ernaast lag. Zowel van buiten als van binnen was het een mooie kerk, met vele glas-in-loodramen. Ik doorkruiste het park, liep langs een fontein met beelden van enkele dieren en personen, en liep terug naar het winkelgedeelte. Ondanks dat het een maandagmiddag was, waren veel mensen op zoek naar van alles en nog wat. Winkels deden goede zaken, waaronder de vele kleine winkeltjes in het Queen Victoria Building. Verspreid over meerdere verdiepingen kon het volk losgaan op unieke kleding en spulletjes. Ook hier was al gedeeltelijk de kerstversiering opgehangen. Buiten liep ik vervolgens door Pitt Street heen, de bekendste winkelstraat van de stad. Hier waren de bekendere winkelketens te vinden, waaronder de H&M die nog maar net twee dagen open was. Overal door de stad hingen nog banners over de ‘grand opening’ op 31 oktober. Winkels ben ik echter niet in gegaan, omdat ik nou niet bepaald iets nodig had.

Ik was bij het maken van m’n planning in de veronderstelling dat m’n dag ondertussen wel voorbij zou zijn, maar alles verliep ik een stuk vlotter dan ik dacht. Ik liep daarom door verschillende straten verder naar het noorden. Circular Quay, een haven ten oosten van de Darling Harbour, wilde ik voornamelijk bewaren voor morgen, maar het stuk dat ertussenin zat, kon ik vandaag nog prima doen. Zodoende kwam ik uit bij The Rocks, waar ik een stukje door de Circular Quay liep. Een enorm groot cruiseschip lag hier aangemeerd. Het leek wel een heel flatgebouw met vele verdiepingen met allemaal balkonnetjes van kamers waar de gasten konden verblijven. Voor me kwam de grootste brug van de stad, de Sydney Harbour Bridge, steeds dichterbij. Deze grote brug verbindt de zuidelijke helft van Sydney met de noordelijke helft, en dagelijks raast er heel veel verkeer overheen. Ik vond het niet zo nodig om de brug over te steken. Helemaal bovenop de brug, op de hoogste kromming, zag ik kleine poppetjes bewegen; het waren mensen die de brug aan het beklimmen waren. Het zag er apart uit om mensen zo hoog op een brug te zien wandelen. In het water voeren aardig wat boten, waarvan vele ferries waren die passagiers naar andere plekken in de stad konden brengen. Aan de andere kant van de haven zag ik ten slotte het bouwwerk waarvoor Sydney voornamelijk bekend om staat: het Sydney Opera House. Dit grote operagebouw, dat tevens voor ander soort voorstellingen wordt gebruikt, had een heel uniek dak met allerlei schelpachtige vormen. Het zag er imposant uit en was een mooi voorproefje voor morgen, als ik dichterbij zou komen. Voor nu liep ik onder de Harbour Bridge door en keerde ik aan de andere kant ervan om. Ik kwam uit in een heuvelachtig wijkje met wat oudere en klassiekere huizen. Het was hier een stuk rustiger dan in het zakelijke gedeelte. Heel veel viel er hier echter ook niet te beleven. Er was hier wel een sterrenwacht, maar aangezien er wat bewolking over Sydney was gedreven, had het weinig zin om hier naartoe te gaan. Vandaar dat ik door de vele straten van het centrum maar langzaam terug liep richting m’n hostel. Toen ik daar in het donker was aangekomen, was m’n dag ook wel voorbij. Onderweg, niet ver uit de buurt van een net neergezette kerstboom, had ik een doosje met sushi gehaald. Perfect om in het hostel op te kunnen eten. Ik was benieuwd naar de volgende dag, waarop ik de hele dag in Sydney zou kunnen vertoeven!

