Alva Beach & SS Yongala
Dag 10: De grijze hond
Zondag 25 oktober 2015
In de vroege ochtend verliet ik het hostel om met m’n bagage een stukje door Cairns te wandelen. Ik liep om het winkelcentrum met het aanliggende station heen, dat erg onhandig gelegen in het midden van de stad lag, vooral als je bedenkt dat er hier geen (of nauwelijks in ieder geval) treinen doorheen rijden. Ik liep richting het water, waar bij de Esplanade een of andere actie voor kanker gehouden zou worden. De roze ballonnen liet ik echter links liggen, en ik ging op zoek naar de juiste bushalte. In tegenstelling tot wat er op mijn ticket stond, vertrok de bus die ik wilde nemen pas om 08:15 uur in plaats van 07:45 uur. Maar ach, gelukkig dat dan andersom. Greyhound is een bekende busmaatschappij in de Verenigde Staten, maar ook in Australie rijdt er van alles van hen rond. Het is in ieder geval om van Cairns helemaal naar het zuiden naar Melbourne met ze te rijden, maar dan zou je natuurlijk ontzettend lang onderweg zijn. Ik zal de komende tijd een paar keer met de Greyhound-bus reizen, te beginnen met vandaag. De bus was voorzien van airconditioning, prima stoelen, een toilet,, wifi en zelfs USB-oplaadpunten. Genoeg faciliteiten om een paar uur in te moeten vertoeven. Zowat de hele bus stroomde vol met backpackers, voornamelijk allemaal in de eerste helft van de 20. Het was duidelijk te merken dat de leeftijd hier bij het backpacken niet al te hoog is. Maar geef ze eens ongelijk, want ik deed enkele jaren precies hetzelfde in Azie. Een drietal personen kende ik nog van de duiktrip. Deze bus zou helemaal naar Brisbane rijden, maar ik zou al eerder op de route uitstappen, en wel bij het kleine plaatsje Ayr. Maar voordat het zover was, hadden we eerst nog een paar uur te rijden naar het zuiden, niet heel ver van de kust, langs voornamelijk suikerrietplantages. Op weg naar het Daintree National Park hadden we al aardig wat plantages gezien, maar hier waren er nog veel meer te vinden. Ook lag er weer een kleine spoorrails naast om de suikerriet te kunnen vervoeren. In tegenstelling tot de bordjes die ik langs de Great Ocean Road was tegengekomen, waarop gewaarschuwd werd voor overstekende kangoeroes, stonden hier allerlei bordjes die je waarschuwde voor overstekende kasuarisvogels, grote emoe-achtige vogels waarvan de populatie ook niet al te groot meer is. In het Port Douglas Wildlife Habitat had ik er al een paar gezien. In de verte waren ook bergen te bekennen. De zon scheen lekker en hier en daar waren een paar wolkjes te bekennen. Vlak voor lunchtijd maakten we een stop bij een klein restaurantje bij het water, waar veel reclame werd gemaakt voor hun vismaaltijden. Later stopten we nog eens in de stad Townsville, waar zo’n beetje iedereen de bus verliet en een nieuwe lichting backpackers de bus weer instapte. Towsnville is namelijk ook een bekende locatie aan de oostkust, en de plek om een bezoek te brengen aan Magnetic Island. Ik zou dit echter overslaan, aangezien ik nog twee andere eilanden aan zal gaan doen in de korte tijd die ik hier heb.
Iets na half vier kwamen we aan in Ayr, een heel klein dorpje waar ik samen met iemand anders uitstapte. Het was begrijpelijk dat we de enigen waren, want heel veel spannends was er hier niet te beleven. De reden waarom ik hier was? Het nog kleinere plaatsje Alva Beach, waar de duikorganisatie Yongala Diving zat. Na drie dagen duiken op het Great Barrier Reef moest en zou ik nog even afkicken met twee laatste duiken, en wel bij de SS Yongala, een scheepswrak dat hier niet ver uit de kust lag. Door vele lijstjes op internet wordt deze plek als beste duiklocatie ter wereld aangewezen, en anders staat deze alsnog erg hoog in de ranglijsten. Dit was dus niet te missen! Met de grappige Japanse duikinstructeur Yoshi, die werkzaam was in Papoea-Nieuw-Guinea en speciaal voor de Yongala een paar dagen naar Australie was afgereisd, werd ik opgepikt door een busje van de duikvereniging. Een kwartier later kwamen we aan bij een gebouwtje in the middle of nowhere. Ondanks dat het een Padi 5 Star Centre was (een teken van hele goede kwaliteit en organisatie), was er verder niet veel bijzonders in de omgeving. Een paar eenvoudige woonhuizen, vergelijkbaar met de eenvoudige houten huizen die je in de Verenigde Staten tegenkomt. Er was buiten een plaats met tafels en stoelen, binnen was een receptie en aan de achterkant was een ruimte waar ze al hun duikspullen bewaarden. Er liep een aantal man personeel rond, evenals twee honden. Er was op dit moment niet heel veel gaande, want per dag maken ze slechts twee duiken naar de SS Yongala, in de ochtend. Boven de duikshop hadden ze een woonkamer, badkamer, keuken en slaapkamer met stapelbedden voor gasten. Hier kwam ik twee andere duikers tegen die morgen ook zullen gaan duiken, evenals een echtpaar dat hier twee dagen had gedoken en laaiend enthousiast waren. Ze gaven me meteen twee tips voor andere duiklocaties op deze planeet; de Malediven en de Galapagos-eilanden staan nu ineens hoog op m’n bucket list. Heel veel viel er niet te doen, dus las ik wat in de tuin tot ik honger kreeg. Ik had gelukkig de mogelijkheid om wat te eten te halen op de heenweg, dus kon ik zodoende noedelsoep als avondmaal nemen. In de avond zat ik met de paar andere gasten te relaxen in de woonkamer, samen met twee meiden die hier werkten en bezig waren met hun divemaster-cursus. We deden niet bepaald veel, behalve wat verhalen uitwisselen en kijken naar een Chinese versie van Take Me Out op de Australische televisie, gevolgd door South Park. Maar zo’n rustige avond was ook wel even lekker!
