Georgetown
Dag 119: Plezierig Penang
Zaterdag 7 juli 2012
Ik zou vanochtend om 7 uur worden opgehaald door een minibus, dus nadat ik vroeg was opgestaan, stond ik iets voor zevenen voor de deur van het guesthouse in de kou te wachten. Een kwartier ging voorbij, maar de minibus was er nog niet. Nog een kwartier ging voorbij, maar de minibus was nog steeds niet komen opdagen. Twee personen bij het guesthouse naast de mijne stonden ook op dezelfde minibus te wachten, dus dat stelde me iets meer gerust. Drie personen vergeten zou namelijk best veel zijn. Een volgend kwartier ging voorbij, maar er verscheen nog steeds niet. Vijf minuten later kwam er uiteindelijk toch nog een minibus aanrijden. De geplande chauffeur bleek met vakantie te zijn en er was iemand anders opgetrommeld om ons alsnog naar Georgetown te brengen. We haalden nog drie personen op en begonnen aan een rit van vier uur, waarbij we onderweg twee keer even hebben gestopt om onder andere een ontbijtje te halen. Het begin van de route slingerde nogal, aangezien we door de bergen heen reden. Het tweede deel was een stuk beter, aangezien we toen op een relatief vlakke tolweg reden, langs vele bergen van karst. Toen we de kust bereikten, waren we er bijna. Penang is een groot eiland in de Straat van Melaka, het water aan de westzijde van Maleisië, maar is gelukkig verbonden met het vasteland door een hele lange brug van 13 km. Aan de overzijde was het slechts nog een klein stukje rijden naar de stad Georgetown in het noordoosten. Net zoals Melaka is Georgetown een ontzettende historische en culturele stad, waarbij eveneens het oude stadscentrum beschermd is. Terwijl we naar dit centrum reden, zagen we al enkele mooie oude panden, maar ook veel Chinese gebouwen en teksten, aangezien zich hier een grote Chinese gemeenschap bevindt. We werden tot mijn vreugde afgezet in Love Lane, een bekende straat in het hart van de stad, waar zich tevens mijn guesthouse bevond. Ik checkte in, maar had nog geen toegang tot het bed in m'n dorm, aangezien het nog te vroeg was. Rondlopen was m'n enige optie.
Ik heb weer eens geluk: in Zuid-Korea dacht ik dat het festival daar echt het laatste festival zou zijn dat ik zou meemaken tijdens mijn reis, maar het bleek dat ik opnieuw ongelijk had. Van 15 juni tot 15 juli vindt hier namelijk het Georgetown Festival plaats, een groot cultureel festival met verschillende activiteiten. En met name dit weekend wordt het festival op grootse wijze gevierd met een open huis in verschillende historische gebouwen, eetkraampjes en optredens van zang en dans. Ik liep naar het festivalgebied toe, maar ontzettend veel was er nog niet aan de gang. De voornaamste activiteiten zouden namelijk pas in de avond zijn. Wel waren er al enkele eetkraampjes geplaatst, met opvallend veel Indiërs. Bij een van de kraampjes bestelde ik een chicken kebab als lunch, waarna ik heb staan kijken hoe de kok op vakkundige wijze een wel heel erg aparte versie voor me maakte. Hij was op een kookplaat eigenlijk meer een soort taartje voor me aan het maken (of een dikke hamburger), die hij vervolgens op een broodje legde, in plaats van dat er sprake was van de kebab die je in Nederland kunt kopen. Lekker was het in ieder geval. Tevens kreeg ik hier alvast een voorproefje op een optreden van tijdens de avond.
