Cuzco

Dag 17: Naar de historische hoofdstad
Maandag 23 september 2013

Het was over en uit voor Bolivia en het was tijd om terug te keren naar het land waar het allemaal begon: Peru. In de ochtend werden we iets later dan gepland opgehaald voor een ritje die niet langer duurde dan een kwartier. De grens was namelijk ontzettend dichtbij. We verzamelden allemaal een Boliviaans stempeltje in ons paspoort en voegden daar even later een nieuwe Peruaanse aan toe. De laatste bolivianos werden ingeruild voor snoepjes, snacks en drankjes. Met een kleine minibus, dat na die grote truck weer even wennen was, vervolgden we onze reis naar Cuzco, de meest historische stad van het land en het centrale punt van het oude Inca-rijk. De busrit was lang en voor de eerste helft niet bijster interessant. Tijdens de tweede helft reden we opnieuw door een ander landschap. Weer waren er bergen, maar ditmaal waren ze kleiner en stukken groener. Tevens reden we langs een rivier. Lupe vertelde ons over de terrasvorming in de omgeving, overgenomen van de oude Inca's. Voor de eerste keer deze reis zagen we grote donkere wolken en het duurde niet lang voordat we door een flinke regenbui reden. We hoopten dat we het tijdens de komende dagen beter zouden treffen, want we zouden vier dagen lang veel buiten zijn. De groep zou hierbij wel uit elkaar vallen, omdat er meerdere activiteiten te ondernemen zouden zijn. Rianne, Manuela en Tim zullen vanaf morgen de befaamde vierdaagse Inca Trail bewandelen, terwijl Floris en Jurgen de Lares-trek zullen doen. Nancy en Nicolette hadden op hun beurt weer voor een andere trekking door de natuur gekozen. Alle trekkingen zouden op de vierde dag het mystieke Machu Picchu aandoen. Omdat ik zelf geen dagen in Cuzco wilde missen, had ik voor de tweedaagse Inca Trail gekozen, waardoor ik twee dagen voor de stad zou hebben, één dag voor de trekking en één dag voor Machu Picchu. Een mooi compromis, leek me.

Hoe dichter we bij Cuzco kwamen, hoe droger en zonniger het werd. Aan bijna het eind van de middag arriveerden we bij ons hotel, net buiten het centrum. Het was voor één nacht een alternatief, omdat er een probleempje was in ons oorspronkelijke hotel. Lupe wilde ons graag een korte oriëntatiewandeling geven, om ook de trekkers de kans te geven om nog iets van de stad te zien. Door het donker liepen we langs een brouwerij naar de heuvelachtige wijk San Blas, met verschillende artistieke winkeltjes en een met paarse lampen beschenen waterval. We liepen over een pleintje dat omringd was door enkele mooie gebouwen (waaronder een hotel/klooster) en smalle straatjes met muren die stamden uit het Inca-tijdperk. We kwamen uit op het centrale Plaza de Armas, met een standbeeld, kerken, winkels en restaurantjes. Iedereen die een trekking zou doen keerde vervolgens terug, aangezien we een briefing zouden krijgen over desbetreffende trekking. Zo maakte ook ik kennis met mijn gids voor donderdag en het bleek dat ik als enige zou gaan zijn. Ik zal om 3.30 uur worden opgehaald, waarna ik met de bus en trein naar het beginpunt op ‘km 104’ wordt gebracht. Daarvandaan zal ik een paar uur lopen door de natuur en langs enkele ruïnes, alvorens via de Zonnepoort bij Machu Picchu uit te komen. Slapen zal gebeuren in het plaatsje Aguas Calientes.

Na de briefing was het etenstijd en bij een leuk zaakje nam ik de specialiteit en lekkernij van de regio: cuy al horno, oftewel cavia uit de oven. Enige tijd later werd een volledige geroosterde cavia bij mij voorgeschoteld. Zijn poten en kop zaten er nog aan en een klein tomaatje zat in z'n bek gepropt. Het was een behoorlijk apart gezicht. Gelukkig was dit alleen voor de foto en werden de eetbare delen van het beestje iets later in vier stukken opgediend. Tot mijn vreugde was het vlees van de cavia nog best lekker. Vleeseters zullen hier daarom dan weinig over te klagen hebben. Het was kluiven van de botjes af, waarbij ik het behoorlijk taaie vel opzij legde. Spijt had ik niet van mijn keuze. Na deze bijzondere maaltijd was het tijd om terug te gaan en de trekkers veel succes en plezier te wensen.

