Kyoto
Dag 39: Naar Japans culturele hoofdstad
Woensdag 18 april 2012
Het uitchecken bij de ryokan moest al voor 9.30 uur gebeuren, dus dat was op tijd opstaan en inpakken. Met al m'n bagage liep ik naar het station van Nagoya, waar ik twee opties had. Ik kon de shinkansen naar Kyoto nemen, wat slechts 35 minuten zou duren, maar 55 euro zou kosten. Met de lokale trein zou het langer duren, zo'n 2 uur, maar voor minder dan de helft van deze prijs. Aangezien ik alle tijd had, nam ik de lokale trein. Wel moest ik hiervoor tweemaal overstappen, maar dit was op zich geen probleem. Terwijl ik alle stations in de gaten hield, keek ik naar het landschap dat aan me voorbij trok, met veel boerenland, enkele dorpjes en bergen op de achtergrond. In het begin van de middag arriveerde ik in Kyoto, een stad die geen enkele reiziger naar Japan over zou mogen slaan. Kyoto is de culturele hoofdstad van het land en bezit een enorm aantal tempels, waarvan velen zelfs zijn opgenomen in Unesco's Werelderfgoedlijst. Om de belangrijkste plekken te zien, zou je zeker een paar dagen nodig hebben. Gelukkig blijf ik hier dan ook vier volle dagen, vandaag niet meegerekend.
Vanaf het zeer moderne station liep ik via enkele drukke straten in pakweg tien minuutjes naar het hostel dat ik had uitgekozen. Alhoewel ik al wel m'n bagage kon achterlaten en m'n sleutels in ontvangst kon nemen, was het vanwege het tijdstip nog niet mogelijk om m'n bed uit te kiezen. Ik trok daarom m'n schoenen weer aan -het is op vele plekken in Japan niet gebruikelijk om met schoenen een huis/ryokan/tempel te betreden- en besloot deze buurt enigszins te verkennen. De meeste hoogtepunten liggen elders in de stad, dus die zal ik vanaf morgen aan gaan doen. Tussen alle fietsers en voetgangers door liep ik naar de bekendste tempel van de wijk, de Nishi Hongan-Ji. Op een terrein dat was omringd door een muur en een leegstaande gracht waarover bruggetjes liepen, stonden diverse gebouwen. Twee hiervan waren de belangrijkste bouwwerken van het tempelcomplex. Het waren grote verhoogde houten constructies, bruin van kleur, met aan de zijkanten gerasterde deuren. De deuren bestonden om preciezer te zijn uit vierkante vlakken in een lichte geelbruine kleur en waren heel dun, waarbij het leek alsof deze waren gemaakt van papier of karton. De tempelvloer was bezaaid met tatamimatten en enkele mooie lampen hingen aan het plafond. Vanzelfsprekend was er een altaar met enkele beelden en kaarsjes, waarvoor mensen baden. In een hoek was een groepje mensen aan het zingen. Via de binnenplaats met kleine steentjes en enkele bomen verliet ik het tempelcomplex en keerde ik terug naar het hostel om een bed te claimen in mijn achtpersoonsdorm.
Vlakbij het hostel bevond zich een Japanse tuin, maar toen ik daar aankwam, bleek deze al te gaan sluiten. Vandaar dat ik iets verderop de tegenhanger van de eerder bezochte tempel opzocht, de Higashi Hongan-Ji. Dit complex was iets kleiner dan de vorige, maar was qua stijl en opbouw bijna gelijk aan de andere. Desondanks was het een bezoek waard. Ik liep terug richting het station, want dit was zelf ook een aardige bezienswaardigheid. Naast het station stond om te beginnen een hoge witte toren, de Kyoto Tower, met op grote hoogte een observatiedek. Deze bezocht ik echter niet, aangezien het station dit ook al bood. Het was een groot station, met diverse winkels en restaurantjes. De grote hal was sowieso al indrukwekkend om te zien, met een uniek dak dat bestond uit een enorm raster van horizontale en verticale gekromde metalen balken. Via vele roltrappen door het warenhuis Isetan ging ik helemaal naar de 11e verdieping, waarna je nog iets hoger kon lopen naar het dak, waarvandaan je aan twee zijden achter glas een groot deel van de stad zag liggen. Het uitzicht zag er niet verkeerd uit. Ik ging terug naar beneden en stapte in de buurt van het station de winkel Yodobashi in. Net zoals in de vestiging van Tokio, speelde hier ook continu hetzelfde Japanse reclameliedje door de speakers, waardoor ik nu nog steeds met het deuntje van ‘Lief klein konijntje (had een vliegje op z'n neus)' in m'n hoofd zit. Ik nam een hapje te eten en keerde terug naar het hostel voor een rustige avond. Het zal morgen namelijk een actieve dag gaan worden!