Na vandaag heb ik nog twee volledige dagen hier, dus ik wilde vandaag niet al te veel doen. Maar toch had ik nog een hele middag te besteden, dus ben ik toch alvast begonnen met het bezichtigen van de stad. Eén van de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad bevond zich in de noordoostelijke hoek: Fort Cornwallis. Dit oude fort bestond nu uit een stenen muur, met daaromheen een erg ondiepe opgedroogde gracht. Op de muur stonden verschillende kanonnen, allemaal uiteraard naar buiten gericht. Ik liep langs de klassieke Queen Victoria Clock Tower en een modern sculptuur op de weg, maakte een rondje om de buitenmuur en vond uiteindelijk de ingang van het fort. De binnenplaats was niet heel veel meer dan een grasveld, met in het midden een klein podium. Aan de zijkant stond een standbeeld van de Engelse oprichter van het fort. Ook waren er enkele kale vertrekken waarin borden stonden met de geschiedenis van het fort. Er was verder een klein kappelletje, maar deze was van binnen helemaal leeg. Je kon de muur nog betreden, waarna je in de hoek van het fort een vuurtoren en een andere toren aantrof, maar deze niet kon beklimmen. Het pronkstuk op de muur was een groot kanon, met wederom het VOC-logo aan de bovenkant. Ik verliet het fort, liep langs een groot grasveld en keek uit over het water, waarbij ik het vasteland aan de overkant zag liggen. Aan de andere kant van het gras stonden de City Hall en de Town Hall (geen idee wat exact het verschil was), twee mooie klassieke gebouwen, waarvan er eentje een expositie herbergde van een kunstenaar, die vele bloemenpatroontjes op zijde en andere stoffen had aangebracht, geheel in batik-stijl. Door de felle zon -het was hier ontzettend warm en benauwd; totaal anders dan de Cameron Highlands- liep ik langs de witte St. George's Church en het museum, dat ik morgen zal bezoeken, terug naar het guesthouse. Hier rustte ik uit, aangezien ik in de avond nog naar de diverse optredens van het festival wilde kijken.
Tegen zessen liep ik naar de wijk waar het festival zou plaatsvinden. De kraampjes die eerder op de dag nog gesloten waren, waren nu open. Ook waren er veel meer kraampjes te bekennen. Je kon op verschillende plekken eten en drinken kopen -voornamelijk Indische hapjes-, je kon een grote Indische hennatattoo laten zetten op je arm of Chinese middeltjes kopen. Of je kon kijken naar hoe een vrouw van zand een tekening van twee vogels op de grond maakte. Naast de grote Masjid Kapitan Keling, een moskee met glimmende gouden koepels, stond een tent met allemaal stoelen. Vele vrouwen met hoofddoekjes en enkele mannen zaten hier op stoeltjes, te kijken naar een of andere presentatie met kinderen. Het was me enigszins onduidelijk en ik keek verder. Elders zaten tieners, allemaal gekleed in witte gewaden, bij een andere moskee op de grond, om te laten horen hoe goed ze konden zingen. Echt hippe muziek was het niet, aangezien ze dezelfde klanken lieten horen die ik al vaak genoeg uit de speakers van de moskeeën had horen komen. Een stuk hipper was een optreden iets verderop, waarbij een groepje jongens enthousiast hun trommelkunsten lieten horen. Het was een energiek schouwspel, waarbij er door andere jongeren tevens op gedanst werd. Na een kort intermezzo door een maffe man op een fiets werd de groep afgewisseld door een andere trommelgroep, waarna er een optreden werd verzorgd door enkele Chinese kinderen, waarbij ze acteerden en een of ander spelletje wilden spelen. Bij één van de kraampjes kocht ik iets te eten, alvorens naar de avondactiviteiten te gaan kijken. Er waren verschillende plekken waar een programma zou zijn, maar aangezien alles redelijk dicht bij elkaar lag, kon je gemakkelijk van plek wisselen. Het eerste optreden dat ik zag, was een Thais dansoptreden, waarbij een man en een vrouw in speciale kleding op traditionele wijze dansten onder begeleiding van typisch Thaise muziek die ik nog wel herkende van mijn trip daar twee jaar terug. Verschillende acts uit Sri Lanka bekeek ik in een andere straat, waarbij meiden in mooie kledij sierlijk dansten, enkele jongens in witte rinkelende kostuums rondjes dansten en (acrobatische) trucs lieten zien (onder andere met ronddraaiende bordjes) en er uiteindelijk ook werd gedanst met fakkels. Op een andere plek keek ik naar een gedeelte van een schaduwpoppenvoorstelling, hier ‘wayang gedek' genoemd (in tegenstelling tot het Indonesische ‘wayang kulit'), mede vanwege de grote Thaise invloed op het spel en de poppen. Het viel op dat enkele poppen hier volledig in kleur waren. Helaas werd er veel gepraat, waardoor ik niet veel kon volgen. Een lokale man naast me was wel enthousiast over de hoeveelheid toeristen hier. Daarnaast vond hij het mooi dat er hier in Maleisië zoveel verschillende culturen in vrede met elkaar kunnen samenleven en dat iedereen dezelfde rechten had en elkaar respecteerde. Wat er hier rondliep, was namelijk opnieuw een complete mix van culturen, alhoewel de Indiërs hier wel leken te overheersen. Tegen 21.30 uur was het avondprogramma min of meer voorbij en ik ging terug naar het guesthouse. Het was voor mij een erg lange en vermoeiende dag geweest en ik wilde naar bed. Gelukkig was het wel een mooie en speciale dag, uiteraard vanwege het festival. Ik blijf erbij dat het bezoeken van lokale festivals één van de leukste activiteiten is die je in welk land dan ook kunt beleven!
