Kathmandu - Vrijwilligerswerk, week 5
Dag 197: Het einde in zicht
Zondag 23 september 2012
Na een aparte week en een druk weekend begon vandaag weer een doodnormale week met vrijwilligerswerk, ondanks dat de projectleiders enige moeite hadden met het inplannen van alle activiteiten vanwege het gebrek aan vrijwilligers. In de ochtend stond ik weer vroeg op om na het ontbijt met Sarah en Luciana naar het weeshuis te gaan. Aangezien we een beetje aan de late kant waren, namen we een tuktuk. Na vandaag zou het aan Sarah zijn om een klopje op het dak te geven als ze uit zou moeten stappen, aangezien dit mijn laatste ritje naar het weeshuis was. Het einde van mijn leven als vrijwilliger in Nepal zal morgen namelijk ten einde komen en nadat ik vorige week al afscheid had genomen van mijn leerlingen en vrouwen, waren vanochtend de weeskinderen van de kindergarden aan de beurt. Op de vraag die me zo'n beetje elke dag wordt gesteld -‘Is it your last day?'- kon ik eindelijk ‘ja' antwoorden, alhoewel ik voor de kinderen niet de chocolade had meegenomen waar ze waarschijnlijk op gehoopt hadden. Voor de laatste keer deed ik enkele erg vermakelijke yoga- en gymnastiekoefeningen met de kinderen, iets dat Sarah morgen alleen op zich mag nemen. Het lukte hierna eindelijk om de kinderen succesvol een antwoord te laten op de vraag hoe oud ze waren, waarna we doorgingen met de vraag waar ze woonden. Met ‘I live in Kathmandu' leken ze gelukkig minder problemen te hebben. We pakten er vervolgens een aantal boeken bij waarin plaatjes stonden van dieren, om de kinderen zodoende enkele dierennamen te leren. Het waren wel iets moeilijkere dieren dan degenen die ze al kennen van de flashcards, zoals vos, jak, chimpansee en lieveheersbeestje. Op het eind focusten we op de begrippen van links en rechts, waarna ik ze vroeg hun rechterhand op te houden om zodoende als traktatie een koekje van me te krijgen. Ik vond het namelijk ook wel een beetje gemeen om de kinderen helemaal niets te geven en aangezien ik nog genoeg koekjes van gisteren overhad, wilde ik deze voor m'n vertrek graag kwijt. Ik zei de kinderen vervolgens gedag; ik had er een geweldige tijd gehad en ik ook hen zal ik missen. Of de kinderen zelf beseffen dat ik vanaf morgen niet meer terug zal keren, weet ik niet, aangezien me de laatste twee weken ook meermaals is gevraagd waar Nuria was. Voor de laatste maal maakte ik een ritje in de tuktuk terug naar het huis; ik weet zeker dat ik deze niet ga missen.
De rest van de dag had ik geen projecten meer, waardoor ik me in de tweede helft van de ochtend en in de middag volledig kon richten op zaken die nog afgehandeld moesten worden. Zo wilde ik graag m'n foto's van dit weekend uitzoeken, maar moest ik bovenal nog een behoorlijke stapel profielen afwerken. Alhoewel ik over elk van m'n schoolkinderen al een verhaaltje had geschreven, had ik dat van alle weeskinderen en vrouwen nog niet gedaan. Het was dus even graven in m'n geheugen om van elk van deze twintig personen een persoonlijk stukje te schrijven. Bij sommigen viel dat niet mee, omdat deze iets rustiger of minder actief waren. Gelukkig hielpen pasfoto's me om de juiste personen aan de juiste namen te linken. Behalve de profielen werd me ook gevraagd om op papier m'n ervaringen te delen over elk van m'n drie projecten, wat me de gelegenheid gaf om enkele positieve verhalen te schrijven. Tussendoor was er uiteraard ook nog de gelegenheid om te lunchen en kon ik Danielle vertellen over mijn lessen met de vrouwen, aangezien zij deze vanaf vandaag overnam. Ik bracht nog een bezoekje aan de supermarkt om iets lekkers voor na het eten te kopen en had later in de middag eindelijk weer wat tijd om m'n reisverhaal bij te houden. Ik had gehoopt alles af te kunnen krijgen, maar slaagde daar helaas niet in, omdat ik nog iets te veel dagen achterliep. Uiteindelijk volgde nog een korte enquête die ik moest invullen en in een envelop moest stoppen. Deze zou dan naar het hoofdkantoor in Jaipur in India gestuurd worden. Idex was immers een Indische organisatie met meerdere kampen in India en slechts eentje in Nepal.
Iets over zevenen zaten we zoals gebruikelijk weer met z'n allen aan het avondmaal. Voor zowel Nina als mij was dit tevens de laatste keer, omdat we morgen allebei het huis zullen verlaten. Er zouden dan nog maar vijf vrijwilligers overblijven, alhoewel deze morgen ook weer versterking van vier nieuwe personen zullen krijgen. Het voelde vreemd om hier te zitten. Afgezien van de verhuizing was het hier toch zoals een tweede thuis, en ondanks dat ik aardig wat personen heb zien vertrekken en komen, was het hier toch altijd een vertrouwde omgeving met leuke mensen. Het was gek om te beseffen dat dat vanaf morgen allemaal voorbij zou zijn. We sloten het diner af met de bakjes ijs die ik in de supermarkt had gehaald, iets dat hier ondertussen een traditie leek te zijn. De meesten hingen in de avond in de woonkamer rond, alhoewel velen niet heel erg lang bleven zitten of liggen omdat het internet niet werkte en mensen zich begonnen te vervelen. Ik ging verder met de inhaalslag op m'n reisverhalen en ik liet Nivedan de verzameling films op m'n netbook zien, waarvan hij er een paar graag wilde kopiëren naar zijn laptop. Alhoewel ik dus heel veel films had meegenomen van thuis, heb ik er uiteindelijk maar ontzettend weinig gekeken omdat ik me altijd wel op een of andere manier bezig heb weten te houden. Gelukkig is dat wel een erg goed teken. Nina heeft in de avond haar tas ingepakt, aangezien zij morgenochtend heel vroeg al zal vertrekken. Voordat ze ging slapen, namen we daarom afscheid van elkaar. Vier weken lang hadden we met elkaar opgetrokken, aan leuke projecten gewerkt en mooie activiteiten ondernomen. Alhoewel ik morgen terug naar huis zal vliegen aan het eind van mijn reis, staat zij nu op het punt een backpackavontuur te beginnen, waarbij ze tot eind juni weg zal blijven en de hele wereld over zal gaan. Ik kijk dan ook zeker uit naar haar belevenissen van de komende maanden, waarbij ze eerst meer van Nepal zal gaan zien en daarna enkele andere Aziatische landen aan bod zullen komen. Het zal voor mij waarschijnlijk een feest van herkenning zijn. Het was tevens de perfecte gelegenheid om mijn metropasje van Singapore door te geven, welke voor de zoveelste keer van eigenaar wisselde. Tegen het einde van de avond ging ik zelf ook naar bed. Het werd m'n laatste normale nacht in Azië en dat voelde heel erg vreemd.
Tip van de dag: probeer op je laatste dag al je muntjes uit te geven, omdat je daar thuis niets meer aan hebt.
Opvallend feitje: het kleine meisje dat vorige week uit dit huis is verhuisd, mist haar oude woonkamer nog steeds.
Dag 198: Komen en gaan
Maandag 24 september 2012
Toen ik vanochtend wakker werd, was het iets later dan gebruikelijk, alhoewel ik nog wel op tijd was voor het ontbijt. Vandaag zou ik niet meer meegaan naar het weeshuis, want het was m'n laatste dag. M'n laatste dag. M'n laatste dag in Nepal. M'n laatste dag in Azië. De laatste volledige dag van m'n reis. Het voelde raar, het voelde vreemd. Het voelde bedroefd. Voor de laatste maal nam ik hier een ontbijtje, waarna ik in de woonkamer heb rondgehangen. Ik was niet de enige, want niet iedereen had op de vroege ochtend al een activiteit. Ondanks dat het internet nog steeds niet werkte, kon ik wel verder gaan met het typen van m'n reisverhaal, waarvan ik echt zo ver mogelijk wilde komen. Toen ik Nivedan, Shahanaj en schoonmaakster Bhawani in de weer zag met een kaarsje en tika, was het duidelijk dat er een nieuwe vrijwilliger aan zou komen. Niet heel veel later verscheen er weer een. Het waren twee nieuwe meiden die de ondertussen ontstane gaten van Juanjo, Sjoukje, Nina en mij zouden gaan overnemen. Later op de dag zouden er nog eens twee bijkomen, zodat alle posities gevuld zouden kunnen worden. Ik zei hallo tegen de nieuwelingen en kon hen meteen enthousiast maken over het werk dat ik hier de afgelopen vier weken had gedaan. Ze waren nieuwsgierig en keken uit naar hun verblijf hier; ik kon hen geruststellen dat ze het heel erg naar hun zin zouden gaan krijgen. Ik pakte al m'n spullen en wist alles voor de laatste keer in m'n rugtas te proppen. Wel was ik niet vergeten om uit m'n etuitje m'n huissleutel te pakken, want deze zal ik morgenochtend hard nodig hebben. Het voelde vreemd om de sleutel in m'n hand te houden, aangezien ik deze 6,5 maand niet had gebruikt. Ik besefte dat mijn grote avontuur nu echt voorbij was.
Toen de andere vrijwilligers terug waren gekomen van hun werk, was ik uiteraard nieuwsgierig naar hoe ze het hadden gehad. Sarah had zoals de afgelopen dagen veel lol gehad met de jonge weeskinderen en ook mijn schoolklas beviel Danielle. Gisteren had zij ook al mijn vrouwenklas overgenomen en ze leek het daar ook leuk te vinden. Het was dus een fijne gedachte dat iedereen die ik in de afgelopen weken had leren kennen en geholpen, de komende tijd ook in goede handen zal zijn. We namen met z'n allen een lunch, waarna ik afscheid heb genomen van de hele groep. Ik zal het eten van de twee kokkinnen missen, de vrolijkheid van Nivedan, de gekkigheid van Sanu, de spontaniteit van m'n nieuwe zusjes Hushnaj en Shahanaj en het goede werk van de overige stafleden. Daarnaast nam ik afscheid van Mirjam, Jennie, Sarah, Luciana en Danielle. Wie weet zien we elkaar nog weleens terug. Bedroefd verliet ik het huis en Nivedan leidde me naar de taxi die om 13.30 uur voor was komen rijden. Terwijl ik werd uitgezwaaid reden we weg van de twee huizen waar ik me de afgelopen vier weken thuis had gevoeld. Het vrijwilligerswerk van Idex en Activity International zat erop. Mijn tijd in Nepal zat erop. Mijn tijd in Azië zat erop. Mijn reis zat er bijna op.
Ik was blij dat ik voordat ik op reis ging, de beslissing heb genomen om een maand vrijwilligerswerk te gaan doen. Door dit aan het eind van de reis te plaatsen, was het een perfecte afsluiting van een periode van 5,5 maand. Alhoewel ik van tevoren geen flauw idee had waar ik eigenlijk aan begonnen was, kan ik met recht zeggen dat het één van de meest bijzondere, leerzame en onvergetelijke ervaringen in mijn leven is geweest. Het werk was ontzettend plezierig en gaf me veel voldoening. Ik was blij dat ik anderen heb kunnen helpen en hoop dat zij hierdoor een betere toekomst tegemoet komen. Alhoewel ik niet zeker weet of ik zoiets als dit nogmaals in m'n leven zal gaan doen, waren deze vier weken prachtig. Het werken met weeskinderen was ontzettend lollig; de kinderen waren heel speels en aanhankelijk en waren altijd enthousiast over m'n komst. Ik zal alle handjes, omarmingen en klauterpartijen missen. De schoolkinderen waren een stuk lastiger om mee om te gaan, maar was uiteindelijk toch ook wel erg plezierig. Ik ben blij dat ik ze iets nuttigs heb kunnen leren. Het viel me hierbij tevens op dat het lesgeven mij niet zo moeilijk af ging als ik van tevoren had gedacht. Je moet namelijk toch aardig wat initiatief tonen en ervoor zorgen dat je niet met je mond vol tanden komt te staan of dichtklapt. Net zo goed ging het bij de vrouwen, wat zonder te aarzelen m'n meest favoriete klas was. In eerste instantie was ik nogal onzeker over dit project -hoe kan een man ooit een hele groep vrouwen lesgeven?-, maar het bleek een erg gezellige en leerzame ervaring voor beide partijen te zijn. Het enthousiasme en de leergierigheid die van de vrouwen afspatte, stimuleerden me om extra leuke lessen voor te bereiden. Afgezien van de projecten was mijn tijd in het Idex-huis ook vele malen gezelliger dan ik had gedacht. Het was allesbehalve een saaie bedoeling en dat kwam uiteraard door de leuke staf en de overige vrijwilligers. Iedereen had altijd een positieve en enthousiaste instelling en de gesprekken die ik met iedereen heb gevoerd waren erg vermakelijk en interessant. De uitjes die ik met de mensen in de weekenden heb gemaakt waren daarnaast ook prachtig. Alhoewel ik helaas niet heel veel van het land heb kunnen zien, heb ik ongetwijfeld meer van Kathmandu en de omgeving gezien dan de meeste andere toeristen. De acht weekenddagen die ik had, zaten helemaal volgepropt, maar gaven wel een enorm goed beeld van het leven in Nepal, aangezien deze behoorlijk veelzijdig waren. De bezienswaardigheden in de vorm van tempels zijn prachtig, en de kleine dorpjes en de omgeving zijn soms adembenemend mooi. Ondanks dat Nepal een arm land is, zijn de mensen vaak erg vriendelijk. De directe contacten die ik met de lokale bevolking heb gehad, waren daarom dan ook zeer uniek. Het gegeven dat ik een festival en meer van de traditionele cultuur heb gezien, was ontzettend mooi. Het enige dat ik niet heel erg zal gaan missen, denk ik, is het eten. Ondanks dat ik vier weken lang lekker heb gegeten, vond ik het enigszins jammer dat er zo weinig vlees was, terwijl er juist een overvloed aan koriander was. Hoe dan ook, graag wil ik nog eens terugkeren naar Nepal om meer van het land te zien; vooral de bergen zien er erg aanlokkelijk uit. Al met al waren deze vier weken heel speciaal, en zou ik niet weten hoe ik mijn reis op een mooiere manier had kunnen afsluiten!
Kirtipur, Chobar & Shivapuri National Park
Dag 195: Wuivend gras
Vrijdag 21 september 2012
Toen ik vanochtend als enige mannelijke vrijwilliger in het huis opstond -ik had daardoor wel de hele kamer voor mezelf-, werd ik samen met de overige vrijwilligers na het ontbijt in de woonkamer verwacht. Het was namelijk weer tijd voor de weekoverzichten. Die voor mijn twee scholen waren nogal eenvoudig, omdat ik het slechts over één dag hoefde te hebben. Het weeshuis vereiste iets meer werk, maar was alsnog redelijk snel in te vullen. Terwijl alle nieuwe meiden vertrokken voor een tripje naar mooie plekken die ik al in eerdere weekenden had gezien, bereidden Nina en ik -de enige veteranen op dit moment- ons voor op een wandeling door twee plaatsjes in de buurt van Kathmandu. Sjoukje en Juanjo hadden Kirtipur en Chobar vorige week bezocht toen wij op het feest waren en waren enthousiast teruggekeerd. Reden genoeg voor ons om hier ook een dagje te kijken. Aangezien ik voor m'n vertrek maandag drie vrije dagen heb, had ik ook een langere driedaagse trip kunnen maken, maar hier zag ik vanaf. Eén mogelijkheid was het bekende Chitwan National Park, maar olifantenritjes in een jungle spraken me niet heel veel aan. Pokhara leek me wel prachtig om te bezoeken, maar omdat deze plaats ook zeven uur van Kathmandu ligt en het dus twee reisdagen vereist, zou het zonde zijn om dit prachtige bergachtige gebied slechts voor één dag te bezoeken. Daarnaast kon je in dit gebied nog wel veel langer rondwandelen, zoals het Annapurna-circuit van een kleine twee weken. Omdat ik niet meer tijd in Nepal zal hebben, zal ik dit helaas moeten bewaren tot een volgend bezoek. Voordat Nina en ik vertrokken, namen we afscheid van Bhagi, die het huis voor onbepaalde tijd zal gaan verlaten. Hij zal vandaag in ieder geval terugkeren naar zijn familie in India en weet nog niet precies of en wanneer hij weer terug zal keren. We vonden het fijn hem als kok te hebben gehad.
Om Kirtipur te bereiken, moesten we een bus pakken vanaf het busstation nabij Rata Park, een groot park dat in de buurt lag van Durbar Square (en daarmee ook in de buurt van Thamel). We kwamen erachter dat dit simpelweg te bereiken was met de tuktuk die op de hoofdweg bij ons reed. Het was dus helemaal niet nodig om een taxi te nemen, zoals de vorige keer! We namen de tuktuk en reden vele malen verder dan gebruikelijk en kwamen uiteindelijk bij het eindpunt uit. Door de drukte was het nu nog eventjes zoeken naar de juiste bus. We zagen allemaal minibusjes staan, maar werden naar een andere plek verwezen. We beklommen een loopbrug, zagen op het grote grasveld van het park diverse militairen staan en liepen naar de overkant van een drukke weg, waar we uitkwamen bij een plein met veel bussen. We vonden de bus naar Kirtipur en stapten in. Voor 35 roepie reden we in deze eenvoudige lokale bus langzaam de stad uit; het was namelijk nogal druk op de weg. Op een zeker moment leken we een ander dorpje in te rijden en na enig navragen bleek dit Kirtipur te zijn. De totale heenweg had een stuk langer geduurd dan we in eerste instantie hadden gedacht en het was daarom alweer bijna lunchtijd. Nu we nog in het stadje zaten, besloten we daarom eerst maar te gaan lunchen. We keken enige tijd rond en merkten dat het hier allesbehalve toeristisch was. Er waren hier gewone winkeltjes voor de lokale bevolking en deze mensen deden gewoon hun ding op deze vrijdag. Ze keken ons aan en vroegen zich waarschijnlijk af wat we hier kwamen doen. Nadat we een kijkje hadden genomen bij een tempel met een mooie goudkleurige stoepa, vonden we een restaurantje. Nadat we in een behoorlijk donkere ruimte waren gaan zitten, werden we door een werknemer naar een lichtere ruimte op een andere verdieping. We bestelden ons eten -momo's met kip en vegetarische pakoda's- en wachtten. En wachtten. En wachtten nog langer. We vroegen ons af wat het personeel in de keuken aan het doen was, want er waren niet bepaald veel andere klanten. Op een zeker moment vroegen we waar het eten bleef en er werd verteld dat we nog eventjes geduld moesten hebben. We kregen de indruk dat er nog boodschappen gedaan moesten worden voor onze maaltijd, wat op zich een goed teken zou zijn voor de versheid ervan. Maar 50 minuten wachten vonden we toch wel een beetje aan de lange kant. Gelukkig smaakten de snacks wel erg goed en was het een behoorlijke maaltijd om naar binnen te werken.
Veel later dan gepland konden we beginnen aan de wandelroute naar Chobar, die in de Lonely Planet in woorden stond aangegeven. Daarvoor moesten we eerst naar een tempel lopen die ergens in het stadje zou liggen. Het boek had een zekere hoek aangegeven, maar aangezien de zon recht boven ons stond, was het zuidoosten niet eenvoudig te vinden. We vroegen daarom even rond en werden een zekere kant op gewezen, waarbij we enkele heuvels in de stad moesten beklimmen. We liepen door enkele rustige straatjes waar oudere mensen voor de deur van hun huis zaten. Op een zeker moment vonden we de tempel, een stoepa met daaromheen nog eens vier kleine stoepa. Een bordje gaf aan dat de tempel al meerdere malen gerestaureerd was. Voor het tempelcomplex stond een boom waarvan de onderkant van de stam helemaal verweven was met een heel klein tempeltje. We konden niet zozeer zeggen welke van de twee er nu eerder was geweest. De Lonely Planet kwam nu met aanwijzingen over 100 meter naar links, 100 meter naar rechts, kleine zandpaadjes volgen, afslaan bij een fundering van een tempel en meer van dit soort onduidelijke taal. Het was dus totaal onmogelijk om de route naar Chobar op deze manier te volgen en we bleven daarom continu de weg vragen aan mensen die we voorbij liepen. Uiteindelijk stonden we weer op dezelfde weg als waar we hadden geluncht en was een mannetje ons bereid om ons op weg te helpen, simpelweg omdat hij dezelfde kant op moest. We liepen het stadje uit en liepen via een zandpaadje bergafwaarts richting boerenland. We hadden een uitzicht over grasvelden, rijstvelden, enkele oude huisjes en een opvallend gekleurd huis, dat totaal niet in deze omgeving paste. Iets verderop kwamen we langs nog enkele felgekleurde huizen, enigszins vergelijkbaar met het vrijwilligershuis. Het zag er hier allemaal erg vredig uit.
We liepen over smalle zandpaadjes door een vallei en staken deze op een zeker moment over, waarna we over een gewone hellende weg verder doorliepen. We zagen opnieuw vrouwen die zware manden aan hun hoofd op hun rug hadden hangen. Het dorpje Chobar stelde echt helemaal niets voor en bestond uit één hoofdweg, een bushalte, een restaurantje en enkele huizen. We waren echter niet voor het dorpje zelf gekomen, maar voor twee bezienswaardigheden in de buurt. Eentje bevond zich bovenop een hoge heuvel hier. Het was een lange en zware tocht naar boven, over honderden traptreden, veel en veel meer dan de 360 van de Monkey Temple. Hoe hoger we kwamen, hoe beter het uitzicht over de Kathmandu Valley werd, alhoewel we soms wel tussen de bomen door moesten kijken om het goed te kunnen zien. Bovenop de heuvel lag een tempel dat zich onderscheidde van de anderen door populair te zijn bij pasgetrouwde stellen. Zij komen hierheen om te bidden voor een gelukkig huwelijk, waarbij ze een eetbord meenemen en dat hier doneren. Het gevolg was dat de zijmuren van de binnenplaats van de tempel helemaal waren volgehangen met bordjes in alle maten, iets dat er erg uniek uitzag.
In plaats van helemaal naar beneden te lopen, liepen we slechts een stukje terug, langs oudere mensen die bezig waren met het repareren en schoonmaken van het pad. We volgden een andere route langs een door Unicef gesponsord schooltje en kwamen een stuk verderop uit bij een weg met daarlangs allemaal hoge stengels gras. Het gras was hoger dan ons, was wit aan de bovenkant en werd door de wind heen en weer geblazen. Een klein stukje verder zagen we nog veel meer van dit soort hoge grassprieten, aangezien we in de Chobar Gorge waren aangekomen. Het prachtige landschap dat we hier zagen, kwam als een totale verrassing en hadden we niet verwacht aan te treffen zo vlak bij Kathmandu. Er was een kloof met vele halmen gras, velen daarvan eindigend in het wit. Het gras wuifde heen en weer in de wind en het namiddagzonnetje bescheen de kloof door de wolken heen. Eén wand van de kloof was vrij stijl en bestond uit rotsen. Beneden zagen we enkele openingen en mensen die hier bezig waren met het uithakken van stukken rots. Aan de andere kant van de kloof kon je via het gras naar beneden klimmen, maar dit deden we niet. Wij bleven voornamelijk bovenaan staan, om naar beneden te kijken en te zien hoe enkele jonge stelletjes zich hier hadden verzameld om samen van hun weekend te genieten.
Toen we uitgekeken waren, liepen we een stukje verder naar een hoofdweg, waar we aan de andere kant de ingang van een park met één van de langste grottenstelsels van Azië. Voor 50 roepie wilden we wel een kijkje nemen. We liepen via mooi onderhouden trappen een heuvel af en kwamen uit bij een andere ingang van het park, waar we een hangbrug over een rivier zagen lopen. De rivier stroomde door een steile en diepe kloof en op de rotsen zaten vogels. We waren echter geen grot tegengekomen en liepen weer terug omhoog, om een ander klein paadje te nemen waarbij je uitkwam op een paadje in de kloof, boven het water. Het paadje liep dood en we troffen slechts twee kleine openingen in de rots aan. Ik klom een stukje in één van de openingen en zag twee meter verder een smalle gang recht naar beneden. Het leek nergens heen te gaan. Weer buiten vroegen we ons af waar de grot nou zat, want hij was in ieder geval niet eenvoudig te vinden. Meer tijd om navraag te doen hadden we overigens niet, want het was tegen zessen en het park ging sluiten. Daarnaast wilden wij nog een bus terug naar Kathmandu hebben voordat het donker zou worden. We gingen langs de weg staan en hoopten dat er snel een bus langs zou rijden. De eerste paar bussen die langsreden gingen een andere richting op, maar uiteindelijk, nog voordat het donker was, stopte een bus die naar Rata Park zou rijden. Alhoewel de rit in het begin, door Chobar en Kirtipur heen, erg vlot verliep, kwamen we in Kathmandu in een enorme file terecht. Heel langzaam kwamen we telkens weer een stukje vooruit, waarna we weer een tijd stilstonden. We zaten op de achterbank en luisterden ondertussen naar de muziek die uit de speakers kwam, waarbij we versteld stonden van de moderniteit in de muziek. Er kwam maar liefst hiphop voorbij, maar dan in het Nepalees (of Hindi)! Ook enkele andere nummers gaven een behoorlijke twist aan de standaardmuziek die je hier normaal hoort, vaak met een vrouwelijke zangeres met een heel hoog stemmetje. Eenmaal aangekomen bij Rata Park wisten enkele modern uitziende winkelcentra ons ook te verbazen. Schijnbaar zitten die hier toch! Op een plek met tientallen tuktuks gingen we op zoek naar de juiste tuktuk en iets later reden we terug richting Pani Tanki, bij ons huis. Een jongeman in de tuktuk vroeg ons waar we vandaan kwamen en hij was enthousiast toen hij ons antwoord hoorde. Zijn zus studeert en woont namelijk in Leiden, waarna hij over haar begon te vertellen en over zijn werk in een reparatiezaakje voor computers. De man zo vriendelijk om voor ons de tuktuk te betalen en beleefd bedankten we hem en zeiden we hem gedag toen we uitstapten.
Rond 19.45 uur waren Nina en ik weer terug in het huis, waarna we meteen naar de eetkamer zijn gegaan voor een avondmaaltijd, die nu al enige tijd voor ons klaarstond. De kokkin begroette ons vriendelijk en was blij dat we nog op waren komen dagen. De overige vrijwilligers zouden namelijk in Thamel gaan eten. Toen zij later op de avond terugkwamen, wisselden we verhalen met elkaar uit. De rest van de avond was behoorlijk rustig, want iedereen was moe van een lange dag. Daarnaast wilden Nina en ik niet te laat gaan slapen, want we hadden voor morgen opnieuw een dagtrip gepland en deze zou langer en vermoeiender gaan zijn dan vandaag!
Tip van de dag: neem een kompas mee om je richting te bepalen als de zon niet schijnt of als deze zich recht boven je bevindt.
Opvallend feitje: onze nieuwe kokkin houdt ervan om eindeloos naar hetzelfde liedje te luisteren. Nou ja, eigenlijk is het liedje heel erg lang en blijft het zich eindeloos herhalen.
Dag 196: Op naar de top
Zaterdag 22 september 2012
Op deze tweede weekenddag sloegen Nina en ik voor de verandering het ontbijt eens over. De reden hiervoor was dat het ontbijt pas om 9 uur geserveerd zou worden en we om 7.45 uur de deur al uitgingen. De reden hiervoor was dat we Shivapuri National Park wilden bezoeken en naar de top van de berg wilden klimmen. In eerste instantie zaten we eraan te denken om er een tweedaagse trip van te maken, maar aangezien accommodatie zich alleen onder aan de berg bevindt en niet halverwege, en deze daarnaast nogal prijzig was, vonden we dat niet de moeite waard. Een dagtrip zou ook mogelijk zijn, maar dan moesten we er wel op tijd bij zijn. Met twee kleine banaantjes en een appeltje achter de kiezen -deze hadden we gisteravond van de kokkin gekregen-, hielden we op de weg een taxi aan waarvan de chauffeur ons wel naar de ingang van het park wilde rijden. Hiervoor zijn we eerst over een behoorlijk goede en rechte weg naar het plaatsje Budhanilkantha gereden, aan de voet van de Shivapuri. De chauffeur vroeg hier om de weg naar de ingang van het park en reed vervolgens nog een stukje verder. We volgden een weg die bergopwaarts liep, wat ons in ieder geval een stuk klimmen zou schelen. Na een totale rit van een halfuurtje hield de weg op bij de ingang van het park en stapten we uit. We betaalden entree en registreerden onze namen. Volgens de Lonely Planet was het ongeveer anderhalf uur bergopwaarts lopen naar een klooster, waarna nog drie uren omhoog zouden volgen naar de top op 2732 meter. Omdat we onderweg niet de mogelijkheid zouden krijgen om eten en drinken te kopen, besloten we bij het kleine kraampje bij de ingang het een en ander in te slaan. Op aanraden van een paar sportieve lokale mannen, die ons succes wensten voor de zware en steile tocht, namen we hier noedelsoep, die door het vrouwtje in het kraampje vakkundig bereid werd en verrijkt werd met vers gesneden groente. We aten tevens een gekookt ei en kochten chips en koekjes om mee te nemen naar boven.
