Mui Ne

Donderdag 26 november 2009
Dag 54: Een dagje zand

Het was vanochtend vroeg opstaan en snel ontbijten, want om klokslag zeven werd ik al opgehaald. Ditmaal niet door een grote touringcar, maar door een kleiner busje, waar een uur later zo'n 10 reizigers zaten. Nadat we Dalat waren uitgereden, weer ingereden en opnieuw uitgereden, hebben we iets meer dan drie uur door de bergen richting de kust gereden. De weg was smal en slingerde behoorlijk, wat niet altijd even fijn was. Onderweg konden we in ieder geval nog wel genieten van een mooie grote regenboog en een kudde overstekende koeien. Eerder dan verwacht arriveerden we in Mui Ne, een 12 kilometer uitgestrekt dorp bestaande uit één weg, aan beide kanten volgebouwd met beach resorts en gewone hotels. Als je aan de juiste kant tussen de resorts (en de vele palmbomen met groene kokosnoten) wist door te kijken, viel er een glimps op te vangen van het strand. Ongeveer halverwege werden we afgezet, waarna ik op zoek ging naar een betaalbare plek om te overnachten. Alhoewel ik m'n jas nog steeds binnen handbereik had vanwege Dalat, was die hier volstrekt overbodig. Het zonnetje scheen niet fel, maar warm was het wel en er stond nauwelijks wind. Nadat ik een prima verblijf had gevonden en elders had geluncht, ben ik achterop iemands motor gaan zitten en een behoorlijk stuk verderop afgestapt. Hier boekte ik een bus naar Ho Chi Minh City voor overmorgen, waarna ik over het strand terug wilde lopen. Het viel niet mee om dit te bereiken, maar uiteindelijk wist ik op het smalle zandstrand te komen. Een heel eind liep ik terug, kijkend naar de lege bootjes op het water, de grote schelpen in het zand en de vele hoge kokospalmen. Behalve een kip (vier eigenlijk) was er bijna niemand te bekennen: slechts enkelen lagen op hun ligbedjes op het terras van hun resort. Ook surfers (voor wie dit juist de ultieme plek van Vietnam is) waren niet op zee te vinden. Een publiek strand was er niet, noch een gezellige boulevard. lVeel was er verder niet te beleven, waardoor ik er spijt van had de bus van overmorgen geboekt te hebben. Met een motor ging ik daarom terug naar het boekingskantoortje om er morgenmiddag van te maken. Hierna vroeg ik de motorrijder om door te rijden naar de meest interessante attractie van de omgeving: de zandduinen. Alhoewel er ook witte zijn, bezocht ik de dichterbij gelegen geelrode. Bij aankomst werd ik meteen omringd door jongetjes, welke me maar al te graag een matje aanboden om daarmee van de duinen af te glijden. Dit hoefde van mij echter niet en met m'n fototoestel in m'n hand begon ik aan een klim door het mulle zand. De duinen waren behoorlijk hoog en uitgestrekt en deden me zo nu en dan een beetje aan de woestijn van Egypte denken. In het zand waren voetsporen van mensen en (ik denk) vosjes te vinden. Ook zag ik hoe iemand zich door de kinderen had laten overhalen om rustig van een niet al te steile helling af te glijden. Met de motor ging ik weer terug naar het hotel, waarna ik bij een restaurant van een ander hotel heb gegeten. Heel veel meer had ik niet te doen, waardoor ik sinds lange tijd weer even relaxed voor de tv heb kunnen hangen, waarover mijn kamer beschikt.

Vrijdag 27 november 2009
Dag 55: Van Mui Ne naar Saigon

In tegenstelling tot gisteren was het vandaag een warme en zonnige dag. Een ideaal moment om dus nog even van het strand van Mui Ne te genieten! Maar dat wist ik pas nadat ik lang had uitgeslapen. Nadat ik eindelijk een goed vliegticket naar Bangkok had bemachtigd en had ontbeten, liep ik in m'n zwembroek naar het strand, waar ik een uurtje heerlijk heb liggen bakken. Een muziekje, felle zon, af en toe een zuchtje wind, surfers op het water, surfleraren en -leerlingen op het strand, enkelen op een jetski: het zijn de dingen waar ik vanochtend van heb kunnen genieten. Het was tevens het hoogtepunt van de dag, want vanaf 13 uur heb ik, samen met nog wat anderen, bij het hotel een uur op de bus naar Ho Chi Minh City (het voormalige Saigon) staan wachten. Nadat deze eindelijk was gekomen en we waren ingestapt en weggereden, bleek dat ik in de verkeerde bus zat. Niet dat deze niet naar Saigon ging, maar het bleek van een ander bedrijf te zijn... wist ik veel, je krijgt namelijk voor elke rit een andere bus. Gelukkig stemde de controleur er mee in dat ik kon blijven zitten. Het was een lange, saaie en vermoeiende rit, waarbij we twee keer eventjes onderweg hebben gepauzeerd. M'n DS bood in ieder geval weer uitkomst. In het begin van de avond naderden we de grootste en drukste stad van Vietnam, waar we uiteraard in een enorme file kwamen te staan. Rijen auto's reden hier stapvoets door het donker heen. Onze bus leek een of andere vreemde weg naast de hoofdweg te nemen. Dit maakte het er echter niet beter op, want we waren bij lange na niet de enige. Hobbelend kwamen we langzaam vooruit, waarna we even later toch weer moesten invoegen op de hoofweg. Dit verliep chaotisch en resulteerde in een zeer zachte botsing tegen een vrachtwagen voor ons, met als gevolg enkele flinke barsten in de voorruit. Wat er hierna precies heeft plaatsgevonden, is me nooit echt duidelijk geworden, maar we hebben in ieder geval een uur stilgestaan om op de politie ofzo te wachten (terwijl het de schuld van onze chauffeur was en de vrachtwagen allang weg was). Eindelijk konden we Saigon in rijden, waar het uiteraard druk was. Toch vond ik het op het eerste gezicht minder erg dan verwacht, waarschijnlijk omdat ik al aan de drukte gewend was. Via straten met vele grote gebouwen (en een hotel met ontzettend veel kerstversiering) reden we naar Pham Ngu Lao, een van de bekendste straten van de stad, met veel ho(s)tels, cafeetjes en restaurantjes. Geheel toevallig stopten we om 20.30 uur uitgerekend voor de guesthouse waar ik een bed had geboekt, dus dat was weer een geluk bij een ongeluk. Op de vierde etage zit ik hier in een warme, niet al te grote, maar toch degelijke zespersoonskamer, waar slechts twee andere bedden bezet waren. Ik had ondertussen wel honger en liep over de stoep langs de met scooters en auto's gevulde straat naar een zaakje dat werd geprezen in de Lonely Planet. Alhoewel het slechts een minuut of drie lopen was, is het aantal keer dat ik door mannen op scooters werd aangesproken ('you want motorbike/girl/marihuana?') niet op twee handen te tellen. Bij Pho 24 bestelde ik pho, een Vietnamese specialiteit dat bestaat uit een kom met soep, noodles, diverse groenten en stukjes vlees naar keuze. Dit smaakte goed, waarna ik een klein rondje door de omgeving maakte. Hier liep ik langs vele touroperators en drukke bars, waar zowel Westerlingen als moderne Vietnamezen rondhingen. Het was duidelijk dat ik van alle kleine dorpen met simpele lokale bevolking weer in een grotere en bruisendere stad terecht was gekomen. Omdat ik de stad morgen uitgebreid wil gaan verkennen en nu liever op tijd naar bed ga, ging ik terug naar m'n kamer om te slapen op m'n best wel harde bed (het matras is zo'n 3 cm dik).

