Kenia
Dag 1: Kenia on a Shoestring
Vrijdag8 juli 2011
Gaap! Het was maar liefst 3.10 uur toen de wekker ging. Na waarschijnlijk de laatste lekkere warme douche voor enige tijd vertrok ik om 4.00 uur naar Schiphol. Vanzelfsprekend was het daar stukken drukker dan op de weg, maar niet extreem veel. Gisteren had ik online al ingecheckt, dus kon ik direct mijn bagage afgeven en richting de gate gaan. Een lange tijd heb ik daar zitten wachten, af en toe om me heen kijkend of ik mijn groepsleden eruit zou kunnen pikken. Met alleen de samenstelling en ieders geslacht en leeftijd viel dat toch niet mee. De één uur durende vlucht met Swiss Airlines vertrok mooi op tijd en kwam netjes om 9.25 uur in Zürich aan. Met een muffin, drankje en Zwitsers chocolaatje in m'n maag vervolgde ik me naar een andere gate, om daar om 9.35 uur het vliegtuig in te stappen naar Nairobi. Ik zat met een Amerikaanse, niet van de groep, bij de nooduitgang, dus hadden we zeeën van beenruimte. Een tafeltje en tv'tje zaten heel vernuftig in de stoel verborgen. Het was een lange en vermoeiende vlucht, die ik afwisselde met de films Rio en Just Go With It, snacks en een maaltijd. Zelfs pizza en ijs behoorden tot de maaltijden. Ook genoot ik van het uitzicht over de Zwitserse Alpen, een Grieks eiland en de kale woestijnen van Egypte en Soedan. Boven een dicht wolkendek vlogen we uiteindelijk over Kenia heen, totdat we om 17.10 uur landden in de hoofdstad.
In de aankomsthal merkte je direct hoe anders het hier weer is; winkeltjes zijn bijvoorbeeld stukken simpeler. Na een snelle paspoortcontrole en een vlotte hereniging met m'n bagage werd ik als eerste persoon opgewacht door Francis, onze gids voor de komende reis. Later werd de groep groter en stonden we met 15 man bij de uitgang te wachten, te kletsen en geld te wisselen. Ze hebben hier toch liever Keniaanse shilling dan dollars. Het was al donker geworden en ook al behoorlijk fris. De meegenomen jassen waren dus wel nodig voor de wandeling naar de truck. En die truck was me er een! Een grote Scania-truck, omgeven met doorzichtige plastic zeilen, zou voor twee weken ons vervoer zijn. Zeer groot en hoog, maar van binnen wel ruim genoeg voor ons allen. We begonnen aan een tocht van 20 km rond en door de suburbs van Nairobi. Hier leek alles redelijk chaotisch te kunnen verlopen, met verkopers langs de wegen en plotselinge momenten dat onze chauffeur op de rem moest trappen vanwege overstekende mensen. Grote en luxe hotels en bedrijven kwamen we onderweg tegen, maar ook kale stukken, zoals een nationaal park, en veel constructie. De sfeer in de groep leek goed en ook Francis lijkt een lollige gast die ons vast veel meer kan vertellen over dit land en de taal die men hier spreekt: Swahili.
Bij het kamp stonden de tweepersoonstentjes al voor ons klaar en konden we de slaapmatjes uit de truck halen. Ook ontmoetten we hier nog twee meiden die de afgelopen drie maanden hadden gewerkt in Kameroen en nu hun reis ontspannen wilden beëindigen. Twee andere personen van de groep bleken te hebben afgezegd. We kregen prima pompoensoep te eten van onze kok en maakten beter kennis met elkaar. Het lijkt er op dat het gezellige weken gaan worden! Toch gingen we niet al te laat (rond 22.00 uur) naar de tenten om te slapen, aangezien het voor iedereen een lange dag was geweest.
Dag 2: Tussen de beestjes
Zaterdag9 juli 2011
Slapen zonder kussen en met blaffende honden op de achtergrond viel in het begin niet mee, maar lukte uiteindelijk wel. Koud was het in m'n slaapzak in ieder geval niet. Van m'n jas en wat kleding had ik een kussentje samengesteld. Tegen 7.30 uur stonden we op (begroet door nieuwsgierige aapjes) om gebruik te maken van de eenvoudige toiletten en douches. Onze kok Pete was op dat moment bezig met de voorbereiding van een heerlijk ontbijt met brood, beleg, gebakken ei en worstjes. Op eenvoudige kampeerstoeltjes genoten we hiervan. Na enige uitleg van Francis over het reilen en zeilen in het kamp (o.a. over geld, corvee en het programma), legde hij uit hoe we onze tenten konden afbreken, iets dat redelijk gemakkelijk ging. Met de grote truck gingen we vervolgens, met al onze spullen, weer op pad. Iets verderop maakten we een stop bij een druk winkelcentrum met onder andere een grote supermarkt met werkelijk alles. Wij kwamen voornamelijk voor grote flessen water die we in de truck konden opslaan. Op de weg was het een drukte van auto's en busjes. Daarnaast verkochten vele mensen langs de weg bloemen en planten. We begonnen aan een tocht van zeker een uur, waarbij we steeds hoger kwamen en het steeds kouder werd. Jassen en vesten waren wel nodig. Onderweg zagen we het simpele en vaak armoedige landschap van de Kenianen. Het had wel iets weg van Laos en Cambodja: ook vanwege de bedrijvigheid op en naast de weg. Op een zekere plek werden zelfs allemaal huiden van koeien en schapen verkocht, welke allemaal hingen uitgestald. Niet heel vreemd, want we waren deze beesten telkens tegengekomen. Wijken met kleine krotten, huisjes en winkeltjes kwamen ook voorbij. Hier en daar verbaasden we ons over bordjes met ‘Hotel' erop, want wat ernaast stond leek niet meer te zijn dan een paar muren. We maakten een stop bij een prachtig hoog uitkijkpunt over The Great Rift Valley, welke hier door vele Oost-Afrikaanse landen schijnt te lopen. Het was alleen erg jammer dat het zo mistig was en we niet ver konden kijken. Uiteraard stond hier ook een handvol verkopers op ons te wachten (eentje was zelfs op de Euromast geweest, ja ja...) maar die wisten ons niet te verleiden tot de koop van houten giraffen en meer prul.