Op een kaart bekeken we de diverse plekken in het park die je zou kunnen bezoeken, maar wij zouden simpelweg voor de top gaan. Het park had een bosrijke omgeving en het eerste deel van de tocht liepen we over een autoweg bestaande uit zand en stenen. Het gedeelte was relatief makkelijk en was zodoende een fijne start van de dag om warm te lopen. Alhoewel de weg op een gegeven moment wel verderliep dieper het park in, sloegen wij af om een trap naar boven te beklimmen. Op een bordje stond namelijk aangegeven dat de Nagi Gompa zich hier zou bevinden. Dit was meteen het zwaarste stuk tot dusver, aangezien trappen altijd zwaarder zijn dan een hellende weg. Iets meer dan een uur na vertrek kwamen we aan bij dit afgelegen klooster. Het was hier nog rustiger en vreedzamer dan het klooster van Kopan van vorige week. Op een vlak stuk gras stond een Tibetaans klooster en we zagen een paar monniken en nonnen rondlopen over het terrein. Aan de zijkant stond een rij met gekleurde vlaggen. Voor het klooster stond een koe rustig te grazen. We rustten hier eventjes uit nadat we het winkeltje hadden bezocht om extra drinken in te slaan. Ondertussen genoten we van het uitzicht over de Kathmandu Valley, alhoewel we de bekende bezienswaardigheden nu niet wisten te spotten.
Om 11 uur begonnen we aan het tweede en zwaardere deel van de tocht. We volgden een smal bospaadje aan de achterkant van het klooster en moesten even wennen aan de verandering van de ondergrond. Het pad was veel natuurlijker en bestond uit zand en rotsen, maar was nog steeds omgeven door hoge bomen. Soms waren er stukjes waar we eventjes moesten klimmen (alleen met de benen), maar vaak konden we op een normale manier doorstappen, alhoewel het wel altijd omhoog bleef gaan. Sommige stukken waren steiler dan andere, maar heel extreem werd het gelukkig nooit. Tussen de bomen en lagere struiken slingerden we omhoog; we hielden de vaart er goed in, maar pauzeerden zo nu en dan ook heel eventjes. We kwamen op een zeker moment op een open veldje uit, maar hadden helaas niet echt de mogelijkheid om naar het uitzicht om ons heen te kijken, omdat de bomen in de weg stonden. We pauzeerden voor een koekje en schrokken even van een bloedzuiger die via Nina's broek omhoog kroop. Met m'n flesje wist ik deze op tijd van haar af te halen, waarna het beestje zich meteen vastbeet aan m'n flesje en behoorlijk stevig vast bleef zitten. Met een stokje moest ik het beestje behoorlijk hardhandig verwijderen, want loslaten deed het niet. We waren blij dat hij geen van ons beiden had gebeten. We waren wel meteen oplettend voor andere bloedzuigers. Een andere toerist, een lokale man, passeerde ons hier en voor eventjes hebben we met elkaar gelopen. Terwijl we spinnenwebben en kleine vliegjes van ons afsloegen, liepen we over een pad wat enkele keren een klein stroompje water doorkruiste. Volgens de reisgids zou dit weleens de bron van de Bagmati-rivier kunnen zijn, welke in Kathmandu door Pashupatinath stroomt. Hier zag het water er gelukkig nog schoon en helder uit. In principe was de weg naar boven tot dusver erg makkelijk, want we konden nooit een andere kant uit. Op één punt stonden we even te twijfelen, omdat we twee kanten uit konden. Eén kant leek echter dood te lopen bij een grasveldje, waardoor we nog steeds op het goede pad zaten. De man kreeg last van z'n voet en keerde om, maar wij gingen met z'n tweeën gestaag verder.
We liepen weer een klein stukje omlaag en kwamen uit bij een tweetal in de rotsen uitgehakte grotten, welke erg klein en leeg waren. Buiten was echter een kleine heilige plek te vinden, met een beeldje en een drietand. Erboven hingen tussen de boomtoppen verschillende slingers van gekleurde gebedsvlaggetjes. Er volgde hierna een lange trap naar boven, waarna we uitkwamen bij een boeddhistisch tempeltje. Binnenin hoorden we enkele monniken bidden, maar zelf zijn we niet naar binnen gestapt. We liepen verder omhoog en stonden verbaasd te kijken toen er opeens een hele dichte mist op kwam zetten. Het was waarschijnlijk een wolk die tegen de berg aan was geblazen. Het gaf de omgeving een hele mysterieuze sfeer, maar heel blij werden we er echter niet van, want we hadden de top bijna bereikt. Toen we hier een stukje verderop arriveerden, was het om ons heen inderdaad behoorlijk bewolkt, zodat we niets van de omgeving konden zien. We hadden gelezen dat je op een goede dag de Himalaya zou kunnen zien en met nog meer geluk zelfs de bergen rondom Pokhara, vele kilometers verderop. We twijfelden of dit wel zou kloppen, want zelfs als het onbewolkt zou zijn, zouden vele hoge bomen het zicht blokkeren. Het had ons na het uur naar het klooster nog eens zo'n drie uur gekost om de top te bereiken en we rustten hier goed uit voordat we weer terug naar beneden zouden gaan. Het zakje chips dat we gekocht hadden, vonden we zelf wel een mooie beloning voor deze prestatie. Het was geen makkelijke klim, maar eigenlijk ook weer niet zo ontzettend lastig. Voor mij was het een actieve afsluiting van mijn reis, terwijl het voor Nina juist een opwarmertje zou zijn voor haar reis die na het vrijwilligerswerk zou volgen. Aan de top waren we niet de enigen, aangezien er nog een groepje mensen was die even later via een andere kant terug naar beneden gingen. Wij zouden echter dezelfde weg terug nemen.
We namen een kijkje bij een totaal verlaten en vervallen gebouwtje op de top -we vroegen ons af waarvoor het ooit had gediend- en keerden vervolgens om. De weg naar beneden ging stukken makkelijker en we konden een stuk steviger doorstappen. Het was fijn om niet meer te hoeven klimmen, alhoewel het afdalen op een gegeven moment ook wel een aanslag op de benen en voeten begon te worden. Toen we uiteindelijk weer terug waren bij het klooster, rustten we opnieuw uit en konden we in de tussentijd horen hoe de monniken binnenin aan het oefenen waren met muziekinstrumenten. Het klonk heel erg rommelig. Een non was op hetzelfde moment allemaal rondjes aan het lopen om de tempel heen. We daalden verder af en genoten onderweg van het prima uitzicht, waarbij de zon steeds lager aan de hemel ging staan en de lucht steeds mooier gekleurd werd. Dit vertraagde onze afdaling wel en op een zeker moment moesten we behoorlijk doorstappen om nog voor de ergste schemering bij de ingang van het park aan te komen. Vanwege alle bomen hier werd het namelijk redelijk snel donker. We zagen een familie apen de weg oversteken, hoorden vele insecten luidruchtig geluid maken en kwamen iets na zessen eindelijk weer aan bij de ingang. Alhoewel de taxi ons vanochtend hier had afgezet, waren er hier nu uiteraard geen taxi's te vinden, waardoor we door de schemering en het donker nog eens een behoorlijk stuk over de weg naar beneden moesten lopen, terug naar Budhanilkantha. We kwamen langs mooie huizen, simpele huisjes, stroompjes water, een groep ganzen en mannen die ontspannen op het dak zaten. Na zo'n drie kwartier kwamen we in het dorp uit, waar we op zoek gingen naar een taxi. Dit viel in eerste instantie nog niet mee, omdat ze nergens leken te zijn. Gelukkig vonden we er uiteindelijk eentje, zodat we terug konden naar ons huis.
Halverwege etenstijd waren we weer terug in het huis, waar de anderen tot onze verbazing nog steeds niet waren teruggekeerd. We hoopten dat ze niet verdwaald waren terwijl ze naar Bungamati waren gegaan. Ietsje later kwamen ze alsnog aan en het bleek dat ze na Bungamati en Patan nog even naar Thamel waren gegaan. We namen een avondmaaltijd en rustten hierna heerlijk uit van een lange dag. Nina en ik hadden er een hele lange wandeling van vele uurtjes opzitten en we waren wel aan wat rust toe. Het was in ieder geval wel een bijzondere en mooie dag, ondanks dat het uitzicht niet altijd het beste was. Het was daarbij een leuke manier om ons laatste weekend hier af te sluiten, alvorens we allebei onze eigen weg zullen gaan.
Tip van de dag: tomatenchips.
Opvallend feitje: in en rond Kathmandu worden veel wegen verbreed. Erg handig zou je zeggen, behalve voor de huiseigenaren die naast de weg wonen, aangezien zij de voorkant van hun huis moeten afbreken.
Kathmandu - Vrijwilligerswerk, week 4
Dag 190: Afscheid, bedankjes en een rood hoofd
Zondag 16 september 2012
Vandaag was een mooi, verrassend, maar ook ontroerend begin van de nieuwe en laatste week, welke ik tevens kan zien als mijn laatste week in Nepal, evenals de laatste week van mijn totale reis. Het voelt vreemd aan om over een week alweer bezig te zijn met mijn vertrek. Om niet al het afscheid tegelijkertijd te laten gebeuren, had ik er vandaag al een deel van. En wel op beide scholen waar ik de afgelopen weken heb lesgegeven. Niet zozeer omdat ik niet verder wilde gaan, maar omdat de scholen de rest van de week gesloten zullen zijn vanwege het grootse vierdaagse Teej-festival. Aan het begin van de dag was er echter nog niets dat anders was. Alhoewel Luciana, de Braziliaanse vrouw die gisteravond als nieuwe vrijwilliger was aangekomen, nog niet vroeg hoefde op te staan, zat ik samen met de anderen vroeg aan het ontbijt. Alhoewel het programma de rest van de week op de schop wordt gegooid, gaan het weeshuis en het ouderenhuis wel gewoon door.
Met Sarah liep ik na het ontbijt weer naar het weeshuis, waarbij de afsnijdweg vanwege de vele regen van de afgelopen dagen behoorlijk veel grote plassen had. Voorzichtig liepen we hieromheen, zodat we er niet in zouden stappen of vallen. Bij het weeshuis zat de deur zoals gebruikelijk weer op slot, waardoor we even moesten wachten totdat iemand ons in de gaten had. De kinderen zaten in de bibliotheek wel al netjes op onze komst af te wachten en waren blij toen we binnenstapten. Er werd voor ons gezongen en we begonnen opnieuw met enkele yoga-oefeningen, alhoewel de kinderen hun aandacht niet heel lang wisten vast te houden. We besloten daarom maar over te stappen op ‘How old are you?' en ‘I am five years old.', iets dat we vorige week hadden geoefend en nu stukken beter leek te gaan. Voor de afwisseling stapten we over naar iets nieuws, en wel een groot aantal verschillende lichaamsdelen. Behalve ‘hoofd, schouders, knie en teen, oren, ogen, mond en neus' behandelden we nog meer lichaamsdelen, welke voor de kinderen niet heel moeilijk bleken te zijn. Zonder moeite leken ze van alles aan te kunnen wijzen. Ook het zingen van liedjes was geen probleem voor ze, alhoewel hierbij wel vaak Nepalese kinderliedjes aan bod kwamen, waarbij Shahanaj de enige was die de kinderen kon begeleiden. Zoals gebruikelijk gingen we na ons bezoek weer terug met de tuktuk, aangezien ik nog aardig wat had voor te bereiden voor m'n volgende les.
Het zou m'n laatste les zijn op de school en ik wilde er een leuke ochtend van maken voor de kinderen. Vandaar dat ik aan de slag ben gegaan met het maken van bingokaartjes. Op m'n eerste dag had ik al bingo met ze gespeeld en daar hadden ze zich erg mee vermaakt, zodat ik het spel wilde herhalen. In het weekend had ik lolly's voor m'n leerlingen gehaald en ik was op zoek naar een leuke manier om die aan iedereen te geven. Het leek me tevens leuk om de winnaar van bingo een kleine prijs te geven. Ik kwam op het idee om elk van m'n 12 bingokaarten precies hetzelfde te maken. Elke kaart was qua lay-out anders, maar de nummers waren exact hetzelfde. Iedereen zou dus tegelijkertijd bingo moeten hebben met een volle kaart. Op school begon ik echter eerst met het uitdelen van de proefwerken, waarna ik enkele onderdelen nog even herhaalde. Omdat de leerlingen zich de afgelopen lessen ook aardig hadden vermaakt met gesprekjes, had ik een nieuwe conversatie op het bord uitgeschreven. Ditmaal ging het over een klant in een dierenwinkel die een hond aangeboden kreeg, maar geen hond wilde hebben. De kat die hij wel wilde hebben, hadden ze niet, waarna hij er uiteindelijk vandoor ging met een vogel. De kinderen vonden het, zoals gedacht, grappig dat ik in de tekst de geluiden van de dieren had opgenomen. Het potje bingo verliep precies zoals ik had gehoopt. Allemaal hadden ze niet in de gaten dat ze op precies dezelfde momenten aan het juichen waren omdat het nummer dat ik getrokken had op hun kaart stond, of juist teleurgesteld waren omdat ze een nummer niet hadden. Niemand had door dat ze op het eind allemaal op hetzelfde nummer aan het wachten waren. Het was grappig om te zien hoe iedereen tegelijkertijd uitbarstte in ‘Bingo!'. Alhoewel, er zaten er twee bij die niet goed hadden opgelet en nog een nummertje misten. Vanzelfsprekend waren ze allemaal blij met de lolly, waarna ik de gelegenheid kreeg om enkele foto's met ze te nemen, iets dat ik in de afgelopen weken bewust -op verzoek- niet had gedaan. Nadat ik afscheid had genomen van de kinderen, werd ik uitgenodigd om in de bibliotheek plaats te nemen. Alhoewel ik al precies wist wat er zou gaan komen, was het alsnog erg bijzonder, omdat ik vandaag degene was die in de belangstelling stond. In de bibliotheek kregen we chai en koekjes aangeboden door de directeur van de school en een lerares die altijd in mijn klas aanwezig was. De directeur vertelde dat hij al 20 jaar werkzaam was voor de school en dat zijn kinderen in Boston en Londen studeerden. Toen hij zijn woordje tot mij richtte, vertelde hij me dat hij trots op me was, en blij dat ik hier tweeënhalve week les heb willen geven. Hij hoopte dat ik de school op een of andere manier nog zou kunnen blijven ondersteunen en hoopte tevens dat ik ooit nog eens terug zou keren. Ik kreeg een rode stip op mijn voorhoofd gedrukt, het poederachtige tika dat een zegen is voor geluk en voorspoed. Daarnaast kreeg ik een sjaaltje om m'n nek gelegd, dat je bij tempels ook vaak ziet gebeuren bij Boeddhabeelden. Het was een mooi gebaar en een bijzondere manier om mijn zeer aangename tijd bij deze school af te sluiten. Ondanks dat de kinderen soms iets onrustiger waren dan ik had gehoopt, heb ik een leuke tijd met ze gehad en ben ik blij dat ik ze het een en ander heb kunnen leren. Later dan gebruikelijk keerden we terug naar het huis voor een lunch.
Na de lunch viel er voor de les in de middag weinig meer voor te bereiden. Voor zowel Nina als mij zou het op de school in de middag ook al de laatste les zijn. Aangezien de vrouwen hadden gevraagd of ze het grootste deel van de les wilden overnemen, viel er voor ons niet veel te doen. De afgelopen dagen hadden we allebei een interessante, maar enigszins uitdagende puzzel met synoniemen in elkaar gezet, welke we de vrouwen wilden geven. Ik had mijn puzzel de oplossing ‘Goodbye my dear ladies' gegeven, in de hoop dat ze deze binnen het half uur dat ze hadden zouden vinden. Met de minibus gingen we met Sanu op weg naar de school, waarbij we eerst onze eigen klasjes zouden vermaken voor het eerste half uur. Ik begon weer met een grappige tongbreker (‘If two witches would watch two watches, which witch would watch which watch?'), waarna ik mijn aanwezige vrouwen de puzzel gaf. Ik had ze op weg geholpen door alle klinkers al in te vullen, aangezien de puzzel wel heel lastig zou zijn. De helft van de woorden wisten ze wel in te vullen en ook enkele anderen wisten ze op te lossen na het geven van enkele letters of hints. Een drietal lastige woordjes heb ik uiteindelijk verklapt, maar aangezien ze op dat moment de oplossing al hadden, deerde dat niet zoveel. Ik deelde mijn vrouwen enkele overgebleven lolly's van de ochtend uit, waarna ik van twee meiden een cadeautje kreeg. Eén gaf me een ketting met een grote versierde tand van een wild beest, terwijl de andere me een hangertje gaf met enkele kaartjes met daarop hartjes en ‘I Love Nepal'. Ik was er erg blij mee.
Mijn klas schaarde zich uiteindelijk bij Nina's klas, waarna tafels en banken aan de kant werden geschoven en er een spontane surprise party losbarstte. Samen met Sanu hadden beide klassen veel meer voorbereid dan dat we ooit hadden kunnen dromen. We hadden gezien hoe de laatste dagen van Sam, Hazel en Fiona waren, maar bij ons werd er net wat grootser uitgepakt. Er werd een radio tevoorschijn gehaald en iets later klonk er vrolijke muziek door het klaslokaal. De vrouwen wilden dat we gingen dansen. We twijfelden even en nadat enkele vrouwen ook waren opgestaan, deden we toch even mee. Heel eventjes maar, want ik wilde hen allemaal nog een (hartvormig) chocolaatje geven. Dit werd op z'n beurt beantwoord met allemaal bakken eten die vanuit het niets tevoorschijn werden gehaald. We gingen allemaal in een kring zitten en kregen een bordje, waarna deze vol werd geschept met allemaal gerechten en hapjes die enkele vrouwen, waaronder Sanu, hadden bereid. Het was een behoorlijke maaltijd met veel dingen die ik nog niet eerder had geproefd. Het meeste smaakte ok, alhoewel het een en ander wel wat pittig was. Na de maaltijd werd er door iemand voor ons gezongen, waarna er nog enkele dansjes werden gedemonstreerd. Het was een heel gezellig feestje en we genoten ervan. Uiteraard ontbraken ook de bedankjes naar ons niet. We kregen een hele streep van tika op onze voorhoofden, waarna we tevens twee rode vegen op onze beide wangen kregen, wat staat voor vreugde. Onze hoofden waren uiteindelijk niet zo rood als die van Claire destijds, maar we zaten alsnog behoorlijk onder. Een centraal cadeautje ontbrak ook niet, een houten plattegrond van het land, welke je op tafel kon neerzetten. Uiteindelijk gingen we met z'n allen op de foto en namen we afscheid van elkaar. Ondanks dat we maar 2,5 week met de vrouwen hebben gehad, hebben Nina en ik een geweldige tijd met hen beleefd. De vrouwen waren ontzettend vriendelijk, leergierig en gezellig en het was een genot om hen meer Engels te kunnen aanleren. Zij zouden ons gaan missen, maar wij zullen hen ook enorm gaan missen. Het was een ervaring die ik in ieder geval nooit zal vergeten.
Toen we terugkwamen in het huis, was iedereen nieuwsgierig naar onze gebeurtenissen. Ook Sjoukje was met een behoorlijk rood hoofd thuisgekomen, omdat ook zij een laatste les met haar vrouwen had gehad. Het avondmaal was niet heel anders dan gebruikelijk, ondanks dat er nu iets meer leven in de brouwerij was vanwege de grotere groep. Voor de verandering was er deze avond eens geen geplande stroomuitval, waardoor we de rest van de avond met normale verlichting in de recreatieruimte konden hangen. We lagen op de matrassen en deden niet bijster veel. Iedereen was bezig met foto's en reisverhalen op computers, laptops, telefoons en tablets. Het was een makkelijke avond na een hectische, maar bijzondere dag.
Tip van de dag: zorg dat je een paar woordjes Nepalees spreekt, aangezien dat op prijs gesteld wordt bij de lokale bevolking.
Opvallend feitje: tika op je voorhoofd is een zegen voor succes, voorspoed en/of geluk, terwijl een veeg op je wang staat voor vreugde/vrolijkheid.
Dag 191: Tekenen en kleuren
Maandag 17 september 2012
De ochtend vandaag was anders dan anders. Om te beginnen zaten we voor de verandering eens met z'n allen om iets over zevenen aan het ontbijt. Vanwege de wisselende planning hoeft niet iedereen er namelijk elke dag op hetzelfde moment uit. Vandaag was echter anders, aangezien de scholen de rest van de week niet doorgaan en iedereen in de ochtend is verdeeld over het weeshuis en het ouderenhuis. Ik was dus niet alleen met Sarah vanochtend, maar ook met Juanjo en de Braziliaanse Luciana. De andere verandering deze ochtend was dat we niet zijn gaan lopen, maar een tuktuk hebben genomen. Alhoewel het tot dusver elke ochtend droog was geweest, regende het vandaag, wat lopen een stuk minder prettig maakt op de modderige wegen. Vanwege de snellere tuktuk waren we vandaag wel mooi op tijd, zodat we met de kinderen meteen aan de slag konden met yoga en enkele gymnastische oefeningen. Dit laatste vonden ze ter afwisseling ook erg leuk. We herhaalden de lichaamsdelen en deden een nieuw kort spelletje met het klappen in je handen. Een ander nieuw spelletje was de Hokey Pokey-dans, waarbij we in een cirkel gingen staan en bepaalde bewegingen maakten. Ook een ander klapspelletje was succesvol, alhoewel de klas daarna ontaarde in een hectische boel, waarin elk kind z'n eigen ding wilde doen. Er werd dus uiteindelijk gelezen, rondgezwaaid met de sjaal van Shahanaj en over ons heen geklommen. Op de terugweg was het helaas -het regende nog steeds- lange tijd wachten op de tuktuk en vlak voordat we onze bestemming hadden bereikt, gebeurde het onvermijdelijke. Al drie weken vroeg ik me af hoe lang het zou duren voordat een tuktuk, taxi of minibus een platte band zou krijgen op dit soort wegen. Vandaag maakten we dat eindelijk eens een keer mee, waarna de tuktuk aan de zijkant van de weg is gaan staan en iedereen uitstapte. Gelukkig waren wij al bijna thuis, zodat we iets later in de recreatieruimte konden relaxen. Hier leerden we even later Danielle kennen, een Ierse meid die ons vanaf vandaag kwam versterken, ondanks dat dat deze week vanaf het festival niet bepaald nodig was. Maar dat kon zij natuurlijk niet weten.
Het was fijn om eens geen les meer voor te hoeven bereiden. Toch was er een vervangende activiteit verzonnen voor de tweede helft van de ochtend. Met Juanjo, Sarah, Luciana en Hushnaj liep ik door de alsmaar aanhoudende regen naar een huis hier vlak om de hoek. Hushnaj had gezegd dat het lopen zo'n 5 minuten zou duren, maar in werkelijkheid duurde dit maar 20 seconden. Net als vorige week brachten we een bezoekje aan een familie. In een woonkamer van een vrouw en haar twee kinderen -haar man was aan het werk in Dubai- werden we gastvrij ontvangen. Ze had nog enkele andere vrouwen uitgenodigd, die net als haar leerlingen waren geweest van Fiona en nu leerlingen van Sarah waren. Hun Engels was helaas niet goed genoeg om onze vragen te beantwoorden, maar de aanwezige zoon kon wel het meeste vertalen. En anders kon Hushnaj dat doen. We vroegen de vrouwen naar hun dagelijkse bezigheden, waarbij eentje vol trots een zelfgemaakte handtas liet zien. Deze leek qua stijl exact op de tas die Fiona bij haar afscheid had gekregen en het bleek dat zij die vorige week ook gemaakt had. Toen de dochter thuiskwam van school, vroegen we haar naar haar favoriete bezigheid -dansen; ze had meerdere prijzen gewonnen- en de muziek die ze leuk vond, dat overwegend westers bleek te zijn, in tegenstelling tot het antwoord van de volwassen vrouwen. Ditmaal kregen we geen eten aangeboden, maar wel werden onze glazen (op lollige wijze) continu bijgeschonken met de Mountain Dew die afkomstig was uit twee grote 2-literflessen. Het was een vermakelijk bezoek, welke werd afgesloten met enkele foto's.
Terug in het huis was het tijd voor de lunch, waarna de groep die in de ochtend naar het ouderenhuis was gegaan de kans kreeg om ook een bezoekje aan een familie te brengen. Als vervanging van het lesgeven van de middag was vandaag ingepland om enkele posters voor het weeshuis te maken. We pakten er grote vellen gekleurd papier bij, evenals stiften, potloden, linialen, gummen en passers, en zochten op internet enkele plaatjes en quotes op. Het was de bedoeling om leerzame en nuttige posters voor de kinderen in het weeshuis te maken, zodat ze elke dag herinnerd zouden worden aan deze wijze lessen. We maakten een poster met de tekst ‘Don't be gross, blow your nose', met daarbij een tekening van een gezichtje waarbij de neus werd gesnoten. Een andere poster bevatte twee handjes en een kraan, waarbij de tekst ‘Wash your hands before you eat' stond. Op een volgende poster plaatsten we de slogan ‘1, 2, 3, silence please', inclusief een afbeelding van een vinger voor de lippen, iets dat Shahanaj vaak gebruikt om de kinderen stil te krijgen. De tekst ‘Use me' zetten we bij een plaatje van een mannetje dat een blikje in een vuilnisbak gooide en op weer een andere poster vertelden we de kinderen dat ze twee keer per dag hun tanden moeten poetsen. Alle posters maakten we in veelvoud, zodat we deze later deze week in de verschillende ruimtes van het weeshuis kunnen ophangen.
In de namiddag hadden we vervolgens nog genoeg tijd om te relaxen, voordat we naar de eetzaal konden voor het diner. Mirjam had ijs gehaald, dus het was daarna ook nog even smullen, ondanks dat het buiten behoorlijk fris was. Na het eten werden we gevraagd allemaal in de woonkamer te gaan zitten, want Nivedan en de nieuwe manager Manish hadden twee belangrijke mededelingen voor ons. De eerste ging over de grote verhuizing, waar nu al zo'n twee weken over gesproken wordt. Deze week gaat het dan eindelijk gebeuren: we zullen verhuizen naar het huis hiernaast. Later deze week meer daarover. Ook werd het programma van de komende week met ons besproken, welke vanwege het Teej-festival helemaal op de schop is gegooid. Vanaf morgen zullen het in ieder geval drie aparte dagen zijn. De rest van de avond werd zoals gebruikelijk weer in de woonkamer doorgebracht, zonder enige noemenswaardige gebeurtenissen. Wel waren we allemaal nieuwsgierig naar morgen. Een festival meemaken is immers één van de meest bijzondere dingen in een ander land, zoals ik deze reis al eerder heb mogen ervaren!
Tip van de dag: oefen je tekenvaardigheden als je mooie posters wilt maken.
Opvallend feitje: ondanks dat het weer in september en oktober juist ontzettend goed zou moeten zijn in Nepal, lijkt het hier nu elke dag steeds erger te worden. Vandaag was de meest bewolkte en regenachtige dag tot dusver.
Dag 192: De grote wisseltruc tijdens Teej
Dinsdag 18 september 2012
Een uniek en afwisselend dagje, zo laat vandaag zich waarschijnlijk het beste beschrijven. Het begon allemaal zoals gewoonlijk in de ochtend, waarop het nog bewolkter was dan normaal. De bergen die we in principe elke keer kunnen zien, de bergen rond de vallei, waren vandaag totaal onzichtbaar vanwege de bewolking. Na het ontbijt waren het niet alleen Sarah en ik die ons klaarmaakten om naar het weeshuis te gaan, maar ook de andere zes vrijwilligers. De reden hiervoor was het Teej-festival, dat vanaf vandaag van start is gegaan. Vandaag was tevens de belangrijkste dag. Tijdens het festival dansen en bidden alle getrouwde vrouwen voor een lang en gelukkig leven voor hun man, terwijl ongetrouwde vrouwen juist hopen op het krijgen van een goede man. Het festival is dus eigenlijk alleen voor vrouwen; de mannen blijven thuis. De belangrijkste locatie van het festival is Pashupatinath, de tempel waar dagelijks crematies plaatsvinden. Aangezien het ouderenhuis zich direct naast deze tempel bevond, werd deze activiteit vandaag geschrapt en werd iedereen in het weeshuis verwacht. Op de weg was het nemen van een tuktuk onmogelijk, omdat vanwege de drukte de straten waren afgesloten en alleen voetgangers toegang kregen. In plaats van de hoedjesparade vandaag in Nederland, kon ik kijken naar allemaal vrouwen die in hun rode kurta of sari gekleed waren. In grote groepen liepen ze over de weg in de richting van de tempel. De meesten hadden deze rode kleding aan, vaak gepaard met een groen of geel sjaaltje. Slechts sommigen hadden een ander kleurtje aan. Omdat het niet helemaal droog was, liepen de meesten daarnaast met een paraplu. De groep liep nogal uit elkaar en halverwege kwam ik Shahanaj en Hushnaj tegen die ook onderweg waren. Ik liep met hen mee en nam uiteindelijk een nieuwe afsnijdweg die ik nog niet kende.