Tip van de dag: draag, als het even kan, eenvoudige schoenen als je tempels gaat bezoeken, aangezien je ze keer op keer uit en aan moet trekken.
Opvallend feitje: niet alleen de shinkansen heeft bijzondere stoelen. Het blijkt dat je ook de banken in de normale treinen kunt verstellen. Terwijl het zitvlak op z'n plek blijft, is de rugleuning verplaatsbaar naar de voor- of achterzijde van dit zitvlak, waardoor je dus ofwel aan de ene kant zit, dan wel aan de andere kant. Hierdoor kun je zelf (en met de persoon naast je) kiezen of je vooruit of achteruit wilt rijden, en privé wilt zitten of in een groep van vier personen.
Dag 40: Tempels, tempels en nog meer tempels
Donderdag 19 april 2012
Kyoto heeft heel veel tempels; dat werd vandaag wel heel duidelijk toen ik aan m'n eerste wandeltocht door de stad begon. Het was zonnig en warm toen ik vanochtend na een ontbijtje in de openbare ruimte het hostel verliet. De Lonely Planet had een wandelroute door het zuidelijke deel van de meest populaire wijk van de stad, Higashiyama. Via een drukke weg liep ik deze kant op. Onderweg kwam ik langs het nationale museum en een tempel waarvan werd aangeraden om deze te bezoeken (net als vele andere tempels overigens). Het was de Sanjusangen-do en was een grote tempel op een vlak terrein met steentjes, water en bomen. Van buiten was de tempel niet heel bijzonder, maar binnenin was iets vrij unieks te zien. In een hal waren, als een volledig leger in een stuk of tien lange rijen opgesteld, maar liefst 1001 levensgrote goudkleurige standbeelden van Kannon te vinden, de Boeddhistische godin van genade. Allemaal hadden ze 40 armen (alhoewel het er 1000 moesten voorstellen), waarbij elke hand gevuld was met een speciaal attribuut. Eén standbeeld, de centrale, was echter een behoorlijke slag groter. Voor alle rijen standbeelden stonden verschillende standbeelden van alle 28 goddelijke bewakers, welke minstens zo indrukwekkend waren.
Ik was bij lange na niet de enige persoon bij deze tempel. Ook toen ik verder liep naar het beginpunt van de wandelroute en de eerste tempel hiervan, kwam ik telkens weer een enorme hoeveelheid Japanse scholieren tegen, die ofwel een schoolreisje hadden dan wel een erg culturele dag. Allemaal zagen ze er hetzelfde uit, aangezien ze allemaal gekleed waren in een schooluniform met een witte blouse, een donkerblauw jasje (echter optioneel vanwege de warmte) en dan een nette lange broek of een rok tot aan de knieën. Een smalle straat die schuin omhoog een berg op liep had vele souvenirwinkeltjes en eettentjes -welke erg geliefd waren bij de scholieren- en kwam uiteindelijk uit bij het tempelcomplex van Kiyomizu-dera. Een grote, brede poort, gevolgd door een kleurrijke pagode sierden de tempel zelf, waar je je schoenen uit moest doen en je vervolgens op de tatamimatten kon plaatsnemen. Het was druk op het hellende terrein en dit gold ook voor het stuk met de twee liefdesstenen, welke enkele meters van elkaar vandaan lagen. Eén van de scholieren beproefde zijn geluk en liep succesvol met z'n ogen dicht van de ene naar de andere. Het was verder nog mogelijk een stuk de berg op te wandelen, langs bomen en aangeklede beeldjes, waarna je een mooi uitzicht had over de tempel en een deel van Kyoto. Onderaan het pad bevond zich ten slotte nog een plek waar enkele stroompjes water naar beneden vielen. Vele mensen stonden hier in de rij om met een bakje het water op te vangen en ervan te drinken. Een paar van de personen die hier rondliepen, zagen er extra bijzonder. Het waren vrouwen die prachtig gekleed waren in traditionele kleding -kimono's- en soms zelfs hun gezicht wit hadden geschminkt.