Tot lunchtijd reden we een heel stuk verder, waarbij de rit in het begin gezellig was, maar iedereen later leek in te kakken. Totdat we echter aankwamen bij het Lake Navaisha Hippo Camp. We zouden een eerste wandelsafari gaan maken als opwarmertje voor de rest van de vakantie. Bepakt met fototoestellen, zoomlenzen en verrekijkers gingen we op pad. De bewolking was opgeklaard en het was al snel een zonnige en warme wandeling. Na enig getuur naar een mooie blauwe vogel en een ibis, zagen we al vrij snel een groep van pakweg tien impala's. Vanaf een afstandje keken we toe hoe ze vredig aan het grazen waren. Iets verderop, onderweg navigerend rond alle keutels, vielen we met de neus in de boter, want we werden aangestaard door enkele giraffen! In het begin waren zij net zo nieuwsgierig naar ons als wij naar hen. Terwijl wij foto's maakten, gingen zij verder met het eten van de blaadjes in de bomen. Het waren mooie en statige beesten. Ietsjes verder bevonden zich meer kuddes impala's, maar ook zebra's! Er zaten hier zelfs ook enkele kleintjes bij, die melk bij hun moeder dronken of anders wel in hun buurt bleven. Een grote Afrikaanse zeearend bekeek de gebeurtenissen vanuit een boom. Het waren voornamelijk deze beesten die we in het uur daarna nog vaker tegenkwamen, alhoewel we ook een eland, een gnoe en meer vogels zagen. Op de grond zagen we op enkele plekken zelfs botten liggen: twee grote botten van een giraffenpoot, een karkas van een impala, iets verderop z'n schedel en ergens nog een karkas waar de wilde beesten het vlees van hadden opgegeten, op een stuk huid na. De naam van het kamp werd ook nog even waargemaakt toen we in de verre verte een nijlpaard z'n bek zagen openen in het meer om daarna onder te duiken en niet meer tevoorschijn te komen. We moesten terug naar de truck, want we hadden overal veel te lang getreuzeld en het was al 15.30 uur. Bij de truck stond een lekkere lunch klaar van brood en salade, welke we konden eten na het uitgebreid wassen van onze handen in drie teiltjes water: zeepsop, desinfecterend middel en gewoon water.
Met de truck reden we daarna nog bijna twee uur verder naar Kembu Camp. De conditie van de weg varieerde. De hoofdweg was ok, maar op de zandpaden werden we soms goed door elkaar geschud. Gelukkig had de truck een hoog dak. Het kamp zag er goed uit, met een leuk overdekt gedeelte met banken, een bar met muziek en een tafeltennistafel. Voordat het donker werd moesten we de tenten opzetten, wat redelijk vlot verliep. Terwijl de kok en vier groepsleden aan het eten begonnen, heeft de rest gerelaxt en gekletst. Ook speelde ik nog een zeer actief potje tafeltennis met iemand van de groep! Na achten genoten we van groentesoep, aardappelpuree, salade en gebakken vis. We mogen zeker niet klagen over Pete de kok! Tijdens het natafelen gingen alle lampen in het kamp uit; de generator was ofwel uitgezet, dan wel uitgevallen. Lantaarntjes zorgden echter voor enig licht, zodat we onze geldzaken (met betrekking tot het eten) konden afhandelen. Het hele dollar-shilling verschil blijft iedereen maar vervelend vinden, omdat soms het ene gewenst is en dan weer het andere. Met zaklampjes en hoofdlampjes konden we daarna bij eenvoudige gootsteentjes onze tanden poetsen, eventueel nog opwarmen bij de kolen van het kookvuurtje en plassen in een gat van zeker twee meter, om daarna op tijd te gaan slapen. Francis zal ons namelijk zeer vroeg gaan wekken.
Dag 3: Safari met Simba
Zondag10 juli 2011
Om 5.15 uur was het nog aardedonker buiten, maar toch stonden wij al op om een halfuurtje later te ontbijten. Terwijl de zon razendsnel opkwam, maakten wij tevens een lunchpakketje klaar. Vandaag stond Nakuru National Park op het programma. Met twee busjes, waarvan het dak omhoog kon om uit te kijken over de omgeving, reden we hier in zo'n drie kwartier naartoe. Terwijl Francis het entreegeld betaalde, bekeken wij met alle nieuwsgierigheid de aapjes die hier rondliepen, in bomen kropen en over onze busjes renden. We reden het park in en werden verwelkomd door een kudde impala's. Het park was gesitueerd rond een groot meer, waar we vrij direct naartoe reden. Hier konden we een hele zee van flamingo's en pelikanen bewonderen. Het water langs de oever stond gevuld met honderden, dan wel niet duizenden van deze roze en witte beesten. Het was een prachtig gezicht om ze te zien: staand, badderend, wapperend met hun vleugels, etend, of vliegend over het water. We waren tevens getuige van een grote kudde buffels, die over de grasvelden aan het rennen waren, een ondiep riviertje doorkruisten en verder renden, om een behoorlijk stuk verderop tot stilstand te komen om te grazen. Een lange tijd bleven we naar beide spektakels kijken, totdat we de buffels langs het water achterna reden en we de groep uiteindelijk doorkruisten. Grazend staarden ze ons aan. Over hobbelige zandpaadjes en door gebroeide bossen reden we weer verder. Op de savanne kwamen we nog talloze kuddes zebra's en impala's tegen, beesten die we de hele dag nog veel vaker zagen. Bang voor ons waren ze niet, waarschijnlijk waren ze alle tourbusjes al gewend. Niet dat we in een file van busjes reden, zo druk was het niet, maar toch kwamen we regelmatig anderen tegen. Ook de bavianen van de ingang kwamen we nog vaak op of naast de weg tegen. Bij het water hadden we het geluk een stuk of vier witte neushoorns te zien liggen. Ze lagen redelijk stil, op een kleintje na, die melk van z'n moeder lag te drinken. Op een afstand van niet meer dan 5 meter was dit erg bijzonder. Nadat we een Egyptische gans hadden gefotografeerd, zagen we in de verte twee jakhalzen lopen. Helaas liepen ze van ons vandaan en hebben we nooit een goed beeld van ze kunnen krijgen. De gevlekte hyena iets verderop hebben we wel eventjes kunnen volgen. Helaas wilde de chauffeur niet goed stilstaan om er een degelijke foto van te maken. Onze camera's waren sowieso al overuren aan het draaien van al het moois.
Na het observeren van een wrattenzwijntje ('Pumbaa!') en nog enkele watervogels, reden we een berg op om te pauzeren bij een uitkijkpunt. Hier hadden we een wijds uitzicht over een deel van de savanne en het meer. De bewolking was doorbroken en het zonnetje begon fel te schijnen. We werden hier vergezeld door felblauwe en grijze hagedisjes en mooie blauwe vogels. Na het zien van een hamerkop, een marmot en een gier in de boom, reden we langs een aantal giraffen; ditmaal met rechthoekige vlakken in plaats van de anders gevlekte Masai giraf. Het ware grote en statige beesten die leken te genieten van de blaadjes in de hoge bomen. De bekende platte en brede acaciabomen domineerden het landschap.