Bij het weeshuis ontfermden Sarah en ik ons weer over de kindjes van vijf jaar oud, waarbij we werden vergezeld door Luciana en Jenny. Sarah en ik begonnen met de dagelijkse yoga- en gymoefeningen, waarna Luciana de kinderen met toiletpapier aanleerde om hun altijd aanwezige snotneus te snuiten. Met Jenny behandelden we enkele moeilijkere woordjes op de flashcards, waarna Nivedan me vroeg om foto's te maken voor Idex. Hier kon ik uiteraard geen ‘nee' tegen zeggen, aangezien het ook mijn fotocollectie nog net iets rijker zou maken. Ik maakte foto's van de kinderen in de peuterspeelzaal en liep vervolgens de huiswerkzaal in, waar slechts een paar kinderen aanwezig waren. Mirjam en Danielle waren hen aan het helpen met het huiswerk. Buiten maakte ik foto's van Juanjo, waaromheen enkele wezen zich hadden geschaard om te spelen. De peuters gingen op een zeker moment naar buiten en ik keek toe hoe ze met Sarah, Jenny en Sanu rondjes begonnen te rennen op de binnenplaats. Voor de eerste keer liep ik vervolgens het gebouw met alle slaapvertrekken in. Alhoewel de gangen niet de mooiste waren, zagen de kamers van de kinderen er ok uit. Ze waren wel allemaal behoorlijk basic, met slechts twee stapelbedden en een kast. In een meidenkamer waren Nina en Sjoukje met enkele van de meiden aan het dansen op muziek. De ochtend was zodoende met alles stukken hectischer, chaotischer, maar vele malen lolliger dan anders. Iets later dan gebruikelijk verlieten we met de hele groep het weeshuis, mede omdat de wezen ook naar hun eetzaal werden geroepen om een rijstmaaltijd te nuttigen.
Op het grote veld voor het weeshuis en de school waren mannen bezig om tenten op te zetten. Later op de dag zouden hier ook festiviteiten plaatsvinden. We wilden zien wat er op dit moment gebeurde en vanaf het weeshuis liepen we naar de grote weg om het weggetje naar Pashupatinath te nemen. Op de weg stonden al vele politieagenten om een oogje in het zeil te houden en ook rond de tempel was een ongelooflijke hoeveelheid politie aanwezig. Het overgrote deel van de rondlopende mensen bestond echter uit vrouwen van jong tot oud die allemaal in het rood gekleed op weg waren naar de tempel. Grote groepen liepen zij aan zij en in rijen achter elkaar, klaar om te bidden en te dansen. Voor de tempel en het ouderenhuis zaten zoals gebruikelijk enkele bedelaars, maar ook waren er mannen die aanboden om rode tika op je voorhoofd aan te brengen. Enkele vrouwen boden op hun beurt dan weer aan om je hand te versieren met oranjebruin henna, iets dat je bij vele vrouwen zag zitten. De tempel zelf was niet te betreden voor mannen en ook toeristen leken niet helemaal welkom te zijn. Wel konden we door de straat voor het complex lopen, waar vele kraampjes waren opgesteld. Deze verkochten de typische hindoeïstische oranje bloemenkransen, rode tika en enkele etenswaren die geofferd konden worden. Normaal eten en drinken werd nauwelijks verkocht, omdat de vrouwen de hele dag zouden moeten vasten, waarbij ze zelfs geen water mochten drinken. Gelukkig was het niet heel warm vandaag -het was bewolkt en regende zo nu en dan lichtjes-, waardoor ze het een stuk makkelijker hadden. Bij een tempel naast Pashupatinath, waar de vele duiven van vorige keer nog steeds zaten (en zo nu en dan opvlogen), liepen ook vele vrouwen rond, maar tevens waren er een paar uitbundig aan het dansen. De bewegingen die ze maakten leken veel op die van het feest van afgelopen weekend. Hier werden Nina, Danielle en ik benaderd door een tweetal razende reporters van Star FM, die ons graag wilden interviewen. Alhoewel er gesproken werd via een telefoon, leek het alsof het live was. Ze vroegen ons één voor één wie we waren, waar we vandaan kwamen en wat we wisten over het festival. Tevens wilden ze weten wat we vonden van de gebeurtenissen om ons heen, hoe knap we het vonden dat iedereen aan het vasten was en of we met iemand uit Nepal zouden willen trouwen. Het was leuk om te weten dat we op de Nepalese radio waren, ondanks dat we het nooit terug zouden kunnen horen. Via enkele kleine straatjes liepen we weer richting het huis, waarbij we langs een enorm lange rij van vrouwen liepen. De rij eindigde bij een plek waar een groep vrouwen aan het dansen was en het leek alsof iedereen in de rij hierheen wilde gaan om hun man een gelukkig leven te wensen. De rij liep door enkele straten en er leek geen einde aan te komen. Toch wachtten alle vrouwen netjes hun beurt af. Het Teej-festival was uiteindelijk interessant om gezien te hebben en ik was blij ook in Nepal iets meer van de lokale tradities mee te kunnen maken, net zoals ik dat al enkele keren eerder had meegemaakt in de vorige landen. Helaas wist ik nu wel zeker dat het mijn laatste festival zou zijn.
Toen we aan het eind van de ochtend weer terugkwamen bij het huis, zagen we hoe het personeel ondertussen begonnen was met de verhuizing. De huiseigenaar van zowel ons huis als het iets grotere huis naast de onze vond het nodig om te wisselen. Idex zou dan het nieuwe huis met meer kamers krijgen, terwijl de vier families die in het andere huis woonden -elke familie had zijn eigen verdieping-, naar ons oude huis zouden gaan, of naar een ander huis. Er was opnieuw een hoge pief van Idex naar Kathmandu gekomen die toezicht zou houden op en mee zou helpen met de verhuizing. Wij als vrijwilligers hoefden niets te doen; er werd ons gevraagd gewoon in de woonkamer te blijven hangen en te relaxen. We konden toekijken hoe het personeel en enkele mannen (waarschijnlijk van de families in het andere huis) ons huis leeghaalden en alle spullen naar het andere huis droeg. Ook werden grote spullen van het andere huis bij ons naar binnen gedragen. Zoals verwacht verliep alles enigszins rommelig, maar het werkte allemaal wel. De lunch werd gegeten op het balkon waar al enkele tafels en stoelen waren weggehaald. Toen we ons eten opschepten en onze borden later afwasten, zagen we dat de keuken ook al half was overgeplaatst. Ondanks dat wij niet mee hoefden te hepen, vroeg het personeel wel of wij al onze eigen spullen wilden pakken en naar het andere huis konden brengen. Dit was meteen onze eerste kennismaking met het nieuwe huis, ondanks dat we hier alleen maar even naar binnen zijn gegaan om alle tassen in één slaapkamer te leggen die al klaar was. Het huis was blauw in plaats van geel en had een kleinere plaats voor de deur. De stijl van binnen had heel veel weg van ons oude huis, alhoewel de lay-out wel anders was. Onze slaapkamers bevonden zich allemaal op de eerste verdieping en ditmaal had iedereen een balkonnetje, waarvandaan je beter over de stad uit kon kijken dan vanaf de oude balkons. Daarentegen hadden we nu maar twee badkamers voor alle drie de kamers, in plaats van drie. We plaatsten snel onze spullen in een kamer en gingen terug naar onze oude vertrouwde woonkamer om te bepalen wat we zouden gaan doen deze middag.
Alhoewel we de mogelijkheid hadden gekregen om in de middag ook nog naar enkele festiviteiten te gaan vanwege het festival, had niemand daar nog heel veel interesse in. De activiteiten die zouden plaatsvinden, kwamen namelijk min of meer overeen met die in de ochtend en zouden daarom ook niet echt toegankelijk zijn voor toeristen. Het personeel wilde liever ook de verhuizing afronden in plaats van met ons mee te gaan, waardoor we het festival lieten voor wat het was. In de ochtend hadden we immers toch al genoeg gezien. Enkele personen wilden inkopen doen voor trektochten die ze later zouden gaan maken, waardoor we de kans grepen om op deze vrije middag met z'n allen naar Thamel te gaan. Winkels elders in de stad waren gesloten, maar aangezien Thamel zo toeristisch is, zou alles daar wel open zijn. Tevens was het de ideale plek om trekkingspullen te kopen. Verspreid over twee taxi's gingen we op weg naar Thamel, waarbij vooral het eerste stuk behoorlijk traag verliep vanwege de drukte op de weg in de buurt van Pashupatinath. Aangekomen in Thamel slenterden we door de straatjes en gingen we winkeltje voor winkeltje in. In veel winkels werden trekkingspullen (zoals jassen en slaapzakken) van het merk The North Face verkocht. Alhoewel veel kledij er prima uitzag, leek niet alles even goed te zijn. Met prijzen die schommelden tussen de 25 en 40 euro was het daarnaast helemaal duidelijk dat het hier om namaakkleding ging. We keken tevens rond in enkele souvenirwinkeltjes, welke hier ook volop aanwezig waren. We hebben hier zeker twee uur rondgelopen om te snuffelen tussen alle zaakjes. Uiteraard waren we niet de enigen, aangezien het hier net als vorige week nog steeds stikte van de toeristen. Met twee taxi's gingen we uiteindelijk weer terug naar ons nieuwe huis.
De verhuizing was vanaf onze kant zo goed als afgerond. Alhoewel de kamers nog steeds spullen bevatten van de oude bewoners en alles nog ingericht moest worden, hadden wij geen redenen meer om het oude huis te bezoeken. Dit betekende wel dat enkele familieleden nog steeds in het huis rondliepen, waarbij de kleine kinderen erg geïnteresseerd in ons leken te zijn. We waren precies op tijd terug voor het diner en kwamen er achter dat we er daarmee op achteruit zijn gegaan. Alhoewel we nu niet meer op een half open balkon zaten waar het koud kon zijn, moesten we nu naar buiten lopen, om het huis heen lopen en een trap naar beneden nemen, waar zich een andere kelderverdieping bevond die ook een familie huisvestigde. Er was een aparte keuken en een kleine eetzaal die net genoeg ruimte bood voor dertien personen. Het was al niet handig dat we buitenom moesten gaan om hier te komen, maar ook vroegen we ons af hoe er gegeten zou moeten worden als er meerdere vrijwilligers zouden zijn, aangezien het behoorlijk krap was. In de avond hingen we rond in de woonkamer, waar op maat gemaakte banken tegen de muren aan stonden. De matrassen op de grond ontbraken nog, waardoor we ze zelf maar hebben neergelegd, omdat de matrassen wel al in de kamer stonden. Dit was namelijk stukken fijner dan de banken! Het was allemaal nog een beetje rommelig en onwennig en iedereen ging daarom niet al te laat naar bed, tevens omdat iedereen moe was van een lange dag. Hopelijk zou de verhuizing morgen afgerond kunnen worden.
Tip van de dag: je hebt helemaal geen verhuisdozen nodig om spullen te verplaatsen; je kunt alles ook gewoon in een groot laken bundelen.
Opvallend feitje: verhuizen in Nepal verloopt iets rommeliger dan bij ons, maar lijkt wel een stuk sneller te gaan.
Dag 193: De grote schoonmaak
Woensdag 19 september 2012
Iedereen had prima geslapen in de nieuwe slaapkamers, ondanks dat enkelen er een muggenbult bij hadden gekregen vanwege het gebrek aan een muskietennet. Omdat we nu allemaal verspreid zijn over drie slaapkamers op dezelfde verdieping, was het iets drukker rond de twee aanwezige badkamers. Ook de spiegel in de hal moest worden gedeeld, aangezien elke kamer ook nog niet over z'n eigen spiegel beschikte. De familie die in het huis woonde, liep vanochtend nog rond, waarbij vooral de kinderen het niet erg vonden om een kijkje te nemen in onze slaapkamers. Het ontbijt zelf was hetzelfde als anders, alhoewel iedereen het wel vervelend vond om buitenom de trap naar beneden te nemen om daar in een veel kleinere eetkamer te eten. In eerste instantie werd gezegd dat we vandaag in de ochtend allemaal naar het ouderenhuis zouden gaan om daar mee te helpen met schoonmaken, om vervolgens schoon schip te maken in het weeshuis. De plannen werden op het laatste moment echter weer gewijzigd, zodat ik alsnog met drie anderen naar het weeshuis ben gegaan om de kinderen daar een uur te vermaken. We deden weer yoga en enkele gymnastiekoefeningen, waarna we vroegen hoe oud iedereen was en we de wezen getallen leerden lezen. Met de drie jongens bouwde ik vervolgens torentjes van potloodjes, wat voor de verandering ook erg vermakelijk was. Eén van hen bleek er behoorlijk goed in te zijn, terwijl de anderen stukken trager en minder geduldig waren.
Na ons werk gingen we weer terug naar het huis, waar de verhuizing nog steeds in volle gang was. De families die hier nu nog woonden, waren druk bezig om al hun laatste spullen naar hun nieuwe woonruimte te verslepen. De kinderen waren hier iets minder hard mee bezig en hingen in onze woonkamer rond, waarbij ze op de enorme berg matrassen sprongen en rolden die bij ons tussen de banken lag. Ondertussen was onze staf druk bezig om de kamers in orde te krijgen, waarbij ze de boel schoonmaakten en spullen op hun juiste plek schoven. Het begon er allemaal stukken beter en normaler uit te zien. Het was een drukke bedoeling, maar de vrijwilligers hoefden opnieuw niet mee te helpen. Aangezien ik deze ochtend geen andere activiteit had, kon ik gewoon op de bank relaxen, wat me mooi de gelegenheid gaf om op m'n netbook m'n reisverhaal bij te houden en foto's van Nepal uit te zoeken. Dit was namelijk best wel weer nodig, zodat ik bij thuiskomst minder hoef in te halen. Sommigen besteedden de rest van de ochtend bij Pashupatinath, maar omdat ik daar al was geweest, miste ik niets. Met de lunch was iedereen weer terug, zodat we in de eetkamer met z'n allen konden lunchen. We kregen we horen dat we voor de middagactiviteit pas om 16 uur hoefden te vertrekken, terwijl we eigenlijk gedacht hadden dat we al veel eerder weg zouden gaan. Op het programma stond namelijk het schoonmaken van het weeshuis en het leren van hygiënevoorschriften aan de kinderen, maar blijkbaar vond men het toch niet heel erg nodig om veel tijd aan te besteden. We hadden dus nog een behoorlijke middag om te wachten. Enkele anderen gingen gedurende deze vrije uurtjes terug naar Thamel, naar de supermarkt, of de stoepa van Bodnath. Ik maakte opnieuw gebruik van de tijd om verder te gaan met waar ik in de ochtend mee begonnen was.
Bij het weeshuis werden we verrast door twee Engelse vrijwilligers die hier namens een andere organisatie waren gekomen om de kinderen te vermaken. Tot dusver waren er namelijk nog nooit andere vrijwilligers geweest. Wel was het programma zo afgestemd op elkaar dat zij ervandoor gingen toen wij aan kwamen lopen. Toch stond het gebruikelijke speeluurtje met de kinderen niet op het programma vandaag. Het was in eerste instantie de bedoeling om de gemaakte posters van maandag in de verschillende zalen op te hangen, maar vanwege de verhuizing hadden Shahanaj en Hushnaj deze niet meer kunnen vinden, waardoor ze morgen nog eens goed op zoek zullen gaan en we dit morgen pas gaan doen. In plaats daarvan pakten we er enkele eenvoudige bezems bij die gemaakt waren van bij elkaar gebundelde takjes, om daarmee vervolgens alle troep uit de klaslokaaltjes te vegen. Een hoop plastic, papier en zand veegden we naar buiten, om het vervolgens in een grote ton te kieperen. Ook buiten veegden we het een en ander. In eerste instantie keken alle kinderen toe, maar op een zeker moment begonnen ze zelf ook mee te doen. Enkele kinderen liepen over de binnenplaats heen en begonnen papiertjes en stukjes plastic op te rapen, om deze vervolgens in de prullenbak te gooien. Schijnbaar konden ze het allemaal wel, maar moesten ze gewoon gestimuleerd en aangespoord worden. Ook veegden we een stukje van de gang van hun slaapvertrekken, alhoewel de slaapkamers zelf niet gedaan hoefden te worden, aangezien deze op zich prima waren. De badkamer daarentegen was één gigantische puinhoop en zag er ranzig uit. Van een afstandje kwam de vieze geur je al tegemoet. We vonden dat we hier iets aan moesten doen, maar beschikten op dat moment helaas niet over de juiste middelen. Het probleem was dat het weeshuis zelf ook niets had om schoon te maken. We spraken even met de directrice van het weeshuis en ze vertelde het een ander over het reilen en zeilen. Er waren hier 72 weeskinderen en slechts 1 vrouw die voor hen zorgde. De kinderen poetsen elke dag hun tanden, maar nemen slechts eenmaal per week een douche, alhoewel hen wordt aangeraden om dit tweemaal per week te doen. Toch wordt hen niets verplicht, simpelweg omdat er niemand is die dit in de gaten kan houden. De weeskinderen moeten dus alles zelf doen. Ook moeten ze zelf zorgen voor het schoonmaken van de badkamer, wat dus nauwelijks gebeurt. Hun kleding moeten ze daarnaast zelf wassen, iets wat ook niet vaak gebeurt, aangezien we de kinderen elke dag dezelfde vieze kleding zien dragen. De enige vrouw die er is, wast alleen de kleding van de allerkleinsten. Een man verzorgt elke dag het eten in de keuken met enkele grote pannen. Een groot probleem met de hygiëne is het gebrek aan water. De stroom werkt vaak niet, maar vooral de beperkte aanwezigheid van water zorgt ervoor dat veel schoonmaakacties niet tot nauwelijks mogelijk zijn.
Om 18 uur verlieten we het weeshuis, waarna we naar de supermarkt zijn gegaan om inkopen te doen. We namen ons voor om morgen schoon schip te maken in het weeshuis en hadden daardoor schoonmaakspullen nodig. Het weeshuis beschikt hier zelf namelijk niet over. We kochten allesreiniger, sponsjes, een wc-reiniger en nog enkele producten en liepen door het donker terug naar ons nieuwe huis. Hier waren we mooi op tijd voor het eten, zodat we zoals op elke woensdag onze borden konden vullen met koude pizza, patat en cake. En dit werd dan weer gevolgd door de wekelijkse bespreking tussen alle vrijwilligers, waarbij het even wennen was dat Fiona er ditmaal niet meer bij was, aangezien zij altijd de leiding nam en notuleerde. Voor één keertje nam ik het over, waarbij we de gebeurtenissen van de afgelopen week bespraken. Het nieuwe huis kwam aan bod, evenals Teej. Maar ook het gebrek aan vrijwilligers op de vele projecten was weer een bekend gespreksonderwerp, net als de barre omstandigheden in het weeshuis. Ondanks enkele serieuze onderwerpen was het toch een gezellige bespreking, waarbij we op een gegeven moment voor lange tijd niet meer bijkwamen van het lachen vanwege een zekere opmerking over de ramen in onze nieuwe badkamers. Na de bespreking bleven de meesten nog enige tijd in de woonkamer hangen. Enkele personeelsleden deden dit ook, waarbij ze keken naar een voetbalwedstrijd op de televisie. Alles omtrent de verhuizing leek hier al voorbij te zijn. Gedurende de avond droop iedereen af naar bed; het viel hierbij op dat de mensen de laatste anderhalve week vroeger gingen slapen dan tijdens de eerste twee weken; misschien omdat ze moe waren, of omdat ze zich verveelden. Dat iedereen moe was, was op zich geen gekke verklaring, want keer op keer hadden we toch vermoeiende dagen. En morgen zal dat waarschijnlijk niet veel anders zijn.
Tip van de dag: als je geld teveel hebt, dan zijn weeshuizen prima plekken om het een en ander kwijt te raken. Een voordeel voor beide partijen!
Opvallend feitje: kleine kinderen vinden het leuk om in het Nepalees tegen je te blijven praten, ook al laat je weten dat je er helemaal niets van snapt.
Dag 194: Boenen en kleuren
Donderdag 20 september 2012
Het was de laatste dag van de week, welke volledig in het teken stond van het weeshuis. Nadat ik was opgestaan, was het een verademing om te zien dat het weer vandaag vele malen beter was dan tijdens de afgelopen dagen. In plaats van een grauwe lucht en regen, was de lucht blauw en scheen het zonnetje in de ochtend al lekker. Met Sarah, Luciana en Danielle stapte ik na het ontbijt in een tuktuk; we zijn niet gaan lopen omdat we geen zin hadden om met schoonmaakspullen te slepen. Het eerste uur bij het weeshuis was echter zoals elke andere dag. We werden weer vrolijk ontvangen door de weeskinderen en de twee oudere meiden die ook altijd toezicht houden op de kinderen. We begonnen met enkele yoga-poses en lieten de kinderen vervolgens weer woorden raden waarvan de afbeeldingen op flashcards stonden. Het was allemaal vermakelijk, zowel voor de kinderen als voor ons als vrijwilligers. De kinderen bleven namelijk vrolijk en hadden altijd zin om iets te doen. Opvallend detail deze ochtend was dat de kinderen in de vroege ochtend een douche hadden gekregen en schone kleren droegen, iets dat we tot dusver nog niet echt hadden gezien. Een klein jongetje zat bij binnenkomst nog een klein beetje te bibberen, omdat het water waarschijnlijk ijskoud was geweest en hij schijnbaar niet helemaal goed was afgedroogd, omdat je hier en daar nog een paar natte plekken zag zitten. We vroegen ons af of dat nou kwam vanwege onze opmerkingen gisteren. Het waren echter alleen de kinderen die waren gewassen. De schoonmaakspullen die we gisteren hadden gekocht, hadden we daarom nu niet voor niets meegenomen. We deden onze mondkapjes voor, deden handschoenen aan en liepen de jongensbadkamer in, aangezien deze echt wel een schoonmaakbeurt nodig had. De meisjesbadkamer ook wel, maar we konden niet alles tegelijk doen. Het water werkte op dat moment echter nog niet, maar gelukkig zou er iemand achteraan gaan en hadden we nu de mogelijkheid om enkele emmers te vullen met regenwater dat ergens in een reservoir lag opgeslagen. De allesreiniger ging er doorheen, we pakten de mop erbij en enkele sponsjes en begonnen aan een zware taak. Gelukkig kregen we versterking van enkele jongens uit het weeshuis die het niet erg vonden om ons te helpen; ze leken het zelfs leuk te vinden. Donkere vlekken op de muren en vloeren probeerden we zo goed mogelijk weg te boenen met bleekmiddel en andere chemische samenstellingen en ook de wasbakken, urinoirs, hurktoiletten en douches werden onder handen genomen. Het was zeker niet het meest fijne karwei dat we tot dusver hadden gedaan, maar het was wel mooi om te zien wat een enorm verschil we zagen toen we na anderhalf uur eindelijk klaar waren. Alhoewel niet alle vlekken te verwijderen waren, zag alles er weer een stuk witter uit en rook de badkamer weer helemaal fris. Aangezien we enkele schoonmaakspullen er helemaal doorheen hadden gejaagd, hadden we niet voldoende meer over om ook de meisjesbadkamer nog te doen, waardoor we besloten dit uit te stellen tot de middag. Tevens hoopten we dat het schoonmaakproces elke week door de vrijwilligers bijgehouden zou kunnen worden, opdat alles dan nog enigszins schoon zou blijven.
We verlieten het weeshuis en kwamen onderweg een paar van de andere vrijwilligers tegen, die ons hadden beloofd om mee te helpen. We vertelden hen dat zij het werk in de middag van ons mochten overnemen en dat we nu op weg naar huis konden gaan. Door het felle zonnetje liepen we langs de weg terug richting het huis, alhoewel we gelukkig ook een stuk in de schaduw konden lopen. Gelukkig lag er nu nergens meer modder, maar waren er wel overal enorme stofwolken die het verkeer had doen opwaaien. Terug in het huis hadden we tot 15 uur de tijd voordat we weer zouden vertrekken. Dit gaf me mooi de gelegenheid om te lunchen en foto's uit te zoeken, maar ook om profielen te schrijven. Idex vraagt alle vrijwilligers om een verhaaltje te schrijven over elke persoon die je bij elk van je projecten helpt. In mijn geval moest ik dus iets zeggen over negen weeskinderen, elf leerlingen en tien vrouwen, wat dus aardig wat tijd kost. Ik kwam vandaag dan ook niet verder dan m'n schoolkinderen en zal de overige profielen daarom zondag gaan schrijven, op mijn laatste dag hier. Alhoewel ik van de meeste leerlingen wel iets wist te schrijven, zal dat bij de anderen waarschijnlijk een stuk moeilijker gaan worden. Ook hoorde ik Sjoukje en Nina al klagen over het feit dat ze verhaaltjes moesten schrijven over elk oudje in het ouderenhuis, waar al bijna helemaal niets over te schrijven valt.
Halverwege de middag verlieten we met z'n allen het huis en gingen we opnieuw langs de supermarkt om extra schoonmaakspullen in te slaan. Met de tuktuk reden we voor de tweede maal naar het weeshuis toe, waar het Idex-personeel als vervanging van het normale programma vandaag een tekenwedstrijd had ingepland. Shahanaj en Hushnaj hadden tekenmateriaal meegenomen en deelden dit uit aan alle weeskinderen, die zich netjes hadden verzameld in de beschikbare klaslokaaltjes. Alle kinderen deden hun uiterste best om een mooie tekening op papier te zetten. Het viel hierbij wel op dat ongeveer de helft van hen min of meer dezelfde plaat inleverde, een afbeelding van bergen, een riviertje, een zonnetje, een huisje, een paar boompjes en soms een wortelveldje. Een paar vrijwilligers hielden toezicht op deze oudere leerlingen, terwijl ik me vertrouwd in de bibliotheek vestigde met de kleine kinderen. In plaats van te tekenen, hadden wij hen kleurplaten gegeven die ze zo mooi mogelijk moesten inkleuren. Terwijl ik keek naar hoe de kinderen hun kleurplaten met de gekste kleuren onder krasten -alhoewel sommigen er wel degelijk beter in waren-, bleef ik continu de kleurpotloden slijpen. Toch had ik ook wel even tijd om zelf een bijdrage te leveren aan de wedstrijd, ondanks dat mijn tekenvaardigheden belabberd waren. Alle vrijwilligers mochten namelijk ook meedoen. Alle kinderen kregen na inlevering van hun tekening of kleurplaat een ballon, waarmee ze erg blij leken te zijn. We hingen nu tevens de posters op die we eerder deze week gemaakt hadden; hopelijk zouden de kinderen ze snappen en zich er een beetje aan houden. Een paar vrijwilligers hadden zich, in plaats van op het tekenen, gefocust op het schoonmaken van de meisjesbadkamer en achteraf waren ook zij trots op hun werk. Het was nu alleen te hopen dat de schone badkamer van lange duur zou zijn, aangezien de jongensbadkamer al weer iets viezer was dan in de ochtend. Alhoewel de muren er uiteraard nog steeds mooi uit zagen, was de vloer alweer vies, iets wat op zich heel begrijpelijk is met witte tegels en een weeshuis met veel zand en modder op de binnenplaats. Toen onze tijd in het weeshuis erop zat, liepen we met z'n allen via een afsnijdweggetje terug naar ons huis om bij te komen van een vermoeiende middag.
In de avond hadden we weer eens een diner bij kaarslicht, zodat we iets meer moeite hadden om te zien wat er op ons bord lag. Maar aangezien het eten een herhaling was van twee weken geleden en enkele dingen veel vaker herhaald werden, wisten we alsnog heel goed wat we aten. Zoals bij elke maaltijd was er het platte chapati-brood en een schaal met rijst. Een soort soepje was er ook, net als een bak met curry en stukjes kip -elke vorm van vlees is hier redelijk ongebruikelijk-, waar vaak meer bot aan zat dan vlees. Een toetje in de vorm van fruit kregen we vandaag ook weer, alhoewel we vandaag nog iets extra's hadden. Juanjo had namelijk ijs bij de supermarkt gehaald, waar iedereen heerlijk van kon genieten. Het was niet zonder reden, want het was vanavond zijn voorlopig laatste avond. De komende twee weken zal hij niet in het Idex-huis aanwezig zijn, maar zal daarna nog wel voor onbepaalde tijd verder werken. Het betekende echter wel dat de meesten van ons hem niet meer zullen zien. Omdat Juanjo zich al enkele dagen niet helemaal lekker voelde en morgen vroeg op moest, ging hij op tijd naar bed. Hij bleef dus niet wachten totdat de stroom weer terugkeerde en we een film op konden zetten. Nivedan had me op m'n eerste dag drie films aangeraden en aangezien ik daar al twee van had gezien, wilde ik de derde ook zien. Op de verpakking zag ‘Dabangg' er al erg fout uit en de film zelf was inderdaad ook erg apart, over een of andere stoere politieagent die als het hem uitkwam, wel spontaan uitbarstte in zingen en dansen. Maar dat kon natuurlijk ook zijn omdat het een typische Bollywood-film was. Heel interessant was de film echter niet (in tegenstelling tot de andere twee) en gedurende de avond gingen er steeds meer mensen naar hun bed. Onder hen zat ook Sjoukje, die morgenochtend vroeg zal vertrekken om met Juanjo een tiendaagse wandeltocht te gaan maken door Langtang National Park. Alhoewel ze in eerste instantie het weekend nog bij Idex wilde meemaken, kwam dit vanwege haar planning beter uit. Het was echter wel jammer om haar al te zien vertrekken, aangezien we samen met Nina tegelijkertijd waren aangekomen en in principe in hetzelfde weekend, dit weekend, het project weer zouden verlaten. Nina en ik zullen daarentegen aanstaande maandag pas vertrekken, zodat we nog een weekend hebben om leuke activiteiten te ondernemen. Hiermee voelde ik het einde van mijn reis nu echt in zicht komen. Maar gelukkig hebben Nina en ik nog enkele mooie plannen voor de komende dagen, zodat het zeker geen saai einde zal worden!