Dalat

Maandag 23 november 2009
Dag 51: Terug naar de bergen

Afgelopen nacht was veel te kort, aangezien ik iets voor zessen op moest staan. Na een snelle douche, checkout en ontbijt, liep ik naar het kantoortje waar ik om 7 uur zou worden opgehaald door de open tour bus naar Dalat. Uiteraard gebeurde dat niet. Nou ja, op dat tijdstip. De eigenaar van het boekingsbureautje was er nog niet (alleen een vrouwtje dat bij de ingang broodjes verkocht) en toen de bus na 20 minuten kwam opdagen, was er wat onduidelijkheid. Ik moest nog maar even wachten, terwijl de bus eerst wat andere mensen in de stad zou ophalen. Een kwartier later kwam de bus gelukkig terug, waarna we begonnen aan de rit. Het duurde echter een uur voordat alle mensen waren opgepikt, iemand anders weer was afgezet, de chauffeur zijn inkopen had gedaan en de bus was bijgetankt. Tot de lunchpauze (in een wegrestaurant) was het een lange en niet echt interessante rit. Na de lunch bijna net zo. Dit stuk was echter wel anders, aangezien we de vlakke omgeving met velden hadden verruild voor steeds hoger wordende bergen met naaldbomen. Het tempo van de bus ging hier echter stukken omlaag. Misschien maar beter ook, want geregeld moesten we brommertjes inhalen op kronkelige en ietwat hobbelige bergweggetjes. Ik was in ieder geval blij dat ik m'n Nintendo DS bij me had, zodat ik me niet echt hoefde vervelen. In de middag arriveerden we in Dalat, een stadje waarin op zich niet heel veel te doen valt, maar van waaruit je wel diverse toertjes kunt boeken door de mooie omgeving. Ik moest echter eerst op zoek naar een hotel, aangezien het niet mogelijk was van tevoren via internet een hostel te boeken (ze zijn er niet). Gelukkig lijken hier op dit moment meer hotels te zitten dan toeristen, dus het was niet moeilijk om een kamer te krijgen in een door de Lonely Planet aanbevolen hotel. Alleen was men op dat moment (versie begin 2008) nog niet op de hoogte van de grote verbouwingen die nu plaatsvinden (alleen overdag, dus zo veel last zal ik er niet van hebben). Voor $6 kon ik in ieder geval een redelijke kamer krijgen, welke nog best groot is en beschikt over maar liefst twee tweepersoonsbedden (en tv, bureau, bankje en stoelen). Airco was er niet, wat waarschijnlijk twee redenen had: hier in Dalat wordt het vanwege de hoogte (1475 meter) nooit heel warm, en m'n badkamer had een raam zonder glas (slechts een hor). Ik besloot om een beetje door Dalat te lopen (over omhoog (of omlaag) kronkelende straatjes), waarbij ik voornamelijk op en rond een grote indoor- en outdoormarkt heb gelopen. Net zoals ik de afgelopen weken op markten beb gezien, waren hier weer veel huishoudelijke voorwerpen te vinden, maar ook heel veel groente- en fruitstalletjes. Voor dierenliefhebbers is de markt wat minder, aangezien er ook genoeg geplukte kippen waren (opengesneden, met de ingewanden naast het lichaam), net als levende kippen, eenden en duiven in kleine kooitjes en halfdode vissen die met een mes of schaar van hun hoofden werden ontdaan. Zelf ben ik later op de avond ergens varkensvlees met groente en rijst gaan eten, waarna ik een stadstoer voor morgen boekte. Ik wil de omgeving hier namelijk wel van dichtbij kunnen zien! Omdat ik hiervoor op tijd op moet (en nog moe ben van afgelopen nacht), ga ik nu slapen!

Dinsdag 24 november 2009
Dag 52: In de tuin van Vietnam

Het was vandaag een drukke dag, maar het was wel een erg leuke en gevarieerde dag. Het begon na m'n ontbijt in een restaurant aan de overkant, om 8.30 uur. Met een busje werd ik opgehaald, waarin op dat moment twee oudere echtparen uit Singapore zaten en een pasgetrouwd stel uit Saigon, die maar liefst helemaal hierheen waren gekomen voor hun huwelijksreis. (Aangezien alles buiten Azië voor de meeste mensen hier vrij duur is, gaat men vaak niet op vakantie en anders meestal in eigen land.) Ook haalden we nog een Australische vrouw op. Al snel bleek dat de Aziaten een andere toer geboekt hadden dan wij westerlingen. Wij hadden namelijk een city tour van een hele dag geboekt, terwijl zij een (duurdere) countryside tour van een halve dag hadden geboekt. De toer die we uiteindelijk kregen was weer anders, aangezien deze driekwart dag duurde en veel bezienswaardigheden van de plattelandstoer leek te bevatten, maar ook enkele onderdelen van de stadstoer. Ergens baalde ik (omdat ik morgen iets soortgelijks wilde doen met een Easy Rider, een gids die je de hele dag naar interessante plekken brengt op zijn motor), maar ergens toch ook niet, aangezien het een gezellige groep was met een prima gids. We begonnen met een ritje naar een plek waar ontzettend veel bloemen werden geteeld. In overdekte ruimtes stonden deze netjes in rijen opgesteld. De omgeving hier wordt ook wel de tuin van Vietnam genoemd, aangezien er nog veel meer dingen worden verbouwd, zoals groente, fruit en thee. Wij bezochten echter een koffieplantage, waar we de koffiebonen aan de struiken zagen hangen en ze iets verderop in de zon op de grond zagen liggen om gedroogd worden. De lokale bevolking (waar ik voor het eerst een oude Vietnamese man Frans hoorde praten) hebben we de bonen ook nog zien verbranden. Na de koffie was het tijd voor rijstewijn, welke we in Sapa al hadden kunnen proeven. Hier zagen we echter hoe deze sterke drank (welke totaal niet op wijn lijkt en 65% alcohol bevat) gemaakt werd. De eigenaar beschikte overigens ook over genoeg varkens, kippen en andere beesten, waar we een kijkje namen. Hierna was het tijd voor wat kleinere beestjes en wel de zijderupsen, welke we in een 'fabriek' vredig in hun cocon zagen liggen. (Nou ja, eigenlijk zag je alleen de cocon.) Hun schoonheidsslaapje werd een paar meter verderop echter wreed verstoord door enkele vrouwen die ze in kokend water kiepten om de zijde te verzamelen. Ook de rest van het proces zagen we, waarbij de zijde met grote machines gesponnen werd en uiteindelijk tot kleding verwerkt werd. Met een cocon in m'n zak als souvenir reden we verder naar een van de vele watervallen die deze omgeving rijk is: de Elephant Falls. Van boven zag deze brede waterval er spectaculair uit, maar nadat we via een 'pad' op de rotsen naar beneden waren geklauterd (de ouderen hadden hier iets meer moeite mee), werd het uitzicht nog beter. Liters water kwamen hier per seconde naar beneden denderen, kletterden vervolgens op de rotsen eronder, waarna veel kleine waterdruppeltjes als nevel bleven rondhangen. Via een spleet in de rotsen was het mogelijk om in een gladde grot achter de waterval te komen. Dit was zeer bijzonder om mee te maken, ook al kwam ik uiteindelijk vrij doorweekt terug (vanwege die nevel; ik ben niet onder de waterval zelf gaan staan). Gelukkig was er genoeg zon, waardoor ik al vrij snel droog was. Naast de waterval bevond zich de Linh An pagoda, waar we enkele bijzondere boeddhabeelden konden bekijken. Een had bijvoorbeeld enorm veel armen en een oog op elk van z'n handen. Tenslotte bezochten we nog een krekelboerderij, waar de krekels in bakken verdacht stil over elkaar heen kropen; misschien omdat het overdag was, misschien omdat ze wisten dat ze in de kamer ernaast aan toeristen geserveerd konden worden. Wij gingen voor onze lunch (misschien dat ik ze ergens anders deze reis nog kan proberen) naar een restaurantje iets verderop. Hier heb ik voor het eerst in m'n leven gegrilde kikker gegeten (je kon zelfs ook konijn of zwijn krijgen), wat ik anderen ook zeker aanbeveel! Het eten van de pootjes doet denken aan het afkluiven van kippenpootjes, waarbij het vlees bij mij sterk deed denken aan kipsate. Met een volle maag begonnen we aan ons (minder volle) middagprogramma. Eerst brachten we een bezoekje aan het Crémaillère station, een oud station waar twee oude treinen met ouderwetse locomotieven te bekijken waren. Alhoewel één trein nog wel een aantal kilometer kon rijden voor toeristen, deden wij dit niet. In plaats daarvan maakten wij een ritje in een kabelbaan, welke op zich niet heel spectaculair was, maar toch weer anders was dan de twee die ik eerder deze reis bezocht heb. Grappig genoeg begonnen we bovenaan en daalden we enigszins af naar een berg aan de andere kant. Onderweg hadden we een leuk uitzicht op de stad en de omliggende hooglanden met vele bomen. Onder ons bevonden zich allerlei plantages. Met dit ritje kwam de tour ten einde. De Australische vrouw en ik wilden echter nog iets anders zien en we vroegen of we ergens anders dan het centrum konden worden afgezet, wat gelukkig mogelijk was. Van hier was het nog een klein stukje lopen naar Dalats meest eigenzinnige attractie: het Hang Nga Crazy House. Gebouwd door een Russische studente architectuur is dit huis eigenlijk niet in woorden te beschrijven. Het complex bestond uit meerdere gebouwtjes met verschillende kamers en is totaal anders dan de gebouwen die zich hier in Vietnam (of waar ook ter wereld) bevinden. Het is een beetje Gaudi meets Alice in Wonderland, aangezien je over doldwaze trappen of boomstammen loopt, door kronkelende gangetjes dwaalt en kamers met een eigen thema passeert. De tijgerkamer bevat bijvoorbeeld een beeld van een tijger met roodgloeiende ogen. Ook de tuin was met zijn maffe beelden en grote nepspinnenwebben op z'n minst uniek te noemen. Na deze bijzondere attractie hebben we in het centrum nog een drankje gedaan, waarna we onze eigen weg gingen en ik op de hotelkamer lekker kon uitrusten van deze drukke dag. Later heb ik bij een restaurant gegeten, waarna ik bij toeval twee oude bekenden tegen het lijf liep: Katie en Alan (van mijn Sapa trip en Hoi An). Hier trok ik 's avonds nog even mee op, waarna ik terugging naar het hotel voor een welverdiende rust. Ik had namelijk ook een bijzonder avontuurlijke trip voor morgen geboekt, dus die rust had ik wel nodig.