Het was tijd om te lunchen, wat we bij een paar bankjes bij een hutje deden. Uiteraard waren de apen hiervan op de hoogte, waardoor ze regelmatig trachtten eten te bietsen en te stelen, soms met succes. We lachten om het gedrag van een aap met een bananenschil, om een aap die een busje in wilde klimmen en eentje met wel heel erg blauwe ballen. Hierna begon iedereen een beetje in te kakken, aangezien we meer buffels, impala's en zebra's zagen en niet veel nieuws. We vroegen ons af of er nog nieuwe beesten zouden komen. Het was midden op de dag, dus zo actief waren ze niet. Toch wist de rest van de middag ons enorm te verrassen. Op een veld met buffels zagen we ten eerste twee zeer zeldzame zwarte neushoorns rondrennen. Het was ver weg, maar desondanks waren we erg blij. Een paar bochten verder mochten we al helemaal een gat in de lucht springen, want aan de ene kant van de weg lag een leeuwin met drie welpjes van nog geen week oud ('Simba!')! Ernaast lang een karkas van een buffel, waar de welpjes aan snuffelden. Ook speelden ze met elkaar en probeerde er eentje, met succes, een boompje te beklimmen. Aan de andere kant van de weg gaven vier volwassen leeuwen, waaronder een mannetje, het goede voorbeeld: ze lagen hoog in de boom te slapen of ons aan te gapen. Het was een geweldig gezicht en vele andere busjes bleven hier ook lang staan om foto's te maken. Uiteindelijk werd het ietwat eentonig en reden we verder, om langzaamaan een eind te maken aan de tocht. Toch bleven we nog een tijd naar vogels kijken, spotten we dezelfde giraf als gisteren, lag er nog een leeuw voor een bosje te slapen, dachten we nog een zwarte neushoorn te zien, zagen we in ieder geval nog een witte neushoorn, net als meer impala's, zebra's en buffels en vier slapende leeuwen in de verte! Ten slotte hingen er nog enkele colobusaapjes in de bomen. Na vijven reden we moe, maar zeer tevreden, het park uit. We vroegen ons af of iets dit nog zou kunnen overtreffen. Voldaan reden we terug naar het kamp, onderweg even gestopt en lastiggevallen door verkopers met landkaarten en ansichtkaarten.
Vandaag zat ik in het corveeteam, maar helpen met het eten hoefde gelukkig niet. De kok was namelijk al lang bezig en niet veel later zaten we in het donker rijst met kip en paprika te eten. De afwas moest ik wel met drie anderen doen, net als het schoonvegen van de truck, alhoewel die vandaag niet gebruikt was en dus niet vies was. Na een briefing van Francis had iedereen de gelegenheid om lauw te douchen en in de bar na te kletsen. Het was een gezellige avond, en we gingen daarna weer terug naar de koude tenten om te slapen. Vanaf morgen meer warmte vanaf een andere locatie!
Dag 4: Slapen naast nijlpaarden en krokodillen
Maandag 11 juli 2011
De Australiërs die gisteravond nog live muziek maakten met instrumenten, stonden vanochtend vroeg op en maakten veel herrie, waardoor de meesten van ons eerder wakker werden dan het geplande 6.30 uur. Wel had de kok al heerlijke pannenkoeken staan bakken in alle vroegte, waardoor we lekker konden ontbijten. Nadat iedereen klaar was en alles had opgeruimd, reden we om 8.30 uur het kamp uit, op weg naar het centrum van Nakuru. Onderweg zwaaiden we naar kindjes, weken we uit voor spijkerstrips bij schooltjes en keken we naar de vele door Coca Cola gesponsorde huisjes. In Nakuru kregen we een uur de tijd om te winkelen bij een supermarkt. Eten en drinken werd ingekocht, naar SD-kaartjes werd gezocht (ook door allerlei Kenianen die meehielpen) en verkopers met prul werden afgeslagen. Op een klein marktje werd veel toeristisch prul verkocht (onder andere sieraden en houten giraffen), ondanks het lage aantal toeristen. Uiteraard werden door verkopers alle Nederlandse zinnetjes genoemd en werd ik zelfs Frans Bauer genoemd, iemand anders Marco Borsato. Met open ramen reden we een stuk verder; het was al lekker warm geworden. We maakten een bijzondere stop langs de weg: op de evenaar! Dit was zichtbaar door middel van een bord (‘Equator, 0°, Hakuna Matata'), een horde verkopers en een vrouwtje dat ons een leuk stukje natuurkunde gaf. Met een trechtertje liet ze water in een flesje lopen, om vervolgens een takje in de trechter te gooien. Aan de ene kant van het bord, op het noordelijk halfrond, draaide het takje met de klok mee; aan de andere kant, op het zuidelijk halfrond, tegen de klok in. Exact op de evenaar bleef het stil liggen. Na deze magie van de magnetische polen reden we verder. -Verificatie achteraf toont aan dat dit zogenoemde ‘coriolis effect' niet op deze manier aan te tonen is en veel zwakker is dan men beweert; de manier waarop deze toeristentruc werkte, was vanwege de kleine variatie van het inschenken van het water in de trechter.- Het werd steeds warmer, de weg werd steeds slechter en het landschap veranderde. Het was hier droger, zanderiger en rotsachtiger. De sisalplantjes (om touw van te maken) hadden plaatsgemaakt voor cactussen. Terwijl wij stof hapten, zwaaiden kleine kindjes naar ons en staken geiten over.