Tip van de dag: neem een luchtverfrisser mee als je een badkamer gaat schoonmaken.
Opvallend feitje: door lokale gerechten wordt heel vaak koriander gemengd, uitgerekend iets waar ik totaal niet van houd.
Kathmandu & Kapan
Dag 188: Dansende vrouwen
Vrijdag 14 september 2012
Deze vrijdag was het begin van mijn derde weekend in Nepal. In plaats van dat ik me de hele dag heb beziggehouden met het ondernemen van activiteiten, was het voor de verandering een iets rustiger dagje. Dat betekent niet dat het een saai dagje was, maar anders dan de voorgaande weekenddagen was het wel. In eerste instantie was er het plan om een tweedaagse tocht naar Shivapuri te maken, een berg hier in de buurt, maar vanwege een uitnodiging die we voor deze middag hadden gekregen, besloten we dit een week op te schuiven. Dit betekende wel dat ik mijn plannen voor volgend weekend moest schrappen, maar eigenlijk is dat misschien niet eens zo verkeerd. M'n idee was om naar Pokhara te gaan en daar te gaan trekken, maar een driedaagse trip is wel heel erg kort, omdat ik dan effectief maar één dag overhoud om te gaan wandelen, terwijl de regio daar ontzettend mooi is en veel meer dagen verdient. Vanochtend kon ik weer twee uurtjes langer uitslapen, iets waar ik ondertussen wel aan toe was. Na het ontbijt moesten we ons allemaal in de woonkamer verzamelen, aangezien het tijd was om de weekoverzichten in te vullen. Aangezien ik op dit moment de enige ben met drie tijdrovende projecten, was het voor mij aardig wat werk. Van al mijn projecten moest ik gedetailleerd aangeven wat we de afgelopen week hadden gedaan. Ik had behoorlijk veel gedaan in het weeshuis en beide scholen, zodat ik veel te schrijven had. Terwijl de nieuwe meiden vervolgens naar Boudha gingen en Juanjo en Sjoukje op weg gingen voor een lange wandeling langs enkele plekken in de omgeving, heb ik in de woonkamer heerlijk zitten relaxen om m'n reisverhaal een klein beetje bij te houden, waarbij ik op dit moment weer eens behoorlijk mee achterloop. Ik was nog van plan om naar de supermarkt te gaan, maar die bleek gesloten te zijn. Er was namelijk weer eens een grote staking en demonstratie aan de gang, waardoor winkels dichtwaren en de straten afgesloten waren voor het verkeer.
Met de lunch waren Mirjam, Jenny en Sarah weer terug. Alhoewel de laatste twee wel aan tafel schoven, deden Mirjam, Nina en ik dat niet. We waren namelijk door de Saraswati-vrouwenschool uitgenodigd om naar een feestje te komen. Alhoewel ik niet precies wist hoe het in elkaar zat, zou de overheid diverse scholen hebben uitgenodigd, waarop Binda, de directrice van onze school, waar we eerder deze week hebben gegeten, ons vervolgens uitnodigde. In principe was elke vrijwilliger welkom, maar alleen wij drieën, die betrokken waren bij de school, besloten om te gaan. De staf had daarentegen wel zin om mee te gaan en de projectbegeleiders Hushnaj, Shahanaj, Sanu, Namrata, de schoonmaakster en beide kokkinnen hadden zich allemaal omgekleed in hun mooiste kurta, de traditionele jurk waarin je lokale vrouwen vaak ziet lopen. Ook Mirjam en Nina hadden deze kleding kunnen lenen en hadden tevens een sticker-tika op hun voorhoofd geplakt. Ik, als enige man, hoefde niets bijzonders te dragen, want dat deden de lokale mannen ook nooit. Het duurde even voordat iedereen klaar was en na tweeën liepen we naar de kruising om een tuktuk te pakken, die ondertussen weer reed.
Iets voorbij Boudha stapten we uit, waarna we Binda ontmoetten. Ze bleek helaas de enige te zijn van mijn klas die was gekomen en ook van Nina's klas waren er maar twee vrouwen op komen dagen. Van Mirjams klas waren er wel iets meer, maar aangezien ze die nog niet zo goed kenden, had zij daar ook nog niet veel aan. We betraden een ‘Party Palace', een open binnenplaats met daarachter een overdekte ruimte. Op de binnenplaats was het ongelooflijk druk. Een grote hoeveelheid vrouwen in traditionele kleding had zich hier verzameld. Hier en daar waren ook enkele lokale mannen aanwezig, maar deze waren inderdaad niet heel bijzonder uitgedost. Enkelen op de binnenplaats zaten op stoeltjes, maar de meesten hadden zich in een enorm lange rij geschaard voor het buffet waar rijst en enkele groentegerechten werden aangeboden. Wij hadden het geluk dat we ergens in de rij bij bekenden mochten ‘voordringen', maar we moesten alsnog erg lang wachten voordat we aan de beurt waren. Net op tijd bereikten we het buffet, want het begon op dat moment te regenen. Onder een afdakje konden we vervolgens het eten nuttigen, waarna we in een grote groep bij elkaar zijn gaan staan. In de zaal ernaast waren op een podium enkele mannen en vrouwen aan het zingen, in de hoop dat ze de bezoekers -waarvan ik geen idee had wie het waren; de leeftijden liepen heel erg uiteen, alhoewel iedereen wel volwassen leek te zijn- aan het dansen zouden kunnen krijgen. Dit bleek echter niet heel moeilijk te zijn, want de meesten hadden wel zin om te dansen. Vele vrouwen begonnen met typische Indische en Nepalese dansjes, waarbij ze de armen sierlijk heen weer bewogen en hun handen ronddraaiden. Ook de vrouwen van ons gezelschap lieten hun pasjes zien en poogden om Nina en Mirjam mee te laten doen. Mij vroegen ze uiteraard ook, alhoewel het eigenlijk wel apart was, want de andere aanwezige mannen (met een verhouding van 1 op 30) stonden erbij en keken ernaar. Op een gegeven moment liepen we allemaal naar binnen, waar in de ene helft van de zaal stoelen stonden waarop (oudere) vrouwen zaten en voor zich uit naar het podium staarden. De andere helft van de zaal, bij het podium, stond vol met vrouwen die uitbundig aan het dansen waren. Het was behoorlijk warm in deze meute, maar we hadden alsnog een erg gezellige tijd met de groep. Ontzettend lang zijn we echter niet gebleven, maar in de tijd die we er waren, hebben we ons prima vermaakt. Uniek was het zeker, want zonder de school hadden we dit immers nooit meegemaakt. Na vieren verlieten we onder veel belangstelling het terrein; we waren immers de enige toeristen en vielen daarom behoorlijk op.
Met de tuktuk reden we weer terug, waarbij ik bij de supermarkt ben uitgestapt voor enkele inkopen, waaronder chocolaatjes voor m'n vrouwen en enkele lolly's voor m'n kinderen, aangezien het overmorgen m'n laatste dag op de scholen is. Door de regen liep ik terug naar het huis, waar ik met m'n ‘kleine zusjes' Hushnaj en Shahanaj de foto's van het feest heb zitten doorkijken op de computer. In de laatste twee weken heb ik deze projectbegeleiders (net als de erg maffe Sanu) beter leren kennen en het was altijd erg gezellig. Ik kon vervolgens nog enige tijd relaxen, voordat ik met Nina en Mirjam ben gaan eten. Tijdens het diner kwamen Juanjo en Sjoukje terug, waarna ze enthousiast vertelden over hun lange wandeltocht, waarbij ze verschillende mooie en rustige plekjes hebben gezien. In de avond zaten we met z'n allen in de lounge en wachtten we totdat de stroom weer terug zou keren. We wilden namelijk een film kijken, maar aangezien de tv niet was aangesloten op de generator, konden we dit nog niet doen. In de tussentijd kwamen ook Jenny en Sarah terug van hun bezoekje aan Durbar Square en Thamel, waar ze zich, net als wij vorige week, prima hadden vermaakt. Toen de stroom om 21.30 uur weer beschikbaar was, zette ik de dvd van ‘3 Idiots' op, een komedie die een paar jaar terug in India alle bezoekersrecords wist te verbreken. Alhoewel de film met een speelduur van iets meer dan 2,5 uur opnieuw aan de lange kant was, was deze wel erg vermakelijk. Net als in de meeste andere Bollywood-films barsten de acteurs op enkele momenten spontaan uit in zang en dans. Dit was uiteraard allesbehalve realistisch, maar toch was het erg geinig en was vooral het nummer ‘Zoobi doobi' erg aanstekelijk. Toen de aftiteling over het scherm rolde, was ik helaas nog maar de enige die in de woonkamer zat, aangezien de anderen veel te moe waren om de film af te kijken. Na de film voelde ik me ook wel erg moe, dus ben ik ook direct richting bed gelopen.
Tip van de dag: loop rond met een fototoestel om je nek en maak veel foto's om een goed excuus te hebben om niet mee te hoeven dansen tijdens een lokaal feest.
Opvallend feitje: voor één sticker-tika betaal je slechts één roepie, één cent dus.
Dag 189: Het klooster op de berg
Zaterdag 15 september 2012
Na een langer nachtje dan doordeweeks hoefden we na het ontbijt geen werk meer te verrichten. In plaats daarvan konden we ons volledig richten op het invullen van een mooie zaterdag. Aangezien we de meeste belangrijke bezienswaardigheden in en rond de stad al hadden gezien, bleef er niet heel veel meer over. Toch was er een mooie plek die we nog niet hadden gezien, maar ons door enkele vorige vrijwilligers wel was aangeraden. Elke ochtend en middag kunnen we bij het eten vanaf het balkonterras in de verte een klooster zien liggen op een berg. Vandaag besloten we om deze eens te bezoeken. Op internet werd deze aangegeven als de nummer 3 bezienswaardigheid van de stad, dus zou het vast de moeite waard moeten zijn. Nadat iedereen klaar was gingen we met z'n zessen de deur uit; alleen Juanjo had geen zin om mee te gaan, omdat hij er al eerder was geweest. Omdat we ten noordoosten van de stad zitten, was het relatief eenvoudig om het klooster te bereiken; we konden gewoon gaan lopen. In plaats van dat we bij de hoofdweg de gebruikelijke kant op liepen, gingen we ditmaal noordwaarts, waarna we er al snel achter kwamen waarom we steeds Pani Tanki tegen tuktukchauffeurs moesten zeggen om vanaf het weeshuis of de school onze kant op te gaan. Pani is Nepalees voor ‘water' en iets verderop zagen we langs de weg een grote watertank staan, waarmee waarschijnlijk alle kleine watertanks op de daken van de huizen gevuld worden. Met onze zonnebrillen liepen we door de felle zon verder, over een weg van redelijke kwaliteit. Onderweg kwamen we langs eenvoudige winkeltjes en soms verrassend mooie huizen, een beetje zoals de onze. Het grappige aan sommige van deze gebouwen was de zijkant. Alhoewel de voorkant van een gebouw vaak ontzettend mooi was, was de zijkant gewoon één grote grijze vlakke muur, alsof het bedoeld was als een rijtjeshuis, maar hier als losstaand huis is gebouwd. Kindjes zeiden ons gedag en volwassenen staarden ons vaak na, waarschijnlijk omdat er dagelijks niet bepaald veel toeristen langslopen. Het klooster in het kleinen plaatsje Kapan was relatief eenvoudig te vinden, omdat het boven op een berg gebouwd was en we deze bijna altijd wel konden zien. Het betekende wel dat we nog de hele berg moesten beklimmen. Via een smal pad liepen we, soms via trappen, bergopwaarts. Hoe hoger we kwamen, hoe beter het uitzicht was over de Kathmandu Valley. Kleine en soms gekleurde huisjes domineerden het landschap, waarbij de stoepa van Bodnath behoorlijk opviel. Ons huis wisten we niet te spotten, ondanks dat we wel een idee hadden aangezien het ergens tussen de stoepa en de rookpluimen van Pashupatinath lag.
Precies een uur nadat we waren vertrokken van huis, kwamen we aan bij de poort van het Kopan Monastery. Het was een Tibetaans boeddhistisch klooster en dat was te merken aan de vele typische versieringen. Boven op de daken zagen we bijvoorbeeld gouden herten, maar ook konden we lotussen vinden, Boeddhabeeldjes en afbeeldingen van het wiel van het leven. Het klooster was omgeven door een muur en binnenin bevonden zich verschillende gebouwen, waaronder het hoofdgebouw. Op de heenweg waren we al langs een klooster voor nonnen gelopen en zagen we tevens mannelijke monniken lopen, maar hier zagen we er nog veel meer. Veel monniken in rode Tibetaanse gewaden liepen hier rond om de was te doen, hun lunch op te halen of om gewoon rond te hangen met de andere monniken. Ze hadden hier hun eigen slaapvertrekken. Alle monniken, of het nou jonge jongens of oude mannen waren, hadden een kaalgeschoren hoofd, zoals gebruikelijk is. We liepen langs een winkeltje en een cafeetje en genoten enige tijd van het mooie uitzicht. Op muren waren enkele mooie levensmotto's en spreuken geschilderd. We maakten -voor de zekerheid met de klok mee- een rondje om het hoofdgebouw en bekeken aan de achterkant een klein plantsoentje met een grasveldje, enkele plantjes en hele kleine beeldjes van biddende mensen. Ook stond er een kleine kleurrijke en rijkelijk versierde stoepa, waaromheen een westerse man rondjes aan het lopen was. Deze man was overigens niet de enige westerling die hier rondliep. Meer toeristen hadden deze plek uitgekozen tot rust te komen. Het was namelijk mogelijk om elke ochtend mee te doen met mediteren, of zelfs een meditatiecursus van tien dagen te volgen. Sjoukje is dit bijvoorbeeld van plan na afloop van het vrijwilligersproject. De gasten hadden hun eigen verblijf, dat er redelijk goed uit leek te zien. Jenny, Mirjam en Sarah besloten om het bij dit bezoek te laten, en verlieten ons om op tijd terug te kunnen zijn voor de lunch, zodat ze in de middag nog naar de Monkey Temple konden gaan. Nina, Sjoukje en ik hadden geen haast en besloten nog langer te blijven en de omgeving te verkennen. We keken eerst nog even rond bij de receptie om informatie te vergaren over de verschillende cursussen hier, waarna we bij het cafeetje zijn gaan lunchen. Het eten en drinken was hier spotgoedkoop, maar de vegetarische pakoda's -kleine ronde en platte groentesnacks- en de overige hapjes waren erg lekker.
Vanaf het klooster zagen we een ander klooster of tempelcomplex liggen, op een berg naast de onze die via een bergpas te bereiken leek te zijn. Over een paadje langs de afgrond liepen we deze kant op, waarbij we tussen de struikjes door telkens een mooi uitzicht over de vallei hadden. Aan de andere kant waren vele kleurrijke gebedsvlaggetjes gehangen, sommige wat ouder dan de andere. Het was een leuke wandeling, op een gegeven moment zelfs langs een paar hoge bamboestengels. Op een gegeven moment, op het diepste punt van de pas, kwamen we langs een hokje met bewapende politieagenten. Ernaast stond een bordje met ‘Special Task Force' en we vroegen ons af wat deze mannen hier deden. Wellicht dat het nog iets te maken had met de problemen met de gewelddadige maoïsten, die zo'n zes jaar geleden ophielden. Via een pad met zand en stenen liepen we de andere berg op, waarna we onderlangs de tempel leken te gaan. Een pad naar het gebouw toe was er echter niet. Terwijl we verder liepen, leken we echter steeds verder van de tempel af te lopen en we besloten om niet heel moeilijk te doen en deze gewoon te laten voor wat het was. De wandeling zelf was namelijk ook mooi genoeg. Terwijl we de rijstvelden onder ons aan ons voorbij zagen gaan en we het in de verte zagen regenen, kwamen we bovenop de berg uit. Verrassend genoeg kwamen we hier een grote poort tegen, terwijl er geen enkele muur omheen was gebouwd. Ook bevonden zich hier vele mensen, waarvan vele gezinnen met kinderen waren. Waarschijnlijk was deze plek een mooie locatie om een vrije zaterdagmiddag te besteden, alhoewel de omgeving hier verder redelijk kaal was. Enkele mensen waren aan het koken, terwijl om hen heen enkele koeien en geiten liepen. Ook leek het alsof men bezig was met de bouw van iets nieuws, alhoewel het nog steeds in de beginfase was en we niet konden bepalen wat het zou moeten worden. Wel waren sommige mannen bezig met graafwerkzaamheden.
Nadat we bovenop de berg eventjes hadden rondgekeken, liepen we via een andere verlaten weg naar beneden. Vreemd genoeg kwamen we halverwege de weg een apart restaurant tegen. Langs de heuvel was een gebouwtje geplaatst waar ze eten en drinken verkochten. Tevens waren er enkele kleine hutjes gebouwd waar je een waterpijp kon roken. Er was zelfs een zwembad aanwezig, alhoewel het water er wel heel groen en vies uitzag. Een lokaal jongetje leek dit niet zo erg te vinden en zwom hier vrolijk in rond. Wij hebben slechts een drankje gedronken en liepen verder toen we merkten dat het weer langzaamaan om begon te slaan. We liepen verder naar beneden, door een klein dorpje met een weg bestaande uit zand, steen en modder. Heel veel viel er hier niet te beleven. Halverwege kwam er een taxi langsrijden en na enig onderhandelen wisten we voor slechts 150 roepie een ritje terug naar ons huis te regelen. Nadat we langs enkele winkeltjes waren gereden en bij onze bestemming waren uitgestapt, begon het zachtjes te regenen. Toen we na de kleine steegjes ons huis hadden bereikt, begon het plots keihard te regenen. We waren blij dat we precies op tijd waren en geen vijf minuten later een taxi hadden moeten nemen.
Rond 17 uur waren we weer terug, wat ons twee uur gaf om heerlijk bij te komen van deze dag. Van de kokkin kregen we een kopje shai aangeboden, de lokale thee met melk. Ik had nu mooi de gelegenheid om m'n verhaal te schrijven. In de tussentijd kwamen ook de andere personen terug van hun middagbezoekje aan de Monkey Temple, waarna we konden gaan eten. In de avond hebben we zoals gebruikelijk weer ontspannen in de lounge kunnen zitten. De kokkin was op de televisie een of andere talentenjachtshow aan het kijken, terwijl wij allemaal gewoon een beetje rondhingen. We bekeken de foto's van de dag en ik had de gelegenheid om andere foto's uit te zoeken. Sjoukje zou in eerste instantie een salsafeestje bezoeken van iemand die ze hier had leren kennen, maar dat ging uiteindelijk niet door. Vandaar dat ik de gelegenheid heb gekregen om enkele pasjes te leren, wat even wennen was, maar op zich wel redelijk ging. Ondanks de vrolijke Spaanse muziek was het wel vermoeiend, waardoor de matrassen behoorlijk fijn waren om op uit te rusten. De rest van de avond werd bij de meesten besteed aan het schrijven van reisverhalen of het plaatsen van foto's op internet. Niet al te laat ging iedereen naar bed, want morgen zal weer een gewone werkdag gaan zijn. Maar voor mij zal het wel een bijzondere dag gaan worden, want het wordt voor twee van mijn projecten m'n laatste werkdag!
Tip van de dag: heb je zin in rust, wil je ontspannen mediteren en meer leren over het boeddhisme tussen de monniken op een mooie plek, dan kun je voor slechts 100 dollar een 10-daagse meditatiecursus doen in Kopan Monastery, waarbij verblijf, eten en drinken inbegrepen zijn.
Opvallend feitje: in Nepal is het op dit moment niet het jaar 2012, maar 2069.
Kathmandu - Vrijwilligerswerk, week 3
Dag 183: Een onverwachts etentje
Zondag 9 september 2012
Vanochtend was anders dan andere ochtenden. Behalve dat het ontbijt een stuk rustiger was dan anders, was ik slechts de enige die naar het weeshuis zou gaan. Nuria was immers weg en Anton zou later op de dag vertrekken. Met een zak met kleding en lolly's die ik van Nivedan had gekregen, nam ik voor de verandering een tuktuk naar het weeshuis, aangezien ik ietwat aan de late kant was en geen zin had om met de zak te slepen. Het viel me op dat ik in de tuktuk slechts 14 roepia hoefde te betalen, in tegenstelling tot de gebruikelijke 15. Het leek me wel een stuk onhandiger voor de bestuurster, aangezien ze elke keer losse roepiamuntjes zou moeten teruggeven. Bij het weeshuis ontmoette ik Shahanaj, die daar elke ochtend ook aanwezig is. We gaven de zak met kleding af bij de directie van het weeshuis en ontfermden ons vervolgens over de allerjongsten. De oudere wezen zouden vandaag hun huiswerk zelf maar moeten maken, want er waren geen andere vrijwilligers en de jongsten hadden meer begeleiding nodig. Voor mij was het dus ook even wennen, aangezien ik tot dusver nooit heel veel bijzonders hoefde te doen. De kleintjes gedroegen zich allemaal een stuk beter en luisterden naar ons, maar ook naar de lokale begeleider. In het met vloerbedekking bedekte zaaltje gingen ze netjes op een matrasje tegen de muur zitten, wachtend op onze instructies. Ik besloot Nuria's ochtendritueel te vervolgen: yoga. Zo'n 25 minuten lang hebben we allerlei verschillende yoga-poses aangenomen, waarbij we ons staand, zittend en liggend rekten en strekten op de vloer. Tellen tot 100 was het volgende onderdeel, waarna we enkele losse teloefeningen hebben gedaan met figuurtjes op de vloer. Het doornemen van enkele dierennamen met flashcards was het laatste dat we deden, alvorens allemaal een lolly in onze mond te stoppen. Uiteraard leer je de kinderen daarbij netjes het papiertje in de vuilnisbak te gooien, in de hoop dat ze later iets minder zooi maken in hun omgeving.
Het duurde even voordat ik een tuktuk terug had, maar toen ik weer eenmaal terug was bij het huis, moest ik meteen alweer aan de slag met de voorbereidingen voor de school. We moesten namelijk iets eerder terug vanwege een bespreking met de directeur. Op school bleek deze man niet aanwezig te zijn, waardoor Juanjo en ik er veel te vroeg waren en daarom van de aanwezige docenten de Nepalese krant voor onze neuzen gedrukt kregen, in de hoop dat we iets Nepalees zouden kunnen lezen. Nivedan en Hushnaj namen de lessen van Nuria en Anton over -totdat de nieuwe vrijwilligers beginnen op woensdag- en ik ging verder met mijn klasje. We herhaalden de klok, waarna ik hen probeerde grote getalen te laten oplezen. Tot dusver kunnen ze getallen met zes cijfers oplezen. Het was een grappige introductie op het onderwerp van deze week: wiskunde. Vandaag begonnen we met volgorde en begrippen als ‘eerste', ‘tweede' en ‘derde', maar er zal nog veel meer aan bod komen deze week. Toch viel het weer niet mee om de aandacht van de kinderen er bij te houden.
In het huis namen we een lunch, waarna we allemaal afscheid namen van Anton. Zijn tijd zat erop en hij zou nog twee dagen in Thamel verblijven, om vervolgens een weekje naar Pokhara te gaan, alvorens hier terug te keren om naar huis te vliegen. Wie weet zien we hem volgende week dus nog eventjes. Hierna gingen de volgende voorbereidingen alweer van start. Met het hogere niveau van de vrouwen kostte het Nina en mij iets meer tijd om dit te doen, maar je kunt wel een stuk creatiever zijn en interessante onderwerpen verzinnen. Tevens probeerden we erachter te komen hoeveel lessen we nog zouden hebben met de vrouwen, aangezien volgende week het Teej-festival plaatsvindt en er daardoor enkele dagen lesuitval zal zijn. Met een minibus gingen we met Sanu naar de school toe, waarbij de chauffeur ons onderweg alweer probeerde op te lichten met het wisselgeld, iets dat tot dusver bijna elke dag lijkt te gebeuren. Gelukkig voor ons zijn wij geen domme en onwetende toeristen en eisen wij gewoon het correcte wisselgeld. Alhoewel Nina vandaag slechts twee leerlingen had, had ik er zeven, een normaal aantal. We begonnen opnieuw met een leuke tongbreker, waarna we de woordzoeker met antoniemen bespraken, die ik vorige week had gemaakt en hen had gegeven. Alhoewel niemand de hele woordzoeker correct wist te maken (mede vanwege een fout van mijn kant), was het verrassend goed gegaan. De vrouwen wilden meer spreekopdrachten hebben en daar had ik vandaag enigszins voor gezorgd. Ik vroeg hen of ze me een natuurramp konden noemen en deze konden beschrijven. Iedereen deed enthousiast mee en uiteindelijk hadden we een behoorlijk lijstje van rampen op het bord staan, waarbij alles door de vrouwen op een prima manier was uitgelegd. Ook hielp ik hier en daar en gaf ik iets meer uitleg over de gebeurtenissen, net zoals ik hen enkele nieuwe gerelateerde woordjes leerde. We sloten af met een krantenartikel over aardverschuivingen en een nieuwe huiswerkopdracht.
De directrice van de school was vandaag niet aanwezig, maar wel belde ze Sanu halverwege de les op om te vragen of we zin hadden om na de les bij haar langs te komen. Hier konden we uiteraard geen nee op zeggen, waardoor we om 17 uur door de regen naar haar huis liepen. We moesten door enkele afgelegen weggetjes met stenen, zand en modder lopen en kwamen uiteindelijk bij een klein huisje terecht. Voor onze begrippen zag het er niet echt aantrekkelijk uit, maar toch leek de vrouw hier gelukkig te leven met haar zoontje. We deden onze sandalen uit, stapten naar binnen en namen plaats in het kleine keukentje en de eetkamer. De muren waren gewoon van steen, versieringen waren er nauwelijks en heel veel sfeer was er niet. Toch zag het er Nepalese begrippen prima uit. De directrice had een kleine maaltijd voor ons gemaakt en iets later serveerde ze ons een bakje curry, tezamen met naan en een zoete pannenkoek. Tevens kregen we een schaaltje yoghurt en een gloeiendhete beker thee -als in: de beker was gloeiendheet, de thee viel nog wel mee-. We genoten van hetgeen wat ons was aangeboden, want het smaakte allemaal best goed. We kletsten echter voornamelijk met Sanu, want de directrice was nou niet bepaald de beste leerling uit mijn klas. Sanu vertelde ons over het kastensysteem in Nepal en hoe er bij vele families nog steeds gebruik werd gemaakt van een bruidsschat, die de familie van een dochter aan de familie van de bruidegom moest geven. Vaak was dit huwelijk zelfs van tevoren geregeld en kenden de bruid en bruidegom elkaar niet eens. De bruidsschat was een behoorlijk hoog bedrag, waardoor het ons niet verbaasde waarom families liever een zoon baren dan een dochter.
Na het bezoek aan de directrice gingen we weer terug naar het huis, waarbij Sanu onderweg nog een paar stukken varken kocht voor haar avondmaaltijden van zowel vandaag als morgen. In het huis konden we nog even gedag zeggen van Hazel, die eventjes was teruggekeerd van haar weekje in Pokhara om haar spullen op te halen en nu definitief zou vertrekken. De avondmaaltijd smaakte goed, alhoewel ik niet heel veel honger meer had. We waren maar met vijf personen, dus het was extreem rustig. Ook in de avond was het erg rustig. We hingen rond in de woonkamer, zaten achter de computer, voerden gesprekken, luisterden naar de piepjes van de overbelaste generator en relaxten gewoon heel lekker. Een rustige en fijne avond, voordat we morgen bezoek zullen krijgen van vier nieuwe personen.
Tip van de dag: Wii Fit is best nuttig om enkele yoga-poses te leren voor als je dat nog nooit eerder (in het echt) gedaan hebt.