Woensdag 25 november 2009
Dag 53: Canyoning

Canyoning, het zal de meeste mensen vast helemaal niets zeggen. Ook ik wist eerst niet wat het was, totdat ik het gisteren boekte uiteraard. Canyoning is een van de meest avontuurlijke outdoor sporten, waar de omgeving van Dalat zich prima voor leent. In feite is het hetzelfde als abseilen, maar dan ook in combinatie met water en watervallen. Ja, het echte canyoning is abseilen van een waterval. Maak je borst dus maar nat! Eerst kreeg ik na m'n ontbijt een andere ervaring, eentje die je in Vietnam eigenlijk niet kunt missen. Met twee gidsen werd ik (het was een privétoer want niemand anders had geboekt) achterop een motor 7 km buiten de stad gereden. Aangezien ik nog nooit eerder op een motor had gezeten, was dit dus best spannend. Toch was het prima om te doen, mede omdat de wegen door de stad en bergen van goede kwaliteit waren. Na enkele minuten arriveerden we bovenaan de Datanla rivier, waar ik de helm die ik had gekregen op kon houden. Dit zou alles namelijk wel iets veiliger maken. Via een bergpaadje daalden we naar de rivier, die tussen de dichtbegroeide bossen heen slingerde. De rivier zelf was niet heel diep en lag bezaaid met stenen en rotsen. Hier en daar bevonden zich kleine en grote watervallen. Het zag er allemaal prachtig en spectaculair uit. De twee gidsen, twee jongens van mijn leeftijd, gaven me bij een lage rots les in de beginselen van abseilen, iets dat ik in een ver verleden eenmaal eerder heb gedaan (alhoewel ik wel enkele keren in een hal heb geklommen). Ik kreeg een tuigje, een veiligheidsvest en handschoenen, welke ik aantrok terwijl de gidsen de touwen bovenaan de rots aan pinnen bevestigde. Deze rots ben ik een keer of drie succesvol afgedaald, waarna ik leerde wat ik moest doen als ik tegen de rots zou vallen. Aangezien de wand bij een waterval erg glad was en de kans op uitglijden groot was, waren deze technieken erg belangrijk. Snelheid was ook noodzakelijk, want je zou liters water over je heen krijgen. Het verliep allemaal goed en even later trokken we over smalle en gladde bergpaadjes verder langs de rivier. Iets later kon ik beginnen aan een grote droge afdaling, waarbij ik het eerste stuk rustig langs de rotswand naar beneden liep en het tweede stuk wat sneller met sprongetjes afdaalde. Dit was erg gaaf! Een gids hield bovenaan constant de zekeringen vast, terwijl de andere van onderen een oogje in het zeil hield en foto's van me maakte. Bij een volgende afdaling iets verderop had ik geen grond onder me. In plaats daarvan eindigde mijn trip in de rivier, welke erg verfrissend was. Alhoewel de zon niet echt krachtig was, was het toch warm genoeg om hierna grotendeels op te drogen (en ik had toch slechts een zwembroek aan). Over gladde rotsen vervolgden we onze tocht door de rivier, waar ik verderop ietwat met de stroom kon meedrijven. Dit kwam uiteindelijk uit bij een natuurlijke glijbaan van gladde rotsen, waar je plat op je rug prima van af kon glijden, net als in een zwembad. Zeer apart! Na dit avontuur hebben we op een zeiltje op de rotsen lekker gepicknickt. Toen was het tijd voor een eenmalige 'echte' canyoning ervaring, aangezien we een grote en hoge waterval hadden bereikt. Terwijl het water over me heen gutste, daalde ik stapje voor stapje naar beneden, hopende dat ik niet uit zou glijden. Dit gebeurde gelukkig niet en na een paar meter durfde ik al wat sneller af te dalen. De laatste paar meter waren niet te lopen, waardoor ik me liet vallen in het water. Dit was zeer bijzonder om mee te maken en ik kan het iedereen die een beetje van avontuur houdt ook zeker aanraden! We trokken nog een stukje verder, waar ik van een hoge rots een klein stukje naar beneden abseilde. Dit ging mis, waarna ik een klap maakte tegen de rotswand. Gelukkig bleef het bij een kleine schaafwond aan m'n elleboog. Ach, hoort erbij. Vervolgens sprong ik enkele meters naar beneden, het water in. Dit was tevens het einde van de trip, waardoor we via een zeer steil pad een vermoeiende klim terug naar boven begonnen. Met de bus en motor gingen we weer terug naar het centrum van Dalat, waar ik m'n gidsen gedag zei. Het was in ieder geval een ervaring om nooit meer te vergeten! In het hotel rustte ik vervolgens lekker uit, om later in de middag nog even over de markt (met zijn vele bloemen, planten en gedroogd fruit) te lopen. 's Avonds had ik met Alan en Katie afgesproken, waardoor we in een restaurant lekker hebben gegeten. Alhoewel ik het gisterenmiddag eigenlijk al wilde proberen, maar het restaurant het toen niet had, heb ik hier gegrild konijn besteld. (Insecten en muizen, welke volgens m'n gidsen erg lekker waren, hadden ze niet). Alhoewel het anders geserveerd werd dan ik dacht (niet op een zilveren schaal in drie stukken, maar als blokjes vlees en reepjes ui in een sausje), was het erg lekker. In een cafeetje namen we vervolgens nog een warme chocomelk, waarna we definitief afscheid van elkaar namen (de kans dat ik ze op één avond in Saigon tegenkom is zeer klein) en terug naar onze eigen hotels gingen. Mijn dagen in de tuin (en de stad van de huwelijken) van Vietnam waren voorbij; morgen zal ik om 7 uur worden opgehaald voor een rit naar badplaats Mui Ne. Het is wel weer even tijd voor een rustige dag, alvorens me in twee reusachtige steden te storten.

Nha Trang

Zaterdag 21 november 2009
Dag 49: Een waterige dag

Alhoewel slapen in een bus nooit zo goed zal gaan als in een normaal bed, was deze rit wel beter dan vorige keer. Voornaamste reden was dat de stoelen/bedden nu wel bijna helemaal naar achter geklapt konden worden, waardoor je lekkerder kon liggen. Daarnaast waren ze iets langer, zodat je niet opgepropt lag. Rond een uur of zeven arriveerden we in Nha Trang, een plaatsje aan de zuidcentrale kust van Vietnam. Deze plek is het strand-, zwem-, snorkel- en duikparadijs van het land, wat te merken was aan de vele barretjes, resorts, touroperators voor boottripjes naar diverse eilanden langs de kust en winkels met zwemkleding. Er is slechts één nadeel: als het slecht weer is, vallen al deze paradijselijke avonturen in het water. En uiteraard is dat nu het geval. Ik liep naar het hostel dat ik had geboekt, het Backpacker's House, en kreeg daar een bed in een van de goed uitziende dorms aangewezen. Na een warme douche en een ontbijtje in het aangrenzende restaurant heb ik wat door het stadje heen gelopen, waar maar bar weinig toeristen te bekennen waren. Het miezerde en het waaide vrij hard. Het zandstrand, dat er op zich leuk uitzag met z'n palmbomen (met kokosnoten!), hutjes en barretjes, lag er verlaten bij en werd regelmatig overgoten door het zeewater dat met hoge golven wild heen en weer bewoog. Ook stond er op de boulevard nog een vreemd, hoog gebouw, waarvan ik geen idee heb waarvoor het dient. Na m'n wandelingetje heb ik geluncht, waarna ik besloot om 's middags naar het Oceanographic Institute te gaan, welke een paar kilometer ten zuiden van het hostel lag. Het was gelukkig opgehouden met regenen, dus ik heb in een uurtje prima kunnen lopen, ook al stond er nog veel wind. Onderweg liep ik nog langs enkele uitgestorven resorts, een gesloten kermis, een dicht waterpark en een standbeeld van een voor de Vietnamezen bekend historisch figuur. Het was langer lopen dan ik dacht, maar uiteindelijk kwam ik toch bij een groot Frans gebouw terecht, waarin het instituut gevestigd zit. Hier kon ik via diverse bassins en aquaria kennismaken met het leven onder water. Diverse tropische visjes kwamen voorbij zwemmen, koraal en zeesterren bleven rustig op hun plekje zitten, zeepaardjes krulden vrolijk om elkaar heen, kleine haaien zwommen rond en grote reuzenschildpadden (zo groot had ik ze zelf nog nooit gezien) genoten van hun zwembad. Ook waren er nog vele opgezette zeedieren te bekijken en was er een hal met ontzettend veel zeedieren op sterk water. Een groot skelet van een walvis was tenslotte ook nog van de partij. Nadat ik alles wel gezien had, nam ik nog een kijkje bij de haven (waar je zelfs een kabelbaan naar een of ander eiland kunt nemen). Het stelde echter niet veel voor en met de stadsbus ging ik terug naar het hotel (motorbike had ook gekund, maar de bus had toch m'n voorkeur). Hier heb ik, met onderbreking van een diner van vis (gefileerde en gefrituurde baars met zoetzure saus) en een gratis welkomstdrankje met een oude bekende in de aangrenzende bar, veelvuldig gebruikt gemaakt van de internetfaciliteiten (twee pc's en wifi) van het hostel. Zo had ik eindelijk een uitgebreide kans om weer wat bij te lezen, op mails te reageren en enkele van m'n foto's te versturen naar mensen aan wie ik dat had beloofd. Heel veel meer heb ik echter niet gedaan. Ik heb in ieder geval al wel een planning gemaakt voor morgen en maandag. Toen het al nacht was geworden, ben ik gaan slapen. Hopelijk kan ik zo lekker bijslapen en morgen wellicht iets uitslapen.