Dag 11: Wrecked
Maandag 26 oktober 2015
Het was een dag in 1911. Het grote stoomschip Yongala, gebouwd in 1903, was met 122 passagiers onderweg naar Townsville. Het schip deed al jaren trouwe dienst, evenals de kapitein. Alles leek goed te gaan, totdat er plotseling een cycloon opdook. Het schip belandde in de woeste storm en liet vervolgens niets meer van zich horen. Na een paar dagen vermoedde men in Townsville het ergste. Pas vele jaren later, na de Tweede Wereldoorlog, gingen enkele duikers, na een tip van de marine enkele jaren daarvoor, op zoek naar de Yongala, en troffen deze enkele kilometers buiten de kust van Alva Beach aan. Alle waardevolle spullen werden uiteindelijk uit het schip gehaald en grotendeels verkocht, alhoewel een deel nog steeds te bekijken is in een museum hier ergens in de buurt. De lichamen van de passagiers zijn ongemoeid gelaten; het wrak diende dus tevens als graf. In de loop der jaren wist het gezonken schip zich te ontpoppen tot een kunstmatig rif, waar een ongelooflijke hoeveelheid vissen op af weet te komen. Het Great Barrier Reef zit niet in dit gebied en ander koraal is hier niet te vinden, waardoor het een geliefde stek is. Het wordt door de vissen ook wel gebruikt als een zogenaamd ‘cleaning station’. Kleine visjes zitten tussen de plantjes en het koraal op het schip en grote vissen komen dan langszwemmen. De kleine visjes maken de grote vissen vervolgens schoon door de kleine dingetjes op hun lijf op te eten. De verhalen die we tot dusver hadden gehoord waren goed, dus toen we na een simpel ontbijt onze duikspullen konden voorbereiden, konden we niet wachten tot we in het water waren. Acht andere mensen hadden zich om 07:30 uur verzameld bij de shop, waardoor we uiteindelijk met 12 personen en 4 man personeel in een busje naar het strandje reden. De kleine boot die hier lag was ingericht als duikboot, en vanzelfsprekend vele malen kleiner dan de luxe jacht waar ik de afgelopen dagen op had gezeten. Het was gelukkig maar een half uurtje varen. Door het gebrek aan het Great Barrier Reef hier was het water wat wilder dan in het noorden, alhoewel er niet heel veel wind stond en het vandaag nog wel mee viel. Desondanks waren de schommelingen op de boot voor 1 persoon toch net iets te heftig.