Dag 19: To climb or not to climb: that is the question

Dinsdag 3 november 2015

Gisteren had ik ze al gezien, maar vandaag was het de beurt aan mij. Er zijn niet veel plekken op deze planeet waar je de mogelijkheid om op een brug te lopen. En dan bedoel ik niet het lopen over het voetpad van een brug, maar het lopen op de boog helemaal bovenop een brug. De Sydney Harbour Bridge is een van de weinige bruggen die je echt kunt beklimmen, en zo’n unieke ervaring wilde ik echt niet missen. Al vroeg in de ochtend verliet ik m’n hostel, aangezien mijn klim om 9:25 uur zou beginnen en ik nog wel een stukje te lopen had naar The Rocks. Het was echter een aangename wandeling, waarbij het overduidelijk spitsuur was. Op straat reden vele auto’s, maar ook op de stoep liepen veel mensen overduidelijk op weg naar hun werk. Het weer was helaas totaal verschillend met gisteren; toen was het zonnig, maar nu was het grijs en bewolkt. Koud was het niet, en gelukkig was het nog droog. Aangekomen bij de BridgeClimb had ik nog wat tijd over, waardoor ik een film kon kijken over hoe de brug in de jaren ’30 met veel enthousiasme werd geopend. De tentoonstelling die erbij hoorde, liet zien hoeveel werk het had gekost om dit enorme bouwwerk in elkaar te zetten. Toen het eindelijk zover was, werd ik met 11 andere mensen ontvangen en kregen we een blaastest. Je mocht namelijk niet hebben gedronken. Ook was het noodzakelijk om te hebben ontbeten. We gingen vervolgens door een uitgebreide procedure om ons voor te bereiden op het echte werk. We moesten ons ontdoen van alles dat los zat of los kon raken. Tassen, telefoons, horloges en sieraden moesten allemaal in de kluisjes worden achtergelaten. We werden in een overall gehesen en kregen vervolgens een tuigje aan, met daaraan een zekering. We kregen een doekje vastgeclipt, evenals een regenjas en een pet. Ten slotte kregen we een radio met een koptelefoon. In de hal stond een trap om de klim te kunnen oefenen. Het was te allen tijde duidelijk dat veiligheid helemaal bovenaan stond. De zekering ging rond een staalkabel die voortdurend langs de railing liep en een steile trap moesten we een voor een beklimmen, met je gezicht altijd gericht naar de trap. Gids Kimberley wist alles op een leuke en vrolijke manier te brengen. Toen het zover was, liepen we naar buiten, waar we onderaan de brug begonnen. We bevonden ons echter al boven de straat waar ik gisteren had gelopen om onder de brug door te gaan. Via een smal pad, met railingen aan beide zijden, liepen we onder de brug door, waarbij we zo nu en dan moesten bukken en over obstakels heen moesten stappen. Na een horizontaal stuk kwamen we bij de grote pilaar van de brug aan, waarna we enkele steile stappen moesten beklimmen. Heel veel waren dit er echter niet, dus zwaar was het niet. Ondertussen vertelde Kimberley ons over de brug en het uitzicht. Wat betreft het uitzicht: dit had een stuk beter kunnen zijn. Het weer was er namelijk niet echt op vooruit gegaan. Het was nog steeds grauw en grijs, en het leek erop alsof het elk moment zou kunnen regenen. De regenpakken hadden we uit voorzorg daarom ook alvast aangedaan. Terwijl we de steile trappen opliepen, kwamen we op de hoogte van de auto’s en treinen die langs ons heen raasden. Het duurde echter niet lang voordat we over hen uitkeken. Het belangrijkste stuk van de brug volgde nu: via de bovenzijde van de boog liepen we aan de oostelijke kant via een trap langzaam omhoog. Er was slechts een kleine helling, waardoor het helemaal niet zwaar was. Daarnaast gingen we ook heel langzaam omhoog. Het was ondertussen wel gaan regenen. We hadden een mooi uitzicht over de hele haven, met alle hoge gebouwen die daar achter lagen. Uiteraard keken we ook uit over het prachtige Opera House. Kimberley vertelde ondertussen leuke verhalen over hoe alle grote platen van de brug waren gemaakt, hoe alle nagels hier ter plekke werden gemaakt en naar elkaar werden overgegooid zolang ze nog heet waren, hoe zwaar de werkers het hier hadden, hoe wij met z’n twaalven meer veiligheidszekeringen hadden dan de paar honderd mensen die hier dagelijks aan het werk waren, en hoeveel mensen er naar beneden waren gevallen (en dat er eentje het miraculeus had overleefd). Onderweg maakten we vele stops voor foto’s die door Kimberley waren gemaakt. Het waren tevens mooie momenten om te kletsen met de personen voor of achter je. Zodoende leerde ik de Australier Ken kennen, die hier vlakbij in de Blue Mountains woonde en deze klim van zo’n vrouw en dochter cadeau had gekregen. Hij wist veel over de omgeving te vertellen, en tevens over iets dat deze middag zou gaan plaatsvinden. Zo direct meer daarover. We klommen ondanks de regen gestaag verder en voor we het wisten waren we al op de top van de brug. Enthousiast juichten we naar het team aan de andere kant van de brug. We konden niet al te ver kijken, maar wat we wel konden zien van het uitzicht zag er goed uit. We staken de brug over naar de westelijke zijde en gingen van daaruit langzaam terug naar beneden. Terwijl we weer onder de brug door liepen, konden we met z’n allen zeggen dat we zowel bovenop een brug hadden gestaan, als dat we waren overreden door een trein. Terug binnen kregen we een certificaat en een groepsfoto, en mochten we de pet houden als souvenir. Dat laatste was erg fijn, want ik had m’n jas niet meegenomen en het miezerde nog steeds.