Aan het begin van de middag arriveerden we bij Robert's Camp, een mooi kamp direct aan het Baringomeer. Op een steenworp afstand van het water zetten wij de tentjes op, terwijl de lunch van broodjes, rijst en guacamole werd bereid. Er werd afgeraden om bij de oever te komen, aangezien er krokodillen en nijlpaarden leven die je aan zouden kunnen vallen. Alhoewel dit niet vaak voorkomt, lopen er 's avonds zelfs bewakers rond om een oogje in het zeil te houden. Op zoek naar deze beesten gingen we in de middag, toen we over drie eenvoudige gemotoriseerde bootjes werden verdeeld. In iets meer dan twee uur hebben we met een warm zonnetje heerlijk over het water gevaren, een lang stuk langs de oever en rond één van de zeven eilandjes. Al redelijk snel had de gids een drietal nijlpaarden gespot tussen het riet: een mannetje, een vrouwtje en een kleintje. Met hun grote bek lagen ze wild te knagen op het riet, althans, op de momenten dat ze niet waren ondergedoken. Van een afstandje keken we toe. Nadat we verder waren gevaren, zagen we enkele mensen aan de kade en diverse vogels. Ook vlogen er vele libellen rond. We hebben toch zeker zo'n 10 verschillende soorten vogels gezien. Op een rots in het water zagen we ook een krokodil liggen, maar helaas dook deze het water in toen we dichterbij kwamen. Op weg naar het eilandje werden we bezocht door twee vissers in hele primitieve bootjes met stukjes hout als peddels. Ze lieten zien dat ze hier een kleine katvis hadden gevangen. Bij het eiland zagen we aalscholvers en een nijlvaraan, maar het hoogtepunt was de Afrikaanse zeearend. Nu hadden we deze al eerder gezien, maar toen was hij niet aan het eten. De gids gooide daarom een visje in het water, waarna de arend erop af dook en er met de vis vandoor ging. Het was een mooi moment, maar ontzettend lastig om op foto vast te leggen. We voeren tevreden terug, waar kleine kindjes ons opwachtten om te bedelen. Sommigen van ons gaven hen potloodjes en speeltjes waar ze blij mee leken te zijn. Tussen de vele vogeltjes in het kamp konden we vervolgens relaxen tot het avondeten. Ditmaal stond er spaghetti op het menu en opnieuw hadden we niets te klagen.
In de avond kreeg ik de gelegenheid om bij de bar de batterijen van mijn camera op te laden en was het mogelijk om een koude douche te nemen, iets dat op deze warme plek helemaal niet erg was. Verder hebben we de rest van de avond met de hele groep bij de bar gehangen, iets dat resulteerde in een erg lange, maar gezellige avond. Pas tegen middernacht lag ik in m'n tent en probeerde ik met al die warmte de slaap te vatten.
Dag 5: Vogels spotten, tongen met schorpioenen en onverwachts bezoek
Dinsdag 12 juli 2011
Iets na zevenen stond ik samen met Wils en zoon Olaf op om een halfuurtje later te ontbijten met toast, ei en bacon. De anderen wilden uitslapen, maar wij hadden gekozen om om 8.00 uur twee uurtjes vogels te gaan spotten. Dit bleek uiteindelijk enorm de moeite waard te zijn geweest. Onder leiding van een lokale gids, een ware vogelkenner, hebben we op een rustig tempo rond het kamp gelopen, op zoek naar vele vogels in de bosjes en bomen. Gewapend met verrekijker en fotocamera hebben we in drie uur tijd (als het aan de gids lag, zouden we de hele dag wel kunnen blijven lopen) maar liefst bijna 50 verschillende vogels gespot, waarvan we de meeste nog niet eerder hadden gezien! Er zaten hele mooie en bijzondere vogels tussen: fel gekleurde, met allerlei kleurtjes, glanzende, gestippelde, met lange staarten, etc. De gids wist genoeg te vertellen en kon sommige vogels zelfs lokken door middel van allerlei verschillende fluittonen. We kwamen onderweg ook nog enkele locals tegen met geitjes en koeien, waarvan er enkele op hol sloegen. Foto's maken van de vogels was niet makkelijk, maar desondanks heb ik er enkele prima weten vast te leggen. Terug in het kamp waren de meeste andere groepsleden het zwembad van het park hiernaast in gedoken, aangezien het ontzettend warm was. Wij zijn tot de lunch heerlijk in het kamp blijven relaxen. De lunch was opnieuw erg lekker (de spaghetti van gisteren), waarna we met z'n allen naar het zwembad zijn gegaan om de verkoeling van het heldere water op te zoeken. Een strandbal zorgde voor enig vermaak. Ook de ligbedjes waren zeker niet vervelend. Om 15.30 uur gingen we terug, aangezien we om 16.00 uur aan een natuurwandeling zouden beginnen.
Met bijna de hele groep gingen we onder leiding van de vogelgids en een andere gids (zijn trainee en broer) de natuur in. Over een landschap met acaciabomen en acaciastruiken (waarvan de laatste de hele regio overheerst heeft na een importactie van een Australiër) wandelden we met een fel zonnetje in het gezicht. De gidsen draaiden regelmatig enkele stenen om om op zoek te gaan naar de kleine beesten die hier leven: schorpioenen. Het duurde niet lang voordat de giftige zwarte schorpioen werd gevonden onder een rots. Bij de staart werd het beestje opgepakt, waarna iedereen hem met z'n hand kon voelen. De gids wilde mij echter graag gebruiken om hem op m'n voorhoofd te plaatsen. Iets verderop troffen we de nog gevaarlijkere bruine schorpioen aan. Ook deze werd opgepakt om vervolgens op ieders neus te zetten. Het leek de gids ook wel lollig om hem op mijn tong te zetten. Met z'n scharen deed het beest niets, steken kon hij niet, dus kietelde het slechts een beetje vanwege z'n pootjes. Na deze aparte ervaring liepen we iets verder en kregen we uitleg over een bijenkorf hoog in de boom, een vogeltje en een das. Na enig zoekwerk zijn er ook nog een kleine adder en een grote rode giftige spin gevonden, die beiden in het begin niet wilden meewerken om zich aan ons te laten zien. Op een bepaald punt kwamen we bij een weg die we overstaken, zodat we op enkele kale plekken terecht kwamen. In deze regio was in 1998 een Italiaanse film gemaakt en op deze plekken waren alle trailers en dergelijke gebouwd. Na het filmen is van al het bouwmateriaal iets verderop een schooltje gebouwd en wordt de vlakte nu als sportveld gebruikt. Ernaast bevond zich een hoge klif, welke we sportief hebben beklommen. Hieraf hadden we een prachtig uitzicht over de omgeving en zagen we nog een valk. Omdat het al laat in de middag was, was de lucht mooi gekleurd. Terug beneden hebben we de vaart erin gezet, aangezien we al 2,5 uur onderweg waren geweest en nog wel even terug te lopen hadden. Het was bijna helemaal donker toen we, zonder lampjes, in het kamp terug kwamen. Lopen in de schemering was vanwege de rotsen en vele doornstruiken niet makkelijk. Daarnaast moesten we nog een groep kinderen van ons af proberen te schudden.