Zondag 22 november 2009
Dag 50: Op bezoek bij de monniken

Met enkele gezellige kerstliedjes op de achtergrond zat ik vanochtend tegen tienen aan m'n ontbijt. Alhoewel ik m'n dag over het algemeen als een zeer saaie dag kan beschouwen, was ik vanochtend en begin van de middag toch vrij actief en heb ik aardig wat gezien. Ik begon aan een wandeling van zo'n 2 kilometer door de stad, langs drukke straten en een oude Franse kerk. Gelukkig was het de hele dag droog (maar wel erg bewolkt), dus dit lopen was helemaal niet vervelend. Uiteindelijk kwam ik uit bij de Long Son pagode. Ik kwam hier op precies het juiste moment aan, want ik had nog een paar minuutjes om de tempel te bekijken, waar onder andere beelden van Shiva en Boeddha te vinden waren. Iets later werd de binnenzaal afgesloten voor toeristen, want het was tijd voor het zondagse gebed van alle monniken, welke ik eerder met z'n allen in een zaal zag eten. Onder begeleiding van een drum verlieten ze in rijen deze zaal, terwijl ze biddend de tempel binnengingen. Voorop liep een monnik met een microfoon, welke het gebed inleidde. Tientallen anderen, allen gekleed in het grijs, volgden hem, waarna ze enkele rondjes bleven lopen door de tempel. Hierna stelden ze zich op in een matrix, waarna ze het gebed voortzetten en afwisselend opstonden en knielden om te bidden. Dit was een bijzonder om te aanschouwen. Een man wees me hier op enkele plekjes om mooie foto's te maken. Tevens bood hij me een kopje thee aan en een stokje wierook. Uiteraard wilde hij achteraf dat ik een donatie zou doen. Na de cermonie gingen de monniken weer terug naar hun vertrekken, waarna ik via vele treden de heuvel achter de pagode beklom. Hier bevonden zich zowel een grote witte liggende boeddha, als een grote zittende, welke wel iets weghad van die in Hong Kong. Bovenop de heuvel bevonden zich echter ook enorm veel rijen hokjes met tegeltjes, waarop tekst stond, een datum en soms een foto. Waarschijnlijk waren dit gedenkstenen voor overleden monniken. Toen ik alles had gezien, liep ik verder naar het noorden, terwijl ik een baguette als lunch nam en keek naar de mensen op straat die aan het eten waren, hun brommer aan het repareren waren, een spelletje speelden, of hoopten dat ik achterop hun brommer zou springen. Via enkele bruggen kwam ik bij een plek waar nog vier oude tempels/torens uit het Cham tijdperk stonden, welke qua stijl gelijk waren aan die van My Son. Aan de buitenkant van de roodkleurige tempels bevonden zich beelden van Shiva, soms zelfs op een olifant. Binnenin de donkere, warme en kleine torens (je moet wel je schoenen uittrekken voordat je naar binnen gaat) bevond zich een altaar, bij welke sommigen aan het bidden waren. Alhoewel My Son interessanter was, was dit in ieder geval ook wel de moeite waard. Vanaf deze plek liep ik vervolgens naar het oosten, naar de steenrijke kust. (2,5 Kilometer naar het westen kun je een modderbad krijgen, als dat je ding is.) Hier keek ik even wat rond en zag ik een enkeling in het water zwemmen, iemand anders die krabbetjes aan het drogen was, een ander die netten aan het maken was, enkele kinderen die met elkaar dollen waren en een paar tieners die van plan waren om te gaan varen in een bootje in de vorm van een halve bol. Ook had ik hier uitzicht over diverse eilandjes, waaronder Tortoise Island, welke inderdaad de vorm van een schildpad had. Meer had ik niet te doen, waarna ik met de bus terugging naar het hostel. Hier heb ik de rest van de lange middag weinig bijzonders meer gedaan (bezoekje aan een supermarktje en een boekenwinkeltje), omdat er hier verder op dit moment weinig te beleven valt. Na m'n diner heb ik ook bar weinig gedaan: voornamelijk met de muziek van de bar onder me relaxed op het balkon gezeten en me alvast wat ingelezen op m'n bestemmingen van de komende anderhalve week: Dalat (waar ik morgenochtend heen ga), Mui Ne (donderdag) en Ho Chi Minh City (waarschijnlijk zaterdag). Hopelijk valt er in Dalat wat meer te beleven. We zullen het snel genoeg merken, want om 7 uur vertrekt m'n bus al!

Hoi An

Dinsdag 17 november 2009
Dag 45: In de nasleep van een tyfoon

Hahahahaha! Hong Kong, Hanoi, hilltribes, Halong Bay en Hue. Dit patroon gaat nog heel eventjes door, want vandaag stond in het teken van m'n reis naar de volgende locatie beginnende met de letter H: Hoi An. Nadat ik de mensen van het hostek gedag had gezegd, vertrok ik met enkele andere mensen naar een reisbureautje om de hoek, waar we moesten wachten op onze bus. Om 8.30 uur arriveerde deze, waarna we, na het meermalig checken van ons ticket, met vele andere mensen vertrokken. Bij de Citadel bleek echter dat we ook nog tussen mensen zaten die een stadstour zouden maken. Terwijl deze mensen daar aan hun tour begonnen, stapten wij over op een andere bus, een sleeperbus (maar slapen deed ik niet meer). Nadat we nog meer mensen hadden opgepikt, vertrokken we pas echt, met Danang en Hoi An als bestemmingen (het kleine dorpje Hoi An ligt iets ten zuiden van de grotere stad Danang). Buiten maakten we onze eerste regenbui van Vietnam mee, welke gedurende de gehele reis niet ophield. Om ons heen zagen we daarom alle mensen op scootertjes poncho's dragen. Rond 11.30 uur arriveerden we al in Danang, waarna we in drie kwartier naar Hoi An reden. In tegenstelling tot Hue konden we hier wel zien dat dit gebied regelmatig door tyfoons getroffen wordt. In 2006 was er de ergste van de laatste 50 jaar, maar ook vorige maand nog scheen Hoi An onder water te hebben gestaan. Op de weg naar de stad zagen we aardig wat puin op de grasvelden langs de kust en vele huizen waren in een staat van (waarschijnlijk eeuwige) renovatie. Alhoewel het op zich meeviel, waren hier en daar nog wat plasjes water te spotten. Uiteraard stopte de bus niet aan de westkant van het stadje waar ik mijn hotel had geboekt, maar aam de oostkant waar het een deal had gesloten met een ander hotel. Gevolg was dat ik iets langer moest lopen. Toch was dit niet heel erg, want zo groot is het stadje niet (meer dan een kilometer heb ik niet gelopen) en aangezien ik door een van de hoofdstraatjes liep, kreeg ik meteen een goede indruk van Hoi An. Dit was een typisch toeristendorp. Lokale bevolking was niet of nauwelijks te bekennen, behalve in de vele winkels die de straten rijk waren. Heel druk met toeristen was het echter ook niet, waarschijnlijk vanwege het seizoen. Het regende ook nog een klein beetje, alhoewel dat wel steeds minder werd (en later voor de rest van de dag ophield). Het dorpje deed me terugdenken aan Shangri-La, met een oud historisch stadscentrum met leuke houten huisjes welke waren getransformeerd in winkels. Zelfs de rode lampionnen waren aanwezig. Hoi An staat voornamelijk om twee dingen bekend. Het ene zijn die lampionnen, welke een grote rol spelen in het maandelijkse festival met volle maan (overal zijn dan festiviteiten, elektriciteit gaat uit en overal hangen lampionnen). Ik had deze echter net gemist, maar ik hoorde later dat het uberhaupt niet was doorgegaan vanwege de slechte weersomstandigheden. En dat verbaast me niets, want de straat die aan de rivier lag, stond ook nu nog onder water vanwege de hoge rivierstand. Samen met iemand die ik in Hanoi al had gezien, maar gisteren eigenlijk pas leerde kennen, Matthew, checkten we in bij het Yop Yen Hotel, waar ik een zespersoons dorm had geboekt. Het was duidelijk dat het niet echt opgezet was voor backpackers, aangezien alles er veel ongezelliger en simpeler uitzag. Maar het was op zich goed genoeg. Matthew en ik maakten hier kennis met Anton, die hier al langer zit en ons wel een prima plek wist te wijzen voor de lunch. Vervolgens hebben we ons gestort op het andere waar Hoi An bekend om staat: de kledingwinkels. Of beter gezegd: de kleermakerwinkels. De winkels in Hoi An zijn nogal eentonig, omdat zo'n 90% gericht is op het tot in perfectie namaken van kleding waarvoor je normaalgesproken honderden euro's voor zou betalen. Uit modeboeken kon je een keuze maken, waarna je totaal opgemeten werd. Het mooie is namelijk dat alles perfect voor jou op maat gemaakt wordt. En dat nog wel binnen 1 dag! Een mooi pak met shirt, jasje en broek kun je, in goede kwaliteit, al voor zo'n 50 euro laten maken. Het zette mij aan het twijfelen, want ik had hele goede verhalen gehoord en een nieuw pak voor mij was zo'n gek idee nog niet, gezien het gegeven dat ik volgend jaar waarschijnlijk enkele formele sollicitatiegesprekken zal gaan hebben. Nadat ik gezien had hoe Matthew helemaal werd opgemeten voor een pak dat hij wilde hebben en de stof had uitgekozen, besloot ik om het er toch op te wagen! De dames van het winkeltje (een grote hal vol met kleermakers) deden hetzelfde bij mij en noteerden alles netjes op papier. Vervolgens koos ik, samen met hen, de juiste stoffen voor een casual pak. Hoe het er echter precies uit zal gaan zien, kom ik morgen pas achter, waarna ze met je de laatste afwerkingen doen. Ik ben in ieder geval benieuwd en hopelijk kunnen ze volgende maand thuis een leuk pakketje verwachten (want ik ga het niet meesjouwen in m'n rugzak)! Bij een nieuw pak horen echter ook nieuwe schoenen, zoals niet alleen wij weten, maar ook de mensen hier. Nadat we weg waren gelopen van de kleermaker werden we namelijk meteen bij de hand genomen (vrij letterlijk) en meegenomen naar een schoenenzaakje op de hoek. De vrouwtjes hadden ons in de gaten gehouden en wisten ons meteen op nieuwe nette schoenen te wijzen, wederom uit een boek. Ze liet ons echter ook enkele voorbeelden van haar vakmanschap zien en toonde ons daarna diverse soorten leer. Voor zo'n 30 euro heb ik hier vervolgens schoenen laten maken! Ook deze worden totaal op jouw voeten gemaakt, waardoor mijn beide voeten op papier werden overgetrokken. Aangezien ik thuis vaak problemen heb met het vinden van goed passende schoenen, leek me dit eigenlijk wel een ideale oplossing! Morgen zal ik merken hoe ze zitten. Na dit avontuur (en nadat we nog door een oud vrouwtje werden meegesleurd (ze was nog best sterk!) om bij haar souvenirs te kopen, wat ik in met veel moeite wist af te slaan), hebben we met z'n drieën voor lange tijd in een café staan poolen, wat zeer vermakelijk was. Bij een enorme rij van populaire eettentjes op straat (die allemaal de naam van hun eigenares hadden, zoals Miss Lien Thao en Ms. Huong) hebben we vervolgens gegeten. Voor maar liefst 2 euro kreeg ik hier heerlijke tonijn voorgeschoteld! Het is ook grappig om vele gezichten van de afgelopen week hier weer terug te zien, aangezien vele reizigers min of meer dezelfde route afleggen! 's Avonds hebben we nog een wandelingetje door het dorpje gemaakt, langs en over de overgelopen rivier, waarna we nog even in een bar hebben gezeten. Om 22 uur ging ik echter door een doods en donker stadscentrum (de winkels waren gesloten en de cafeetjes zaten hier en daar in andere straatjes, waardoor je in deze straten zo goed als niemand tegenkwam, behalve enkele ratten) terug naar het hotel, aangezien ik morgen fris wil opstaan voor een (als het goed is) bijzondere tour.