Tip van de dag: Penang schijnt de meest culinaire provincie van het land te zijn, dus geniet van het eten zolang je er bent. Bereid je echter wel voor op enkele pittige gerechten.
Opvallend feitje: het is in Maleisië overduidelijk welke (mini)bussen voor toeristen worden gebruikt, aangezien het Maleisische woord voor ‘toeristenbus' in grote letters op de zijkanten staat geschreven.
Dag 120: De stad van George
Zondag 8 juli 2012
Bij de start van de dag had ik nog twee volle dagen in Georgetown te gaan. Aangezien ik gisteren al vroeg was aangekomen en daarbij al het en ander had gezien, had ik niet echt een idee hoe ik deze twee dagen zou gaan invullen. Het was mogelijk om een ander deel van het eiland te zien, maar daar had ik eigenlijk niet zoveel zin in. Ik besloot om er daarom maar een rustig dagje van te maken, net als morgen. Na een ontbijtje in het guesthouse, dat overigens bijna altijd uit toast bestaat, liep ik Love Lane uit en sloeg ik bij de witte Church of the Assumption af naar het Penang State Museum. Over twee verdiepingen werd hier een overzicht gegeven van het eiland Penang en de verschillende culturen die hier vreedzaam samenleven. Zo waren er oude en nieuwe foto's te zien van de straten van Georgetown en waren er enkele oude korans te bewonderen. Ook werd er aandacht besteed aan de Chinezen en Indiërs, die hier in het verleden naartoe waren gekomen als handelaars. Diverse rituelen van deze bevolkingsgroepen waren uitgebeeld, waaronder die van het huwelijk.
Na het museum liep ik door het zonnetje naar Jalan Penang, waar enkele eenvoudige Chinese winkeltjes waren gevestigd; ik bevond me immers midden in Chinatown. Blijkbaar was het voor hen een vrije dag, want de meeste winkels waren gesloten. Een overdekte markt was wel open en handelaren probeerden bij hun kraampjes hun waar te verkopen. Een stuk verderop was er veel meer open, aangezien zich hier twee grote winkelcentra bevonden. Je kon er van alles krijgen wat je maar zocht, maar bijster interessant waren ze niet. Ik liep terug richting het guesthouse via Little India (waar zich gisteren het festival plaatsvond), waarbij het me opviel hoeveel verschillende geldwisselzaakjes zich hier bevonden. Schijnbaar zijn de Indiërs gek op het wisselen van geld. Ook lijken ze te houden van alles dat glimt, want juweliers ontbraken ook niet. Een andere markt, die nu gesloten leek te zijn, kwam ik ook nog tegen op m'n pad, net als een de kleine Loo Pun Hong-tempel waar buiten heel veel gebedsvlaggetjes hingen. Het resterende deel van de middag heb ik in het guesthouse zitten relaxen, wat me de gelegenheid gaf om m'n laatste foto's van het Maleisische vasteland uit te zoeken, alvorens ik overmorgen zal doorvliegen naar Borneo.