Het eten was al bijna klaar en even later smulden we van gekruide aardappel, varkensvlees, salade, pannenkoekjes en watermeloen. Tijdens een uitleg van Francis over de komende dagen kwam een fris windje opzetten, waardoor een lantaarntje omwaaide en het donker werd. Niet veel later klonk er een gil van iemand uit de groep. Er werd met een zaklamp naar de tenten geschenen en er ontstond enige verwarring en paniek: er stond een nijlpaard in het kamp! Geruisloos was het beest achter de truck het kamp binnengeslopen. Uiteraard schrok hij van ons en rende weg. Vier kampbewakers kwamen op ons af en vertelden ons rustig te blijven. Ze zouden kijken waar het beest heen was gegaan. Uiteindelijk mochten we met ze mee, waardoor we met een hele horde met fototoestellen het nijlpaard achtervolgden. Het beest trok zich maar weinig van ons aan en ging rustig verder met grazen, liep een stukje verder, begon weer te grazen, etc. De bewaker dacht dat het beest verstoten was na een gevecht, aangezien hij sporen had op zijn rug. We lieten het beest met rust en hebben de avond in de bar afgesloten. Zeer voorzichtig en oplettend liepen we uiteindelijk weer naar de tenten, om hopelijk een ongestoorde nacht te beleven.
Dag 6: Springen, zitten en lopen
Woensdag 13 juli 2011
Zonder verdere problemen met nijlpaarden stonden we vanochtend al om 5.15 uur op, aangezien we drie kwartier later een busje in zouden stappen voor een ochtendexcursie. Met een kaakje en een banaantje achter de kiezen begonnen we aan een rit die een kwartier zou duren (20 km), maar uiteindelijk drie kwartier duurde vanwege een erg hobbelige weg. Comfortabel was het ritje niet, omdat we behoorlijk opgepropt zaten. Onze tocht kwam uit bij een klein dorpje van een Pokot-stam, wat slechts uit een paar ronde houten hutjes bestond. De bewoners en de dorpelingen van het ‘dorpje' ernaast hadden zich allemaal al verzameld in hun eenvoudige traditionele kleding. Tussen de hutjes bevond zich een hele kudde geitjes. Van een jongen die Engels sprak, kregen we enige uitleg over het simpele bestaan van deze mensen. Degenen die getrouwd waren, hadden allemaal een band rond hun nek. Het viel ons op hoeveel personen dit hadden, inclusief een paar behoorlijk jong uitziende stamleden. We kregen een kijkje in de piepkleine hutjes, waar een bedje in stond (met een dierenhuid als deken), een vuurtje en een paar potjes en pannetjes. Ook koeienhoorns werden gebruikt om het een en ander in te bewaren. Op een veldje ernaast kregen we de kans om te schieten met hun boog, wat niet meeviel. In het rommelige kamp (schoonmaken en hygiëne lijken ze hier, en in de rest van het land, niet echt te kennen) konden we vervolgens toezien hoe jong en oud een dansje voor de lol deed. Uiteraard moesten wij één voor één meedoen. Echt moeilijk was het echter niet, aangezien je gewoon met twee voeten tegelijkertijd omhoog moest springen. Enkele personen deelden nog ballonnen en potloodjes uit aan de kleintjes, die meteen een lach op het gezicht toverden. Onze tijd zat erop en we hobbelden terug naar het kamp, waar de tenten voor ons waren afgebroken en het ontbijt van pannenkoeken al klaar lag.
Later dan gepland, vertrokken we om 9.10 uur met de truck naar Nakuru, waar we tegen het middaguur na een saaie rit aankwamen. Opnieuw kregen we een uur de tijd om bij een chique hotel naar het toilet te gaan, geld te pinnen en boodschappen te doen. Zelf heb ik een rondje over de markt gemaakt, waar voornamelijk veel lokale kleding en schoenen werden verkocht. Opnieuw werd ik Frans Bauer genoemd. Hierna reden we naar een grasveldje om op onze klapstoeltjes van een snel in elkaar geflanste lunch te genieten. Na het bekijken van een duur winkeltje met allerlei handwerk reden we verder naar Naivasha. Het duurde nog wel even voordat we hier waren en reden onderweg door het typische landschap van Kenia: groene vlaktes met acaciabomen. Ook passeerden we dorpjes waarbij alle winkels hun eigen logo of reclamelogo's gewoon op de stenen buitenkant van het gebouwtje hadden geverfd. Dit gaf een kleurrijk gezicht.
Om 16.15 uur arriveerden we in Fish Eagle Camp aan het Naivashameer. Meteen konden we beginnen aan een andere excursie, terwijl de crew de tenten zou opzetten. We werden opgehaald met een zeer apart hippieachtig gospelbusje om God te verheerlijken. Aan de binnen- en buitenkant stonden allemaal aparte leuzen (o.a. CIA - Christ Is Alive) en het plafond was bedekt met rode en blauwe kussentjes. Ook was er een tv'tje waarop Keniaanse muziekvideo's werden gedraaid. Het was een vrij aparte rit naar een nationaal park rondom een kratermeer. In het park hebben we een stuk gewandeld en vertelde de gids ons over de hollen van wrattenzwijnen, hyenakeutels, het gedrag van buffels, de strepen van zebra's en enkele andere beesten, terwijl we zebra's, giraffen, gazelles, buffels, oryxen en vogels tegenkwamen. Heel bijzonder was het echter niet. Met de wagen werden we vervolgens naar de rand van de krater gebracht, vanwaar we konden afzakken naar het meer. Ondanks dat dit een broedplaats voor flamingo's was, zagen we er nu slechts een handjevol. Ook zwom er hier een nijlpaard rond (we zagen hem zich zelfs omdraaien op z'n rug), alhoewel niemand wist hoe hij hier ooit heeft weten te geraken. Al met al niet bijster interessant. Met het busje, dat nu in het donker voorzien was van rode en blauwe discolichtjes, reden we terug naar het kamp. Rond een heus kampvuur hebben we pompoensoep, rijst, vlees en groente gegeten, waarna we nog een tijd van de warmte van het vuur genoten. Het was hier namelijk weer een stuk frisser. Nadat we ons hadden verbaasd over de goede kwaliteit van de toiletten, was het voor iedereen bedtijd. Ook morgenochtend staat er weer iets mooi op de planning.