Ik liep verder via enkele aflopende straten, waarlangs allemaal prachtige authentieke Japanse houten gebouwtjes stonden. Deze waren nu allemaal veranderd in theehuizen, winkeltjes met Japanse souvenirs en lokale zoete snacks, restaurantjes of kraampjes met softijs met de smaak van groene thee. Verder waren er nog meer ouderwetse straatjes, allemaal opnieuw met mooie gebouwtjes met klassiek versierde ramen en deuren. Behalve alle toeristen, scholieren en lokale mensen liepen er ook nog enkele mannen rond die met een riksja (maar dan zonder fiets) mensen konden voortrekken. Ik besloot de volgende tempel te bezoeken -in deze wijk stikt het van de tempels-, de Kodai-ji, welke ik kon betreden na het beklimmen van een serie trappen. Dit terrein had eveneens diverse gebouwen, maar zag er van buiten wel erg mooi uit. Via sierlijke paden langs watertjes, bruggetjes, bomen met bloemen en kleine steentjes die in golven en heuveltjes waren neergelegd, kon je de diverse gebouwtjes bezoeken. Binnen stonden diverse artefacten, waaronder beelden en kamerluiken. Het zag er allemaal bijzonder uit, vooral toen ik tegen het einde van mijn bezoek door een klein bamboebos liep.
Een stukje verder kwam ik uit in een park, waar vele mensen genoten van het mooie weer, een grote bloesemboom, de snacks van de kraampjes en de vele duiven en raven bij het water. Ernaast lag zoals te verwachten een tempel, waar mensen na een donatie lange touwen vastgrepen en ermee de gong luidden. In een gebouwtje ervoor slingerden alle witte lampionnen heen en weer door de wind. Iets verderop kwam ik de volgende bezienswaardigheid tegen; eenmaal raden wat het was. De Chion-in beschikte over een zeer grote en dikke toegangspoort, waarna de tempel zelf ook redelijk groot was. Binnenin was ik getuige van een boeddhistisch ritueel. Vanaf een afstandje kon ik aanschouwen hoe een grote groep monniken, allemaal gekleed in mooie en kleurrijke pakken met mantels en een hoed, aan het zingen waren, gevolgd door een korte stoet. Het was erg speciaal om te zien.
Omdat het al later op de middag was en ik ondertussen wel genoeg tempels had gezien, keerde ik terug richting het hostel. Onderweg kwam ik echter nog wel door een straatje waarvan de Lonely Planet zei dat het best wel eens het mooiste straatje van heel Azië kon zijn. Het was inderdaad een klein, maar heel sierlijk straatje, met aan weerzijden ouderwetse gebouwen en aan één zijde een ondiep kanaal met bruggetjes en prachtige bomen, waarvan er een paar in bloei stonden. Via enkele brede en drukke wegen met winkelcentra in downtown Kyoto, een plek waar ik later nog wel terug zal keren, liep ik een aardig eind terug naar het hostel. Lekker en goedkoop eten had ik bij de supermarkt gehaald, welke ik in de grote openbare ruimte van het hostel opat. In de avond heb ik heerlijk uitgerust na deze lange dag en me fysiek alvast voorbereid op een volgende dag door deze klassieke stad!
Tip van de dag: als je nog filmrolletjes hebt en ze nergens kunt laten ontwikkelen, kun je het beste naar Japan gaan. Veel scholieren maken, ondanks dat het zo'n modern land is, nog steeds foto's met een wegwerpcamera met een filmrolletje.