Woensdag 18 november 2009
Dag 46: De Michael Jacksons

Na een op zich prima nacht in m'n lakenzak op m'n bed (aangezien ik het gevoel had dat er beestjes tussen de lakens zaten) zat ik om 7.30 uur al klaar voor het ontbijt, aangezien ik een half uur later samen met enkele andere mensen van het hotel een touringcar instapte. Onder leiding van een zeer vermakelijke gids (met Vietcong hoed) pikten we nog meer mensen op, waarna we als de Michael Jacksons (je groep moet een naam hebben, nietwaar?) in een uurtje naar My Son ('mooie berg') reden. Dit was een tempelcomplex van het Champa koninkrijk in de 4e eeuw en was een belangrijke post in de eeuwen die daarna volgden. De tempels waren allemaal gewijd aan Shiva (van het boeddhisme) en waren het kleine broertje van onder andere Ayuthaya in Thailand en Angkor in Cambodja. Aangezien ik deze later tijdens m'n reis nog dolgraag wil bezichtigen, leek me dit een prima opwarmertje. Na aankomst zouden we met enkele Amerikaanse jeeps het laatste stuk afleggen, maar aangezien de groep zo groot was en er zo weinig jeeps waren, hebben we de twee kilometer over een bergweg zelf maar gelopen. Onze gids vertelde vervolgens de geschiedenis van dit complex, waarna hij ons wees op het feit dat ook hier vele gebouwen in de oorlog waren verwoest. Gelukkig is men hier en daar met enkele restauratiewerkzaamheden bezig. Het complex bestond uit meerdere groepen tempels, waarvan de eerste de best bewaarde en meest indrukwekkende was. Diverse gebouwen gemaakt van rode stenen stonden verspreid opgesteld, met de tempel van een koning in het midden. Grappig om te vermelden is dat bouwkundigen nog steeds voor een raadsel staan over wat voor spul er gebruikt is om de stenen bij elkaar te houden en deze mooi te houden. Er was dan ook een groot contrast tussen mooie, eeuwenoude stukken muur en door weersomstandigheden aangetaste vieze, nieuwe stukken muur met cement ertussen. De tempels zelf waren hier en daar versierd met beelden van Shiva. Bij vele mensen van de groep waren twee ceremoniele beelden van zowel het mannelijke als het vrouwelijke geslacht echter stukken interessanter (voor de foto's dan)... Enkele andere groepen die we bezochtigen stelden niet heel veel meer voor, aangezien deze voornamelijk uit hoopjes puin bestonden, met hier en daar wat verspreidde rotsblokken. Ook waren er enkele kraters van bommen te zien. Na iets meer dan een uur (zo groot was het namelijk niet) liepen we via een junglepaadje terug naar de bus, welke de ene helft van de groep (waaronder mij) naar een boot op de rivier bracht. Een uur lang vaarden we zo terug naar Hoi An, terwijl we ook nog een simpele vegetarische maaltijd voorgeschoteld kregen. Op het dek zitten was er echter niet bij, aangezien het regende. Desondanks maakten we nog wel een stop op Cam Kim Island, waar we de houtsnijvaardigheden van de lokale bevolking konden aanschouwen in hun werkplaats en atelier. Daarnaast kregen we hier op de muren van de gebouwen te zien hoe erg de tyfonen hier kunnen zijn en hoe hoog het water dan in de straten komt te staan. Die van vorige maand bijvoorbeeld kwam tot halverwege het huis, wat werd aangegeven met een datum en het waterpeil. Toen we weer in Hoi An aanmeerden, liep ik terug naar het hotel, samen met iemand die in dezelfde kamer logeerde en ook was meegegaan. Hier ontmoetten we weer een nieuwe persoon op de kamer. Voordat alle gezelligheid weer zou beginnen, wilde ik echter eerst weten hoe het ging met m'n kleding! De kleermaakster had de drie onderdelen van m'n pak af, welke er echt supermooi uitzagen! De broek zat alleen nog wat te losjes en het jasje was iets te lang, waardoor ze nog een dagje extra wilde voor enkele aanpassingen. Dat vond ik uiteraard prima. Terwijl ik vriendelijk bedankte voor zowel het maken van meer kleding als de hand van haar dochter, liep ik naar de schoenmaakster. M'n schoenen waren ook klaar en waren wel perfect, ondanks dat de lijm nog drie dagen goed moest drogen. Maar ach, dragen doe ik ze hier toch niet. Tevreden liep ik terug naar het hotel, waarna we met de vijf personen van onze kamer vertrokken naar moeders straatkeuken om wat te eten. Hier probeerde ik de lokale specialiteit: white rose, wat een gestoomde dumpling is. Altijd lekker. Na een lange maar gezellige maaltijd hebben we de rest van de avond vervolgens veel te lang in een bar rondgehangen, waardoor ik uiteindelijk pas laat naar m'n bed ging.

Donderdag 19 november 2009
Dag 47: Rustdag

Ondanks de wat kortere nacht (en het gegeven dat twee personen op de kamer vanaf 3.00 uur een WK-kwalificatie wedstrijd hebben zitten kijken) wist ik uiteindelijk prima op te staan. Heel veel bijzondere dingen vallen er niet te vertellen over vandaag, omdat ik het vrij rustig aan heb gedaan (en er in Hoi An verder niet heel veel te beleven valt). Terwijl de anderen zich klaarmaakten voor hun checkout, ging ik op zoek naar een bank om Chinese yuan en Hong Kong dollars (waar ik van allebei nog zo'n 7 euro aan bankbiljetten heb) om te wisselen naar Vietnamese dong. Ik slaagde alleen voor die laatste. Verder reserveerde ik een plekje op de sleeperbus naar Nha Trang, welke ik morgenavond zal namen. Na de lunch ben ik voor de laatste maal teruggegaan naar de kleermaakster, welke mijn pak nu helemaal af had. Hij zag er nu nog mooier uit dan gisteren en paste daarnaast ook stukken beter. En het beste is nog wel dat hij me erg goed staat (al zeg ik het zelf, jullie mogen je oordeel geven op de foto)! Dolblij liep ik terug naar het hotel, waarna ik m'n schoenen er bij haalde, samen met een paar andere dingetjes (zoals al mijn toegangskaartjes van de afgelopen anderhalve maand). Hiermee ging ik naar het postkantoor, om alles in een doos te stoppen en te versturen naar huis (de werkelijke procedure op het postkantoor verliep echter stukken trager dan ik hier beschrijf). In zo'n drie weken zal er (hopelijk!) thuis een mooi pakje bezorgd worden; jammer dat ik er dan hoogstwaarschijnlijk niet bij zal zijn om het te openen. Maar goed, liever dat dan te moeten sjouwen met overbodige bagage! Door de regen (vanochtend leek het eindelijk een mooie dag te worden, maar dat mocht helaas opnieuw niet zo zijn) liep ik weer terug naar het hotel, dat ik later weer verliet voor m'n avondeten. Toevallig was ik eerder vandaag het koppel tegengekomen waarmee ik naar Sapa was gegaan (Kate en Alan), waarna we hadden afgesproken om met z'n drieën te gaan eten. Aangezien in de halve stad de stroom was uitgevallen, liep ik langs winkeltjes die sfeervol verlicht waren met kaarsjes naar het restaurant. Hier liet het lokale eten ons goed smaken. Terug in het hotel heb ik niets bijzonders meer gedaan, behalve op tijd naar bed te gaan. Alhoewel het een saaiere dag was dan anders, was het in ieder geval een mooie gelegenheid om wat uit te rusten.