Vanwege de regen vielen m’n plannen voor de middag enigszins in het water, omdat ik voornamelijk buiten wilde wandelen. Daarom besloot ik eerst uitgebreid te gaan lunchen hier bij The Rocks, samen met de Rotterdammer Richard die ook was meegaan op de klim en ook alleen op reis was. Dat maakte de lunch in dit Duitse cafe toch net weer wat gezelliger. We liepen vervolgens door de Circular Quay, een haven die vergelijkbaar was met de Darling Harbour. Hier waren alleen meer opstappunten voor de ferries, maar aan weerszijden had je eveneens verschillende restaurantjes en barretjes. We liepen naar het Sydney Opera House, waar we afscheid namen. Hij zou namelijk een rondleiding door het gebouw gaan maken en ik niet. Ik maakte echter wel een wandeling rond dit imposante gebouw. De duizenden tegels op de schelpachtige daken zagen er erg bijzonder uit. Het gebouw zelf lag iets hoger, waardoor je via trappen bij de hoofdingang moest komen. Er waren echter ook ingangen aan de zijkanten. Achter het gebouw was een formele zakelijke receptie bezig. Het was niet alleen een receptie, want de mensen hadden zich hier ook voor een andere reden verzameld. Ook bij de grote bar vlak naast het Opera House waren ontzettend veel mensen te vinden. Eerder op de middag had ik het ook al gezien, maar veel vrouwen waren allemaal heel chique uitgedost in jurken met aparte hoedjes en ook veel mannen waren allemaal smart casual gekleed. Het was namelijk de eerste dinsdag van november en dat betekende dat het een speciale dag was voor alle Australiers. Het was een dag waarop vele mensen vrij namen van hun werk en mensen in de staat Victoria zelfs een dag vrij kregen. Het was een dag waar mensen naar uit hadden gekeken en waarop men zich onder vrienden of familie schaarde op een plek waar een tv in de buurt was. Hier bij deze bar, net als bij vele andere tenten in de stad, waren de tv’s afgestemd op de Melbourne Cup. Om klokslag 15 uur begon ten slotte ‘the race that stops a nation’, de jaarlijkse grote finale van de paardenraces. Toen ik in Melbourne was, had ik in het museum al over de geschiedenis van het bekende paard Phar Lap kunnen lezen, en nu kon ik zelf getuige zijn van hoe alle Australiers hier voor drie minuten lang aan de buis gekluisterd zaten, in de hoop dat het paard en de rijder waarop zij hadden gewed, als eerste over de streep zou rennen na iets meer dan 3 km. De race was daarom ook zo voorbij en de enige vrouw van de race, Michelle Payne, mocht zich de winnares noemen. Paardenraces zijn enorm groots hier in Australie, dus het was bijzonder om dit zo mee te maken tussen het volk.