Opvallend feitje: er lopen op straat mannetjes rond met karretjes met ijs. Ik vraag me echter af hoe lang dat ijs bevroren blijft, want het karretje ziet er niet uit en de temperatuur buiten is behoorlijk hoog. Daarnaast betwijfel ik of het lekker is, want de ijshoorntjes zelf zien er al chemisch oranje uit.
Dag 184: Nieuw bloed
Maandag 10 september 2012
De wekker ging ook vandaag weer vroeg, want ik moest na m'n ontbijt alweer door naar het weeshuis. Ik ben gaan lopen en probeerde de afsnijdweg die Juanjo me een paar dagen terug had laten zien. Onderweg passeerde ik vele fruitkraampjes, chauffeurs die vanuit hun raam aan het rochelen waren en een kraampje waar de gevilde achterkant van een geit leek te liggen. Het geitje dat gisteren naast het kraampje aan een touw gebonden zat en aan het blaten was, wist ik deze ochtend echter niet te spotten. Bij het weeshuis hield ik met Shahanaj opnieuw de allerjongsten van vier jaar onder de duim. De kinderen waren enthousiast, maar wisten toch stil te zijn en te luisteren toen we daar om vroegen. We begonnen met yoga, dat opnieuw een succes was. Hierna probeerden we de kinderen een klein beetje Engels te leren, maar het bleek nog niet mee te vallen om hen iets simpels als ‘How old are you?' en ‘I am four years old' te leren. Het herkennen van fruit was voor hen een stuk makkelijker, net als het tekenen op papier. De kinderen hadden allemaal simpele en vaak vieze kleding aan, iets dat bij de voorgaande wekelijkse besprekingen al was aangekaart. Toch was er op dit moment nog maar weinig aan gedaan. Eén meisje stonk zelfs naar de pies en ik kreeg een klein beetje een idee hoe Sjoukje en Nina elke dag haar werk moesten doen in het bejaardentehuis, waar de oudjes continu naar de pies en poep ruiken.
Eenmaal terug in het huis was het weer tijd om de volgende les voor te bereiden. In de tussentijd kregen we ook bezoek van de eerste van vier vrijwilligers die ons vandaag zouden versterken. Het was de Nederlandse Jenny en was uiteraard moe van haar lange vlucht. Veel tijd voor een introductie was er echter niet, want ik moest ervandoor. Met Hushnaj liep ik naar de weg om een tuktuk te nemen naar de school, maar er kwam er maar geen een langsrijden waar we nog bij pasten. Elke tuktuk zat propvol, waarbij er vaak zelfs iemand half aan de achterzijde hing. Na lange tijd en enig lopen pasten we in een tuktuk, maar we kwamen wel te laat aan bij de school. Alhoewel Juanjo en Hushnaj een moeilijke les hadden met twee samengevoegde klassen, ging het bij mij vandaag een stuk beter. We begonnen met een herhaling van enkele woordjes vanaf flashcards, waarna we de uitspraak van enkele grote getallen oefenden. Terwijl de kinderen enkele sommetjes aan het maken waren, schreef ik op het bord een gesprekje uit tussen een winkelbediende en een klant. Iets later konden we daardoor een rollenspel spelen met twee leerlingen. De ene was de winkelbediende en de andere de klant, waarna ze de zinnen opzeiden. De leerlingen vonden het vermakelijk en wisten de zinnen redelijk goed uit te spreken, waardoor de les een stuk beter verliep dan de afgelopen dagen.
In het huis konden we gaan lunchen, waarbij we opnieuw kennismaakten met een nieuwe vrijwilliger. Met nog een Nederlander erbij waren we nu overduidelijk in de meerderheid, in tegenstelling tot de Ierse en Spaanse overheersing in de afgelopen weken. Nina en ik bereidden onze volgende les voor, waarna we in een overvolle bus opgepropt naar de school reden. Het regende en ik was blij dat ik nog steeds m'n poncho uit Borneo elke dag in m'n tas had zitten, aangezien ik anders behoorlijk nat bij de school was aangekomen vanwege het stukje dat we na het uitstappen nog steeds moesten lopen. De tongbreker van de dag was weer erg grappig en ook het nakijken van de verhaaltjes die ik hen had laten schrijven was weer om van te smullen. Ik had hen gisteren het begin van een verhaaltje opgegeven en de vrouwen moesten het afmaken. Ze wisten vaak op creatieve manieren te vertellen hoe een arm Nepalees meisje toch in Amerika wist te komen. Hierna hebben we een debat gehouden, wat verrassend goed uitpakte. De twee groepen waarin ik hen had ingedeeld wisten aardig wat argumenten te verzinnen voor en tegen de stelling of roken in openbare ruimtes verboden moest worden. Voor vrouwen die nog nooit eerder aan een debat hadden deelgenomen, ging het behoorlijk goed.
Op de terugweg zaten we achterin een minibus, welke in Europa gebruikt zou worden voor acht personen, hier bedoeld was voor zestien personen, maar nu bezet werd door maar liefst dertig personen. Het was daarom dan ook een enorme bedoeling om de minibus te verlaten, aangezien niemand de moeite nam om even op te staan of uit te stappen om ons er langs te laten. In het huis konden we ons ondertussen als ervaren personen gedragen en de twee nieuwe vrijwilligers een introductie, informatie en tips geven. Het avondeten was zoals gebruikelijk prima, waarna we in de woonkamer hebben gehangen. De tv stond aan, er werd onderling gekletst, ervaringen werden uitgewisseld en er werd gelachen met Nivedan. Sjoukje bracht zelfs enkele nummers op een geleende gitaar ten gehore, wat erg goed klonk. Zelfs Nivedan liet nog wat gepingel horen. Het was een vermakelijke avond en we keken uit naar de nieuwe vrijwilliger die morgenochtend vroeg aan zal komen.
Tip van de dag: denk bij lesvoorbereidingen terug aan je eigen lessen op school.
Opvallend feitje: we eten nu al een paar dagen papaja als fruit. We verlangen allemaal terug naar de watermeloen en ananas.
Dag 185: Waardering
Dinsdag 11 september 2012
Alhoewel de Nederlandse Jenny en Mirjam in de ochtend nog konden uitslapen en wat later konden ontbijten, moest ik na m'n vroege ontbijt alweer de deur uit. De kindertjes in het weeshuis zaten namelijk alweer op me te wachten. Ditmaal liep ik over de hoofdweg, in plaats van de afsnijdweg, wat ietsje langer duurde. Schoolbussen kwamen langsrijden om leerlingen op te pikken of af te zetten en stilstaande mensen op de stoep deden weinig moeite om een stapje naar voren of achteren te zetten om je erlangs te laten. Toen ik de bibliotheek van het weeshuis betrad, zaten de kindertjes al enthousiast kleurplaten te bewerken op de grond. Met kleurpotloden en wascokrijtjes kleurden ze heel soms vakjes in een gepaste kleur in, maar veel vaker werd er maar met een willekeurig kleurtje wat heen en weer gegaan over de afbeeldingen van dieren. Vol trots lieten ze me de resultaten zien, waarna sommigen achterop m'n rug sprongen, over me heen klommen of op m'n schoot gingen zitten; gelukkig niet allemaal tegelijk. De kinderen waren in een speelse bui vandaag, dus gingen we daarna vrolijk verder met het maken van legpuzzels, wat hen behoorlijk goed af ging. Ze leken zelfs beter te zijn dan Shahanaj, die hier en daar moeite leek te hebben met het vinden van de juiste stukjes.
In het huis maakte ik kennis met de Amerikaanse Sarah, een nieuwe vrijwilligster die vlak daarvoor was aangekomen. Ze was erg moe, maar zou iets later toch met de andere twee nieuwelingen door Nivedan rondgeleid worden langs de verschillende projecten. Ondertussen moest ik met Hushnaj mijn volgende les voorbereiden, waarbij ik tevens mijn proefwerk voor overmorgen afrondde. We namen de tuktuk naar de school en begonnen onze eigen lessen. Na het welkomstliedje was het vandaag tijd voor rekensommetjes. Uit het rekenboekje liet ik de kinderen optelsommetjes en aftreksommetjes maken met getallen onder de 20. Alhoewel de meesten hier geen problemen mee hadden, waren er toch nog een paar die enige moeite leken te hebben. Elke pagina die ze af hadden gemaakt, controleerde ik, waarna ik er een vinkje bij zette. De V was echter zo groot dat ik er vaak ook ‘very good' van kon maken, waarbij ik dit vergezelde met een vrolijke smiley. De verschillende smiley's leken de leerlingen erg lollig te vinden en was een leuke stimulans om een volgende pagina af te ronden. Omdat de conversatie gisteren zo goed ging en de leerlingen meer gesprekken moesten leren, had ik vandaag op het bord een dialoog tussen een dokter en een patiënt uitgeschreven. In tweetallen oefenden ze voor de klas hun zinnetjes, wat ze leuk vonden om te doen. Vooral het zinnetje ‘Yes, [I feel pain] in my head. Ow, ow, ow!' leek bij iedereen op de lachspieren te werken. Het was daarom ook leuk dat juist op dat moment Nivedan met de drie nieuwe mensen langs kwam om hen de werkplek te laten zien.
Tijdens de lunch leerden we de nieuwe personen beter kennen, waarbij zij ook steeds meer leerden kennen over het reilen en zeilen in het huis en bij de projecten. In de woonkamer was het een lollige bedoeling tijdens het plannen van de volgende lessen, aangezien zowel de staf als de vrijwilligers goed met elkaar overweg konden gaan. Om 15 uur zaten Sanu, Nina en ik in een minibusje op weg naar onze school. De chauffeur leek in tegenstelling tot de meeste chauffeurs een enorme haast te hebben. In plaats van dat er rustig gereden werd om nieuwe mensen op te pikken om de bus mee vol te proppen, scheurden we over de weg heen, raasden we langs andere auto's en motors en weken we uit voor de grote gaten in het wegdek. Gelukkig overleefden we de rit en konden we vervolgens prima lesgeven aan onze vrouwen. Aan het nakijken van huiswerk kwamen we niet toe, aangezien de vrouwen graag les wilden hebben over voorzetsels. Met behulp van een grammaticaboek gaf ik hen op het whiteboard een behoorlijke lijst met invuloefeningen, waarna we deze uitgebreid bespraken. Tevens liet ik nog enkele voorzetsels aan bod komen die gerelateerd waren aan degene op het bord. Vlak voor het einde van de les werd er aan me gevraagd hoeveel lessen ik nog zou gaan geven. Ik vertelde hen dat mijn vlucht op de 24e zou zijn en dat aanstaande zondag mijn laatste les zou zijn. Volgende week vindt namelijk het Teej-festival plaats, waardoor er vier dagen lang geen les zal worden gegeven op de scholen. De vrouwen waren bedroefd en vonden het heel erg jammer dat ik nog maar drie keer les zou gaan geven. Opeens begonnen ze me te prijzen voor mijn goede vaardigheden als docent en dat ze erg blij waren met de leuke lessen. Ze zouden me gaan missen en waren nieuwsgierig naar wie mij zou gaan opvolgen, in de hoop dat ze het opnieuw zouden treffen. Zij waren ondertussen aan mij gehecht en ik aan hen en we zullen elkaar ongetwijfeld allemaal gaan missen. Tevens wilden ze meer over mij weten en nodigden ze me uit om met hen mee te gaan naar het festival volgende week. Dat moet vast te doen zijn! Daarnaast willen ze zondag een deel van de les van me overnemen, dus dat gaat voor mij ook nog een beetje een verrassing zijn. Het was een mooi moment en gaf me een heel trots gevoel op wat ik hier in korte tijd had bereikt. Het gaan ongetwijfeld nog drie mooie lessen worden.
Iets na vijven gingen we weer terug naar het huis, waar ik net op tijd aankwam voordat er weer een enorme bui los barste. Opvallend genoeg regende het de laatste dagen veel meer dan tijdens de eerste twee weken. Helaas had de nieuwe kokkin bij de avondmaaltijd geen pizza en patat op het menu staan, maar wel had ze alsnog prima voor ons gekookt. Met vijf Nederlanders waren we ook aardig verrast toen we een schaal met kleine oliebollen zagen staan. Het was niet speciaal voor ons gemaakt, maar was een lokale snack die qua smaak heel erg overeen kwam met oliebollen. Het deed me terugdenken aan mijn reis door Egypte, waar me een soortgelijke snack was voorgeschoteld. We leerden de nieuwe mensen nog beter kennen, bespraken met hen de keuzes die ze gemaakt hadden omtrent de projecten en roddelden over de staf, waar het op dit moment, zonder dat het tegen ons gezegd wordt, enigszins lijkt te rommelen en mensen op het punt staan om te vertrekken. Dit wordt ongetwijfeld nog vervolgd. Terwijl het 's avonds behoorlijk door bleef regenen, zaten we beneden in de woonkamer weer te relaxen. De nieuwe personen gingen op tijd naar bed, want ze waren nog steeds een beetje moe. De overige personen hingen rond, deden hun ding of luisterden opnieuw naar enig gitaarspel van Sjoukje. Opnieuw allemaal heel relaxed, zoals thuis.
Tip van de dag: neem elke dag voor de zekerheid een paraplu of regenjas mee.
Opvallend feitje: kinderen in het weeshuis en op school vragen vaak aan je of het je laatste dag is. Blijkbaar hebben de meeste voorgaande vrijwilligers er nogal de gewoonte van gemaakt om chocola uit te delen op hun laatste dag, waardoor de kinderen daar nu elke keer naar uitkijken. Een helaas erg vervelende gewoonte dus.
Dag 186: Onverwachte familiebezoekjes
Woensdag 12 september 2012
Na het ontbijt had Nivedan een mededeling voor de personen die 's ochtends naar de scholen zouden gaan. Vanwege een nieuwe staking waren alle lessen in de ochtend geannuleerd, waardoor er een gat in het programma viel. Hij wist echter iets om dit gat mee te vullen: we zouden een ‘community visit' gaan maken. Ik kwam er nog niet meteen achter wat dit was, want de ochtend in het weeshuis ging wel gewoon door. De Amerikaanse Sarah had er voor gekozen om in de ochtend ook naar het weeshuis te gaan, dus liepen we samen via de kortere weg die kant op. Net zoals vorige week had de staking ervoor gezorgd dat de wegen waren afgesloten en er nergens verkeer reed. Mensen liepen weer over de weg heen en op het kruispunt stonden opnieuw mensen met vlaggen. Sarah keek haar ogen uit naar alles wat we zagen en om ons heen zagen gebeuren. Voor mij was dit stuk lopen ondertussen al behoorlijk vertrouwd. In het weeshuis werden we nog enthousiaster onthaald dan voorheen. De kinderen begonnen steeds meer aan mij te wennen en besprongen me bij binnenkomst nog net niet allemaal tegelijk. Ook waren de kinderen nieuwsgierig naar Sarah. Het duurde even voordat we ze na alle omhelzingen en klimpartijen aan de zijkant van het kamertje hadden zitten, zodat we enkele yoga-oefeningen konden doen. We deden een paar poses, maar de kinderen waren zo ontzettend in een bui om te spelen, dat ze alweer snel door de kamer heen renden. We besloten om de puzzels er maar weer bij te pakken om hen op een iets rustigere manier bezig te houden. Het was succesvol en het uur was daarmee weer snel voorbij. Bij de school naast het weeshuis sprak een Duitse man ons aan, die hier in Nepal op bezoek was om verschillende instellingen te bezoeken en deze financieel te ondersteunen. Hij was nieuwsgierig naar onze rollen hier en ik legde hem het een en ander uit. Met Shahanaj liepen we vervolgens een andere weg binnendoor terug naar het huis. Onderweg vertelde ze ons dat de ouders van de meeste wezen in de gevangenis zaten en weer terug naar huis gingen als deze vrijkwamen. Enkelen hadden geen ouders meer en zouden na hun verblijf in het weeshuis ergens anders worden opgevangen om hen voor te bereiden op het zelfstandige leven. We namen vervolgens nog even een kijkje bij het winkeltje van haar (en Hushnaj's) ouders, die kleding op maat maken van de aanwezige kleurrijke stofjes. Enkele vrouwelijke vrijwilligers hadden dit de afgelopen weken gedaan, waarbij ze de ‘kurta' op hun laatste dag of tijdens een feestje droegen.
Bij het huis was ik in eerste instantie niet heel blij dat de school niet door zou gaan, want ik had de leerlingen graag nog wat uitleg gegeven over de stof die ik morgen aan bod wil laten komen op een test. Nu zal ik dat dus morgen vlak voor de test nog moeten doen, iets wat voor de kinderen echter in het voordeel zou kunnen uitpakken. In plaats van de school was een bezoekje aan een familie ingepland. Eén van de vrouwen van één van de schooltjes hier in de buurt had ons uitgenodigd om langs te komen, zodat we meer over hen konden leren. Juanjo had geen zin, dus ben ik met Hushnaj, Sarah en de Nederlandse Jenny, welke allebei les zullen gaan geven in de school, naar het huis van de desbetreffende vrouw gelopen. Ze woonde in dezelfde buurt, in een groot kleurrijk huis niet ver van ons vandaan. Ze bleek echter slechts twee kamertjes op de begane grond te hebben, want er woonden nog andere families in het huis. We werden vriendelijk ontvangen door de vrouw en haar zoon en brachten daarna voornamelijk veel tijd met die zoon door, omdat zijn Engels nagenoeg perfect was, in tegenstelling tot de paar woorden Engels die zij kon uitspreken. In de kamer stond een boekenkast die helemaal volgebouwd stond met boeken; velen gingen over natuurkunde, wiskunde en scheikunde. De zoon had hier gestudeerd, maar was nu druk bezig om alles uit te zoeken voor een studie kwantummechanica in de Verenigde Staten. Het liefst wil hij daar in de zomer van volgend jaar naartoe. Hij wist een hoop te vertellen over zijn leven en zijn familie. Zijn vader woont en werkt bijvoorbeeld al een paar jaar in Seoul, hij prefereerde westerse muziek over lokale muziek en vertelde dat alle festivals in de komende tijd aan hem voorbij zullen gaan, aangezien dit door families een jaar lang niet gevierd wordt als er iemand is overleden. Verder vertelde hij dat de politieke situatie in Nepal nou niet echt geweldig was -ondanks dat er vandaag in Nederland nieuwe verkiezingen zijn, hebben wij het toch een stuk beter-, dat hij geloofde in buitenaards leven en dat de kumari in Durbar Square inderdaad niet echt een geweldig leven leidt. In de tussentijd kregen we van de vrouw een glas drinken en kwam ze later met meerdere mensen en eten aanzetten. Na een rondje foto's aten we chapati -de platte broodjes die we elke dag bij het eten krijgen- met een dipsausje en een gekookt ei dat na het pellen ook nog even aan de buitenkant was gebakken. Het smaakte goed, waarna we een kijkje op het dak namen. Het uitzicht was ietsje anders dan bij ons, maar niet heel erg anders, omdat we in de buurt zaten en ons huis ietsje verderop zagen staan. Ook op dit dak stonden enkele zonnepanelen en twee grote tanks met water. Helaas waren de gebedsvlaggetjes die er hingen (naast het wasgoed) ontzettend oud, gescheurd en verkleurd.
Toen we weer naar beneden liepen en Hushnaj enkele kleine pepertjes meekreeg die aan een plantje groeiden, werden we door een andere vrouw, eveneens een vrouw van de school en daarmee ook een leerling van onze Ierse vrijwilligster Fiona, uitgenodigd om even in haar woonkamer rond te hangen. Enkele van haar familieleden hadden zich hier verzameld, alhoewel er voor ons veel minder interactie was dan bij het eerste bezoekje. Wel werd er verteld dat hun dochter op een universiteit in New York studeerde en zag de kamer er erg mooi uit. Schijnbaar hadden deze mensen het toch net iets beter dan vele anderen in Kathmandu of Nepal. We kregen een drankje en stukjes appel aangeboden en zaten hierna behoorlijk vol, aangezien de lunch ook al vulde. De televisie stond aan en we zagen beelden van vreselijk foute Bollywood-films of -series waarin er op een ontzettend overdreven manier werd geacteerd. Na een tijdje verlieten we het huis en keken we terug op een erg bijzonder bezoek. Dat was uiteindelijk toch wel een heel stuk leuker, beter en specialer dan het lesgeven op een school!
In het huis hadden we niet zo'n trek meer in de lunch, dus kon ik daarna snel aan de slag met de voorbereidingen voor m'n les met de vrouwen. Ik werkte verder aan de volgende puzzel die ik voor ze had voor aanstaande zondag, en maakte enkele interessante invulzinnen voor voorzetsels. Op school vonden de vrouwen de dagelijkse tongbreker weer erg lollig, waarna we het huiswerk van eergisteren besproken. Ik had hen gevraagd wat hun grootste angst was en vaak kwamen daarbij wilde dieren aan bod. De opgaven over de voorzetsels, het bespreken daarvan en het uitleggen van andere voorzetsels ging erg goed en de vrouwen vonden het erg leerzaam. Hopelijk zullen ze in het vervolg minder fouten maken als het hierop aankomt. In plaats van te eindigen met een geplande discussie, hebben we het spelletje Taboe gespeeld. Eén voor één kregen de vrouwen van mij een kaartje met een woord dat ze moesten omschrijven. Er waren echter enkele woorden die ze daarbij niet mochten gebruiken. Het spelletje ging verrassend goed en de vele woorden werden meestal relatief snel geraden. Tevens leek er zo nu en dan gesmoesd te worden over de invulling van de les van zondag en dat maakte me nog nieuwsgieriger. Toen de les voorbij was werd me nogmaals gevraagd of ik niet langer zou kunnen blijven, want ze zouden me wel heel erg gaan missen. Helaas kon ik daar geen positief antwoord op geven. Ook Nina had een vermakelijke les gehad en met Sanu gingen we weer terug naar het huis.
Tijdens het avondmaal bespraken we de dag met de nieuwe vrijwilligers, die vandaag voor het eerst hebben kunnen meekijken bij enkele projecten. Ook zij hadden zich erg vermaakt. Hierna was het tijd voor de wekelijkse bijeenkomst, waarbij we alle projecten doornamen en problemen en opvallende zaken bespraken. Zoals gebruikelijk viel er wel weer het een en ander te zeggen over het weeshuis, alhoewel ditmaal ook de gespannen sfeer in het huis ter sprake kwam. Nivedan en de nieuwe manager kwamen bij de bijeenkomst ook langs om te vertellen dat Suruchi, de voormalige manager, om bepaalde redenen uit het huis was gezet. Het was treurig om te horen. Ook kwam opeens de directeur van Idex het huis binnenstappen, iets waarvan we ook niet op de hoogte waren. Er werd ook niet echt verteld waarom hij hier was, wat opnieuw liet zien dat we niet heel erg te spreken waren over de communicatie tussen de staf (met uitzondering van de projectbegeleiders) en de vrijwilligers. Hopelijk weet de betere sfeer van de eerste twee weken nog terug te keren. Onderling tussen de vrijwilligers was er echter niets aan de hand en we hadden na de bijeenkomst een prima avond, welke opnieuw behoorlijk rustig was.
Tip van de dag: zorg dat je op woensdagen de avondmaaltijd niet mist, want anders gaat er patat, pizza en taart/cake aan je neus voorbij.
Opvallend feitje: in Kathmandu rijden vuilniswagens rond die lijken op de onze.
Dag 187: Een treurige dag
Donderdag 13 september 2012
Het was vandaag een apart en treurig dagje, alhoewel het toch ook zeker z'n aparte momenten had. In de ochtend ben ik met Sarah naar het weeshuis gelopen. Het was enigszins bewolkt, maar wel droog, waardoor het de ideale omstandigheden waren om te lopen. Langzaamaan leerde Sarah de weg kennen, aangezien ze die na mijn vertrek over anderhalve week zelf zal moeten kunnen afleggen. We waren iets te laat aangekomen in het weeshuis en Shahanaj was al met de kinderen aan het spelen. Met behulp van letters van foam probeerde ze de kinderen simpele woordjes te laten leggen op het tapijt. Zolang het maar drieletterwoordjes bleven, ging dat nog redelijk bij de meeste kinderen. Woorden met iets meer letters bleken zonder hulp min of meer onmogelijk te zijn. Na de letters stapten we over op de cijfers, waarbij we de kinderen tot 20 lieten tellen, wat ze zonder problemen leken te kunnen doen. Apart genoeg bleek het daarna wel een stuk lastiger om ze op een kaart cijfers te laten herkennen of ze bepaalde cijfers aan te laten wijzen. Schijnbaar hadden ze meer geoefend op het rijtje in hun hoofd, dan de tekens die erbij hoorden. Nadat we de groep nog tot 100 hadden laten tellen, was het uur alweer bijna om, alhoewel we hierna nog een half uur extra bleven. We lieten de kinderen op één been staan en dat leek hen erg goed te bevallen. Shahanaj heeft vervolgens verschillende Nepalese liedjes met ze gezongen en dat was prachtig om te horen. Enthousiast zongen de kinderen mee en we kregen de gelegenheid om hier foto's van te nemen. Een leuke groepsfoto en enkele individuele foto's werden ook toegestaan, iets dat we in principe niet dagelijks behoren te doen. Uiteindelijk liepen we met een grote glimlach de weeskinderen, waarna we naar de aanwezige apen op het veld voor het weeshuis keken en naar de tuktuk liepen.
In het huis viel er niet enorm veel voor te bereiden, want ik was van plan om een test af te nemen bij de kinderen en wilde daarvoor nog even de stof herhalen, iets waarvoor ik gisteren geen kans meer had gekregen. Terwijl Hushnaj met de tuktuk op weg ging naar de school en onderweg de door mij gemaakte tests liet kopiëren, liep ik met Juanjo, Jenny en Sarah naar de school toe. Ondanks dat het zonnetje fel scheen, moesten we onderweg wel plassen water passeren die tijdens de afgelopen dagen waren gevormd vanwege de regen. Bij de school kon ik meteen m'n klas betreden, waarna ik begroet werd door al m'n leerlingen en de lerares die elke dag gedurende elke les een oogje in het zeil houdt en helpt waar nodig is. Ik herhaalde de stof van afgelopen twee weken, zette vervolgens de kinderen uit elkaar -iedereen op één bank- en overhandigde hen een papieren test die ik de afgelopen week in elkaar had gezet. Ik had klokken getekend en ze moesten aangeven welke tijd er op stond aangegeven, maar tevens moesten ze bij een paar lege klokken de wijzers intekenen. Daarnaast moesten ze ontbrekende letters invullen in woorden die ik ze geleerd had, evenals in een rijtje getallen de grootste aanwijzen. Ten slotte had ik enkele optel- en aftreksommetjes voor ze, waarna ze hun tijd konden volmaken met het maken van een tekeningetje. De eerste helft van de test verliep goed, alhoewel enkelen in de tweede helft de aandacht leken te verliezen. Dit kwam onder andere omdat sommigen al klaar waren en ze de anderen wilden helpen. Anderen bleken iets meer moeite te hebben met sommige opgaven en deden hun best om bij anderen af te kijken. Het maakte hen daarbij niet zoveel uit of ze opstonden om daarna naast een andere leerling te gaan staan, of zich juist omdraaiden naar degene achter zich. Het werd wat rommelig en het was niet echt makkelijk om de leerlingen in toom te houden, maar uiteindelijk wist iedereen de test toch min of meer af te ronden. We eindigden de les met een conversatie tussen een ober en een bezoeker van een restaurant. We verlieten de school en begonnen aan een lange rit terug naar het huis, aangezien de tuktuk allesbehalve snel was.