Vrijdag 20 november 2009
Dag 48: Regen, regen en regen

Het is niet alleen Nederland waar de regen valt, ook in Vietnam kan er af en toe een druppeltje vallen. Waren het de afgelopen dagen nog enkele kleine buitjes, kwam het vandaag met bakken uit de hemel vallen. Toch liet ik me niet kennen, waardoor ik uitcheckte bij het hotel en met een poncho op weg ging naar het oude stadscentrum, waar ik om 9.30 uur met Kate en Alan had afgesproken. Terwijl de straten zich langzaamaan begonnen te vullen met regenwater, begonnen wij aan onze historische en culturele tour. Met een ticket konden we een keuze maken uit diverse gebouwen. Eerst gingen we naar een workshop waar ze prachtige lampionnen, houtsnijwerk, potten, hoedjes, kleding en gewoven schilderijen aan het maken waren en probeerden te verkopen. Tevens woonden we hier een traditioneel optreden bij van muziek, zang en dans, wat met een klaagzang, potten en waaiers erg bijzonder werd uitgevoerd. Hierna liepen we naar een van de oude huizen, waar we door een van de bewoners met thee werden ontvangen, waarna we een kleine rondleiding kregen langs enkele vertrekken. Ook hier was met streepjes op de muur het waterpeil ten tijde van grote stormen aangegeven. Het streepje van twee maanden geleden stond erg hoog, maar op een meter hoogte stond ook de datum van begin vorige week. Ik hoop voor hen dat dit de komende dagen niet herhaald zal worden. Ons volgende bezoek was aan een assembly hall, waar onder andere wierook in spiraalvorm brandend aan het plafond hing. We bezochten ook nog een museum waarin de belangrijke handelsgeschiedenis getoond werd, gevolgd door een tempel. Rond lunchtijd hebben we vervolgens bij het straatje van Miss Lien Thao heerlijk gegeten, waarbij ik ditmaal de lokale specialiteit cao lau probeerde, met noodles, vlees, groente en croutons. Nadat ik Alan en Kate gedag had gezegd, bracht ik nog een bezoekje aan een keramiekmuseum en de oude Japanse brug. De rest van de middag heb ik binnen in het hotel gezeten en op internet weer wat bijgelezen. Tevens heb ik een Facebook account aangemaakt, want iedereen die je tegenkomt vraagt daar naar. Het is immers ook de ideale plek om je internationale contacten bij te houden! Om 16 uur ben ik naar hetzelfde eettentje gegaan voor een vroeg diner bestaande uit lekkere gefrituurde wonton. Ondanks dat de eigenaressen met me mee wilden gaan (die wilden ook wel reizen en meekomen naar Nederland), liep ik alleen terug naar het hotel om daar (opnieuw half in het donker, aangezien de stroom opnieuw was uitgevallen) te wachten op de sleeperbus, welke tegen vijven arriveerde. In de stromende regen verlieten we vervolgens Hoi An, om morgenochtend aan te komen in de badplaats Nha Trang. Wat betreft het weer hoop ik daar op het beste, maar ik ben bang dat een dagje bakken op het strand er dit weekend niet in gaat zitten.

Hue

Zaterdag 14 november 2009
Dag 42: Stilte na de storm

Dat slapen ging echter niet altijd even makkelijk, gewoonweg omdat de bedden niet recht waren en te klein waren. Toch heb ik wat kunnen uitrusten totdat ik om 7 uur wakker werd en de bus zich nog zo'n 80 km van Hue bevond. De afgelopen maand is Centraal-Vietnam regelmatig (begin vorige week zelfs nog) getroffen door stormen en tyfonen, welke in totaal enkele slachtoffers hebben geëist. Gelukkig scheen het volgens het weeralarm alweer wat beter te gaan, omdat het tyfoonseizoen begin november ten einde komt. Wel werden er nog enkele storm- en regenbuien verwacht deze week. Toen ik vanuit de bus naar buiten keek, zag ik dat het bewolkt was en regende. Vele Vietnamezen reden met poncho's op hun scootertjes. De omgeving zag er hier in ieder geval niet uit alsof er iets ernstigs was gebeurd (wel weet ik zeker dat Hoi An, m'n volgende bestemming later deze week, getroffen is). Gelukkig was de regen alweer opgehouden toen we vijf kwartier later aankwamen in de stad Hue, welke precies in tweeën wordt verdeeld door de Perfume River. De bus stopte aan de zuidelijke oever, waarna we uit konden stappen. Aangezien ik een kamer had geboekt in het Hue Backpackers Hostel, een zuster van die in Hanoi, en ik bij deze laatste m'n busticket had gereserveerd, is er schijnbaar doorgegeven dat ik zou arriveren, want er stond iemand klaar met onder andere mijn naam op een bordje. Ik was echter niet de enige, dus het is meer voor de hand liggend dat het hostel probeerde te garanderen dat alle reserveringen in echte boekingen werden omgezet, in plaats van dat we door vele andere mannetjes naar andere hotels zouden worden geleid. Aangekomen bij het hostel verliep alles weer net zo makkelijk als in Hanoi. Ook de perfecte service, kamers en gezelligheid waren weer aanwezig (en hier en daar een bekend gezicht). Tot laat in de middag heb ik vervolgens heel rustig aan gedaan: een heerlijke douche genomen, m'n tas weer gereorganiseerd, op zoek gegaan naar een bank om te pinnen (de zuidzijde van de rivier is niet echt interessant), geluncht, op internet gezeten (om eindelijk wat verhalen en foto's online te gooien en te lezen dat Nederland weer in de ban is van Sinterklaas!) en twee tourtjes voor de komende twee dagen geboekt. Ik wilde echter nog wel iets van de stad zien vandaag en besloot de brug over te steken en de noordzijde van de rivier te bekijken. Dit hele gebied was een grote citadel, omringd door een lange en dikke muur. Hierbinnen bevonden zich allerlei straatjes met huizen, winkeltjes en scholen. In het echte hart bevond zich de Imperial Enclosure, maar deze zal ik morgen tijdens een stadstour bezoeken. Vandaag besloot ik daar omheen te lopen, door de straatjes die gelukkig stukken rustiger waren dan die van Hanoi. De vele aanbiedingen van fietstaxi's liet ik echter schieten, zodat ik alles rustig op m'n gemak kon bekijken. Hierdoor ben ik gelukkig ook een 60-jarige horlogemaker niet misgelopen, welke op een hoek van de straat achter een kastje zat te wachten op klanten. Hier had ik eindelijk de kans om m'n kapotte horlogebandje te vervangen, welke halverwege m'n China reis al kapot was gegaan. De vriendelijke oude man had een mooi nieuw bandje en wist deze snel op mijn klokje te plaatsen. Het beste was nog wel de prijs: bij horlogewinkels in Hong Kong (alleen daar vond ik eerder de mogelijkheid) werd ruim 30 euro gevraagd, terwijl deze man tevreden was met 20.000 dong, wat nog geen euro is! Ik ben in ieder geval weer blij! Ik liep verder naar diverse meertjes aan de achterzijde van de citadel, welke ofwel halfdroog lagen, danwel hele hoge begroeiing hadden. Ik had me er in ieder geval iets anders bij voorgesteld, maar mooi en vredig zag het er wel uit. Via kleine straatjes waar mensen buiten zaten te eten, naar de kapper gingen of hun huis aan het verbouwen waren, liep ik langzaam terug. Het was 17 uur en blijkbaar waren de scholen net uitgekomen, want tijdens de hele terugweg fietsten constant enorme groepen scholieren (in hun blauwe of witte uniformen) langs me heen. Sommige jongens prefereerden echter eerst nog een potje voetbal, alvorens naar huis te gaan. Alhoewel het de hele dag droog was gebleven en de temperatuur vrij aangenaam was, begon het nu wat te druppelen. Gelukkig bleef het hierbij (eigenlijk was het met die warmte best lekker) en was het alweer droog voordat ik terug was bij het hostel. Na wat rust besloot ik in het hostel m'n diner te nuttigen: een bun ha, een Vietnamese barbecue sizzler van varkensvlees, geserveerd met noodles van rijst. Dit laatste was apart, aangezien het dus geen rijstnoodles waren (de andere wordt van tarwe gemaakt), maar rijst in de vorm van noodles. Het smaakte in ieder geval goed. 's Avonds heb ik vervolgens met wat jongens en meiden, welke ik tijdens het diner leerde kennen, veel te lang in het café aan de overkant gezeten (maar gezellig was het wel!), waardoor ik m'n slaap een andere keer zal moeten inhalen, aangezien ik morgen vroeg op moet voor de stadstocht.