Dag 18: De straten van Cuzco
Dinsdag 24 september 2013

Er was vandaag nog maar een klein groepje over. Liesbeth en Sira wilden vandaag zelfstandig door de stad heen lopen, aangezien ze morgen allebei een eigen activiteit zullen doen, en vandaag daardoor sneller door de stad wilden gaan. Monique, Bart, Gerrit en ik hadden echter meer tijd en hadden een leuke verdeling gemaakt voor zowel vandaag als morgen. Na een ontbijtje in het hotel en het bijeenrapen van onze spullen –we zouden vandaag verkassen naar een ander hotel– liepen we richting het centrum. Hierbij volgden we in het begin min of meer de route die we gisteravond met Lupe hadden gelopen, maar ditmaal in een iets rustiger tempo. Er was op dit moment ook net iets meer open dan in de avond. In de straatjes van San Blas kwamen we een eenvoudig indoor-marktje tegen, evenals enkele winkeltjes waar ze diverse souvenirs verkochten. Opnieuw zagen we vele mutsen, handschoenen, sjaaltjes en truien van alpacawol, maar ook weer Inca-beeldjes, sieraden, koelkastmagneetjes, vingerpoppetjes, cd’s met panfluitmuziek en andere toeristenprullaria. De kerk sloegen we over, dus liepen we door enkele smalle straatjes heuvelafwaarts. Een ander pleintje zag er ook erg sfeervol uit. We vonden een populair Australisch cafeetje, waar het een drukte van jewelste was. En niet geheel onterecht, want de bakjes koffie en cakejes zagen er hier erg lekker uit. In de straat met de Inca-muren bleven we even gefascineerd naar deze stenen kijken, aangezien ze echt perfect tegen elkaar aan pasten. Er was geen cement of iets dergelijks nodig om ze bij elkaar te houden. Uniek aan de stenen waren de hoeken die bij sommigen waren uitgesneden. Dit zorgde er dus voor dat ze als puzzelstukken in elkaar vielen. Dit zorgde ervoor date ze tevens zeer bestendig waren tegen aardbevingen. Dat is best handig, want in Peru en omgeving kan dat nog weleens voorkomen. We hadden er vorige week net eentje gemist in La Paz en ook vandaag hoorden we in het nieuws dat er in de buurt van Arequipa een behoorlijk zware aardbeving heeft plaatsgevonden.

Op het Plaza de Armas keken we goed in de rondte. De twee vlaggen die hier zouden moeten hangen (de Inca-vlag en de Peruaanse vlag), hingen er niet, maar wel konden we de grote kathedraal bewonderen, een andere kerk, een fontein met een beeld midden op het plein, en de daaromheen gelegen winkeltjes. En zoals we nu al vaker hadden meegemaakt deze reis, kwamen we weer een optocht tegen. Schijnbaar was er weer een of ander religieus feest aan de gang. Enkele muziekkorpsen, vergezeld door officier-achtige personen, liepen met banners en kruizen in een niet al te grote optocht het plein op. Opnieuw was het een vermakelijk gezicht. We lieten de meeste winkeltjes hier voor wat ze waren en kwamen op een ander pleintje terecht. Na een volgende straat, met op de hoek een chocolademuseum, diende het volgende plein zich alweer aan. Midden op het plein was een marktje aan de gang met toeristenspulletjes die we al vaker hadden gezien. En ook hier werden we meerdere malen benaderd door mannen die schilderingen wilden verkopen of onze schoenen graag wilden poetsen. We negeerden de kathedraal en de school op het plein en stapten, na een mislukte poging in een klein lokaal tentje, een restaurantje binnen voor een lunch.