Opvallend feitje: in twee weken tijd ben ik nog geen enkel gekreukeld of gevouwen bankbiljet tegengekomen; allemaal zien ze eruit alsof ze zo uit de bank zijn gekomen.
Dag 41: Nog een lading tempels
Vrijdag 20 april 2012
Kyoto is een prachtige stad, echt waar, met een heleboel geweldige tempels, maar op een gegeven moment heb je ze wel gezien. Na twee tempels eergisteren en een behoorlijke hoeveelheid gisteren, heb ik vandaag opnieuw enkele tempels bezocht. En ik denk dat ik het daar nu eventjes bij houd. Laten we beginnen bij de ochtend, waarin ik rustig aan opstond en me klaarmaakte voor een nieuwe dag in Kyoto. Het was een druilerige en regenachtige dag, waardoor ik blij was dat het hostel uitleenparaplu's voor de deur had staan toen ik deze aan het eind van de ochtend verliet. Ik liep naar het station, waar ik de metro pakte naar een halte iets noordelijker waar ik gisteren min of meer geëindigd was. Via m'n plattegrondje baande ik me vervolgens een weg door het noordelijke deel van de wijk Higashiyama. Het was meteen te merken dat het hier een stuk rustiger was dan gisteren, alhoewel ik uiteraard niet de enige bezoeker was. Via een pad langs enkele mooie huisjes en een ommuurde Japanse tuin liep ik naar het bekendste tempelcomplex van dit gedeelte, de Nanzen-ji. Het was een gebied met mooie paden en stukken groen, waarover diverse gebouwen verspreid stonden. Zo had je opnieuw een erg grote en dikke poort, waarachter de tempel zelf lag, tezamen met nog enkele gebouwtjes die hierbij hoorden. De tempel heb ik zelf niet betreden vanwege de hoge toegangsprijs en omdat ik me afvroeg wat ik hier precies zou zien. Naast het complex bevond zich een uniek stenen aquaduct, welke je kon beklimmen, waarna je er een aardig stuk door een bosrijke omgeving overheen kon lopen. Ik liep langs een pagode en kwam uit bij een verlaten en afgesloten terrein met bepaalde installaties voor het water. Ook bevond zich hier een vervallen speeltuin, enkele huisjes en oude brede rails de helling af. Verder stond er een standbeeld en ging er een ander pad de bergen in. Ik keerde terug, aangezien er niet veel te beleven viel.
Terug bij Nanzen-ji liep ik verder noordwaarts, passeerde ik huizen en nog meer tempels en kwam ik uiteindelijk bij de Eikan-do, een tempel die een bezoek wel waard was. Het was een uitgebreid terrein met een mooie groene tuin, diverse beelden en een kerkhof. In de vijver zwommen een hoop grote karpers rond. Daarnaast was er op de berg een pagode te vinden, waarvandaan je een mooi uitzicht had over Kyoto. De tempel zelf, bestaande uit diverse aan elkaar verbonden gebouwen, mocht er ook wezen. Aan de buitenzijde hingen allemaal kleurrijke doeken en binnen waren er diverse ruimtes met Boeddhabeelden en mooi versierde wanden (met onder andere fazanten en tijgers). Via een prachtig pad langs een kanaal liep ik pakweg een half uur verder noordwaarts, onder bloesembomen door, die door de regen helaas al de meeste van hun bloesem hadden verloren. Traditionele huizen sierden de andere zijde van het pad. Hoe verder ik kwam, hoe meer mensen ik tegenkwam. De reden hiervoor was de tempel aan het einde van het pad. De Ginkaku-jin is een erg populaire tempel die is opgenomen in de Werelderfgoedlijst. Tussen alle toeristen, souvenirwinkeltjes en eetkraampjes door liep ik naar de tempel. De tempel zelf zag er mooi uit, maar het was met name de tuin die indruk maakte. Met slechts gras, mos, bomen, watertjes, stenen en een veld met in golven neergelegde kiezelstenen, met in het midden een berg van stenen, klinkt het niet heel interessant, maar desondanks zag het er allemaal vrij sierlijk uit. Het was mogelijk om een stuk door de tuin te lopen, alsmede over een pad door de bergen, met opnieuw een uitzicht over de stad.