Zondag 15 november 2009
Dag 43: Een tour door Hue

Gaap! Na een veel te korte nacht kon ik iets voor achten een ontbijtje nemen, waarna ik samen met iemand anders van het hostel kon beginnen aan de Hue City Tour. We bleven echter niet met z'n tweeën, aangezien we door drie anderen werden opgehaald. Even later stapten we met z'n vijven dan weer in een complete touringcar, zodat we uiteindelijk met 30 man vertrokken. Onder begeleiding van een vriendelijke Vietnamese gids werden we vandaag naar de meest interessante plekken van Hue en omstreken gebracht. Als opwarmertje werden we gedropt bij een zaakje waarin we eventjes getuige waren van het maken van wierookstokjes en 'kokino's' (of hoe je het ook schrijft), die puntige hoedjes die enorm veel vrouwen hier dragen. Helaas gingen de vrouwen van de zaak al snel over in hun verkooptechnieken ('you like?'), waardoor we wat later alweer in de bus zaten voor de echte highlights. In de ochtend waren dit drie tombes van voormalige koningen (een eeuw geleden was er nog een monarchie hier). Aangezien de echte namen van de koningen door toeristen snel vergeten zouden worden, hielp de gids ons om de koningen beter in ons geheugen te bewaren: de een zat ontzettend onder de pukkels (en had 100 concubines, maar geen kinderen...), de ander was homo (geen kinderen dus) en de laatste was sexy (en had teveel vrouwen en meer dan 100 kinderen). De tombes, waarin we elk zo'n drie kwartier konden rondkijken, hadden wel wat van elkaar weg. Het waren stukken grond met enkele tempels en andere gebouwtjes, met naast de tombe ook nog enkele beelden (de meeste daarvan waren Vietnamese unicorns), zuilen, bomen en watertjes. In de gebouwen konden we soms ook nog foto's, tronen, theeserviezen en andere relikwieën bekijken. Het was in ieder geval allemaal wel de moeite waard. Ook was het wel weer eens leuk om wat achtergrondgeschiedenis van een echte gids te horen, in plaats van zelf de bordjes te lezen, zoals ik in Hanoi deed. Daarnaast had ik ook genoeg mensen om me heen, waaronder twee vriendelijke Nederlanders. Rond lunchtijd konden we in een restaurant genieten van een uitgebreid en lekker buffet, waarna we onze tour vervolgden naar de Citadel (met de Imperial Enclosure en de Forbidden Purple City). Alhoewel ik er gisteren al omheen was gelopen, gingen we er nu echt in. In dit grote complex stonden vroeger vele gebouwen waarin de koninklijke familie huisde. Tijdens de oorlog is echter veel verwoest tijdens bombardementen, waardoor er nu vele grote grasvelden waren met hier en daar nog enkele gebouwen. Sommigen daarvan werden gerenoveerd, terwijl andere gebouwen zelfs opnieuw gebouwd zullen gaan worden. Dit kost echter helaas veel tijd en geld, dus we moesten over 80 jaar nog maar eens terugkomen. We zullen ons best doen. Met de bus werden we vervolgens naar een pagode gebracht, waar we in de bijbehorende tempel nog naar enkele zingende en werkende monniken konden kijken. Om de tour af te ronden, hebben we met een drakenboot een stuk over de Perfume River gevaren. Dit was heerlijk verfrissend, aangezien het de hele dag ontzettend warm (31 graden) en zonnig was geweest, iets dat ik tot dusver in Vietnam nog niet had meegemaakt. Om 16 uur kon iedereen vervolgens weer z'n eigen gang gaan en rustte ik uit bij het hostel. Een uur later (waarna er een uur van gratis bier voor gasten begon) ontmoette ik enkele andere backpackers aan een tafel, welke ook allemaal alleen reisden. Het werd een gezellige avond, waarbij de groep ook steeds groter werd (nou ja, man of 9) en we ook nog konden dollen met het geweldige personeel van het hostel. De Italiaanse spaghetti die ze me voorschotelden was daarnaast ook nog voortreffelijk! Tot dusver bevalt me deze manier van reizen uitstekend, aangezien je de mooiste plekken bezichtigt en daarnaast vele andere reizigers ontmoet die al de meest gave dingen hebben meegemaakt of de komende tijd min of meer dezelfde route als jij zullen afleggen. Helaas moest ik rond 22 uur toch echt wel richting bed, aangezien ik nog steeds wat slaap moet inhalen en morgen ontzettend vroeg moet opstaan voor m'n volgende tour.

Maandag 16 november 2009
Dag 44: Met de bus door de DMZ

Om 6 uur werd ik bij de receptie verwacht, waarna ik met nog iemand van het hostel in het restaurant naast ons kon wakker worden met een ontbijtbuffet. Al snel werden we bij een groep van zo'n 12 mensen gevoegd, waarna we rond zevenen begonnen aan een bustocht die zo'n beetje de hele dag zou duren. Ik had voor vandaag een tour door de De-Militarized Zone geboekt, een grote streek ten noorden van Hue, welke 50-60 jaar geleden de grens was tussen Noord- en Zuid-Vietnam en waar vele bloederige gevechten hebben plaatsgevonden. De tour zou diverse plekken in deze zone aandoen, maar eerst moesten we er nog heen, wat ook al 3 uur in beslag nam. Onderweg reden we langs het platteland en enkele dorpjes, waar we kinderen op schoolpleinen netjes hun formele ochtendcermonie zagen houden. Halverwege de route werd onze gids opgepikt, die ons onderweg diverse verhalen vertelde (de 'highlights' en de 'lowlights'). Terwijl we over Highway 9 richting de grens met Laos reden, kwamen we eerst langs een dorpje met de Bru Van Kieu minderheid. Hier zagen we de bevolking hun alledaagse ding doen. Vrouwen deden de was, mannen waren met het huis bezig (welke op palen waren gebouwd voor tijdens de regentijd) en kinderen (waarvan de jongsten slechts een t-shirtje droegen) speelden wat in het rond. Langs een rivier en de Dakrong Bridge, welke voor de Zuid-Vietnamese en Amerikaanse troepen een belangrijk punt op de Ho Chi Minh Trail was voor de aanlevering van goederen, kwamen we uiteindelijk bij de Khe Sanh Combat Base. Hier hebben veel zuidelijke troepen de dood gevonden, wat zichtbaar was in een museum waarin voorwerpen lagen en foto's hingen. Ook kregen we het een en ander te horen over de Vietcong en het Tet Offensief, welke velen wel bekend in de oren zullen klinken. Buiten waren vervolgens nog enkele bunkers opgesteld, tezamen met wat Amerikaanse helikopters, tanks en bommen. Terwijl de temperatuur buiten steeds verder op leek te lopen, stapten wij weer in de bus (met airco) om terug te gaan naar Dong Ha Town. Na een lange rit konden we hier bij een restaurantje een lunch nuttigen. De eerste helft van de middag, waarin het stukken bewolkter en dus koeler werd, besteedden we om over Highway 1 naar het noorden te rijden. Onderweg konden we enkele propagandastandbeelden bekijken, net als een brug over de Ben Hai rivier, welke de natuurlijke grens tussen noord en zuid was. Uiteindelijk bereikten we de kust en hadden we een uitzicht op de zee. Hier bevonden zich echter ook de Vinh Moc Tunnels, een enorm tunnelcomplex waar de noordelijke troepen zich schuil konden houden. Na een klein museum konden we door enkele van deze heen lopen, welke vrij laag, smal en donker waren. Hier en daar waren afslagen naar andere tunnels verder of dieper in het complex, maar deze namen we niet. Wel namen we een afslag naar een uitzichtpunt op zee, waar we een of andere maffe tunnelbewoner tegenkwamen. Hierna was het alweer tijd om terug te keren naar de bus (langer door de tunnels lopen zou ook niet echt goed zijn voor je rug). Hierna begonnen we aan opnieuw een erg lange busrit, maar ditmaal terug naar Hue. Het was jammer dat de tour voornamelijk een busrit was, maar ja, dat werd van tevoren ook al aangegeven. Wel was het in ieder geval interessant om deze zone, misschien wel de belangrijkste in de geschiedenis van het land, van dichtbij te kunnen bekijken. Om half zes waren we weer terug, waarna ik wederom in het hostel heb gegeten, gewoonweg omdat het eten er gewoon super is. Tegelijkertijd liet ik bij het winkeltje van de buren een backup van mijn eerste geheugenkaartje maken, aangezien ik met zo'n 1500 foto's door de eerste 8 GB heen ben gegaan! Het duurde echter tot 21.00 uur voordat mijn twee dvd's klaar waren, omdat hun computer vrij traag bleek te zijn. Maar goed, mocht ik m'n kaartje kwijtraken, heb ik de foto's in ieder geval nog op dvd. Want kwijtraken wil ik mijn foto's echt niet, daarvoor zijn ze veel te mooi en een veel te unieke herinnering! Na een avondje met wat nieuwe mensen in het hostel (welke vanwege een voortdurend luid zingende en zuipende groep Engelsen vele malen drukker was dan afgelopen dagen), ging ik redelijk op tijd naar bed. Morgenochtend zal ik mijn reis namelijk opnieuw vervolgen, ditmaal naar Hoi An. Ik ben in ieder geval blij dat ik Hue heb aangedaan, want ook al is de stad zelf niet bijster interessant, de enkele bezienswaardigheden zijn wel de moeite waard, net als de sfeer in het hostel!