Ondanks dat het weer nog steeds niet al te best was, was het ondertussen wel droog, waardoor ik de Royal Botanic Gardens in kon lopen. Deze grote tuin liep langs het water en bevatte vele grote en unieke bomen, planten en bloemen. De tuin zag er fraai en fleurig uit. Ik keerde om bij het eind, waar je de zogenaamde MacQuary’s Chair had, een in de rotsen uitgehakte bank waar de koningin vroeger graag zat. In de bomen in het park zaten vele kleine papegaaitjes. De kleurrijke beestjes vlogen ook rond van boom naar boom. Hier en daar spotte ik ook enkele witte kaketoes. Toen ik de tuin uit liep, begon het weer te druppelen, waardoor ik de National State Library inschoot. Er was hier een gratis tentoonstelling te bezichtigen van Tony Mott, een bekende fotograaf voor rocksterren. Vele foto’s van bekende rockpersonen, waarvan ik slechts sommige kende, waren van zijn hand afkomstig. De bibliotheek sloot echter om 17 uur, waardoor ik alweer snel buiten stond. Ik ging in het centrum op zoek naar wat te eten, en liep na m’n noedels weer terug naar het Opera House. Ik had namelijk een voorstelling geboekt in het Opera House! Nu bleek uiteindelijk dat er meerdere ruimtes waren in dit gebouw en dat ik helaas niet in de grote bekende ruimte zou komen te zitten. Desondanks heb ik een erg vermakelijke voorstelling meegemaakt. Gedurende drie uur kon ik genieten van een gedeeltelijk moderne uitvoering van Shakespeare’s klassieker Hamlet. Alhoewel me de titel wel wat zei, kende ik de rest van dit toneelspel totaal niet. Ik wist ook niet zeker of ik dit wel interessant zou vinden, maar het was de gok waard. En uiteindelijk was het nog erg vermakelijk ook. De cast bestond uit 10 leden die het verhaal over de koning van Denemarken en prins Hamlet op een goede en leuke wijze wist neer te zetten. Na het overlijden van Hamlets vader neemt diens broer Claudius het koningsschap over. Daarbij trouwt hij ook meteen met oud-koningin Geertruide. Hamlet, zoon van oud-koning en Geertruide, krijgt bezoek van de geest van z’n vader, die hem laat weten dat hij is vermoord. Hamlet weet op dat moment niet meer wat hij moet doen, begint te twijfelen over zijn eigen bestaan (‘to be or not to be, that is the question!’) en begint helemaal door te slaan met alles, ook bij zijn vriendin Ofelia en haar vader. En –SPOILER!!!- aan het eind gaat iedereen dood –EINDE SPOILER-. Drie uur later liep ik enthousiast de zaal uit. Het was leuk om te zien hoe ze enkele moderne twists aan het verhaal hadden gegeven. Door een fel verlichtte stad, waar mensen nog steeds in nette kleding aan het socializen waren naar aanleiding van de Cup, liep ik terug naar m’n hostel. Ik had de belangrijkste dingen van Sydney bij deze gezien, en kon morgen dus prima een dagje elders heen gaan.