Na deze tempel had ik het wel een beetje gehad met de tempels. Hoe mooi ze ook waren, op een gegeven moment wordt het gewoon een beetje eentonig. Bij een bushalte wachtte ik op de bus die terug zou rijden naar het station van Kyoto. Betalen voor de bus is eenvoudig: bij aankomst op je bestemming gooi je, ondanks de afgelegde afstand in de stad (tenzij je van buiten de stad komt; in dat geval staat op een bord aangegeven wat je moet betalen) 220 yen in een automaat bij de chauffeur. Van het station keerde ik terug naar het hostel om uit te rusten. Nadat ik in de avond in de buurt had gegeten, heb ik opnieuw gerelaxt in het hostel, gekletst met enkele kamergenoten en bepaald wat m'n activiteiten voor de komende twee dagen zullen zijn.
Tip van de dag: in Kyoto heb je slechts twee metrolijnen: de noord-zuid-lijn en de oost-west-lijn. Als je echt goed gebruik wilt maken van het openbaar vervoer hier (wat vanwege de omvang van de stad onontkoombaar is), ben je aangewezen op het uitgebreide busnetwerk.
Opvallend feitje: naast de AED's (defibrillators) die je bij bijna elk openbaar gebouw tegenkomt, vind je een opvallende hoeveelheid brandblussers bij de tempels. Op zich eigenlijk niet heel gek, aangezien ze allemaal voor zo'n 90% uit hout bestaan.
Dag 42: Marktkooplui en geisha's
Zaterdag 21 april 2012
Op deze mooie ochtend liep ik richting het station, om vervolgens nog een stuk verder te lopen. Het leek me een geschikte dag om naar To-ji te gaan, een populaire tempel. Na twee dagen met tempels kwam ik echter niet voor de tempel zelf, maar voor de grote maandelijkse Kobo-san-markt die hier wordt gehouden, alleen op de 21e van de maand. Deze kans wilde ik me niet laten ontnemen! Op het grote terrein rond de tempel was het een erg drukke bedoeling. De honderden kraampjes die hier stonden opgesteld in vele gangen hadden veel volk naar zich toe gelokt. Er werd van alles te koop aangeboden en het was een leuk gezicht om met de meute langs alle stalletjes te slenteren. Bij deze een kleine greep uit het volledige aanbod: potjes, goudvissen, plantjes, gedroogd fruit, heel veel gefrituurde of gebakken etenswaar (o.a. kip, varkensvlees, inktvis, koekjes en aardappels), kleding, tasjes, beeldjes, sjaaltjes, elpees, groente en schilderijtjes. Uiteraard was het erg moeilijk om het vele lekkers hier te weerstaan, waardoor ik me ook stortte op enkele smakelijke hapjes.
Met een lunch achter de kiezen liep ik een eind naar het dichtstbijzijnde metrostation, waar ik de metro nam naar downtown. Ik wilde echter naar de wijk Gion toe, waar ik op de eerste dag al vrij dichtbij was. Een directe metro was er echter niet, waardoor ik in downtown terecht kwam. In plaats van dat ik boven de grond door de drukke winkelstraat een kilometer oostwaarts liep, heb ik dat hele eind onder de grond door een enorm lange gang gelopen. Het was een stuk eenvoudigere en rustigere mogelijkheid, waarbij je op maar liefst 26 plekken de mogelijkheid om de gang te verlaten en terug naar de bovenwereld met alle winkels te keren. Daarnaast had ik deze winkels al op m'n eerste dag hier gezien. Eenmaal boven de grond kwam ik na een tijdje aan bij het Gion Kobu Kaburen-jo Theatre, waar de dansgroep Miyako Odori alleen deze maand (net zoals diverse andere groepen ook alleen