Bij de lunch vertelde Fiona over haar ochtend. Na 10 weken zal ze morgen het huis gaan verlaten. Ze heeft hier het langst van iedereen gezeten en het zal voor iedereen een enorm gemis gaan zijn. In de ochtend had ze al een mooi afscheid gekregen van haar leerlingen, maar zou dat later in de middag met haar andere klas nog eens doen. Na de lunch keek ik de proefwerken na en kwam ik er helaas achter dat enkele leerlingen de klok nog steeds niet beheersten. Dat vond ik jammer, want in de klas leek het meestal wel goed te gaan. De uitslagen van de leerlingen wisselden heel erg. Sommige leerlingen waren, zoals verwacht, vele malen zwakker dan enkelen die bijna alles goed hadden. Ook in de les was deze laatste groep altijd al vele malen beter. Tevens moest ik op een formuliertje nog aangeven wat m'n plannen waren voor m'n les met de vrouwen in de middag. Terwijl ik hiermee bezig was, was het weer buiten volledig omgeslagen. Het kwam met bakken uit de hemel vallen en ik vreesde het ergste. Net als de overige vrijwilligers moesten Sanu, Nina en ik ook in de stromende regen vertrekken. Nina en Sanu hadden een paraplu, terwijl ik m'n poncho uit Borneo nog steeds goed kon gebruiken. Regenwater stroomde van de huizen naar beneden en grote plassen water vormden zich in de kleine straatjes. Toen we de hoofdweg bereikten, bleek het daar nog vele malen erger te zijn. De riolering kon al het overtollige regenwater niet aan en de straten waren gedeeltelijk onderwater gelopen. Het regenwater had de weg omgetoverd tot een stromende rivier. Mensen schuilden in de winkeltjes of onder afdakjes en fietsers en motorrijders deden hun uiterste best om zich voort te bewegen. Auto's en busjes reden door de enorme plassen heen, soms tot zeer groot ongenoegen van de personen op de stoep. Kuilen waren niet meer zichtbaar en al het verkeer reed voorzichtig om geen ongelukken te veroorzaken. Op sommige plekken wist het water wel weg te stromen en daar was de staat van de weg een stuk beter. Met enige vertraging kwamen we uiteindelijk bij de school aan, waar ik mijn laatste volledige les zou gaan geven. Vanwege een groot festival volgende week is aanstaande zondag mijn laatste dag, maar aangezien de vrouwen een deel van de les willen overnemen en we er meer een leuke dag van zullen maken, was vandaag de laatste serieuze les. We begonnen zoals gebruikelijk met een lastige tongbreker, waarna we het huiswerk bespraken. Ik had hen een stukje tekst meegegeven waarvan ze een korte samenvatting moesten schrijven. Dit bleek echter een stuk moeilijker te zijn dan ik had gedacht, aangezien de vrouwen veel problemen hadden met de woorden in de tekst. Een deel van deze woorden heb ik daarom met hen besproken. We gingen door met het opnoemen van grote getallen tot in de triljoen en dat ging hen, in tegenstelling tot Nina's klas eerder deze week, behoorlijk goed af. Na een kort, maar leuk spelletje waarbij de vrouwen zinnetjes door moesten fluisteren, begonnen we aan een discussie waarbij ik de vrouwen vroeg om mogelijke verbeteringen in de stad en in het land op te noemen. Hier kwam een mooi lijstje uit voort, met onder andere een regering die wel betrouwbaar is, het nastreven van verkeersregels, het ophangen van verkeerscamera's, het verbeteren van alle faciliteiten op het platteland, meer educatie, minder afval en meer recycling. Het was interessant om te horen wat iedereen opnoemde. Nadat ik de vrouwen gedag had gezegd, gingen we door de regen weer terug naar het huis. De plassen waren helaas nog steeds niet verdwenen.
Enigszins nat kwamen we weer terug in het huis, waar Fiona met een rood hoofd vol met tika geëmotioneerd, maar met trots naar haar verzameling cadeautjes stond te kijken, die ze op de vloer in de woonkamer had uitgestald. Ze had net de laatste les achter de rug met vrouwen die ze al tien weken lang les had gegeven. Bij de meesten van hen was ze begonnen met het alfabet en het niveau van hen was op dit moment vele malen beter. Ze had een geweldige prestatie verricht en had daardoor veel waardering gekregen van de vrouwen. Ze was overladen met cadeautjes, zoals twee handgemaakte tassen, vele sjaaltjes, snoepjes, chocolaatjes, armbandjes en lieve briefjes. Ze vroeg zich af wat ze er allemaal mee moest gaan doen, want ze wilde na Nepal nog enkele maanden door Azië reizen. Het was tevens haar laatste avond in het huis en had nog vele spullen in te pakken, maar we wilden ook nog gepast afscheid van haar nemen. Na het avondeten kwam Fiona met enkele bakken ijs aanzetten, waar we met z'n allen van genoten. Onderling was het een gezellige boel, alhoewel de sfeer toch enigszins bedompt was, mede vanwege de manier waarop Suruchi het huis uit was gezet. Alhoewel wij de kans helaas niet hebben gekregen om afscheid van haar te nemen, heeft Fiona dat gelukkig nog wel stiekem kunnen doen. Tevens nam ze in het huis afscheid van het overige personeel. In de woonkamer overhandigden ook wij haar nog een mooie kaart, tezamen met een cadeautje. Het was uiteindelijk toch wel een leuk, maar relaxed avondje in de woonkamer, met een muziekje op de achtergrond en geklets tussen de vrijwilligers. We keken terug op een bijzondere week en vroegen ons af wat de komende week ons zou brengen. Dat het opnieuw een bijzondere week zal worden, staat in ieder geval al vast.
Tip van de dag: draag op regenachtige dagen geen schoenen die langzaamaan drogen, want je zult door de plassen water moeten banjeren.
Opvallend feitje: als leerlingen een tekening moeten maken, tekenen ze bijna altijd bloemetjes, huisjes, bergen en de zon.
Kathmandu, Bungamati & Patan
Dag 181: De brandende doden
Vrijdag 7 september 2012
Het was weer eens weekend, dus kon iedereen weer twee uurtjes langer uitslapen. Bij het ontbijt leek niemand hier over te klagen. Het bericht dat we hierna echter weekoverzichten moesten schrijven, werd iets minder enthousiast ontvangen. Iedereen moest van al zijn projecten opschrijven wat er de afgelopen week was gebeurd. Aangezien ik nu de leiding had over drie verschillende projecten, had ik ook aardig wat te pennen. Toen ik eenmaal klaar was, had ik even de gelegenheid om de was op het dak te doen, alvorens met enkele anderen het huis voor een ochtendje te verlaten. Met Anton, Nuria, Elena en Juanjo liet ik me met de tuktuk afzetten op de gebruikelijke locatie als tijdens de afgelopen dagen. Ditmaal namen we echter niet de straat naar de school en het weeshuis, maar liepen we de andere kant, naar het bejaardentehuis. Onderweg passeerden we enkele winkeltjes waar enorme bakken met tika stond. Dit poeder was in vele kleurtjes verkrijgbaar, alhoewel rood de meest gebruikte kleur is om iemand iets goeds te wensen. De andere kleuren schijnen gebruikt te worden voor speciale rituelen. Het verbaasde ons dat de bakken gewoon buiten stonden, want het leek erop alsof het zo weg zou kunnen waaien met een stevig windje. Gelukkig stond die er nu niet en was het lekker warm. Andere winkeltjes verkochten hele smalle rode en groene armbandjes, welke vrouwen vaak met een heel dozijn tegelijk om één pols dragen. Voor het ouderenhuis zaten enkele mannen die je hand konden lezen, maar hiervoor waren we hier niet gekomen.
Naast het gebouw bevond zich Pashupatinath, één van de heiligste hindoetempels ter wereld en de meest bezochte in Nepal. Alhoewel de lokale boeddhisten en hindoes gratis naar binnen mogen, wordt er aan toeristen geld gevraagd om het gebied te betreden. Toen we naar binnen liepen, merkten we dat het erg druk was; het waren voornamelijk lokale mensen die zich hier naartoe waren gekomen, maar hier en daar spotten we ook toeristen met fotocamera's. Alhoewel we de heilige tempels niet mochten betreden, viel er in het gebied van buiten ook genoeg te fotograferen. Zo waren er bijvoorbeeld apen die nonchalant over het terrein trokken, allemaal onder leiding van een uit de kluiten gewassen mannetje. Daarnaast konden we de mooie tempels wel gewoon aanschouwen, evenals een lange rij van stoepa's waar je doorheen kon kijken. Elke stoepa was voorzien van een yoni en een linggam, de hindoeïstische symbolen voor het vrouwelijke en mannelijke geslacht. Enkele oudere mannen waren helemaal versierd in oranje kleding, beschikten over allerlei franjes en hadden hun gezicht en haar volledig geschminkt. Tegen betaling kon je een zegen van ze krijgen, of een foto van ze maken. Vooral dit laatste deed ons twijfelen of ze wel echt waren. De Bagmati-rivier stroomde dwars door het tempelcomplex en zou vele kilometers verderop uitmonden in de heilige Ganges in India. In dit land staat Varanasi bekend om de vele openbare crematies die daar langs de Ganges worden uitgevoerd. Pashupatinath is in dat opzicht exact hetzelfde, aangezien er langs de rivier allemaal rechthoekige plateaus stonden waarop iemand gecremeerd kon worden. Dagelijks vinden hier vele lijkverbrandingen plaats, waardoor je van elk hoger gelegen punt in de stad de witte rookwolken vanaf hier de vallei in kunt zien trekken. Wij namen plaats aan de overkant van de rivier en aanschouwden een ritueel dat op dat moment net begon. Een overleden persoon werd gewikkeld in oranje doeken, met daarbovenop oranje bloemetjes, op een brancard naar het water gedragen door een groep mannen. Meer mannen stonden aan de zijkanten te kijken. Vrouwen waren niet aanwezig, omdat dat volgens de cultuur niet zou mogen. Bij het water werd de brancard neergelegd op de trappen die het water in liepen. Een paar meter verderop lag een lijk gewikkeld in witte doeken, maar daar was verder niemand aanwezig. De overledene op de brancard werd door enkele mannen met water uit de rivier besprenkeld, waarna de mannen die dit gedaan hadden vervolgens hun shirt uittrokken en in de rivier gooiden. Op een zeker moment werd het doek rond het hoofd van de overledene verwijderd en we zagen vanaf een afstandje het gezicht van een oude man. De mannen begonnen dit gezicht te wassen, terwijl een andere persoon op hetzelfde moment vanuit een boekje enkele onverstaanbare woorden prevelde. Dit duurde enkele minuten, waarna de overleden man vanaf de brancard werd getild door enkele mannen en naar het plateau iets daarnaast werd getild. Hij werd er echter nog niet opgelegd, want eerst werden er enkele rondjes rond dit plateau gelopen. Op het plateau was een houtstapel geplaatst en daar werd de man bovenop gelegd. Alle versieringen die op hem lagen werden verwijderd, waarna het volledige bovenlijf van de man werd ontbloot. Er kwam vervolgens vuur tevoorschijn en enkele kleine plukjes stro (of iets dergelijks) tussen het hout werden aangestoken. Tevens werd er brandend stro op de man gelegd. Langzaam vatte de man vlam en verspreidde het vuur zich. De man werd toen pas afgedekt door enkele andere blokken hout en er werd een of ander poeder over de stapel gegooid. Witte rook kwam van de brandstapel af en het zou vervolgens een uur of vier duren voordat de hele crematie was afgerond. Het was allemaal heel bijzonder, maar ergens ook wel een beetje macaber.
We bleven uiteraard niet voor de hele crematie en het verruilden dit tempelcomplex voor een tempel ernaast. Heel spectaculair was deze niet, maar misschien kwam dat ook omdat we niet helemaal naar binnen mochten lopen. Wel konden we vanaf een randje van de zijkant een grote gouden stier zien, die voor ons dus ontoegankelijk was. Een echte stier liep voor de tempel door de straten. Tevens zagen we een plein met enorm veel duiven; niet zoveel als op de Dam, maar alsnog aardig wat. Het was daarbij vooral leuk om te zien hoe deze zo nu en dan werden opgejaagd door een klein kind, waarna ze met z'n allen eventjes opvlogen. We gingen hierna terug naar ons huis, waar we op tijd aankwamen voor de lunch.
Nadat ik m'n was op het dak had opgehangen, was ik klaar voor een middagactiviteit. Met Nina, Sjoukje en Juanjo propte ik mezelf in een taxi, waarna we naar Durbar Square reden. Zoals Bhaktapur een stad is met een paleisplein, heeft Kathmandu dat ook. Toen we er aankwamen, zagen we dat er eigenlijk meerdere pleintjes waren, die met elkaar waren verbonden met kleine straatjes. Op de pleinen stonden tempels die vergelijkbaar waren met die in Bhaktapur. De stijl was nagenoeg hetzelfde, met overheersende bruinoranje kleuren, houten rasterachtige ramen, beelden van vreemde figuren en versieringen met acrobatische standjes uit de Kamasutra. Er waren overal veel mensen te vinden, maar vooral op één plein had een grote groep zich verzameld. Er waren daar tevens een podium en enkele speakers te vinden. Diverse mannen waren op dat podium luid aan het praten en leuzen aan het schreeuwen; aan de zijkanten hingen enkele posters. Het leek alsof het hier om politieke propaganda ging. Politieagenten hielden een oogje in het zeil, maar alles verliep vredig. Vanwege de toeristen waren er ook souvenirwinkeltjes te vinden en stonden er kraampjes waar popcorn werd verkocht. Daarnaast liepen er mannetjes langs met suikerspinnen op een stokje. Uiteraard ontbrak een koe ook niet, die op het grootste plein rustig om zich heen stond te kijken naar de mooie gebouwen en een muur met een uitgehouwen en geschilderd figuur uit de historische verhalen.
Op het plein stond tevens een paleis, waar we naar binnen liepen en onze tassen moesten afgeven. Het was namelijk niet toegestaan om foto's in dit gebouw te maken, dat was omgebouwd tot museum. Tot enkele jaren geleden werd Nepal nog bestuurd door een koning, waarbij dit paleis van koning Tribhuvan was. Het museum was om te lachen: het was lachwekkend slecht. In diverse kamers waren allemaal persoonlijke bezittingen van deze koning te zien en dat was niet altijd even interessant. Er hingen krantenartikelen aan de muren, net als schilderijen van de beste man, maar dan overhangen met een laag van plastic om deze te beschermen (en dat terwijl het vaak niet eens echte schilderijen waren). Lolliger was een ruimte waarin bij elk object een bordje stond met ‘personal ...', zoals een persoonlijke kam, een persoonlijk geweer, een persoonlijke filmprojector en een persoonlijke viool waarvan de snaren kapot waren en de onderdelen van het muziekinstrument aan elkaar geplakt zaten. Nog grappiger was een persoonlijk aquarium waarin nog enkele maffe en moderne plastic speeltjes en versieringen voor de vissen lagen. Het meest lachwekkende was zijn persoonlijke vogelkooi, waarin een lelijk opgezet zangvogeltje op een schommeltje zat. Juanjo wist er enig leven in te blazen, waarna het beestje vrolijk heen en weer begon te schommelen. We liepen verder door het museum, door kamers waarin badkamertegeltjes aan de wand hingen en ruimtes met trofeeën van de koning lagen. Dat hij zo trots was op zijn jachtavonturen over de hele wereld vonden we enigszins teleurstellend, vooral toen we zagen dat een woonkamer vol stond met objecten die gemaakt waren van beesten. Zo stond er een hoge lamp waarvan de poot een giraffenpoot was, een asbak die gemaakt was van de voet van een olifant en een tafellampje met het pootje van een antilope. We bekeken enkele muntjes die hij over de wereld had verzameld (waaronder guldens), keken vanuit een raam over het binnenplein en verlieten vlak voor sluitingstijd het gebouw, waarbij we op een trap over een touw moesten stappen omdat de wegen al afgesloten waren.
Ten slotte liepen we naar de tempel van de heilige Kumari. Dit is een godin die elke paar jaar opnieuw gereïncarneerd wordt in het lichaam van een jong meisje. Ouders kunnen hun dochters aanmelden voor het selectieproces, waarbij er wordt gekeken naar uiterlijke kenmerken. Daarnaast worden de meisjes onderworpen aan een test met enge geluiden en meer dan honderd angstaanjagende stierenhoofden. Het meisje dat uiteindelijk als godin naar voren komt, komt met haar familie in deze tempel te wonen. Ze blijft hier tot haar eerste menstruatie wonen, aangezien ze dan haar status als godin verliest en daarna weer een gewone sterveling wordt. Meestal leeft ze hierna een ongelukkig leven, aangezien niemand ooit met een oud-godin wil trouwen. Tijdens haar leven is ze totaal afhankelijk van donaties en kan ze wat ons betreft ook niet echt gelukkig leven. In het huis doet ze niet veel en ongeveer elk uur vertoont ze zich in haar speciale gele kleding aan het raam. We namen een kijkje en moesten wachten op haar verschijning. Ondertussen probeerden enkele mensen zich op te dringen als gids, aangezien zij vele malen beter zouden zijn dan een boek. Volgens de gidsen moesten we allemaal roepen naar de Kumari, waarna ze zich zou vertonen. Uiteindelijk hoefde dit toch niet en zou ze zelf naar het raam komen, maar wel moesten we allemaal onze fototoestellen opbergen, want we mochten haar beslist niet fotograferen. Toen het meisje eenmaal tevoorschijn kwam bij het raam van de bovenste verdieping, zagen we haar treurig uit haar opgemaakte ogen kijken. Voor niet meer dan 10 seconden staarde ze voor zich uit, waarna ze zich omdraaide en weer van het raam wegliep. De mannen vroegen de aanwezige toeristen om donaties. Het was nogal triest en we vonden het allemaal maar vreemd dat dit nog steeds gebeurde. Het leek meer op uitbuiting dan iets wat met goden en cultuur te maken had.
Aan het eind van de middag verlieten we Durbar Square via een drukke en rommelige straat richting Thamel, de toeristenwijk van Kathmandu. We hadden namelijk met de overige vrijwilligers afgesproken om te gaan eten. We kwamen eerst langs eenvoudige winkeltjes en zagen op de hoek van een straat een mozaïeken afbeelding van een Space Invaders-ufo, iets dat door een of andere kunstenaar was aangebracht en op meerdere plekken ter wereld schijnt te zitten. Hoe dichter we bij Thamel kwamen, hoe meer de winkels waren toegespitst op toeristen. Tussen de vele hotels, guesthouses, restaurants en cafeetjes zaten reisbureautjes, boekenwinkeltjes, winkels met trekkingspullen, zaakjes met stofjes van kasjmier, galerijen met boeddhistische schilderijen en andere zaken met souvenirtjes. Het had enigszins weg van Khao San Road in Bangkok, waar ook vele westerse toeristen rondlopen en de prijzen hoger lagen dan elders in de stad. Om 18.30 uur ontmoetten we Anton, Fiona, Elena en Nuria voor de ingang van een guesthouse en we betraden een Ierse pub voor een drankje. We wisselden verhalen met elkaar uit en zijn vervolgens naar een tentje in een zijstraat gelopen. De Lonely Planet had OR2K aangewezen als ‘top choice' en het verbaasde ons niets dat dit vegetarische restaurant met gerechten uit het Midden-Oosten deze vermelding had gekregen. Het zag er om te beginnen heel sfeervol uit, met lage tafels en kussentjes waar je op kon zitten. Het was relatief donker, maar om dit te compenseren, waren vele glow-in-the-dark versieringen aangebracht die op werden gelicht door blauw licht. Met de menukaart was hetzelfde gedaan. Het eten dat we een tijdje later geserveerd kregen, was erg lekker en we genoten verder van de gezelligheid. Na de maaltijd liepen we een stukje door Thamel, waarbij we op zoek gingen naar een leuk tentje om nog even na te borrelen. Eén tentje verlieten we al vrij snel omdat het er veel te luidruchtig was vanwege een band, maar in een andere tent wisten we tot sluitingstijd te blijven zitten. Het was gezellig en de aangeboden popcorn smaakte goed. Rond twaalven gingen we op zoek naar twee taxi's en begon een rit terug naar het huis, waarbij de chauffeurs wel even moesten zoeken naar de juiste weg door het donker. Vermoeid kwamen we weer aan in het huis, waar ik met enkele personen nog heel eventjes op het dak heb gezeten en vervolgens heerlijk ben gaan slapen. Morgen zal er immers nog een drukke weekenddag volgen!
Tip van de dag: laat je was in Kathmandu niet tot in de nacht buiten hangen, aangezien het weer plots kan omslaan en je dan was aan kunt treffen die nog steeds nat is. Ik had overigens geluk dat het niet had geregend.
Opvallend feitje: er rijdt in Kathmandu een opvallende hoeveelheid witte auto's rondt, afgezien van het feit dat de auto's niet helemaal wit meer zijn vanwege de vele stofwolken.
Dag 182: Het mooie Nepal
Zaterdag 8 september 2012
Het was maar goed dat we vanochtend niet hoefden te werken, want iedereen had de tijd om uit te kunnen slapen hard nodig. Zelfs toen iedereen na negenen aan het ontbijt zat, was iedereen nog enigszins moe. Gelukkig was er de woonkamer nog om enigszins te relaxen. Toch zou het zonde zijn om deze dag te verspillen aan nietsdoen; zoveel weekenden had ik namelijk niet. Nina, Sjoukje en ik hadden daarom een mooie planning voor de dag in de pijpleiding staan. Er was nog één bekende plek vlakbij Kathmandu die we nog niet bezocht hadden. Het was net zoals Bhaktapur een kleine stad die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Het was het plaatsje Patan, iets ten zuiden van Kathmandu. Toch wilden we vandaag niet alleen Patan bezoeken, maar ook het dorpje Bungamati, dat daar in de buurt van lag. Ondanks dat het slechts een korte vermelding had in de Lonely Planet, zou het een klein authentiek dorpje zijn waar de tijd zou hebben stilgestaan. We waren benieuwd. Op de hoofdweg gingen we op zoek naar een taxi, wat verbazingwekkend iets langer duurde dan gebruikelijk. Op andere dagen zien we namelijk altijd vele taxi's rondrijden of stilstaan langs de weg. We wisten na enig onderhandelen een taxichauffeur voor 480 roepie naar Patan te laten rijden, wat een rit was van zo'n 40 minuten. Alhoewel we aan hem gevraagd hadden om ons af te zetten bij het busstation, had hij dat uiteraard niet begrepen en stopte hij bij het paleisplein van Patan. Na enig aandringen en navragen reed hij verder door een druk straatje en kwamen we uit bij een plein dat helemaal vol stond met bussen. Het zag er ontzettend chaotisch uit en er lag een enorme hoeveelheid aan rotzooi, alsof het tevens dienst deed als vuilnisbelt. Ondanks de tientallen bussen vonden we de bus naar Bungamati behoorlijk snel. Het was een lokale bus en daardoor allesbehalve luxe. De banken lagen nog net niet helemaal uit elkaar, het hele voertuig rammelde en airco was aanwezig in de vorm van enkele openstaande ramen. De bus vertrok niet veel later nadat we waren ingestapt en we vroegen nogmaals of deze naar Bungamati ging. Het zou het eindpunt zijn, dus dat was makkelijk. Voor de rit van 40 minuten hoefden we slechts 15 roepie te betalen en we kwamen onderweg langs kleine dorpjes met simpele gebouwen, met daartussen platteland, waaronder rijstvelden. Net zoals in elk Aziatisch land zijn die hier dus ook. We zagen een geheel andere kant van Nepal en dat bedoel ik in de positieve zin van het woord, aangezien het er hier stukken mooier uitzag dan in de drukke en vieze stad. Het was dan ook een verademing toen we in Bungamati arriveerden en uitstapten.
Dit hele kleine dorpje van de Newari-bevolking bestond uit slechts één hoofdstraat -daar waar de bus stopte- en had daarnaast een paar kleine zijstraatjes en -paadjes. De stenen huizen die er stonden, zagen er ouderwets uit en hadden iets weg van de stijl in Bhaktapur, alhoewel deze er vele malen simpeler uitzagen. Het was immers maar een klein boerendorp. We liepen een smal straatje in en namen rustig alles in ons op dat we tegenkwamen. De huizen met houten deuren hadden ramen waar we veel (oudere) mensen uit zagen hangen. Soms keken ze gewoon in het rond, of deden ze een dutje. Voor de deuren zaten ook vaak mensen op de grond. Behalve mensen was het hier ook een behoorlijke beestenboel, aangezien er kippen, eenden, honden en geitjes rondliepen. Een kudde koeien is ook nog voorbij komen lopen. Onder de ramen of onder de daken hingen opvallend veel slierten van pepers en knoflook, terwijl op de grond maïskolven, maïskorrels en pepers in de zon lagen te drogen. Achter de huizen troffen we een zandpad aan, waarvandaan we een prachtig uitzicht hadden op de omgeving. We stonden zelf iets hoger op een berg en onder ons in de vallei lagen vele rijstvelden. Ik kon het niet helpen even terug te moeten denken aan Bali een paar weken geleden. Achter de velden zagen we dan weer andere groene bergen liggen, met hier en daar een huisje of een klooster/tempel. Op het pad waren enkele kinderen enthousiast aan het vliegeren en ze zeiden ons allemaal enthousiast gedag toen ze ons in de gaten kregen. Degenen die op een dak of balkon stonden, zwaaiden tevens naar ons. Tevens zagen we hoe een jonge vrouw van in de twintig voor de eerste keer fietsles kreeg van een man van ongeveer dezelfde leeftijd. Hij hield aan de achterkant de fiets beet, waarna zij moest trappen en sturen. Het zal haar ongetwijfeld nog wel wat tijd en moeite kosten, want het ging niet bepaald geweldig. Een groep soldaten kwam ook voorbij lopen. Wat ze hier in dit uitgestorven dorp aan het doen waren, wisten we niet, maar wel wilden zij graag een foto van ons en mochten wij ook foto's van hen maken. We liepen vervolgens een plein op waarop enkele tempels stonden. Ze zagen er sierlijk uit, maar wisten ons niet heel lang te boeien. Dit kwam voornamelijk omdat we hongerig waren en het heel erg warm was.
Via een paadje waarvandaan we een goed uitzicht hadden, gingen we verder op pad. We zagen enkele spinnen in hun web zitten en libellen energiek rondvliegen. Soms bleven ze eventjes stilzitten, zodat we de kans grepen om een foto van ze te maken. Terug tussen de straatjes konden we geen restaurantje vinden, wat ons eigenlijk niet heel erg verbaasde. De paar lokale mensen konden hun eigen eten wel maken en toeristisch was deze plek niet. Toch vonden we één klein tentje in de hoofdstraat, waar uitgerekend enkele andere toeristen zaten. De Lonely Planet heeft dit dorpje ongetwijfeld meer toeristen opgeleverd, ook al is het slechts een handjevol. De vrouw die in het zaakje stond was bara's aan het maken, een ronde gebakken lap deeg met daarbovenop een ei. We bestelden er allemaal eentje en lieten ons dit heel goed smaken. De vrouw vond het leuk dat we probeerden om een paar woordjes en zinnetjes Nepalees te spreken, welke we uit een taalboekje visten. Ze verbeterde ons om onze uitspraak en begon enkele zinnetjes terug te praten, maar we hadden geen idee wat ze zei. Wel was ze telkens aan het lachen toen wij weer iets tegen haar terug zeiden. Na het eten verlieten we aan een andere kant het dorp, zodat we nog iets meer van de omgeving konden zien. Door de extreem felle zon liepen we over een weg langs een schooltje, een paar huisjes en rijstvelden. Deze velden waren prachtig groen en deden zeker niet onder voor de rijstvelden die ik op Bali had gezien. Een misschien nog wel mooier uitzicht volgde iets verderop, toen we vanaf de weg, welke op een berg lag, onder ons in de uitgestrekte vallei konden kijken. Hier lagen nog veel meer rijstvelden, afgewisseld door enkele boerenhuisjes. Het was een prachtig gezicht, maar vonden het niet nodig helemaal hiernaartoe te lopen. In plaats daarvan keerden we om, nadat we een vrouw gedag had gezegd die achter op haar rug een enorme mand met bladeren droeg. De mand was met een band om haar hoofd gebonden en puffend slofte ze voorovergebogen voorbij. Hier in Nepal zie je wel vaker vrouwen -en soms mannen- met een mand achterop hun rug lopen, welke altijd helemaal gevuld is met zware dingen. Vaak zijn het bladeren of takken, maar bij bouwterreinen zie je ook vaak vrouwen met zand en stenen voorbij lopen. Het leek ons enorm zwaar werk. Terug in het dorpje stapten we op een bus die net aan was komen rijden en nadat we nog een aardige tijd hadden stilgestaan, reden we terug naar het busstation in Patan. We waren blij dat we Bungamati hadden bezocht, simpelweg omdat het een totaal andere belevenis was.
Op het busstation was het nog steeds erg chaotisch; bussen reden langs de hopen vuilnis heen en vele marktkooplui stonden met hun kraampjes naast het station om hun waar te verkopen. Veel klanten waren op de handelswaar afgekomen. Ironisch genoeg werd het kraampje waar ze schoonmaakspullen verkochten -direct gesitueerd naast een hoop afval- links gelaten. Grappig om te zien waren de mannetjes die zich aan alle kanten volledig hadden volgehangen met rugtassen; dat waren pas echte backpackers! De grijze wolk boven ons leek steeds donkerder te worden en het duurde daarom niet lang voordat we de druppels voelden vallen. In stevige pas liepen we richting Durbar Square en wisten net op tijd een restaurantje in te schieten. We hadden namelijk enige trek en hadden het idee dat we hier wel iets lekkers konden krijgen. Het tentje was enigszins afgelegen en rustig en zag er prima uit; de kaart had ook een uitgebreide keuze tegen een laag bedrag. We maakten een bestelling en kregen even later verse lemon soda geserveerd. Sjoukje en ik namen vlak na elkaar een slok en proestten het binnen een seconde weer uit. Het drankje smaakte verschrikkelijk. Het rook en smaakte heel sterk naar rotte eieren; het leek daarnaast alsof we zout proefden. We wisten niet wat ermee aan de hand was, maar goed was dit zeker niet. We deden ons beklag bij de ober, maar die begreep niet helemaal wat we zeiden. Toen we hem vroegen zelf een slokje te nemen, wilde hij dit niet. We namen een ander drankje en hoopten dat het eten beter zou zijn. Gelukkig waren de soep met momo's, de kip en de vers gebrande pinda's wel goed te eten. De soda werd uiteindelijk wel in rekening gebracht, maar we legden minder geld op tafel neer -daar wilden we echt niet voor betalen!- en gingen er vervolgens snel vandoor.