Tegen etenstijd ging ik weer naar buiten, om rustig op zoek te gaan naar een plek om te eten. Ik liep een tijdje door de wijk, waarbij m'n nieuwsgierigheid werd gewekt door muziek en stemmen dat vanaf een podium leek te komen. Voor de Kuan Yin Teng-tempel stond een podium waarop enkele Chinezen in bijzonder kostuums met een of andere voorstelling bezig waren. Waarschijnlijk waren ze aan het oefenen, want er stond nou niet bepaald veel publiek naar te kijken. Ik bleef enige tijd staan kijken, totdat ik genoeg had van alle rook van de wierook die in potten werd verbrand (en omdat ik niets kon verstaan). Langs weer een andere tempel, de Sri Mariamman, liep ik verder, waarna ik plotseling terechtkwam op een rommelmarkt. Allerlei inwoners van de stad hadden hun zolder overhoop gehaald en probeerden nu hun troep op een kleedje te verkopen. Laten we het erop houden dat de prul op de jaarlijkse Koninginnemarkt niet eens zo afgedankt is. Na een tijdje vond ik eindelijk een plek om te eten. Het mooie hier was dat je voor een extra euro (bovenop de twee euro voor het gerecht) je maaltijd kon uitbreiden naar een set inclusief drinken, soep en een bolletje ijs. Na m'n maaltijd keerde ik snel terug naar het guesthouse, want erg donkere wolken waren over komen drijven. Of het uiteindelijk is gaan regenen, weet ik niet, want de rest van de avond heb ik doorgebracht in de dorm, waarvandaan ik niet naar buiten kon kijken.
Tip van de dag: ben je één van die weinigen die nog steeds geen mobiele telefoon heeft en toch wil bellen, dan is dat geen probleem in Georgetown. Op genoeg plekken staan namelijk nog telefoons op straat.
Opvallend feitje: blijkbaar is men hier gek op doerians, want er wordt zelfs een heel festival aan gewijd voor een periode van twee maanden! Gelukkig was ik een maand te laat.
Dag 121: Het blauwe huis
Maandag 9 juli 2012
En we zijn opnieuw bij een laatste dag beland. Maar toch ook niet helemaal. Het was vandaag m'n laatste dag op het vasteland van Maleisië en morgenochtend vroeg zal ik vanaf het vliegveld hier in de buurt doorvliegen naar het eiland Borneo. Aangezien ik de komende drie weken op het Maleisische deel van Borneo zal blijven, verlaat ik Maleisië technisch gezien niet. Toch zal het er in Borneo ongetwijfeld heel anders aan toe gaan dan hier op het vasteland, met een andere omgeving, andere mensen en andere activiteiten, vandaar dat ik het toch als een apart onderdeel van m'n reis beschouw. Maar dat komt morgen pas, eerst terug naar vandaag, waarop ik onder andere al een taxi heb gereserveerd naar het vliegveld, om 5.15 uur morgenochtend. Heel veel andere dingen heb ik vandaag eigenlijk niet gedaan, op één bijzondere uitzondering na.
In de middag heb ik een bezoek gebracht aan het Cheong Fatt Tze Mansion, ook wel het Blue Mansion genoemd. Dat laatste is niet zonder reden, aangezien dit grote huis van buiten in een behoorlijke opvallende kleur blauw was geschilderd. Volgens de Lonely Planet behoort dit 114-jaar oude huis tot 1 van de 10 mooiste huizen ter wereld, waardoor je een bezoekje aan dit pand, tevens opgenomen op de Werelderfgoedlijst, niet mag missen. Zelf door het huis rondlopen is niet toegestaan; in plaats daarvan ben je verplicht op met een rondleiding mee te gaan. Maar dit deerde niets, want de rondleiding die ik kreeg bleek erg vermakelijk te zijn, met een gids die op een enthousiaste wijze van alles over het huis kon vertellen. Het huis was gebouwd door een rijke Chinese zakenman, die er tijdens zijn leven maar liefst acht vrouwen op nahield. Tijdens de bouw werd volledig rekening gehouden met Chinese gewoontes (de achterkant van het huis naar de heuvels gericht, de voorkant naar de zee) en feng shui, waardoor het huis helemaal symmetrisch was en een open binnenplaats had in het midden. Van binnen was het huis een mix van Chinese en Europese stijl en mensen die van bijzondere architectuur houden, zouden ongetwijfeld urenlang kunnen blijven kijken naar alle kleine details overal. De gids legde aan de groep uit hoe slim men was geweest over het koel houden van de kamers en de afvoer van regenwater en hoe de klapraampjes (Venetian blinds) op stiekeme wijze yin yang bevatten. Het was binnen niet toegestaan om foto's te maken, maar wel kregen we diverse kamers te zien, waarbij we mooie meubels zagen, gouden versieringen in de deuren, Chinese tekens boven de deuren en Chinese tempelversieringen op het balkon. Het was allemaal indrukwekkend om te zien en de rondleiding van een uur was daarom snel voorbij.