Dag 20: De eenzame zuster

Woensdag 4 november 2015

Vanuit Sydney is er een bekende plek waar toeristen vaak naartoe gaan voor een dag. Dat gold dus ook voor mij. Ik liep een stukje naar een ander hostel in de buurt en wachtte daar samen met twee Duitsers op onze pickup om 8:20 uur. Deze verscheen iets later. Een vriendelijke gids, een relatief oudere man, begroette ons en heette ons, samen met 16 andere toeristen, welkom op deze dagtour naar de Blue Mountains. Volgens het programma zouden we naar een grote waterval gaan, diverse kabelbanen kunnen nemen om te genieten van het prachtige bergachtige landschap, een uitkijkpunt bezoeken waarvandaan we een goed uitzicht hadden over de zogenaamde ‘Three Sisters’, drie grote rotsen naast elkaar, en ten slotte een cruise maken over de rivier, welke zou eindigen in Sydney. Dat was in ieder geval het programma, maar al vrij snel werd duidelijk dat dit alles niet helemaal mogelijk zou gaan zijn. Vergeleken met vandaag was gisteren namelijk nog een goede dag wat betreft het weer. Het was de hele dag zwaarbewolkt, het heeft de hele tijd geregend en het was zo mistig dat we niet veel verder dan 100 meter konden kijken. Het leek Nederland wel, behalve dat het hier misschien een graad of 5 warmer was. Desondanks gingen we vrolijk op pad, waarbij de gids uitgebreid begon te vertellen over de veiligheidsvoorschriften in de bus, waarbij hij benadrukte dat we echt onze gordels om moesten hebben en er geen hete dranken mochten worden genuttigd in de bus. Allemaal streng gereguleerd door de overheid. Het was een verhaal dat ik echter al vaker had gehoord, evenals de vrij uitgebreide uitleg over hoe Australie ontstaan is. Dat begon, zoals vele geschiedenisverhalen over andere landen, met de Nederlanders, die hier New Holland hadden gesticht, maar later toch niet zo geinteresseerd waren en de Engelsen de macht grepen. Ook kwam het voor mij inmiddels bekende verhaal van de ontstaansgeschiedenis van het woord ‘kangoeroe’ voorbij. De Engelsen kwamen deze beesten tegen en vroegen aan de Aboriginals wat het voor beest was. Ze antwoordden met het woord ‘kangaroo’, wat in hun taal min of meer overeenkomt met ‘wat zeg je?’, aangezien ze de vraag niet begrepen. Het was een lang verhaal, maar hij bracht het allemaal op een leuke manier.

Het weer werd er niet beter op en bij ScenicWorld, waar de kabelbanen begonnen, kregen we de gelegenheid om poncho’s te kopen. We reden een stukje verder en kwamen bij Echo Point uit, waar je een mooi uitzicht zou hebben over de omgeving. We keken echter naar een groot gordijn van dikke mist, die tot diep in de afgrond liep. Enkele bomen aan de zijkanten waren nog wel zichtbaar, net als de scherpe rotsen. We zagen nog wel de schim van een van de drie gezusters, welke we iets later wat beter zagen door via trappen af te dalen naar deze aparte rots. Van hier konden we erachter net de schim van haar zusje zien. Het was een grote rechtopstaande rots, die vanwege de mist in het niets leek te zweven. Desondanks was het een apart gezicht. Met onze capuchons op en paraplu’s liepen we terug naar de bus, waarna we doorreden naar het kleine plaatsje Leura. Hier kregen we de gelegenheid om in een uurtje ergens te gaan lunchen. De visburger smaakte in ieder geval prima. Toen ik daarna nog even langs de winkeltjes liep (en erin dook om te schuilen voor de regen), kreeg ik een beetje het gevoel dat ik iets te jong was voor dit dorpje. Alle winkeltjes verkochten namelijk alleen maar antiek en hele ouderwetse kleding. Daarnaast leken de meeste bezoekers een leeftijd van boven de 50 te hebben. Een winkeltje had ontzettend oude muziek aan staan, dat stiekem dan toch wel weer leuk was. Terug bij de bus werd ons gevraagd of we voor een extra 35 dollar alsnog de kabelbanen wilde doen, maar iedereen zei wijselijk ‘nee’, aangezien je toch niets zou zien. Onze gids was gelukkig creatief en was al aan het bedenken wat we als alternatief zouden kunnen doen. Hij besloot dat we een stuk zouden rijden door het nationale park. Hier liepen we wat later in de regen, over modderige paden met grote plassen water, naar de bovenkant van de Katoomba Falls. De hele waterval zouden we vanaf de onderkant door de mist niet kunnen zien, vandaar dat we de kleine watervalletjes erboven zouden bekijken. Het zag er allemaal wel OK uit, alleen zorgde de regen ervoor dat we weer snel terug wilden naar de bus. We reden verder door het park en werden getrakteerd op het zicht op verschillende wilde kangoeroes die hier in de bossen leefden. Ze sprongen rond over de grasvelden, maar zaten soms ook mooi gecamoufleerd tussen de bomen vlak naast de weg. Het was leuk om ze nog eens te zien! Een stuk verder namen we bij rotsen nog een kijkje bij een diepe afgrond. De bodem kon ik niet zien vanwege de mist, maar diep zal het vast zijn geweest.