Het was droog toen we op het paleisplein van Patan aankwamen, maar het was ook al enigszins aan de late kant. Toen we vanaf de zijkant de gebouwen zagen staan, vonden we het niet de moeite waard om vijf euro uit te geven aan een ticket om de gebouwen op dit relatief kleine plein van dichterbij te bekijken. Het had namelijk allemaal erg veel weg van wat we al in Bhaktapur en Kathmandu hadden gezien. Toch probeerden we onwetend vanaf de zijkant het plein op te lopen, maar we werden al snel opgemerkt door een vrouwtje dat om onze tickets vroeg. We keerden daarom om en liepen een klein stukje door de straatjes eromheen, waarvan de Lonely Planet had vermeld dat deze ook wel de moeite waard waren. We kwamen langs enkele tempeltjes en gingen onderlangs enkele slingers van vlaggetjes. Geen gebedsvlaggetjes deze keer, maar doodnormale feestvlaggetjes. Het zag er hier allemaal wel aardig uit, maar wist ons niet heel lang te interesseren. We waren moe en wilden terug naar het huis. We zochten daarom een taxi en wisten er na enig onderhandelen voor 450 roepie eentje te krijgen. Het was ontzettend druk op de weg en af en toe stonden we voor lange tijd vast. Het was voor de taxichauffeur ook een hele kunst om ergens vanuit een zijstraatje op een bredere weg uit te komen, aangezien het hier helemaal vol stond. Behendig, voorzichtig, maar bovenal ook brutaal reed hij voorzichtig door de stroom auto's, hopend dat hij niemand zou raken en vice versa. Hij maakte een draai en wist zich uiteindelijk tussen de andere auto's te scharen om verder te rijden. We waren om 18.15 uur weer terug in het huis, waarna er een erg rustige avond volgde. Deze begon met een prachtige lucht, aangezien de zonsondergang bezig was en de blauwe lucht oranjerood werd gekleurd. Enkele wolken maakten het uitzicht nog net iets dramatischer. Het was tevens het moment om afscheid te nemen van Nuria en Elena, die hier slechts twee weken zouden blijven. Terwijl ze in een taxi stapten, zwaaiden we ze uit, waarna we nog maar met z'n zessen over waren. De rest van de avond deed iedereen niet heel veel en waren de meesten gewoon bezig met het uitzoeken van hun gemaakte foto's en het schrijven van zijn of haar blog. Dat mocht echter wel na zo'n druk weekend!
Tip van de dag: bezoek zo nu en dan ook eens de plekken die maar een kleine vermelding in de Lonely Planet hebben.
Opvallend feitje: het spel Mens-Erger-Je-Niet kent men ook in Nepal, alhoewel het dan op een wat groter houten bord wordt gespeeld, op krukjes voor de deur.
Kathmandu - Vrijwilligerswerk, week 2
Dag 176: Helemaal alleen
Zondag 2 september 2012
Ondanks dat het vandaag zondag was, moesten wij weer gewoon aan de slag. Dat betekende in de ochtend dus op tijd opstaan voor het ontbijt. Sommigen waren echter al veel langer wakker, omdat ze niet hadden kunnen slapen van het hevige onweer vannacht. Toch was niemand opgestaan om Sam in de ochtend nog gedag te zeggen. Anton had vandaag veel werk na te kijken, waardoor ik alleen met Nuria naar het weeshuis ben gegaan. Het verbaasde ons dat we zo goed als een privé-rit hadden in de tuktuk en we onderweg nergens meer hoefden te stoppen om andere passagiers op te pikken. Bij het weeshuis werden we opnieuw enthousiast begroet en terwijl Nuria naar haar klasje ging, stapte ik mijn klas binnen. Aan de docententafel zat een lokale man die vandaag ook mee zou helpen. Toch heeft hij in het uur niet bijster veel gedaan, net als ik trouwens. Bijna alle aanwezige kinderen waren bezig met hun Nepalese huiswerk, waardoor ik niet veel kon helpen. Op een zeker moment begon één meisje met sommetjes en wilde ze m'n hulp bij het uitrekenen van het aantal secondes in 12 jaar, 3 maanden en 21 dagen. Het kostte enige tijd om de som uit te leggen, maar ze wist het verrassend goed op te pakken en me vervolgens een groot antwoord te geven. Het uurtje ging zodoende snel voorbij, waarna we weer teruggingen naar het huis.
Bij thuiskomst had ik slechts een klein uurtje de tijd om een les voor de schoolkinderen voor te bereiden. Vandaag zou ik het voor de eerste keer helemaal alleen moeten doen, omdat Sam vanochtend vroeg vertrokken is en hij me niet meer zou kunnen bijstaan. Ik had slechts één les meegemaakt, dus veel ervaring had ik niet. Vanwege de uitgevallen les op donderdag heeft Sam zijn afsluitende test nooit meer aan de kinderen kunnen geven, waardoor hij mij had gevraagd dat te doen. Wat zou dat een goed begin zijn voor de leerlingen: ‘Hallo, ik ben Jassin, jullie nieuwe leraar. Alsjeblieft, hier is een proefwerk.' Ja, ik zou een populaire leraar gaan worden. Gelukkig heb ik in m'n voorbereidingsuurtje nog enigszins zitten knutselen om de kinderen een leukere tweede helft van de les te geven. Ditmaal was het een stuk lastiger om een tuktuk in te stappen, aangezien degenen die voorbij kwamen rijden, helemaal propvol zaten. Uiteindelijk kwam er eentje aanrijden waar ik nog inpaste, waardoor ik slechts een paar minuutjes te laat m'n klasje binnenstapte. De elf leerlingen begroetten me vriendelijk en de meesten van hen wisten m'n naam zelfs nog. Omgekeerd kon ik helaas nog niet hetzelfde zeggen. Het was nodig om de kinderen uit elkaar te zetten op verschillende bankjes, want anders zou er bij de test zeker afgekeken worden. Iedereen wist de vragen over het alfabet, dieren en kleuren relatief goed te beantwoorden, alhoewel het lastig was om goede orde te houden toen enkelen klaar waren. Deze leerlingen waren namelijk al snel geneigd om hun vriendjes/vriendinnetjes te helpen die iets meer moeite leken te hebben met het invullen van hun blaadje. Om de tweede helft van de les iets leuker te maken, had ik bingokaarten gemaakt, welke ik aan iedereen uitdeelde, waarna er werd gejuicht. Schijnbaar kenden ze het spel al en vonden ze het leuk. Aan het enthousiasme was dat zeker te merken en het was lastig om ze in de daaropvolgende drie kwartier enigszins stil te houden. Terwijl ik de nummertjes opnoemde, werden de vakjes enthousiast omcirkeld en hoopten enkelen elke keer op bepaalde nummers. Er werd onderling de leerlingen veel gekletst en mijn pogingen om het volume iets omlaag te halen, werkten slechts enigszins en vaak maar van korte duur. Gelukkig lag dit niet zozeer aan mij, want alle anderen hadden hier ook last van (gehad). De bingo was een succes en toen ik daarna met hen de dagen van de week wilden oefenen, namen de kinderen al snel het voortouw en wisten ze alle zeven dagen erg vlot op te noemen en te spellen. De tijd zat erop en we zongen het afscheidsliedje, waarna ik enkele handjes en high-fives kreeg. Het nemen van een tuktuk terug naar het huis was ditmaal een stuk eenvoudiger.
Iedereen kwam tegen de lunch weer binnendruppelen om bij te tanken. Fiona, Claire en Hazel waren er niet bij, want zij waren uitgenodigd door de vrouwen van één van de scholen om naar een festival te gaan met muziek en dans. Ondanks dat ik niet was uitgenodigd, had ik hier wel baat bij, aangezien het de school betrof waar ik les zou moeten geven in de middag. Die les ging dus niet door, waardoor ik de hele middag vrij had. Toch was het geen vrije middag waarop ik niets te doen had, want de komende dagen zal ik wel les moeten geven aan deze vrouwen. En aangezien hun niveau een stuk hoger is dan die van de kinderen, is er meer voorbereiding nodig. Daarnaast had ik geen enkele ervaring met lesgeven, dus maakte dat het nog net ietsje lastiger. Toch was het een leuke uitdaging om opdrachtjes, opgaven en geschikte spelletjes te verzinnen en in een grammaticaboek op te zoeken wat de vrouwen nog aangeleerd zou moeten worden. Daarnaast heb ik enkele Engelstalige kranten doorgebladerd om op zoek te gaan naar interessante artikelen om tijdens de lessen te behandelen. De komende dagen zal ik terugkomen op m'n gedane werk.
Het heeft me verrassend veel tijd gekost om de voorbereidingen te doen en dan had ik slechts een paar dingen uitgewerkt. Het was in ieder geval een mooi begin. In de tussentijd was iedereen alweer teruggekomen van z'n werk en konden we aanschuiven op de tweede verdieping. Het avondmaal was ook vandaag weer lekker, waarna we in de woonkamer op de matrasjes hebben rondgehangen. Geen film dit keer, maar wel gewoon relaxed rondhangen, kletsen, lezen en enkele activiteiten op telefoons en laptops. Een rustige zondagavond, voorafgaand aan nog eens vier dagen werk.
Tip van de dag: neem overdag de benenwagen naar het werk als je er op tijd moet zijn.
Opvallend feitje: er is een opvallend aantal vrouwen werkzaam als tuktuk-chauffeur.
Dag 177: Leerlingen en vrouwen
Maandag 3 september 2012
De eerste echte werkdag gaf me een goed beeld van wat me de komende weken nog te wachten zou staan. De dag begon vanochtend weer vroeg, toen ik iets na zevenen met de anderen aan het ontbijt zat. Hazel was er niet bij, aangezien zij in de vroege ochtend het huis had verlaten. In tegenstelling tot de afgelopen nacht met veel bliksem hadden de meesten weer wat slaap in kunnen halen. Met Nuria ben ik vervolgens voor de verandering naar het weeshuis gaan lopen, waarbij we onderweg weer vaak genoeg werden aangestaard door de lokale bevolking. Ik staarde Nuria juist weer aan toen ze me vertelde dat ze gisteren een hond met een arm van een aap rond had zien lopen. Blijkbaar mochten de apen en de honden rond het weeshuis elkaar niet zo. Het weer was vandaag een stuk aangenamer dan gisteren: het was droog en het was niet zo koud. Bij het weeshuis werden we weer enthousiast ontvangen, waarna ik me met Anton, die met de tuktuk was gekomen, over onze klas ontfermde. Ook vandaag viel er weer niet heel te doen, aangezien het niet heel druk was en de meesten met Nepalees huiswerk bezig waren. Wel probeerden we weer hetzelfde meisje als gisteren te helpen met een som over tijd, waarbij het niet eenvoudig was om uit te leggen hoe je 365 seconden converteert naar uren. De terugweg met de tuktuk ging helaas tergend langzaam, omdat de tuktuk om de paar meter stopte in de hoop dat er nog een paar mensen achterin zouden springen. Elke keer werd door de chauffeur de bestemming geroepen naar iedereen op straat, maar slechts enkelen stapten in.
Terug in het huis kon ik m'n les voor de jonge leerlingen voorbereiden. Gelukkig wist ik al wat ik wilde gaan doen, dus duurde dat niet enorm lang. Het gaf me de tijd om de leerlingendossiers door te kijken en de namen te leren. Op school gaven de leerlingen, allemaal gekleed in hun blauwe uniform, me een uitgebreide begroeting, waarna ik hen de nagekeken tests van gisteren teruggaf. Allemaal hadden ze deze behoorlijk goed gemaakt. Het was tijd om hen iets nieuws te leren, aangezien ze de maanden van het jaar al leken te kennen. Ik tekende allemaal klokken op het bord en legde hen uit hoe je klok kon kijken. Uiteraard hield ik het nog eenvoudig, door slechts de hele uren te behandelen. Toch was het voor sommigen nog een uitdaging om de klok op een correcte manier te tekenen en de wijzers in te vullen. Ik liet ze zowel de tijd raden van volledig getekende klokken, als hen de wijzers in een lege klok in te laten vullen voor een zeker tijdstip. Dit lukte uiteindelijk behoorlijk goed en ik ben benieuwd hoe ze de halve uren morgen zullen vinden. Nadat ik nog een paar woorden over het leven in de stad had behandeld (restaurant, ambulance, auto, ziekenhuis, etc.), was de anderhalf uur alweer om en konden we weer terugkeren naar het huis. Onderweg vertelde ook Anton me over de strijd tussen de rondlopende honden en apen, aangezien hij een heel gevecht vanuit het raam van zijn klas had kunnen aanschouwen en één aap er niet heel goed vanaf leek te komen. Ik had helaas slechts één aap gezien die op de spijlen van mijn raam was geklommen.
Na een lunch kostten de voorbereidingen voor m'n les in de middag net wat meer tijd. Het zou namelijk mijn eerste les met de volwassen vrouwen zijn. Met Nina bereidde ik het een en ander voor, aangezien het ook voor haar de eerste les zou zijn, maar dan in de klas naast de mijne. In het busje waarmee we naar de school reden, was het prop- en propvol, maar toch leek er telkens nog wel een klein gaatje te zijn voor een nieuwe passagier, ondanks dat iedereen al bijna op elkaars schoot leek te zitten. De bijrijder die de geldzaken afhandelde, hing vaak zelfs half uit het busje om mensen te lokken. Hij hing er soms maar erg gevaarlijk bij, waarbij hij zich niet eens vasthield. Op school wachtte ik de komst van ‘mijn vrouwen' af, waarna er zo'n 10 op kwamen dagen. In tegenstelling tot de 11 jonge leerlingen in de ochtend gedroegen de vrouwen zich vele malen netter en leken ze oprecht geïnteresseerd te zijn in de les. Op zich niet heel verwonderlijk, want ze hadden er immers zelf voor gekozen naar school te gaan. Ik had zelfs de directrice van de school in m'n klas, aangezien zij ook haar Engels wilde bijspijkeren. Nadat ik mezelf had geïntroduceerd en een zelfgetekende wereldkaart had laten zien waarop ik kon aanwijzen waar Nederland lag, liet ik de vrouwen aan het woord. Ze vertelden dat ze huisvrouw of docent waren, meestal getrouwd waren, één of twee kinderen hadden en tussen de 16 en 45 waren. Twee hadden zelfs hun kind meegenomen, waarbij deze jonge aanwezigen achterin de klas rustig met hun eigen huiswerk bezig waren. De sfeer was fijn en de vrouwen vroegen zich zelfs af hoeveel Nepalees ik sprak. Volgens hen zou ik meer woorden moeten leren en volgende week een overhoring zou moeten ondergaan. Ik vroeg hen in ieder geval wat zij graag wilden leren in de komende drie weken, zodat ik mijn lessen daarop kan aanpassen. Om hun luister- en schrijfvaardigheden te testen, had ik een dictee voor ze, waarbij ik zin voor zin, woord voor woord, een informatief verhaaltje voorlas over een CEO van een bedrijf. Er zaten vele moeilijke woorden in en het was duidelijk dat de vrouwen deze vaak niet makkelijk vonden om te spellen. Toch bleek deze uitdaging achteraf erg nuttig te zijn en terwijl ik de spelling en betekenis van deze woorden achteraf besprak, leek iedereen het te snappen en tevreden te zijn. Het laatste kwartiertje bestormden we de klas van Nina, aangezien Claire, wie Nina overneemt, daar vandaag ook nog was. Het was Claire's laatste dag en dat wilden de vrouwen niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Net zoals afgelopen donderdag bij Sam en Hazel kreeg ook Claire enkele afscheidscadeautjes en werd haar hele hoofd onder gesmeerd met rood poeder. Het was opnieuw een mooi gezicht. Iedereen zou haar gaan missen.
In een drukke minibus gingen we terug naar het huis, waar we relaxten en vervolgens genoten van een avondmaaltijd. Hierna maakten we er in de eetzaal een erg gezellige boel van, aangezien we Claire's laatste avond niet zomaar aan ons voorbij wilden laten gaan. Ze zat hier immers al twee maanden. Er was een kaartje voor haar gekocht, er werd een taart tevoorschijn gehaald en er werd voor haar gezongen. Op mobiele telefoons werden zowel Indische als westerse muziektracks afgespeeld en er werd op verschillende manieren rond de tafel gedanst. Het was een ontzettend lollige avond, waarbij de steeds kleiner wordende groep steeds hechter leek te worden. In de tussentijd konden we ook kijken naar de omgeving, die elke paar seconden verlicht werd vanwege onweer dat de hele avond leek te duren rond de bergen in de verte. Vermoeid ging iedereen iets later dan gebruikelijk naar bed, want morgen zou er wel gewoon gewerkt moeten worden. Toch zou deze dag niet meer van ons afgepakt kunnen worden!
Tip van de dag: als je Engelse les gaat geven, zorg er dan voor dat je weet hoe je op een whiteboard losse kleine letters kunt schrijven. Ik was dat namelijk niet gewend en had tot dusver altijd met hoofdletters geschreven (terwijl mijn gewone schrift klein, maar aan elkaar is). Het lukte me uiteindelijk toch verrassend goed.
Opvallend feitje: ondanks dat openbare liefde op straat niet getoond dient te worden, kunnen bevriende mannen wel gewoon hand in hand met elkaar over straat lopen.
Dag 178: Verder uitgedund
Dinsdag 4 september 2012
In de ochtend was iedereen behoorlijk moe en niemand had heel veel zin om weg te gaan. Toch viel daar niet aan te ontkomen. Na het ontbijt liep ik met Nuria -Anton ging niet mee- naar het weeshuis toe, waar de apen vandaag opvallend afwezig waren. De kinderen waren zoals gebruikelijk wel opvallend aanwezig en we werden weer enthousiast onthaald. Er viel deze ochtend niet veel te helpen met huiswerk, maar wel wisten enkele weeskinderen me erg te verrassen toen ze me hun schetsboeken lieten zien. De tekeningen die sommigen namelijk hadden gemaakt, zagen er soms verbluffend mooi uit. Voor kinderen van hooguit acht jaar wisten ze enkele prachtige schetsen te maken van figuren uit tekenfilms of figuren die ze zelf verzonnen hadden. Draken en tribals zaten er bijvoorbeeld ook tussen. Ik wist enkele jongens vervolgens nog aan te sporen om opdrukoefeningen te doen, zodat ze meer spierballen zouden kunnen kweken. Hierna lieten ze me zelfs enkele breakdance-moves zien, wat me ook erg verraste, maar er wel bijzonder uitzag. Met enkele kinderen aan m'n arm werd ik na een uur weer naar buiten geleid, waarna we teruggingen naar het huis. Met de tuktuk kwamen we echter niet heel ver, aangezien we na enkele meters stopten en omdraaiden. Midden op straat was bij een benzinestation een demonstratie bezig. Een groep mannen waren aan het schreeuwen en ze zwaaiden met enkele vlaggen rond. Politieagenten in blauwe uniformen hadden zich om hen heen verzameld. De straat was iets verderop afgesloten door zijwaarts geplaatste busjes. Shahanaj, onze begeleider, vertelde ons dat de benzineprijzen omhoog waren gegaan en de mensen daar (uiteraard) niet zo blij mee waren. We hoopten dat de protestactie niet uit de hand zou lopen, want een uur later moesten we weer hier langs. Nu zat er voor ons dus niets anders op dan langs de demonstratie te lopen en de rest van de route lopend af te leggen. Het verkeer was vanwege de barricade uiteraard een totale chaos.
Terug in het huis bereidde ik m'n les voor, waarna ik met Nuria, Anton en begeleider Hushnaj op straat wachtte voor een tuktuk. Er kwamen er slechts een paar langs en deze zaten vol. We liepen daarom een stuk en hoopten dat er alsnog eentje zou verschijnen. Dit gebeurde, waarna we naar de school reden. De demonstratie was gelukkig verdwenen, maar wel was het nog steeds druk op de weg. We kwamen daarom dan ook iets te laat aan op school, maar hadden alsnog genoeg tijd over voor een volwaardige les van 1 uur en 20 minuten. Nadat ik de kinderen enkele opgaven uit het boek had laten maken, zijn we verder gegaan met het klokkijken. De hele uren had iedereen nu wel door, maar met de halve uren maakte ik het al een stukje moeilijker. In het begin hadden ze het niet heel erg door, maar ik kreeg de indruk dat het beter ging naarmate de tijd verstreek. Morgen zal ik erachter komen of ze het nog steeds beheersen, alvorens door te gaan met de kwartieren. Toen we weer terug waren, hadden we allemaal honger, maar toch bleven we iets langer dan gebruikelijk in de woonkamer hangen. Het was voor Claire namelijk tijd om ons te verlaten. Met tranen in haar ogen nam ze afscheid van haar verblijfplaats voor twee maanden, al het personeel en de overige vrijwilligers. Met een rode stip op haar hoofd verliet ze ons, waarna we (als vrijwilligers) nog maar met z'n achten over waren. De lunch ging er hierna best wel in; we hadden nog steeds geen klachten over het eten.
Na de voorbereidingen voor de volgende les vertrokken Nina en ik met begeleider Sanu naar de volgende school. Na een oncomfortabele rit -opgepropt in een busje over hobbelige wegen rijden- kwamen we bij onze vrouwen aan. Ik had er vandaag tien en de meesten van hen hadden een opstel geschreven over hun favoriete Nepalese festival, iets dat ik gisteren als huiswerk had opgegeven. Schijnbaar was Daisaan de meest populaire, want dit festival van twee weken, dat volgende maand plaatsvindt, kwam enkele keren voorbij. Nadat ik een halfuurtje vanuit een boek theorie heb staan uitleggen over de toekomstige tijd, speelden we met twee teams een wedstrijdje waarbij er een zin door moest worden gefluisterd. De eerste persoon kreeg de zin op papier, waarna de laatste persoon de doorgefluisterde zin moest opschrijven. Het was, ondanks de neiging tot vals spelen bij enkelen, een succes en we zouden het nog een keer kunnen herhalen. Na het geven van nieuw huiswerk was de les voorbij en keerden we door de regen terug naar het huis.
Het was rustig in het huis, terwijl de regen buiten onverminderd doorging. Terwijl we aan het eten waren, moesten we zelfs oppassen niet nat te worden, aangezien de regen naar binnen waaide en een deel van de vloer natmaakte. Het diner smaakte weer prima, waarna we met z'n allen in de woonkamer hebben rondgehangen. Sommigen lagen gewoon te suffen en te lezen, terwijl anderen een spelletje speelden of met hun tablet/telefoon/laptop aan het spelen waren. Een rustig avondje kon voor de verandering geen kwaad.
Tip van de dag: het is leuk om de begeleiders, voornamelijk Nivedan, Nederlandse woordjes te leren. Het is nog lachwekkender om ze vervolgens bijna vlekkeloos ‘goeiemoggel', ‘toedeledokie' en ‘watskeburt' te horen zeggen.
Opvallend feitje: minibusjes zitten nooit vol. Er kan altijd nog wel iemand bij.
Dag 179: Het vrouwenfeestje
Woensdag 5 september 2012
Helaas kwam ik vanochtend iets te laat de eetzaal binnenlopen om te kunnen kijken naar de toppen van de Himalaya, welke zichtbaar schenen te zijn geweest voordat de wolken het zicht ontnamen. Via de hoofdstraat waar het elke dag modderiger leek te worden, liepen Nuria en ik na het ontbijt naar het weeshuis. Hier werden we bij aankomst meteen weer bij de handen gepakt en kregen we van diverse kinderen knuffels, waarbij je ze echt moest aansporen om je uiteindelijk weer los te laten. Engels huiswerk was vandaag weer niet echt aan de orde, maar wel stonden de jongens van gisteren weer klaar om hun opdrukoefeningen aan mij te laten zien. In plaats van 15 keer wisten ze het vandaag te verhogen tot 20 keer. Als extra oefening liet ik ze hun schooltas in hun hand houden, waarbij ze hun arm uitgestrekt moesten houden zonder deze te laten zakken. Het bleek dat ze hier nog wel wat moeite mee hadden. Het uurtje ging sneller voorbij dan ik doorhad en nadat Nuria enkele vechtende kinderen uit haar peuterklasje uit elkaar had gehaald, gingen we weer terug met de tuktuk.
Terwijl Elena, Sjoukje en Nina zich nog steeds aan het ontfermen waren over de ouderen in het bejaardentehuis, hadden de anderen in het huis de gelegenheid om de volgende les voor te bereiden. In tegenstelling tot gisteren waren we ditmaal ruim om tijd bij de school, waardoor we nog even naar enkele voetballende jongeren konden kijken op het grote zanderige en modderige plein voor de school en het weeshuis. Ook konden we iets langer handjes schudden met de leerlingen, zelfs degene die we niet in onze klassen hadden zitten. Mijn elf leerlingen hadden het klokkijken redelijk onder de knie en hele en halve uren leek hen goed af te gaan. Toch ben ik nog niet overgegaan op kwartieren, maar heb hen wel huiswerk opgegeven waarbij ze enkele klokken zullen moeten tekenen. Nadat we een liedje hadden gezongen en klassikaal een stukje uit het werkboek hadden gelezen, kwam er een man de klas in lopen. Hij was van een of andere medische organisatie en deelde plastic zakjes uit aan alle kinderen, met het verzoek of ze morgen een paar druppels urine zouden kunnen inleveren. Dit zou dan onderzocht worden om te kijken of de kinderen niets mankeerde. Mij werd ook een zakje aangeboden, maar ik geloof dat ik medisch wel in orde ben. Hij zou ook m'n bloedgroep kunnen bepalen, maar dat hoefde van mij ook niet zo. De concentratie van de leerlingen was na dit bezoek ver te zoeken en het spelletje Galgje leek dan ook slechts enkele enthousiaste leerlingen te interesseren. Gelukkig hielp de aanwezigheid van een lokale lerares om de kinderen enigszins bij de les te laten houden.
De lunch ging er tussen de middag bij iedereen goed in, waarna ik me, evenals Nina, voorbereidde op de les van de namiddag. Heel veel tijd hadden we er niet voor, aangezien we een halfuur eerder dan gebruikelijk zouden vertrekken. De reden hiervoor was dat we voor een halfuurtje mee zouden gaan met de andere vrijwilligers, die op hun school (vlakbij het huis) een feestje zouden hebben. De vrouwen die daar op school zaten, hadden gehoord dat Fiona afgelopen zondag een feestje had en wilden spontaan ook een feestje organiseren. Toen we vertrokken, waren de meiden allemaal gekleed in mooie lokale kledij, terwijl Anton en Juanjo vreesden voor het feit dat ze even later voor een paar uur tussen een grote groep vrouwen zouden zitten en ongetwijfeld in de belangstelling zouden staan. Samen met enkele stafleden arriveerden we bij de school, waar een groep redelijk oudere vrouwen -ouder dan ‘mijn' vrouwen- onder het afdakje op het schoolplein op bankjes zat. Ook zij hadden zich allemaal in traditionele, overwegend rode kleding gestoken. Op een tafel werden speakers neergezet, maar voordat het feest echt kon beginnen, moesten Nina en ik er met onze begeleider Sanu vandoor. We stapten een busje in en begonnen aan een rit naar de andere school, waarbij de bijrijder opnieuw misbruik wilde maken van het feit dat we toeristen waren en uit zichzelf minder wisselgeld teruggaf dan hij zou moeten doen. Gelukkig wist Sanu een streng woordje te wisselen met de jongen, waarna we alsnog het correcte wisselgeld terugkregen. Op school hadden enkele vrouwen het huiswerk gedaan dat ik hen had opgegeven. Ik had ze gisteren een blaadje gegeven met enkele willekeurige woorden, waarvan ze een verhaaltje moesten schrijven. De resultaten bleken uiteindelijk erg lollig te zijn, waarbij sommigen hun creativiteit echt de vrije loop hadden gelaten. Ondertussen verbeterde ik hier en daar enkele grammaticale foutjes. Ik gaf de dames vervolgens een aantal zinnen waarbij ze ontbrekende woorden in de toekomstige tijd moesten invullen, iets dat we gisteren al hadden geoefend. Ze begrepen het allemaal goed, waardoor ik dus op zoek zal moeten gaan naar een nieuw onderwerp voor de komende twee weken. Na een uurtje deelde ik het nieuwe huiswerk uit, een naar mijn idee erg lollige opdracht. Ook de dames moesten er om lachen en ik ben benieuwd waar ze morgen mee aan gaan komen. We stopten eerder met de les, zodat we meer tijd zouden kunnen doorbrengen op het feest, dat tot 18 uur zou duren.