Dag 7: Door de poorten van de hel
Donderdag 14 juli 2011
Nadat we vanochtend werden gewekt door enkele luid schreeuwende Colobusaapjes in de bomen, alsmede een grote groep maraboes (ooievaars), hebben we lekker ontbeten. Om 8.00 uur werden we bij de poort van het kamp verwacht, waar een grote hoeveelheid mountainbikes op ons stond te wachten. Het zou een actief ochtendje gaan worden in Hell's Gate National Park. Nadat iedereen zijn mountainbike had getest (niemand was er helemaal blij mee, maar het kon erger), reden we 3 km over een asfaltweg, waar vele locals ons achterna staarden. Het 2 km lange pad naar het park toonde aan wat we van de weg in het park konden verwachten en waarom we echt mountainbikes nodig hadden. Het was een hobbelig pad van stenen en zand. De temperatuur was lekker, er was een prima zonnetje, enige bewolking en wat wind. We hebben in een uur tijd 11 km naar de andere kant van het park gefietst. Het fietsen was voor iedereen even wennen, maar was op zich te doen. Hell's Gate National Park staat niet zozeer bekend om de wilde beesten; we kwamen slechts enkele zebra's, buffels, gazelles en wrattenzwijntjes tegen. Het park is echter befaamd om het prachtige landschap. En mooi was het zeker! We fietsten over uitgestrekte savannes met boompjes en struikjes, omringd door hoge roodoranje rotswanden. Een enkele grote rots stond in het midden van het park. Vanwege de staat van de weg moesten we echter vaak onze aandacht vestigen op de grond, in plaats van op de omgeving in de verte.
Na een lange tocht parkeerden we de fietsen en rustten we eventjes uit, om vervolgens aan het volgende deel van de tocht te beginnen. Ditmaal niet op de fiets, maar te voet. We stonden namelijk aan de rand van een lange en prachtige kloof. Na het zien van een mierenleeuw (één van de ‘small five'), liepen we de kloof in, welke behoorlijk diep was en helemaal was uitgesleten door een rivier. Nu liep er slechts een smal stroompje. In de kloof bevonden zich enkele klimmetjes, enkele afdalingen en diverse bochten. Op de wanden waren namen van bezoekers gekerfd en hier en daar bevond zich een struik of boom. Het was een mooie en avontuurlijke wandeling. Op sommige plekken sijpelde bodemwater langs de wanden naar beneden. Gezien de vulkanische bodem was een deel van dit water soms warm of zelfs behoorlijk heet! Voorbij de helft kregen we de mogelijkheid om verder door de kloof te trekken, een moeilijke route, of een makkelijkere route bovenlangs te nemen. De groep splitste zich en ik koos voor de kloof. Het was inderdaad geen makkelijk stuk en vaak moesten we op handen en voeten afdalen of klimmen. Gladde stukken met water hielpen niet mee. Uiteindelijk moesten ook wij naar boven, waarna we een prachtig uitzicht hadden op een deel van het park. Bij de fietsen rustten we opnieuw uit, om vervolgens aan de terugweg te beginnen. Deze was een stuk zwaarder dan de heenweg: iedereen was al moe, de honger begon toe te slaan en het was flink warmer geworden. Daarnaast was iedereen vies van al het stof.
Tegen 13.30 uur waren we terug en konden we allemaal eindelijk wat eten. Iedereen rustte flink uit, stond in de rij om te douchen of maakte foto's van de vele maraboes. Niemand had de puf meer om een excursie te doen: een boottocht over het Naivashameer, vergelijkbaar met die op het Baringomeer, en een high tea bij het centrum van het leeuwtje dat centraal stond in de film Born Free. In plaats daarvan hing iedereen in of rond het kamp te relaxen. Daar waren we wel aan toe! Heel veel meer heeft iedereen niet gedaan. Zelf ben ik eventjes bij het niet heel bijzondere meer gaan kijken en probeerde ik bij een postkantoortje in een dorpje iets buiten het kamp een kaartje te posten, maar de eigenaar had geen zin meer en had de tent al eerder gesloten. Om 19.00 uur hadden we bij een kampvuurtje een diner met een lekker prutje van mais, rijst en kip in saus. Tijdens de dagelijkse speech van Francis vertelde hij over de komende twee dagen in Masai Mara; die zouden zeer bijzonder gaan worden! Hoe het weer zou zijn, wist hij echter niet, aangezien hij Erwin Krol en Piet Paulusma niet had gesproken. Een deel van de avond hebben we vervolgens in de bar doorgebracht. Het verbaasde ons dat dit kamp wifi had, alhoewel de rest van de faciliteiten ook al in orde was. Helaas was de internetverbinding veel te zwak, dus gebruiken konden we het niet. Terwijl het kampvuurtje nog nasmeulde, doken wij onze tenten in voor een nieuwe nacht.
Dag 8: Een hobbelige rit
Vrijdag 15 juli 2011
Vanochtend was iedereen al vroeg in de weer om z'n spullen te pakken en de tent af te breken. Na een ontbijtje met gebakken ei zaten we om 7.45 uur in de truck klaar om te vertrekken. Het duurde echter nog een half uur voordat we wegreden, aangezien er een probleem was met de accu en de motor gestart moest worden met behulp van de accu van een andere truck. We hadden een rit van bijna 300 km te gaan, wat in het begin redelijk vlot verliep. Wel hebben we langs de weg even moeten stoppen, aangezien er een nieuwe accu was geregeld en een andere wagen die ons even was komen brengen. Handige service! Er was een plasstop bij een souvenirwinkeltje waar allerlei houten handgemaakte beeldjes stonden in alle soorten en maten, met name van dieren. Ik heb me weten te verleiden tot verkoop, en zit nu met een houten giraf in m'n tas van 2500 voor 1000 Keniaanse shilling, pakweg €7,50. Ook wilde de verkoper nog graag twee muntjes van €0,50 wisselen tegen 150 van mijn shilling, waarmee ik akkoord ging. Buiten werd er wat gelachen om smakeloze speciaal bereidde koffie van enkelen, waarna een andere man vroeg of wij nog pennen hadden voor z'n kinderen, of Nederlandse munten. Aangezien hij hierom bedelde, ketsten we dit af. Daarnaast leek het laatste wel heel erg op een verdachte truc na mijn eerdere wisseling.
Langs kleine dorpjes en akkers reden we verder naar Narok, een plaatsje waar we voor een uur pauzeerden. Hier kreeg ik de kans om een kaartje op de bus te doen en kregen anderen de kans om te pinnen. Uitkijkend voor de vele gaten in de stoep liepen we door het ‘centrumpje' heen en zagen we simpele winkeltjes, vele inwoners, waaronder enkele ezels en een vrouw in een Radio 538 T-shirt, een moskee, een plek waar vrolijke Afrikaanse muziek werd gedraaid en een supermarkt. Hier sloegen we weer genoeg eten en drinken in. Sommigen van ons konden ijsjes en chocola niet weerstaan. Door het rommelige stadje liepen we terug naar de truck om een halfuurtje verder te rijden. Langs de weg laadden we de keuken uit om een lunch voor te bereiden en nuttigen. Ik zat vandaag weer in het corveeteam, dus moest ik meehelpen met het snijden vooraf en het afdrogen achteraf. De laatste 100 km van de rit was over een weg die in een ontzettend slechte conditie verkeerde. Het eerste deel was geasfalteerd, maar had zo ongelooflijk veel gaten dat we continu aan het hobbelen waren of slechts half op de weg en half scheef in de berm stonden. Het tweede en laatste gedeelte bestond alleen maar uit zand en steen. Dat was ook niet heel prettig. Wat wel geweldig was, was het landschap. We waren namelijk aangekomen in de Masai Mara (het Keniaanse deel van de Serengeti) en de omgeving hiervan is precies zoals het beeld dat iedereen heeft van dit land: enorme relatief kale en vlakke velden, savannes, begroeid met gras, kleine struikjes en hier en daar een boom. Verderop waren er wat meer heuvels en bomen. Onderweg zagen we de in het rood geklede Masai-bevolking lopen, vaak vergezeld van enorme kuddes geiten en koeien. In het wild zagen we enkele gazelles en giraffes.