dit seizoen) hun jaarlijkse dansoptredens houden. En niet zomaar een optreden, maar een show met traditionele dansen van geisha's en hun leerlingen, de maiko's. Je had de keus uit dure gereserveerde stoelen op de vloer, iets goedkopere stoelen op het balkon, of nog iets goedkopere zitplaatsen op een tatami-matje daarachter. Ik koos voor deze laatste optie, maar had alsnog een prachtig uitzicht op het podium van het grote theater. De show begon om 14 uur en duurde maar liefst een uur, waarin in 8 verschillende scènes de seizoenen werden doorlopen. De show begon laat in de lente, ging over in de zomer, de herfst en de winter, om vervolgens groots en prachtig te eindigen in de lente. De decors wisselden hierbij constant, met prachtig geschilderde (bloesem)bomen, rotsen en zee, tempels en landschappen. Licht- en rookeffecten waren hierbij ook aanwezig, alsmede een podium met vele verborgen luikjes waar danseressen uit tevoorschijn kwamen. Aan beide zijkanten van het theater zaten vrouwen die muziek maakten met traditionele instrumenten. Sommigen van hen zongen ook. En uiteraard waren daar de vele danseressen die in prachtige kimono's (en met witte gezichten) een enorm mooie show wisten op te voeren. Heel sierlijk dansten ze rond op het podium, vaak vrij rustig, terwijl ze strak voor zich uit bleven staren. Soms maakten ze bij het dansen gebruik van een waaier of een takje met bloemetjes. Het was geweldig om te zien, waarbij de hoeveelheid danseressen varieerde van een stuk of vier, tot maar liefst achtendertig bij de slotscène!
Het uur in het theater was snel voorbij en ik besloot de rest van de middag door te brengen in downtown Kyoto. Ondanks dat ik de drukke winkelstraat al had gezien, was ik nog niet in de populairdere overdekte zijstraten geweest. Door deze lange straten bevonden zich aan weerszijden vele winkeltjes, eetgelegenheden (meer om te snacken eigenlijk) en arcadehallen. In een andere zijstraat bevond zich dan weer de Nishiki-markt, met veel zaakjes waar ze groente, maar met name veel vis verkochten. In tegenstelling tot de Tsukiji-markt in Tokio was de meeste vis hier echter verpakt. De straat kwam uit bij een groot warenhuis, met eveneens een grote etensafdeling in de kelder. Luxe taartjes, cakejes, versgebakken brood, vleeswaren, fruit, sushi en vele andere hapjes waren hier onder andere verkrijgbaar.
Met een maaltijd liep ik het hele eind terug naar het hostel, waar ik gebruik kon maken van de magnetron om m'n maaltijd te verwarmen. Het was hier zelfs mogelijk om in de keuken je eigen diner te bereiden. Samen met enkele mensen in de eetzaal deelde ik verhalen uit over Kyoto en Japan, waarna het een relaxed avondje werd en ik weer nieuwe ideeën opdeed voor m'n laatste dag in Kyoto morgen.
Tip van de dag: check voordat je op reis gaat, of voordat je in een stad aankomt, of er dagen met speciale evenementen zijn. Vaak zijn deze erg de moeite waard!
Opvallend feitje: het einde van de show verliep ontzettend snel. Alle dansers waren nog bezig met hun dans, terwijl het doek naar beneden kwam vallen, de muziek langzaam ten einde kwam en het publiek even begon te klappen. Hierna gingen meteen de lichten aan en werd iedereen verzocht de zaal te verlaten. Geen buigingen, geen lang applaus, vrij abrupt eigenlijk.