Ondanks dat het niet helemaal droog was, was het feest nog in volle gang toen we terugkeerden. Het was een stuk drukker dan eerst en de muziek stond nu aan. Aardig wat vrouwen dansten in de rondte, waarbij ze allemaal Nepalese (of Indische) danspasjes lieten zien. Ze dansten sierlijk op de natte stenen, waarbij ze tevens slangachtige bewegingen met hun armen maakten. De vrouwelijke vrijwilligers deden zo nu en dan ook enthousiast mee. Anton en Juanjo stonden er aan de zijkant een beetje bij en vertelden me dat ze al enkele keren het ‘slachtoffer' waren geworden om mee te dansen. Met mijn komst werden we uiteraard alle drie verzocht om mee te doen met de dames. Het was een lollige bedoeling, waarbij we afkeken naar wat de lokale vrouwen deden, maar zelf ook enigszins improviseerden. De dansen waren namelijk voor vrouwen bedoeld en niet voor mannen. Er werd lokale muziek gespeeld, maar zo nu en dan kwam ook een westers nummer voorbij. Nina en ik werden op een gegeven moment naar binnen geroepen, waarna we een doosje aangeboden kregen. Het doosje zat tot de nok toe vol met allerlei lokale snacks, waarvan de meesten bestonden uit deeg en een of andere vulling. Een mierzoete snack, alsof je gewoon een klomp suiker naar binnen werkte, zat er ook tussen. We hoefden niet alles op te eten en zouden het doosje mee kunnen nemen voor later. Het smaakte allemaal in ieder geval prima. Het feestje ging nog een klein uurtje verder, waarbij we allemaal erg veel lol hadden met elkaar. De vrijwilligers die hier op deze school werkten, lieten nog aan me zien dat ze een kettinkje of armbandjes hadden gekregen. Na een ronde met foto's was het om 18 uur tijd om het feest te verlaten; het was ten einde gekomen. Vrolijk keerden we allemaal terug naar het huis.
Niemand had ontzettend veel honger, maar toch wilden we de kok niet teleurstellen, zodat we uiteindelijk toch een lekker hapje hebben gegeten. Hierna was het tijd voor de activiteit op woensdagavond: de wekelijkse vrijwilligersbijeenkomst. Met z'n achten bespraken we de gang van zaken bij de verschillende projecten en het reilen en zeilen in het huis. Op de meeste plekken leek alles goed te gaan, maar wel vroegen we ons af wat er met Hazel's klas op school was gebeurd, nu zij er niet meer was en niemand haar leerlingen had overgenomen. Tevens hadden we nog enkele opmerkingen over het weeshuis, aangezien de kinderen vaak vieze kleding droegen en ze luizen hebben in hun haar. We noteerden nog een paar puntjes op papier, welke Fiona morgen met de staf zal bespreken. De rest van de avond rustten we uit in de woonkamer, waarbij we onder andere enkele filmpjes terugkeken van het feest. Het was een leuke dag geweest. Ook morgen zal weer een aparte dag zijn, aangezien het voor iedereen de laatste dag van de week zal zijn, maar voor Anton, Nuria en Elena tevens de laatste werkdag zal zijn!
Tip van de dag: let ontzettend goed op als je door deuren heen loopt of een tuktuk uitstapt. Randjes en het plafond zijn hier stukken lager dan bij ons en de kans dat je je hoofd stoot is heel erg groot. Er zitten maar weinig mensen in het huis die hun hoofd nog niet ergens tegenaan hebben gestoten.
Opvallend feitje: het is niet eenvoudig om de volgende zin snel op te zeggen: ‘De knappe kapper knipt en kapt knap, maar de knappe knecht van de knappe kapper knipt en kapt nog knapper dan de knappe kapper knipt en kapt.'
Dag 180: Lopen over straat
Donderdag 6 september 2012
Het eerste wat ik vanochtend deed nadat ik wakker was geworden, was het balkon oplopen om naar de bergen in de verte te kijken. De bewolking was wel aanwezig, maar veel minder dan alle andere dagen op een later tijdstip. Ik kon daardoor enkele prachtige witte toppen van de Himalaya zien. Met Nuria liep ik naar het weeshuis, waarbij ze onderweg bij een winkeltje wat chocola oppikte om uit te delen aan de kinderen uit haar klasje. Het was namelijk alweer haar laatste werkdag, dus wilde ze de wezen verwennen. In het weeshuis viel er opnieuw niet veel te helpen met het huiswerk, maar wilden enkele jongens wel weer opdrukoefeningen doen. Toch deed ik dit maar eventjes met hen, want ze waren wel erg druk en leken de anderen te storen bij het maken van huiswerk. Nadat Anton was gearriveerd -voor hem was het ook de laatste werkdag-, betrad ik het klasje van Nuria om mezelf enigszins te oriënteren. Aanstaande zondag, maandag en dinsdag zal ik namelijk helemaal alleen zijn in het weeshuis en de jongsten zouden meer begeleiding nodig hebben dan de ouderen. Ik keek toe hoe de kleintjes heel netjes op de grond zaten en meededen met een spelletje met het alfabet en woorden op kaartjes. Aan het eind kregen ze een kleurplaat om in te kleuren. Toen we het weeshuis verlieten, wilden we zoals gebruikelijk weer de tuktuk nemen, maar bij aankomst op de weg zagen we dat er geen enkele auto of truck rondreed. In plaats daarvan was de straat gevuld met mensen die heen en weer liepen. Opvallend genoeg liep iedereen op de correcte weghelft. We hadden het vermoeden dat de hele straat weer was afgesloten en er een demonstratie aan de gang was vanwege de gestegen benzineprijzen. Het was een vreemd gevoel om over straat te lopen, aangezien het normaalgesproken zo ontzettend druk is met auto's. Enkele koeien liepen wel gewoon heen en weer, zoals anders. Iets verderop kwamen we inderdaad langs een grote groep mensen die aan het demonstreren waren. Net als eergisteren schreeuwden ze leuzen en droegen ze rode vlaggen. Het leek alsof ze aan een protestmars wilden beginnen. Speciale politieagenten hielden de boel in de gaten. We liepen langs de menigte heen en arriveerden iets later dan gebruikelijk bij het huis.
Na een uurtje voorbereiding op de volgende les, liep ik met Anton, Juanjo en Nuria naar de school. Voor de verandering namen we een andere route, aangezien Juanjo een kortere weg binnendoor wist. Het was tevens een weg waarop het iets rustiger was, ondanks dat er heus nog wel verkeer rondreed en genoeg mensen bij hun winkeltje spullen aan het verkopen waren. In m'n klas ging ik verder met het klokkijken en maakten we het moeilijker door ook de kwartieren toe te voegen. De leerlingen pakten het verrassend snel op en daar was ik uiteraard blij om. Na de les werden we naar de lerarenkamer geroepen, aangezien het personeel afscheid wilde nemen van Anton en Nuria. Beide kregen ze een tika, een rode stip, op hun voorhoofd gedrukt en een sjaaltje om de nek gehangen. We konden verder genieten van biscuitjes en lokale thee met erg veel suiker en melk. We waren daarom dan ook iets later terug in het huis voor een lunch.
Op de school in de middag hadden helaas maar weinig vrouwen hun huiswerk gemaakt. De meesten wisten namelijk niet goed hoe ze antwoord moesten geven op een ingezonden brief naar de krant, waarin een liefdesprobleem werd aangekaart. Wel vonden ze de tongbreker die ik hen liet oplezen erg lollig, waardoor ik dit de komende twee weken nog een paar keer zal herhalen. De rest van de les lazen we gezamenlijk een artikel uit de krant, waarbij we oefenden op uitspraak en nieuwe woorden. Toen we weer terug waren in het huis, lachten we om een filmpje van Anton, aangezien hij bij zijn laatste les met de vrouwen van een andere school opnieuw heeft moeten dansen. Tevens zat zijn hele gezicht weer onder de rode tika. Precies op het moment dat we wilden dineren, begon de dagelijkse stroomuitval weer, waardoor we voor de zoveelste keer met kaarslicht aten. In de avond voelde iedereen zich behoorlijk moe en we hingen voornamelijk rond in de woonkamer. De matrasjes waren prima om op te luieren en de kussentjes maakten het geheel compleet. De tv stond aan, enkele laptops stonden aan, mensen waren aan het lezen, of op hun telefoon aan het spelen. Er werd uiteraard ook veel gekletst en gelachen. Tevens kwamen twee nieuwe teamleden op bezoek, een of andere manager van Idex en een oudere vrouw die kok Bhagi zal vervangen, aangezien hij volgende week voor een maand terug naar India gaat. Al met al was het een relaxed begin van het weekend, waarin iedereen weer veel van plan is!
Tip van de dag: heb je trek in fruit of suikerspinnen? Op de straten van Kathmandu kun je beide vinden bij kraampjes of rondlopende mannetjes.
Opvallend feitje: studenten in Nepal, of dat nou kinderen of volwassenen zijn, zijn opvallend beleefd als ze de klas in willen lopen. Ze vragen netjes of ze naar binnen mogen, waarbij ze voor de deur wachten op een antwoord. Ook vragen ze aan je of ze mogen zitten nadat ze staand aan tafel een antwoord op een vraag aan je hebben gegaan.
Kathmandu & Bhaktapur
Dag 174: Het klokje rond
Vrijdag 31 augustus 2012
In tegenstelling tot bij ons is de vrijdag in Nepal de eerste dag van het weekend -zondag is dus een werkdag-, wat betekende dat we vandaag een vrije dag hadden. Het ontbijt werd pas om 9 uur opgediend, waardoor iedereen na een lange avond lekker kon uitslapen. In de lounge werden we verrast door de begeleiders, die ons papieren wilden laten invullen. Naast de dagelijkse planning was het namelijk ook de bedoeling dat we per onderdeel een weekoverzicht zouden invullen. Gelukkig was dit min of meer een samenvatting/opsomming van de dagplanningen, waardoor het niet al te lang duurde. We konden daarom relatief op tijd de toerist uit gaan hangen. Aangezien iedereen tijdens andere weken in het kamp arriveert, hebben de meesten een eigen programma opgesteld om de tijd in het weekend goed te besteden. Nina, Sjoukje en ik hadden echter nog niets gezien, waardoor we prima samen op pad konden gaan om enkele bezienswaardigheden van Kathmandu te bezoeken. Niet alles zou in één dag kunnen lukken, maar gelukkig hebben we vier weekenden. Met een zonnebril op het hoofd, goede wandelschoenen aan de voeten en een camera in de aanslag gingen we op pad.
De straatjes waar we al een paar keer eerder doorheen waren gelopen, bekeken we nu door het oog van een toerist, waardoor we meer details zagen en meer foto's konden schieten. Mensen zaten bij hun kleine kraampje c.q. huis om etenswaren te verkopen, kleine kindjes speelden in het zand of met opgeraapt afval en puppy's gingen in de aanval voor moeders melk. We namen de weg naar de supermarkt en liepen een stuk verder door. Vele lokale mensen waren ook op pad, om misschien wel te gaan winkelen bij de ontzettend simpele en vieze winkeltjes langs de stoep. Op straat reden vele auto's en brommers voorbij. Op de stoep moesten we oppassen waar we liepen, want je kon al snel in een gat of in de modder terechtkomen. Sommige muren waren beplakt met posters van de nieuwste Bollywood-films. Er zal ongetwijfeld ergens wel een bioscoop zijn. Het was niet heel ver lopen naar onze bestemming, aangezien deze zich langs deze weg bevond.
Toen we bij een poort kwamen, wisten we dat we Boudha bereikt hadden, maar in plaats van dat we de poort betraden en een ticket kochten, volgden we het advies op dat enkelen ons hadden gegeven. We liepen 20 meter verder, schoten een steegje in met enkele souvenirkraampjes en kwamen zodoende ook uit op het binnenplein van de grootste stoepa in Azië. Op een of andere manier had ik het idee dat ik weer terug was in Tibet. Dit was echter niet heel verwonderlijk, want Boudha is een Tibetaans boeddhistisch heiligdom. We keken uit op een grote ronde stoepa met daaromheen een muur van gebedswielen. Mannen, maar voornamelijk oude vrouwen, liepen om de muur heen om een zwiep te geven aan elk wiel. Tussen het volk bevonden zich tevens vele Tibetaanse monniken, allemaal in het rood gekleed. Ook zij waren naar deze plek gekomen om te bidden. De stoepa zelf bestond uit een verhoging met daarbovenop een grote koepel. De koepel was wit van kleur, maar dat kwam omdat deze helemaal bedekt was met een of ander klonterig goedje. Enkele mannen waren zelfs bezig om een nieuwe laag aan te brengen door het er met emmers overheen te gooien. Later volgde de kleur geel voor enkele boogeffecten. Als ik het me nog goed herinner uit Tibet, zou dit vet van de jak moeten zijn, iets waarmee de daken en muren van Tibetaanse kloosters ook werden geboend toen ik daar was. Bovenop de koepel stond een hoge gouden pilaar, met aan alle vier de zijden twee grote ogen geschilderd, de ogen van Boeddha. Vanaf de hoeken van de stoepa waren talloze slingers met kleurrijke gebedsvlaggetjes gespannen, waarvan ik er in Tibet ook talloze van had gezien. Ze wapperden in het kleine beetje wind dat er stond op deze warme en relatief heldere ochtend. Voor de stoepa waren nog meer mensen aan het bidden. Verder was er een behoorlijk grote groep duiven aanwezig. Rond het plein waren talloze winkeltjes te vinden, uiteraard allemaal toegespitst op de toeristen die hier ook niet ontbraken. Gebedsmolentjes, tasjes met mooie patroontjes, beeldjes en gebedsvlaggetjes waren hier onder andere verkrijgbaar. Ik moest lachen om opnieuw het ‘Yak yak yak yak'-T-shirt te zien hangen, alhoewel deze nu gepaard was met de tekst ‘Nepal' in plaats van ‘Tibet'. Nog meer herkenning aan mijn bezoek aan Tibet in oktober 2009 was het prachtige mystieke lied ‘Om Mani Padme Hum' dat van alle kanten uit de speakers klonk. Net zoals daar werd het ook hier keer op keer afgespeeld, wat het bezoek aan de stoepa een stuk sfeervoller maakte. Tussen de winkels bevond zich tevens een tempel, met een grote gebedsmolen waar gelovigen omheen liepen en een draai aan gaven. Binnenin zagen we vervolgens allemaal voor mij bekende boeddhistische afbeeldingen en beelden. Een foto van de dalai lama ontbrak ook niet. Hierna betraden we de stoepa, waar we naar enkele biddende personen keken, een enorm hete ruimte met veel kaarsjes binnenliepen en een rondje op de verhoging maakten. Het was allemaal prachtig om te zien en we besteedden hier dan ook aardig wat tijd.
Terug bij het Idex-huis waren we precies op tijd voor de lunch, die vanaf 13.30 uur zou worden opgediend. Na de lunch hadden we een volgende bestemming op het oog. We liepen naar de hoofdweg, waar tot onze vreugde een taxi stond. Na enig onderhandelen konden we voor 300 roepie (3 euro) instappen, waarna we aan een rit van een half uur begonnen. Tijdens deze rit kreeg ik de indruk dat ik m'n mening over Jakarta enigszins moest bijstellen. Misschien is Kathmandu wel de meest verschrikkelijke hoofdstad van Azië als het aankomt op verkeer. Jakarta was een ontzettend drukke en chaotische bedoeling, maar de wegen waren daar over het algemeen nog van redelijke kwaliteit. Hier in de straten van Kathmandu was het een ongeregeld zooitje van auto's, trucks, motors, voetgangers en koeien, welke allemaal kriskras over de wegen reden en liepen. De wegen waren daarnaast van een ontzettend slechte kwaliteit. Op vele plekken lag wel asfalt, maar vaak zaten er enorme gaten in. Daarnaast waren er ook genoeg straten die nog gewoon van zand en kleine steentjes waren. Vlak was het op deze wegen zeker niet en het was een ontzettend gehobbel om en over kuilen en gemanoeuvreer rond grote stukken steen om hier door een straatje te kunnen rijden. De voetgangers, die maar weinig moeite namen om uit de weg te gaan voor het verkeer, maakten het zaakje er niet veel beter op.
Na een helse, maar ook vermoeiende rit kwamen we aan bij Swayambhunath, eveneens een Tibetaanse boeddhistische tempel. Voordat we deze konden bereiken, moesten we echter wel 360 traptreden beklimmen, waarlangs verschillende beelden van dieren waren geplaatst. Kleine kindjes waren hier net als moeders aan het bedelen om melk en chocolade. Het was druk hier, van zowel toeristen als lokale mensen die naar de tempel waren gekomen om te bidden. Bovenaan de door bomen omgeven trap werden we door een agent verzocht een ticket te kopen, waarna we verder konden lopen. We kwamen uit bij een stoepa, welke qua uiterlijk leek op die van Boudha, maar wel stukken kleiner was. Rond de stoepa bevonden zich weer gebedsmolentjes en enkele beelden. Het pleintje rond de stoepa bevatte verder nog enkele gebouwtjes en souvenirkraampjes. Gebedsvlaggetjes wapperden opnieuw overal. Omdat we bovenop een hoge heuvel stonden, hadden we een prachtig uitzicht over de omgeving, waarbij we heel de stad in de door bergen omringde vallei konden zien. Het was zelfs mogelijk om in de verte het uitstekende torentje van Boudha te zien. Op de rand zat een aap, welke een stuk meloen zat te eten. Deze was afkomstig van het kraampje vlak bij hem en was waarschijnlijk aan hem gegeven. Swayambhunath wordt ook wel de Monkey Temple genoemd, maar behalve deze aap zagen we niet veel andere hier. We keken hier enige tijd rond en zagen restaurantjes en winkeltjes met vele toeristische souvenirs. In enkele zaakjes verkochten ze schilderijen met het prachtige landschap van de Himalaya. Ook kon je een boeddhistmuseum bezoeken en andere versieringen en beelden bekijken. Overal hoorde je opnieuw hetzelfde volksliedje als in de ochtend.
Er was een weg die naar achteren liep, waarbij je uitkwam op een plein met een andere kleine stoepa, meer beelden en duizenden gebedsvlaggetjes, die overal tussen de bomen gespannen waren. Sommige vlaggetjes zagen er nog heel nieuw uit, terwijl anderen overduidelijk al erg oud waren en waren aangetast door de weersomstandigheden. Er stond hier ook een standbeeld in een poeltje water, met bij de voeten een bakje waar mensen van achter het hek een muntje in probeerden te gooien. Uiteraard ging dit vaker mis dan raak, waardoor het niet verbazingwekkend was dat de hele poel vol lag met muntjes. Er was zelfs een watertje dat gereserveerd was voor apen, aangezien er een bordje ‘Swimming Pool for Monkeys' naast stond. De apen waren vandaag echter niet geïnteresseerd in zwemmen. Wel hadden ze zin om rondjes te rennen, want rond het klooster dat zich hier ook bevond, renden er een hele hoop. Sommigen hadden zelfs kleintjes bij zich, die op de rug zaten of juist onder de buik hingen. Voor het klooster zagen we een groep monniken zitten, die gewoon met elkaar aan het kletsen waren. We hadden hier opnieuw een mooi uitzicht over Kathmandu. We bleven kijken naar de apen en de vele gebedsvlaggetjes en ontweken in de tussentijd een man die maar al te graag een rode stip op onze voorhoofden wilde drukken, dat geluk zou brengen.
Nadat we alles hadden gezien, keerden we terug naar beneden, waar we een taxi terug namen naar het huis. Het was nu nog drukker dan op de heenweg en de wegen die de chauffeur nu nam, waren nog belabberder. Toen we op een gegeven moment moesten invoegen, stonden we dwars op straat met enorm veel toeterende auto's aan beide kanten. Het was een totale chaos en de enkele verkeersagenten die er waren, leken maar weinig te helpen. Het feit dat auto's elkaar telkens probeerden in te halen (vaak via de andere drukke weghelft) hielp ook niet echt mee. Vlak voor etenstijd waren we weer heelhuids terug in het huis, zodat we niet veel later konden eten. Naast de gebruikelijke rijst en curry stond er nu zelfs een Spaanse omelet op het menu. Zo nu en dan wist de kok Bhagi ons toch te verrassen. Het diner was iets rustiger dan anders, omdat nog niet iedereen was teruggekeerd van z'n dagtrip en twee anderen bezig waren met een tweedaagse trip en vandaag niet terug zouden komen. Ik kletste nog enige tijd met de Engelse Anton, die me een volledig andere blik op Engeland wist te geven, aangezien hij nog helemaal in het klassensysteem zat, waarbij status, geloof, regels en familie ontzettend belangrijk waren en zelfs een geregeld huwelijk nog aanwezig was. In de avond verzamelden de meesten zich in de woonkamer, waar de dvd van een Bollywood-film werd aangezet. In tegenstelling tot wat ik verwachtte -een slechte film met overdreven acteerwerk en veel muzikale uitbarstingen-, behandelde de film een behoorlijk serieus onderwerp over een jongetje met dyslexie en zag de film er daarnaast ook erg goed uit. Het was zodoende een mooi avondje, waarbij iedereen relaxed op de matrasjes kon liggen. De film was wel aan de lange kant, waardoor iedereen iets na middernacht het matrasje in de woonkamer kon vervangen door z'n eigen matras op ieders bed.
Tip van de dag: zoek naar alternatieve ingangen om geld te besparen.
Opvallend feitje: films uit Bollywood zijn hier vele malen populairder dan films uit Hollywood.
Dag 175: Een wereld van verschil
Zaterdag 1 september 2012
Ook de tweede dag van het weekend wilde ik niet verspillen, waardoor ik met Nina, Sjoukje en de Engelse Anton plannen maakte om naar Bhaktapur te gaan. Bhaktapur is een stadje iets buiten Kathmandu en heeft een historisch stadscentrum dat is uitgeroepen tot World Heritage Site. Het zou één van de mooiste plekken van Nepal zijn en van enkele anderen hadden we al positieve verhalen gehoord. Iets na het ontbijt van pannenkoeken bestelden we daarom een taxi, waarna we opgepropt in een kleine Suzuki op weg gingen. Het duurde niet heel lang voordat we de stad uit waren en tot m'n grote verbazing reden we iets later een snelweg op. In tegenstelling tot de modderwegen in de stad was de weg van een redelijk goede kwaliteit en konden we prima doorrijden. Het duurde dan ook maar een kleine drie kwartier voordat we Bhaktapur bereikten.
Bhaktapur is als een levend museum van het Newari-volk. Om te beginnen is het helemaal afgesloten van auto's, wat het lopen een heel stuk fijner maakte. Helaas reden er wel motors rond, maar ondanks dat was het vele malen rustiger dan in Kathmandu. De straatjes waren verder veel mooier dan die in de hoofdstad, met degelijke stenen en geen tot weinig gaten. Bij een ticketbureautje moesten we een behoorlijk bedrag neertellen voor een ticket, maar gelukkig bleek dat het achteraf meer dan waard te zijn, want hetgene dat we in de paar uur daarna zagen, zag er prachtig uit. We begonnen op Durbar Square, het paleisplein, waaromheen al enkele mooie tempels en gebouwen stonden. Het hindoeïsme is het geloof dat hier vroeger overheerste, waardoor alle tempels in deze stijl gebouwd en versierd waren. Toch waren ze weer anders dan de hindoetempels die ik in Indonesië en Maleisië was tegengekomen. Oranjebruin was hier de overheersende kleur, met hier en daar grijs. Op het plein bevond zich een kunstmuseum, met daarvoor twee grote beelden van leeuwen. Iets verderop, bij een gebouw met allemaal kunstige houten raamwerken, stond een gouden poort, versierd met hindoeïstische figuren. Erachter bevond zich een klein pleintje met een tempel die voor ons niet toegankelijk was, en een poel met water met beelden van naga's (slangen) en een geit die uit de mond van een krokodil stak. Op het grote plein keken we naar de tempels met rijke versieringen van goden en mythische figuren. Tevens verbaasden we ons over de nogal erotisch getinte afbeeldingen die onder de daken waren aangebracht, welke behoorlijk expliciet waren en aardig wat gymnastiek vereisten. Een volgende tempel was niet heel groot, maar wel hoog en stond bovenop een piramide-achtige verhoging. Je kon de (gesloten) tempel bereiken door de trap te beklimmen, welke aan beide zijden voorzien was van dierlijke standbeelden. Ernaast op het plein stond een trap met twee standbeelden, maar opvallend genoeg ontbrak het gebouw erachter. Het zou kunnen zijn dat deze was verwoest tijdens de grote aardbeving in 1934. Gelukkig waren vele andere gebouwen, afkomstig uit de 15e, 16e, of 17e eeuw, nog wel intact, of waren ze gerestaureerd.
We hadden een Lonely Planet bij ons waarin verschillende plattegrondjes stonden van het grote gebied, met tevens een wandelroute langs enkele bijzondere tempels. We probeerden deze route te volgen, maar dit bleek nog niet mee te vallen in de wirwar van kronkelende straatjes. De straatjes waren soms behoorlijk smal, met nog smallere steegjes die diverse kanten opliepen. Hier en daar was het enigszins heuvelachtig. De historische gebouwtjes herbergden winkeltjes, voornamelijk toegespitst op de aanwezige toeristen, met eten en drinken, lokale kleding (met onder andere mutsen en handschoenen), muziekcd's, beeldjes, schilderijen en illegale dvd's. Vreemd genoeg hoorden we ook op enkele plekken het Tibetaanse nummer van gisteren, alhoewel het hier toch echt hindoeïstisch was. Op sommige plekken werden momo's verkocht. Verder werden er hier en daar ook potten, pannen en andere spullen verkocht, aangezien er hier ook gewoon mensen leefden. Kleine kinderen speelden in de straatjes, volwassenen waren in hun donkere huisjes wapens aan het smeden en oudere mensen zaten op de straat met elkaar te kletsen of te breien; soms staarden ze gewoon voor zich uit. Soms liepen er kippen rond, maar bovenal waren er overal honden te zien. Alhoewel sommige huizen er belabberd uitzagen, zag het er allemaal wel heel sfeervol uit en liet het een totaal ander beeld van Nepal zien dan Kathmandu. Veel huizen hadden mooie houten ramen, waarbij er zeker behoorlijk wat werk in was gestoken. Het meest aparte raam was echter het rasterachtige raam met een klein beeldje van een pauw. Lange tijd dwaalden we door de straatjes, waarbij we over pleintjes kwamen met nog meer tempels, soms groot, soms klein, meer beelden zagen en blikken worpen in waterputten en poeltjes water. Op de bovenverdieping van een restaurant namen we een lunch, waarbij we zowel een mooi uitzicht hadden over een plein, en ik m'n vleesgehalte weer iets kon opkrikken. De laatste week was namelijk behoorlijk vegetarisch geweest, waardoor een stukje kip er wel in ging.
Het waren niet alleen maar straatjes die op de wandelroute lagen. Op een zeker moment liepen we het stadje min of meer uit en kwamen we bij meer boerenland terecht. We kwamen in een groener landschap met geitjes en koeien, zandpaadjes en een riviertje. We volgden het water en zagen iets verderop rookpluimen. Nadat we iets dichterbij waren gekomen, zagen we aan de overkant van het riviertje een vuurstapel staan die al een tijdje in de fik had gestaan. Het was een zwarte rokende hoop en enkele mensen stonden en zaten er nonchalant naast. Ook naast ons waren twee uitgebrande hoopjes te vinden. Het bleek dat er aan de overkant een crematie aan de gang was en er eerder op de dag naast ons ook twee overledenen waren gecremeerd. Het was een bizar gezicht, vooral toen we een paar meter verderop in de rivier mensen hun was zagen doen en kinderen in de rivier zagen zwemmen. Om ons heen, op zowel de grond als in de lucht, stonden en vlogen enorm veel kraaien, iets dat helemaal paste bij dit lugubere sfeertje. Via een bruggetje liepen we uiteindelijk het stadje weer in, om nog enkele straatjes, gebouwtjes en tempeltjes te bekijken, alvorens terug te lopen naar ons beginpunt. Hier wierpen we nog een blik op een tempeltje met afbeeldingen van olifanten in bizarre posities en stapten we uiteindelijk een taxi in om ons terug te brengen naar ons huis. Meer dan vijf uur hadden we hier doorgebracht en we waren moe. Het was een prachtige dag en hebben hele mooie plekken gezien. Daarnaast zat het weer ook relatief mee, alhoewel het in het begin nogal bewolkt, maar toch erg licht was, wat iets minder fijn was voor het maken van foto's. De terugweg verliep ook redelijk vlot, waardoor we om pakweg 17.30 uur weer terug waren.
We rustten uit, bekeken onze vele foto's en wachtten totdat het eten klaar was. Terwijl we met kaarslicht van onze maaltijd genoten, wisselde iedereen verhalen over vandaag uit. In de verte begon het te onweren, waardoor de lucht zo nu en dan verlicht werd. De bijna volle maan zorgde ook voor een kleurrijke lucht, welke sfeervoller werd gemaakt door de bewolking. In de avond werd er opnieuw een film afgespeeld, alhoewel het ditmaal Braveheart betrof, welke Anton bij een zaakje in Bhaktapur had opgepikt voor onze kok Bhagi, die deze nooit had gezien. Veel interesse had ik niet in de film, maar het gaf me wel mooi de gelegenheid om m'n reisverhaal weer bij te houden en m'n foto's uit te zoeken. Iedereen ging uiteindelijk op tijd naar bed, want het weekend was immers alweer tot een einde gekomen en morgen zullen we gewoon weer hard aan de slag moeten!
Tip van de dag: wil je op een rustigere plek dan Kathmandu overnachten, dan is dat ook mogelijk in Bhaktapur.
Opvallend feitje: de poeltjes water in Bhaktapur zagen er vies groen uit.