Aangekomen op de plek van de Yongala was het tijd om in twee groepen, onder begeleiding van een instructeur, het water in te gaan. Er stond beduidend meer stroming dan in het rif van afgelopen week, maar gelukkig konden we via een touw afdalen. Het schip ligt ietwat gekanteld tussen de pakweg 16 en 28 meter diep. Onze eerste van twee duiken zou wat dieper zijn, waardoor we dus behoorlijk afdaalden. Het meer dan 100 jaar oude schip zag er imposant uit. Het was nog duidelijk te zien waar de belangrijkste delen zaten, openingen naar binnen, raampjes, de mast, enzovoort. Het enige verschil was dat de buitenzijde vol zat met planten en koraal. We doken langs het schip en keerden aan het eind om om enigszins tegen de stroming in terug te zwemmen. Alhoewel het schip er erg imposant uitzag, was dit niet hetgene dat onze monden (figuurlijk!) open liet vallen. De hoeveelheid vissen was ontzettend groot. En wat voor een vissen! We waren nog maar net onderweg en op de bodem van de zee zagen we een guitar shark van zo’n 2,5 meter zitten. Het beest had een puntige neus en het duurde niet lang voordat deze wegzwom. Naast hem zwom een grote schildpad, die rustig op zoek was naar eten. Langs het schip waren gigantische scholen met kleine visjes aan het zwemmen. Ze bleven bij elkaar en zwierden heen en weer. Ook andere vissen waren hier in overvloed aanwezig. Grote batfish, naar mijn idee groter dan ik ze ooit eerder had gezien, zwommen ook rond het schip. Tussen de plantjes, waarvan sommige in de vorm van sliertjes, bevonden zich ook een paar olijfkleurige slangen. Boven het schip werden we opeens verrast door een zeker 2 meter lange bull shark. Met z’n wrede kop zwom hij echter rustig langs ons heen. Net als de guitar shark had ik deze ook nooit eerder gezien. Niet heel veel later werden we verrast door opnieuw een grote haai van zeker 2 meter, een leopard shark. Deze had ik in Thailand wel eens rustig op de bodem van de oceaan zien liggen, maar nu zwom deze vrolijk in het rond. We bleven ons verder verbazen over de hoeveelheid kleine vissen en verlieten na alweer 37 minuten het water. Wat was dat snel gegaan! Dat was dan ook de reden dat we na een pauze van een uur (om te voorkomen dat je stikstofnarcose krijgt) nog eens het water indoken voor een duik van ongeveer dezelfde lengte. Ik zag geen grote haaien dit keer, maar kon me wel blijven verbazen over alle grote scholen. Als kers op de taart werden we vlak voor het einde van deze geweldige serie duiken getrakteerd op vier grote eagle rays. Langs het wrak zwommen deze prachtige beesten heel sierlijk enkele rondjes, alvorens ze verdwenen in de ‘deep blue’. Het was een ongelooflijk mooie ervaring en maakte de reputatie van deze duiklocatie zeker waar! Vol enthousiasme voeren we uiteindelijk weer terug naar het vasteland. Het was een ochtend om nooit meer te vergeten! Bij de duikshop kregen we een barbecuelunch aangeboden, welke er bij iedereen zeker in ging. Hierna was het tijd om afscheid te nemen.
Om 15:25 uur werd ik gedropt bij de bushalte van Ayr, waar eventjes later de Greyhound-bus richting Brisbane arriveerde. Het was tijd om m’n rit op de route naar het zuiden te vervolgen. Opnieuw zat de bus vol met backpackers. De bus had kentekenplaat 359DOG, terwijl de bus gisteren 360DOG droeg; het leek er wel op alsof men hier de kentekenplaten zelf mocht kiezen. Gedurende de rit maakten we nog een pauze bij een benzinestation, maar verder was het een vlotte rit naar het plaatsje Airlie Beach, waar we rond zevenen in het donker aankwamen. Dit zou voor twee nachten mijn verblijfplaats zijn, aangezien ik voor morgen een mooie dagtocht had gepland. Airlie Beach was niet heel erg bijzonder en was voornamelijk een basislocatie voor trips naar de Whitsunday Islands. Langs een esplanade en door de hoofdstraat kwam ik bij m’n hostel uit, waar ik een dorm in een bungalow kreeg toegewezen. Het hele hostel bestaat uit een groot aantal gebouwen en bungalows in een groene jungle-omgeving. Het zag er erg sfeervol uit, en het geluid van gekko’s en insecten maakte het plaatje compleet. Het was er wel erg druk en bleek een populaire plek te zijn voor alle backpackers hier. Toen ik, op zoek naar eten, door het enige hoofdstraatje van Airlie Beach liep, zag ik dat de overgrote meerderheid ook backpackers waren en de enige zaakjes die aanwezig waren bars, eettentjes en winkeltjes met zwemkleding waren. Het was typisch opgericht als toeristendorp. Net als in Cairns had je hier opvallend genoeg ook een lagoon vlak bij het water, maar deze was op dit tijdstip niet meer in gebruik. Het strandje zelf, voor zover dat aanwezig was, heb ik niet gezien, voornamelijk omdat het toch al donker was. Wellicht dat ik er morgen nog iets van ga zien, alhoewel dat niet m’n voornaamste doel was hier. Een ander strand klonk namelijk een stuk aanlokkelijker!
Reacties
Reacties
Hoy Jassin, wat leuk dat het iedere keer nog mooier kan worden en er zoveel prachtige vissen te bewonderen zijn.
die rond zwemmende haaien zou ik dus minder vinden.
je moet dus wel weten dat ze niks doen.
nog veel plezier !
3 verschillende soorten haaien...Dat moet indrukwekkend zijn..
Net zo dat je gedoken hebt bij een schip die in 1911 is gezonken..
Wat mooi dat je ons ook deelgenoot maken van je reis en duikverhalen..Bedankt Jassin...xxxx
Tussen de haaien zwemmen, leuk hoor maar toch een beetje angstig! Een wrak in zee is toch heel anders dan op het land, leuk dat je dat gezien hebt.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}