In de middag vervolgden we onze route, langs plekken die in de Lonely Planet stonden aangegeven, maar ook door Lupe waren aanbevolen. In één straatje had je enkele winkels waar ze enorme kaarsen verkochten, allemaal voorzien van kleurrijke christelijke decoraties. Een andere plek waar we nep-wol en echt alpacawol konden aanvoelen, bleek nogal toeristisch te zijn, aangezien het hier meer om de winkel ging dan om de fabricage van de kleding. Leuker om te zien was de grote overdekte markt waar we enige tijd hebben rondgedwaald. Niet alleen maar omdat het wel aardig was, maar ook omdat het was gaan regenen; dat was de eerste keer deze vakantie terwijl we buiten waren. Een winkelstraat leidde ons vervolgens naar Qorinkancha, een voormalige Inca-ruïne. Daar is op dit moment echter niet heel veel meer van te merken, behalve dat de fundering was gebouwd met overblijfselen van deze ruïne. Er was nu een klooster bovenop gebouwd. Het was mogelijk om hier naar binnen te gaan en zowel van buiten als binnen was het complex de moeite waard. Extreem veel viel er niet te zien, maar de schilderingen in de gangen van de binnentuin zagen er mooi bewaard uit en de religieuze schilderijen in een groot vertrek waren ook mooi. Ook waren nog enkele oude Inca-muren te bekijken, net als een schilderij van een Melkweg met enkele Inca-invloeden, zoals een nevelwolk in de vorm van een lama. Na dit bezoek vonden we het wel mooi geweest voor vandaag. We hadden aardig wat gelopen en gezien en besloten om via enkele straten –waarvan er eentje wel heel extreem smal was en een voetganger en automobilist maar net naast elkaar pasten– terug te lopen naar het hotel om uit te rusten. Een dag moet echter op een leuke manier worden afgesloten en daarom gingen we in de avond, ook met Sira, Liesbeth en Lupe, naar een ietwat chique tent om Italiaans te eten. Een beetje luxe mag ook wel eens!

Dag 19: Oude Inca-ruïnes
Woensdag 25 september 2013

Terwijl Sira in de ochtend op weg ging naar de Cuzco Valley om te gaan paardrijden en Liesbeth in dezelfde omgeving zou gaan wandelen, ben ik met de overige drie eerst lekker uitgebreid gaan ontbijten in het cafeetje van gisterochtend. Na enig uitzoekwerk besloten we een taxi te nemen naar een plek hoger in de bergen, 8 km ten noordoosten van Cuzco. Hier bevond zich langs de kant van de weg namelijk de oude Inca-ruïne Tambomachay. Aan de voet van een berg zagen we enkele muren staan, hier en daar met inhammetjes, welke stamden uit het Inca-tijdperk. We herkenden de bouwstijl aan de hand van de stenen die we ook al in het centrum van Cuzco hadden gezien. Vroeger waren dit baden, maar van deze luxe spa was nu niet heel veel meer te herkennen. Desondanks was het mooi om te zien, evenals de uitkijktoren die er tegenover stond en we via een heuvel konden beklimmen. Een grote oude uitkijkpost bevond zich aan de andere kant van de weg. Van Puka Pukara was bij lange na ook niet alles meer aanwezig –vele stenen waren in de tijd van de Spanjaarden gebruikt om gebouwen in de stad te kunnen bouwen–, maar we kregen hier wel een beter beeld over hoe het er vroeger uitgezien zou moeten hebben. Op een hoge heuvel zag je namelijk nog goed hoe er ooit een volledig rond groot fort heeft kunnen staan. Van enkele kleine huisjes eromheen was alleen de fundering nog over. We konden de heuvel beklimmen en zien wat voor weidse uitzichten de Inca’s hebben gehad. De omgeving strekte zich 360 graden om ons heen voor zich uit en een glooiend en heuvelachtig landschap, hier en daar met enkele akkers, reikte onze netvliezen.

Het was vervolgens tijd om een groot deel van het stuk dat we omhoog waren gebracht door de taxi, terug te lopen naar beneden. Het was een wandeling van een paar kilometer langs de weg, maar hierbij verveelden we ons niet, aangezien de omgeving mooi bleef om te zien. We liepen langs velden, kleine huisjes, watertjes, bossen met paarden en punten waarvandaan we over een groot deel van Cuzco konden uitkijken. Na een uurtje bereikten we Q’enko, de volgende Inca-ruïne op ons pad. Met het ticket dat we bij Tambomachay hadden gekocht, konden we ook dit terrein betreden. Deze archeologische plek was kleiner dan de vorige twee, maar niet minder uniek, aangezien een grote rotsenpartij hier de hoofdrolspeler was. In plaats van dat er vele stenen strak in elkaar waren gepuzzeld, waren er doorgangen in de rotsen uitgehouwen. Er waren enkele ruimtes zichtbaar en buiten lagen enkele gevijzelde rotsen die vroeger dienst deden als altaar. Het was van deze plek nog maar een heel klein stukje lopen naar onze vierde en laatste ruïne: Sacsayhuaman. Dit was vroeger een groot fort waar een beslissende strijd heeft plaatsgevonden tussen de Inca’s en de Spanjaarden. Aangezien er nog maar 20% van het fort over is, was het voor ons wel interessant om ons voor te stellen hoe het er in de Inca-tijd uit heeft gezien. We dachten dat dat best wel eens indrukwekkend geweest had moeten zijn. Nu stonden er nog enkele grote muren, allemaal in een kartelvorm, dat voor een slimmere defensie zou zorgen. Er waren nog enkele andere bouwwerken en aan één zijde zagen we ook iets dat wel wat weg had van een arena. Een grote groep scholieren was hier ook naar toe gekomen om meer te leren over hun geschiedenis. Naast deze grote vlakte zagen we de witte Cristo Blanco staan, een wit Jezusbeeld dat uitkeek over de stad. We hadden hem gisteren zowel overdag als ’s avonds al gezien, maar nu kregen we de kans om hem van dichtbij te bekijken. Toch had deze bij lange na niet het formaat van het beeld in Rio de Janeiro.