Tegen het einde van de rit waren er meer eenvoudige Masai-dorpjes te bekennen, waarvan we er eentje bezochten. Zoals te verwachten viel, was het een enorme toeristenval, maar desondanks was het geinig om ontvangen te worden door een grote groep primitieve Masai (alhoewel er op een gegeven moment wel eentje z'n mobieltje opnam). De meesten hadden rode kleding aan en waren versierd met diverse kettingen. Sommigen hadden zelfs enorme uitgerekte oren met een gat erin. Eerst toonden ze een dans voor mannen: simpelweg omhoog springen zoals bij de Pokot-stam. Hoe hoger de man kon springen, hoe goedkoper zijn bruidsschat hoefde te zijn. Daarna dansten de vrouwen een nog simpelere versie van de polonaise. In het dorpje bevonden zich verder een kudde koeien, enkele kippen, een schare kinderen en enkele huisjes gemaakt van koeienpoep en modder. Binnenin was het hartstikke donker en zeer primitief. Vuur maken deden ze met stokjes, wat ze even demonstreerden. Nadat we langs een enorme reeks tafels waren gebracht vol met souvenirs, liepen we een paar honderd meter verder naar het Acacia Camp, waar de tenten al voor ons waren opgezet. Het was de minst luxe camping tot dusver en zelfs het water uit de kraan was vies bruin. In het donker hielp ik mee met het diner van soep, rijst, groente en vlees, wat we even later heerlijk naar binnen werkten. Op deze camping was het 's avonds opeens weer een stuk frisser. Na de afwas is iedereen naar z'n tent gegaan om te slapen, wat mogelijk zou moeten zijn aangezien de lawaaierige generator is uitgezet. Morgen belooft een avontuurlijke dag met een gamedrive te worden!
Dag 9: Gamedrive door Masai Mara
Zaterdag 16 juli 2011
Vandaag was een lange dag, maar wel een ongelooflijk gave en mooie dag! Om 6.00 uur zaten we al aan het ontbijt, om niet al te veel later de camping hobbelend met de truck te verlaten. Kok Pete bleef achter, maar wel gingen Francis en chauffeur Steve met ons mee naar het Masai Mara National Park. Dit is het grootste natuurreservaat van het land, dat grenst aan de Serengeti in Tanzania door middel van de Mara rivier. Tot ongeveer 18.00 uur hebben we de hele dag een gamedrive gemaakt. Over hobbelige zandwegen reden we over prachtige en enorm groene grasvlakten. Dit was pas de echte savanne! Het park was reusachtig, had glooiende heuvels en vele kleine struikjes. Bomen waren er uiteraard ook, vaak de acacia, soms bij elkaar, alhoewel er ook wel eens een enkel boompje op een verder kaal grasveld stond. Ook was er ergens een landingsbaan, waarop we een klein vliegtuig zagen landen. Hieruit stapten rijke en luie toeristen, waarna een groep Japanners instapte. Maar dan het belangrijkste van de dag: de beesten. We hebben een enorme hoeveelheid dieren gezien; het aantal loopt gemakkelijk op in de tienduizenden! Ook het aantal verschillende soorten was niet op twee handen te tellen. Zebra's waren toch wel de meest voorkomende, vaak te vinden in grote kuddes. Eén kudde, waar we dwars doorheen reden, was reusachtig. Overal om ons heen zagen we duizenden witte en zwarte strepen. Impala's, buffels en Thomsongazelles zagen we ook vrij regelmatig, net als gnoes. Heel veel gnoes. Dit laatste is goed te verklaren, aangezien tijdens deze maanden de Grote Trek plaatsvindt, 's werelds grootse migratie van beesten. Alhoewel een groot deel van de gnoes zich nog steeds in de Serengeti bevindt, waren er hier ook al grote groepen te vinden. Veel hebben we ze echter niet zien lopen; grazen deden ze wel. Een hoogtepunt van de trek is de oversteek van de Mara rivier, waarbij krokodillen en nijlpaarden op hun maaltijd liggen te wachten. Bij de rivier konden we de truck uit, waarna we onder begeleiding van een gewapende bewaker een stuk langs de rivier hebben gelopen. In het water zagen we en hoorden we al diverse groepen nijlpaarden, in de meeste gevallen bijna volledig ondergedoken, waarbij slechts het bovenste deel van hun kop zichtbaar was. Bij het oversteekpunt lag een grote krokodil op een rots klaar met z'n bek wagenwijd open. Twee anderen lagen langs de oever klaar. Helaas hadden de gnoes op dat moment geen zin om over te steken, waardoor we dit grote spektakel moesten missen. Wel stond er één gnoe aan de over naar de overkant te kijken, maar geen enkel moment durfde hij het aan. Gelukkig hebben we nog veel meer moois gezien.
Op vele plekken hebben we giraffen zien staan, lopen en rennen. Dit bleef mooi. Daarnaast spotten we nog twee topi's, twee stokstaartjes, enkele wrattenzwijntjes en diverse vogels, waaronder de grote secretarisvogel. Dan rest nog The Big Five. De buffel hadden we al gezien en de neushoorn eerder in Nakuru. Neushoorns hebben we hier helaas niet gezien. Wel werden we aan het begin van de dag getrakteerd op een groep leeuwen! Ze lagen vredig in het gras, liepen om alle safaribusjes en -trucks heen en genoten van het verse vlees van een gnoe, welke ze naar ons idee niet lang daarvoor hadden gevangen. Er at er telkens maar eentje, terwijl een andere toezicht hield. Plots renden ze er allemaal vandoor, waarom weten we niet. Wel maakten de vele aasgieren om ons heen hier gretig gebruik van. Bliksemsnel vlogen ze met z'n allen naar het half opgegeten slachtoffer, om daarna wild allerlei restjes op te eten. Het was een zeer bijzondere gebeurtenis! Het vinden van luipaarden en olifanten was moeilijker. Op een gegeven moment zagen we diverse busjes rond een boom staan. We reden dichterbij en zagen een katachtige met zwarte stippen in het gras liggen: een cheeta! Hij bleef rustig liggen en om zich heen kijken naar al die maffe toeristen met fototoestellen. Lang bleven we hier niet staan, aangezien we van de weg waren afgeweken, wat niet de bedoeling was.