Het laatste stuk van de tour bracht ons terug richting Sydney, waar we helaas in een enorme file kwamen te staan vanwege een ongeluk dat net was gebeurd. Uiteindelijk kwamen we uit bij het Olypisch Park van Sydney, waar we langs allerlei verschillende stadions reden. Het zag er imposant uit. Op het moment dat wij hier langsreden, begonnen allemaal mensen zich hier te verzamelen voor een concert van AC/DC. Achter het park lag een haven voor een ferry, waar we afscheid namen van de gids en de bus. Het was hier nog een hele tijd wachten op de komst van andere toeristenbussen, die door het ongeluk ook enorm vertraagd waren. Uiteindelijk vertrokken we, om koers te zetten naar de Circular Quay. Hier werden we gedropt en het was aan jezelf hoe je uiteindelijk weer thuiskwam. Het had een mooie dag kunnen zijn, maar helaas wist het weer dus behoorlijk wat roet in het eten te gooien. Het idee dat ik oorspronkelijk voor de avond had –een kort bezoek plegen aan de wijk King’s Cross met een groot reclamebord van Coca-Cola- liet ik vanwege de regen schieten. In plaats daarvan hing ik rond in het hostel om m’n reisverslag bij te werken en m’n tas opnieuw in te pakken. M’n Lonely Planet van East Coast Australia kon ik diep wegstoppen, aangezien ik deze niet meer nodig zal gaan hebben. M’n reis langs de oostkust van Australie is vanaf morgenochtend vroeg namelijk voorbij. Dan zal ik namelijk naar het vliegveld gaan voor een vlucht naar het westen.

Reacties

Reacties

w tuit

jammer dat het weer een beetje tegenvalt....

mama

Top verhaal, ik heb er weer van genoten, zoals jij dus van Hamlet hebt genoten.
liefs van mijxxx

grace

Hai Jassin..nu heb je de Sydney Harbour Bridge beklommen..
Weer een unieke ervaring..
En jammer dat de regen de adembenemende uitzichten verslechterd heeft..maar een paar wilde kangeroes te zien..heeft ook wel weer wat.
Heb weer zoals altijd weer genoten van jouw belevenissen en kijk er naar je reisverhalen uit de West Coast of Australia..Dikke kusssssss

Moelai

Zo te lezen heb je weer aardig wat gezien en gelopen. Uniek dat je een brug hebt beklommen en dat je aan de andere kant van de wereld toch nog een Nederlander tegenkomt. Veel plezier je laatste daagjes!

pap

Leuk verhaal, bijzondere ervaringen en belevenissen, alleen heel jammer dat het weer niet mee werkt. Op naar het westen, hopelijk schijnt daar de zo'n!!

Teus

kangeroes kijken en Hamlet zien en boven op een brug lopen, ondanks de regen toch genoten.
ik heb ook weer genoten van je verhaal! gr v Teus

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!