Toen ik weer buiten stond, hing er een donkere lucht boven de stad en begon het nogal te waaien. Ik liep snel terug naar het guesthouse, voordat de regen los zou barsten. Rond etenstijd was het gelukkig weer droog en kon ik op zoek gaan naar een plek om te eten. M'n avond was rustig en kort, aangezien de wekker al veel te vroeg af zal gaan.
En daarmee komt een einde aan het eerste deel van mijn reis door Maleisië. Als ik de afgelopen drie weken in één woord zou moeten beschrijven, dan zouden ‘mix', ‘mengelmoes', ‘variëteit' of ‘diversiteit' goede kandidaten zijn. Maleisië is een land waarbij dit op diverse manieren naar voren komt. Ten eerste heb je de verschillende culturen, welke allemaal op vredige wijze met elkaar weten samen te leven. Menig ander land zou daar een goed voorbeeld aan kunnen nemen. Die verschillende culturen zorgen op hun beurt weer voor een enorme variëteit aan gerechten, waardoor er voor iedereen wel iets valt te eten. Ten derde heeft Maleisië een rijke geschiedenis, met zowel Aziatische en Europese invloeden. Dit is vooral in de steden goed terug te zien in de architectuur; je hoeft maar een paar minuten ten lopen en je kunt al huizen en gebouwen in vele verschillende stijlen tegenkomen. En als laatste heb je natuurlijk de grote verscheidenheid in de natuur en de te bezoeken plekken. Ik heb een grote moderne stad gezien, twee culturele steden, een eeuwenoude jungle, twee prachtige tropische eilanden en een apart heuvelachtig landschap. Daar valt zeker niet over te klagen. Over het algemeen ben ik daarom dan ook erg blij dat ik, ondanks de vertraging van twee jaar, Maleisië alsnog heb kunnen zien. Ik heb me hier prima vermaakt en vind het daarom dan ook niet erg om nog eens drie weken in het land te blijven. Uiteraard ben ik erg benieuwd naar wat Maleisisch Borneo zal gaan brengen. Van een paar plekken ben ik in ieder geval al zeker dat deze erg bijzonder zullen gaan worden!
Tip van de dag: wil je op een bijzondere locatie slapen of trouwen? De Blue Mansion biedt beide mogelijkheden, alhoewel je daarvoor wel je portemonnee open zal moeten trekken.
Opvallend feitje: het blijft geinig om bekende gezichten tegen te komen; zo kwam ik vandaag iemand in de supermarkt tegen die ik twee weken terug in Taman Negara ook al had gezien.
Reacties
Reacties
Hoy Jassin, je hebt gelijk wat de festivals betreft, de mooie kleding van de Miao vrouwen in China was ook onvergetelijk mooi! en zulke feesten kennen wij hier niet dus dubbel genieten. Leuk dat je op tijd was voor het festival.
Ben toch wel benieuwd welke prul daar dan op de matjes lag!!!!!.
liefs van mij
Lieve Jassin,
Hebben enorm genoten van je reisverhalen tijdens je verblijf in Maleisie.
Ben van overtuigd dat we ook weer zullen genieten van Maleisisch Borneo en volgen mee met je.
Goede reis.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}