In plaats van het laatste stuk terug te lopen, heb ik met Monique en Gerrit een taxi terug de binnenstad in genomen. Zodoende zouden we na onze wandeling van vier uur iets meer tijd hebben in de rest van de middag, ook al viel er niet heel veel meer te doen. We namen bij een tentje een uitgebreide late lunch, waarna Gerrit en ik besloten om het Inca Museum te bezoeken. Enorm groot was het hier binnen niet, maar desondanks was het leuk om in een uurtje meer te leren over dit volk en enkele beeldjes, kleedjes en gebruiksvoorwerpen te bekijken. Aan het begin van de avond kwamen we allemaal weer bij elkaar om met z’n allen lekker uit eten te gaan. Voordat we weg gingen, riep Lupe ons echter bij elkaar. Ze had slecht nieuws voor ons. Het bleek namelijk dat het hele land morgen zou gaan staken en het daardoor niet mogelijk zou zijn om te reizen. En dat was uitgerekend de dag dat de groep met de trein naar Aguas Calientes zou gaan, om vervolgens vrijdag Machu Picchu te bezoeken. Voor mij kwam het nieuws als een nog hardere klap, aangezien ik om 3.30 uur opgehaald zou worden om in de ochtend één dag van de Inca Trail te lopen, om dan in zowel de middag als vrijdag naar Machu Picchu te gaan. Dat kon tot m’n grote teleurstelling niet doorgaan, terwijl ik me er zo op had verheugd. En het ergste was dat mijn alternatieve trein pas vrijdag rond lunchtijd zou gaan, zodat ik vanwege m’n trein terug op dezelfde dag nauwelijks tijd meer zou hebben voor Peru’s bekendste bezienswaardigheid. De overige groepsleden zouden al wel een trein eerder die dag krijgen, omdat zij geen trekking hadden geboekt en mijn trek via een andere reisorganisatie ging, die zelf een vervangende trein had geregeld, in plaats van Lupe. Om de pijn een beetje te verzachten, had Lupe een leuk idee voor deze avond. Het kwam er enigszins op neer om het verdriet weg te drinken, te beginnen met een lekkere maaltijd in een gezellig restaurant. We zaten dicht bij de openhaard, dus koud hadden we het hier zeker niet. In een lounge ernaast bleven we vervolgens nog lange tijd hangen. Het was gezellig en ondertussen keken en luisterden we naar een persoon die ietwat oubollige liedjes aan het zingen was. Een persoon die nota bene ver was gekomen in de talentenjacht ‘Peru tiene talento’! De avond duurde langer en Lupe wist nog een paar leuke tenten om rond te hangen, waarbij het uiteindelijk behoorlijk laat is geworden. Een andere reden om in ieder geval middernacht te halen was vanwege het gegeven dat ik om klokslag twaalf 27 jaar zou worden. En dat moest natuurlijk goed gevierd worden! In een club werd m’n naam omgeroepen en kreeg ik van de aanwezige groepsgenoten een klein cadeautje uitgereikt. Het was een bijzonder begin van mijn verjaardag, welke de teleurstelling van eerder op de avond behoorlijk wist weg te nemen bij iedereen!