Dag 43: Duizenden torii en mangaboeken
Zondag 22 april 2012
Het was een druilerige dag, dus was ik opnieuw blij met de beschikbare paraplu's. Toch maakte dat het bezichtigen van enkele resterende plekken in Kyoto er niet echt vrolijker op. Van het station nam ik de trein naar het zuidoosten, waar ik na twee haltes (een rit van zo'n vijf minuten) alweer uitstapte. Mijn bestemming lag direct naar het station, de Fushimi-Inari Taisha. Ja, dit was een tempel, maar wel een heel erg bijzondere. De tempel zelf was om te beginnen al enigszins anders dan de andere tempels in Kyoto, aangezien deze roodoranje van kleur was. Op het terrein stonden diverse wagens, welke leken op praalwagens. Er zat overal echter plastic overheen, dus kon ik niet goed zien wat het precies was. Daarnaast was er in het hoofdgebouw een ceremonie bezig, waarbij vele personen in speciale kleding op banken zaten, aan het bidden waren en andere rituelen uitvoerden. Op verschillende plekken stonden ook beelden van vossen, iets dat Inari-tempels typeert. Maar het meest bijzondere van deze tempel was het heuvelachtige bos hierachter. Er liep hier een pad van vier kilometer dat je kon bewandelen. Dat klinkt op zich niet heel bijzonder, totdat je erachter komt dat je op dit pad continu door een gang van torii loopt. Torii zijn de poorten die je normaalgesproken onderdoor loopt voordat je een tempel bereikt, maar hier stonden er duizenden achter elkaar, over het pad heen, met zo'n 40 cm tussen elke poort. Bijna allemaal waren ze in de kleur roodoranje, waarbij er aan één kant (wanneer je terugliep) ook nog allemaal Japanse tekens op geschilderd waren. Het was een enorm lange en slingerende golf van oranje waar je doorheen liep en was heel erg apart, maar wel indrukwekkend. Toen er op een gegeven moment geen einde meer aan leek te komen (en ik enigszins moe werd van alle regen die tussen de torii door kwam vallen), keerde ik om, om de gang ditmaal van de andere kant te aanschouwen.
Terug bij het station nam ik de trein terug, waarna ik overstapte op een metro naar het noorden. Vanwege de regen kwam het goed uit dat ik deze middag een museum wilde bezoeken. Zoals ik al eerder heb laten weten, is manga in Japan heel erg populair. Opvallend genoeg bevindt zich hier in Kyoto (je zou namelijk eerder Tokio verwachten) het International Manga Museum. In dit museum, een voormalig schoolgebouw, werd door middel van enkele tentoonstellingen uitgelegd wat manga is, wat voor soorten manga er zijn (voor de jeugd, maar ook voor tieners, zowel jongens als meisjes met andere thema's, en volwassenen, waaronder satire), hoe de tekenstijl in elkaar zit, wat opvallende elementen zijn op de strippagina's, hoeveel geld tekenaars verdienen en hoe manga verweven is met anime, games en merchandising. Daarnaast stonden er, zoals te verwachten was, enorm veel boekenkasten met duizenden mangaboekjes in alle categorieën, lopend van de jaren na de oorlog tot het heden. Helaas was alles in het Japans, dus bleef het voor mij slechts tot het bladeren door enkele van deze boekjes. Desondanks toch nog erg vermakelijk. Een kleine afdeling toonde echter nog wel een selectie van manga die in andere talen, waaronder het Engels, vertaald was, alsmede specifieke manga of strips die in het buitenland gemaakt waren.
Na het museum wilde ik een kijkje nemen in de tuin van het paleis, niet ver van het museum vandaan, maar de regen zorgde ervoor dat ik hiervan afzag. Ik had geen zin om nog eens een hele tijd door de regen door een park te gaan wandelen, waarbij het paleis zelf niet eens zo interessant scheen te zijn. Ik keerde daarom terug naar het hostel, at er opnieuw een warme magnetronmaaltijd nu dat nog mogelijk was en genoot vervolgens van een rustige laatste avond in Kyoto, waarbij ik nieuwe kamergenoten kon helpen met tips over de stad. De komende twee dagen zal ik verkassen naar de nog oudere hoofdstad van Japan: het plaatsje Nara.
Tip van de dag: probeer voor de lol gewoon eens alle knopjes op een toilet uit en laat je verrassen.
Opvallend feitje: veel mensen gebruiken hier doorzichtige paraplu's: ideaal als je net wat meer wilt kunnen blijven zien!
Reacties
Reacties
als je doorgaat met al die tempels dan zien wij jou misschien nog als priester terug komen .maar het is weer een mooi verhaal opa
Lijkt me adembenemend om vanaf de 11de verdieping een deel van de stad kan zien.
Tip van die toiletknopjes zal ik hier maar niet doen,maar.... krijg je dan natte voetjes????????
Je volgende reisverhaal uit Nara zien we met plezier tegemoet.
Hoy Jassin, het doet mij erg denken aan Thailand tempel in tempel uit en steeds weer anders. Liefs van mij Teus
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}