In de middag hadden we geluk met Afrikaanse olifanten, aangezien we er in de verte vier zagen lopen. Er liep zelfs een klein olifantje bij! Dit bleek slechts het begin te zijn, aangezien we niet veel later een hele kudde van minstens 21 olifanten zagen! Dat was een heel indrukwekkend gezicht! Later in de middag hebben we zelfs nog veel meer olifanten gezien, sommige behoorlijk dichtbij, andere iets verderop, allemaal in de schaduw van een boom. Onze dag was bijna goed. We zagen nog een kraanvogel, hartenbeesten, struisvogels en aapjes. Lange tijd zochten we naar een luipaard, maar dat was allesbehalve een eenvoudige opgave. Laat in de middag zagen we enkele busjes bij een paar bomen staan. Er werd gezegd dat er eentje in zat! We zaten te zoeken op alle takken van de bomen en zagen een lange tijd niets. Maar uiteindelijk hadden we hem te pakken! Hij lag half verstopt op een tak. Het leek erop alsof hij sliep. Toch konden we een vreugdedansje doen, want we hadden alle Big Five gezien deze vakantie! Tevreden reden we om 17.30 uur weer terug naar het kamp, onderweg enkele Masai-dorpjes vol met afval passerend. Het was een mooie dag geweest, die eindigde met een lekkere maaltijd van linzensoep, aardappel, biefstuk en een smakeloze Afrikaanse cake van maiszetmeel. Nadat we nog een tijdje bij het kolenfornuis hadden gezeten, gingen we op tijd naar bed.
Dag 10: De laatste dag in Kenia
Zondag 17 juli 2011
In alle vroegte braken we vanochtend de tenten af, om om 7.00 uur te ontbijten met toast. Zo'n 40 minuten later waren we allemaal klaar om te vertrekken, dus stapten we in de truck voor een lange rit naar Kisii. Eerst moesten we weer 96 km rijden over de ontzettend hobbelige weg van eergisteren, wat uiteraard geen pretje was. Onderweg stopten we slechts even vanwege een lekkende waterfles. Hierna volgde nog eens 200 km over een betere verharde weg. We reden langs kleine vieze dorpjes, schooltjes en gebieden met helemaal niets. In zo'n gebied hebben we langs de weg geparkeerd om te lunchen. In de verte zagen we daarbij een Masai-herder met een hele kudde koeien. Het was verder een lange, saaie, vermoeiende en warme rit, waarbij we nog een keer gestopt hebben bij een curioshop met een enorme lading Chinese toeristen (vervoerd met minstens 15 busjes) en een foto konden maken van een niet heel interessante theeplantage.
In de namiddag arriveerden we in het hooggelegen plaatsje Kisii, een stadje dat er behoorlijk levendig uitzag vergeleken met de voorgaande plaatsjes. Langs de hoofdweg bevonden zich vele winkeltjes (waarvan vele wel in ontzettende krotten stonden) en een supermarkt. Er was verder nog een markt met veel kleding, we zagen een groep mensen die aan het sporten waren, en we hoorden vrolijke Afrikaanse muziek. We parkeerden de truck bij St. Vincent, een voormalig klooster met meerdere gebouwen die nu dienden als hotel. Voor de verandering hoefden we vandaag niet te kamperen! Dat wil niet per se zeggen dat een hotel hier beter hoeft te zijn, aangezien we behoorlijk wat bouwvallen hadden gezien die een bordje met ‘hotel' hadden. Hier zag het er echter prima uit. Twee bedjes met een muskietennet, twee stoelen, zeepjes, een bijbel en veel te veel kastjes. In de gang bevond zich een gedeelde badkamer met redelijk werkende toiletten en een douche die ofwel ijskoud dan wel gloeiendheet was. We hadden nog twee uurtjes over tot het diner en zijn met een paar personen naar de supermarkt gegaan voor enkele inkopen. De supermarkt was reusachtig, maar verkocht naast alle grote merkartikelen ook alles wat ze bij de Blokker hebben, net als elektronica, tapijten, feestartikelen en meer. Met twee meiden ben ik vervolgens op zoek gegaan naar een internetcafé. We vonden er twee, beide verstopt op hogere verdiepingen van vreemde, donkere en enge gebouwtjes met meerdere gesloten zaakjes. Het ene café was gesloten, maar het andere niet. Toch konden we niets doen aangezien de stroom was uitgevallen. Via de rommelige en drukke straat, waarop we continu eng werden aangestaard door sommigen, maar enthousiast werden begroet door anderen, liepen we terug naar het hotel. Ook werden we hierbij achtervolgd en lastiggevallen door een eigenaardige gast, die gelukkig door de bewaker van het hotel buiten de poort werd gehouden.
In een openbare ruimte kregen we een lekker diner van Pete, bestaande uit pasta, kip en paprika, met een warm toetje van aardbeienyoghurt en banaan. Het restaurant van het hotel bleek namelijk niet zo geweldig te zijn. We waren daarnaast blij dat we binnen zaten, want we hebben hier onze eerste echte regenbui meegemaakt. ‘s Avonds hebben we na de speech van Francis, waarin hij ditmaal vertelde over de oversteek naar Tanzania morgen, nog even rondgehangen om te kletsen, om vervolgens na een week weer in een bedje te stappen!
Reacties
Reacties
ondanks je persoonlijke verhaal aan ons, blijft dit toch fantastisch en geweldig om te lezen, het was weer genieten van je mooie verhaal
Hallo Jassin, wat een spannende en mooie reis heb je weer gemaakt. Leuk om zoveel verschilllende dieren te zien, lekker genoten zo te lezen.
He Jassin,
gaaf om te lezen, zo genieten we nog even dubbel na! Alleen wachten we vooral met spanning op je verhaal over dé grote beklimming! Groetjes
haai,wat een super belevenis weer deze reis.Ik ga je verhaal gauw aan onno en daan laten lezen zij gaan zondag vliegen naar kenia enz
fijn dat je zn super verhaal al zo gauw weer op je site hebt weten te zetten
greetings uit assen
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}