Dag 20: Stakingen
Donderdag 26 september 2013

Alhoewel ik lange tijd naar deze dag had uitgekeken en het van tevoren al had bestempeld als de meest bijzondere verjaardag tot op heden, bleek dat helaas toch anders uit te pakken. Omdat we het gisteren wel erg laat hadden gemaakt, sliep iedereen lang uit, om daarna met een vermoeid hoofd en suizende oren te ontbijten. We hadden niet veel meer te doen hier in de stad en vanwege de stakingen konden we ook de plekken buiten de stad niet aandoen. Iedereen ging vandaag dan ook maar een beetje z'n eigen weg. Op straat reed geen enkele auto en voetgangers maakten gebruik van de stoepen en wegen. Het extreem smalle straatje waar we normaalgesproken doorheen lopen en waar we altijd zo moeten oppassen voor verkeer, liep vandaag opeens een stuk fijner. Op het Plaza de Armas nam ik plaats op de trappen van de kathedraal, om in het warme zonnetje naar de vele demonstranten te kijken die hier aan het staken waren. Grote groepen mensen liepen met spandoeken en borden over het plein heen, soms schreeuwend en toeterend. Verschillende sectoren waren allemaal tegelijk gaan staken om betere salarissen en werkomstandigheden te eisen. In een enorme optocht liepen ze door de stad. Sommigen hadden zelfs rotjes bij zich, wat de duiven liet schrikken. Soms werden er ook stukken karton in brand gestoken. Toch verliep alles behoorlijk vreedzaam. Aan omstanders werden snacks en ijsjes verkocht. Ik wist niet zo goed wat ik moest doen en besloot de kathedraal in te gaan, welke aan beide kanten begrensd was door twee verbonden kerkjes. Van binnen zag alles er erg mooi uit en weer anders dan de voorgaande kerken. Vele kapelletjes herbergden grote houtsnijwerken en beelden en verspreid hingen vele schilderijen van de escuela cusqueña. Tevens kon ik enkele beelden bekijken die ze gebruiken tijdens de Semana Santa, de heilige week.

Weer buiten liep ik nog wat door de stad heen, maar veel dingen, zoals de markt, waren gesloten. Ik nam een late lunch en kreeg vervolgens op diverse manieren te horen dat ik om 16.00 uur terug bij het hotel moest zijn. Het bleek dat de treinen in de avond weer zouden rijden en mijn trein van morgenmiddag naar 19.00 uur vandaag was verplaatst. Dat was ondanks de omstandigheden goed nieuws, aangezien ik dan morgen vanaf zonsopkomst al naar Machu Picchu kan gaan. Bij het hotel maakte ik m'n dagrugzak weer gereed en om 16.45 uur kwam er een vrouwtje langs om me met een auto op te pikken. De anderen zouden nog steeds morgen gaan. Auto's reden ook weer en ik werd naar een normale minibus gebracht die de lokale bevolking gebruikte om naar het plaatsje Ollantaytambo te gaan. Het zou iets meer dan een uurtje rijden zijn, maar dat bleek vele malen langer te duren, iets dat behoorlijk op m'n zenuwen werkte. Ik mocht die trein namelijk echt niet missen. Als eerste moest de bus vrij vaak uitwijken voor de stenen en rotsen die vanwege de staking op de weg waren neergelegd en nog niet helemaal waren verwijderd. Daarnaast werd het donker en moesten we ergens langere tijd stilstaan vanwege een omgevallen vrachtwagen. Het was 18.40 uur toen we in Ollantaytambo aankwamen. Zenuwachtig bleef ik op de klok letten. Tot m'n grootste vrees kwamen we hier in de kleine straatjes in een opstopping terecht vanwege een vrachtwagen die zich min of meer klem had gereden. We kwamen geen meter meer vooruit. Ik besloot het erop te wagen en stapte uit om met een sprintje langs de file te rennen. Het station was echter nog niet in zicht. Ik kwam uit op een pleintje waar gelukkig enkele tuktuks stonden. Ik sprong er eentje in en riep 'station, snel' (in m’n beste Spaans) naar de chauffeur, die snel z'n dochtertje oppakte, naast zich neerzette en gas gaf naar het station. Nog enkele minuten voor vertrek bereikte ik de sporen, waar de trein nog stond en ik herenigd werd met Floris en Jurgen. Ze waren erg enthousiast over de Lares-trek die ze samen met twee Vlaamse meiden gedaan hadden. Maar ook zij waren hier eerder op de dag vast komen te zitten vanwege de stakingen.

De zogenaamde Expedition Train bracht ons door het donker in iets meer dan een uur naar het kleine maar enorm toeristische Aguas Calientes. In plaats van mijn eigen gids zou ik me vanwege de omstandigheden aansluiten bij de groep van Floris en Jurgen, waar in het hotel Nancy en Nicolette ook nog eens bij kwamen. Ook zij waren enthousiast over de trekking die zij hadden gemaakt en vertelden dat zij het laatste stukje noodgedwongen over het spoor hebben moeten lopen. Met de groep namen we in een restaurantje een prima maaltijd, alvorens ik door de hoofdstraat met restaurantjes, eetkraampjes, hotels en een voetbalveld terug liep naar mijn hotel. Morgen zouden we vroeg op moeten staan voor een bijzondere dag.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!