Halong Bay

Woensdag 11 november 2009
Dag 39: De Jolly Roger

Het slapen in de trein was deze keer wat minder plezierig, mede vanwege de erg koude airconditioning. Moe kwamen we om 5 uur al aan op het station, waarna we lopend de weg wisten terug te vinden naar het hostel. Hier moesten we nog even wachten totdat we een douche konden nemen en ontbijten. Ik zei m'n groepsgenoten gedag, waarna ik om 8 uur met zo'n 30 anderen in een bus stapte. Het was nu alweer tijd voor m'n volgende trip: een cruise over de befaamde Halong Bay! Het was een lange en erg vermoeiende trip van vier uur (zeker als je weinig geslapen had), waarbij we onderweg nog bij een cafeetje annex toeristenwinkel pauzeerden. Met de gehele groep (vrij gemixed, maar de meesten tussen de 20 en 35) gingen we vervolgens aan boord van de Thangh Hung 18. Aangezien deze naam allesbehalve interessant klinkt, staat de boot beter bekend als de Jolly Roger. De boot was gemotoriseerd en had enkele verdiepingen. Verspreid bevonden zich tweepersoonskamers met een badkamertje, in het midden zat een eetzaal en boven op het dek lagen diverse bedden. Terwijl iedereen hier plaatsnam en zich goed insmeerde tegen de zon (welke behoorlijk scheen tussen de vele wolken, waardoor het vrij warm was), begonnen we te varen. Het uitzicht had hier inderdaad wat weg van dat van Yangshuo, maar nu doemde de karstbergen op in de zee, wat uiteraard een prachtig gezicht was. Na een lekkere lunch met onder andere diverse soorten vis, kwam het bier tevoorschijn, ging de muziek aan en was het tijd voor een ontspannen middag. Uiteraard waren we niet de enigen in deze baai, waardoor er genoeg andere boten om ons vaarden. Zowel kleine als grote en met en zonder mooi zeil. Later in de middag werd het anker uitgegooid, waarna we de gelegenheid hadden om vanaf het hoge dek de diepte in te springen. Alhoewel sommigen eerst wat twijfelden (en de sprong langer duurde dan je zou verwachten), zwommen we wat later toch allemaal in het lekker warme water. Dit was een fijne verfrissing. Om nog wat actiever te worden, werden de kano's tevoorschijn getoverd, waarna we in tweetallen een behoorlijke tijd rond de bergen hebben gepeddeld. Aangezien het water rustig was, viel dat best mee. Onderweg kwamen we langs kleine grotten en vaarden we zelfs onder een kleine opening door, waardoor we in een stille verborgen baai terechtkwamen. Twee meiden hadden alleen niet moeten proberen om te kijken hoe makkelijk het zou zijn om om te slaan. Ach, opdrogen deed je toch snel. Terug op de Jolly Roger kregen we opnieuw een heerlijke maaltijd, met veel vis (en garnalen en mosselen), vlees en kip. Terwijl het buiten donker werd en alle boten hun lichten ontstaken, begon op onze boot een happy hour van enkele uren. 'Buy two, get one free', wat betekende dat je niet de tweede, maar juist het derde mixdrankje gratis kreeg. Terwijl de alcohol rijkelijk vloeide, werd het een lange, maar zeer gezellige avond!

Donderdag 12 november 2009
Dag 40: Op een onbewoond eiland

Vanochtend waren de gevolgen van gisteravond bij iedereen behoorlijk merkbaar, aangezien iedereen vanaf 7.30 uur (!) maar langzaam de eetzaal kwam binnendruppelen voor het ontbijt. Brak en vermoeid hebben we vervolgens in alle rust een uurtje op het dek kunnen liggen, terwijl de boot alweer verder vaarde door de baai. Na aankomst van een andere boot, verlieten we de Jolly Roger voor deze, om verder te varen naar Castaway Island! Het was vandaag behoorlijk bewolkt en er stond aardig wat wind, dus de boottocht op zee was af en toe heftig. Later kwamen we weer in de vredige baai terecht, waar we een uur later aankwamen op een groot eiland dat voornamelijk een enorme rots was. Aan de andere kant bevond zich echter een strandje. Aangezien je niet om de rots heen kon lopen was het meer Castaway Beach dan Island, maar ach, uniek was het zeker! Op het strand bevonden zich enkele hutten met matrasjes, waarop we 's avonds konden slapen. We hadden een mooi uitzicht op de baai en de golven die constant aanspoelden op het strandje. In het water lagen kano's, welke we konden gebruiken als we wilden. Verder was er nog de mogelijkheid om te tafeltennissen, te snorkelen of te volleyballen. Tegen betaling kon je voor enige tijd de rots nog beklimmen, tuben, wakeboarden of jetskiën. Toch hebben we de hele middag niet enorm veel dingen gedaan, mede omdat het weer niet heel erg meewerkte en het nogal bewolkt en aan de frisse kant was. Ondanks dat we dus een lange middag hebben liggen ontspannen op het strandje, zijn we nauwelijks bruiner geworden. We ervaarden enigszins hoe het was om Expeditie Robinson mee te maken: lange en saaie dagen op een onbewoond eiland, afgesloten van de buitenwereld. Desondanks was deze oase van rust een welkome afwisseling op m'n tot dusver drukke reis. 's Avonds was er een barbecuebuffet, waarbij we diverse soorten vlees en vis als maaltijd hadden. Later op de avond kregen we van de gids zelfs nog een show met ronddraaiende fakkels, welke er spectaculair uit zag. Daarna werd er met de hele groep nog een absurd maar lachwekkend spel gespeeld, waardoor iedereen dus weer veel te laat (en sommigen veel te bezopen...) naar z'n bed ging.

Vrijdag 13 november 2009
Dag 41: Een lange reisdag

Het werd uiteindelijk een nacht waarin ik maar weinig wist te slapen, enerzijds omdat het aan de koude kant was en anderzijds omdat ik scheef lag (de hut stond scheef). Daarnaast was ik door onbekende insecten diverse keren in m'n armen gebeten/geprikt (ondanks de deet), wat nogal jeukte. Om 7.30 uur hadden we alweer een prima ontbijt en een half uur later werden we door de boot opgepikt om ons eilandje te verlaten. Vier hadden er echter voor gekozen om nog een dagje te relaxen, dus hen lieten we achter. De kans dat ze de zon zouden treffen vandaag was echter klein, want het was nog bewolkter en kouder dan gisteren. Het uur op de boot bleven we dus maar stilletjes binnen zitten. Vervolgens stapten we weer over op de Jolly Roger (terwijl een volgende groep onze boot weer op kwam om naar het eiland te gaan), welke ons terugbracht naar de haven. Gelukkig kregen we nog wel weer een heerlijke uitgebreide lunch. De busrit die daarna volgde was lang en saai. Zo vrolijk als iedereen was op de heenweg, zo duf zat iedereen nu op z'n stoel. Onderweg bleven we ons opnieuw verbazen over de losstaande rijtjeshuizen (smal, hoog, mooie voorkant, kale zijkanten) en de inhaalpogingen van sommige chauffeurs (vb.: A haalt B in, terwijl C tegelijkertijd A inhaalt en tegenligger D compleet moet uitwijken naar de zijkant van de weg). Na een tussenstop bij een souvenirwinkel kwamen we om 16.40 uur terug bij het hostel. Hier nam ik afscheid van de groep, waarna ik drie kwartier de tijd had om te douchen, te eten, m'n spullen op te halen en m'n busticket te ontvangen. Mijn reisdag was helaas nog niet voorbij. Met een groep anderen van het hostel werden we met een wagen (het is best apart om achterin tussen de bagage in te zitten en alle lampen van de scooters achter je in je gezicht zien schijnen) naar een sleeper bus gebracht. Deze zou ons dan naar Hue brengen, m'n volgende reisbestemming, in Centraal-Vietnam. Daar zou ik dan eindelijk weer wat bij kunnen slapen en relaxen, iets waar ik na al die drukte van afgelopen week wel aan toe ben. De bus bestond uit drie rijen met stapelbedden, welke gedeeltelijk gekanteld waren. Helemaal plat liggen kon dus niet. Uiteraard waren de bedden voor Vietnamese mensen gemaakt, waardoor wij lange westerlingen maar net (of bij sommigen net niet) in de bedden pasten. Het duurde een poos voordat de bus eindelijk vertrok (we moesten op iedereen wachten), nadat deze op diverse plekken nog wat mensen oppikte. Uiteindelijk was het een behoorlijk volle bak. Na een kleine twee uurtjes rijden (het schommelde wel heen en weer in die bus) kregen we bij een restaurant in Ninh Binh nog de gelegenheid om wat te eten en voor het laatst naar het toilet te gaan. Rond 22 uur begon de bus vervolgens aan z'n 10uur durende rit naar Hue, waarna wij konden proberen te slapen.

Sapa

Zondag 8 november 2009
Dag 36: Het hoge noorden van Vietnam

Even voor vijven begon er Vietnameze muziek door de speakers te spelen, om aan te geven dat we bijna zouden arriveren in Lao Cai. We hebben op zich redelijk kunnen slapen, maar de trein had wel veel minder lekker gereden dan de treinen in China, omdat de kwaliteit van de rails niet altijd zo denderend was. Na aankomst werden we opgepikt door iemand, namen we afscheid van twee jongens (die voor een kortere trip hadden gekozen) en werden we vervolgens naar een restaurant aan de overkant gebracht, waar we een prima ontbijtje konden nuttigen. Hier kwam er weer een jongen bij en verliet een meisje ons weer. Om de groepsindeling nog ingewikkelder te maken stapten we na het ontbijt met weer een andere groep (die elders dezelfde trip geboekt hadden; al die touroperators werken hier toch onder één hoedje) in een busje, waarna we met 14 personen (Britten, Ieren, Engelsen, Amerikanen, Fransen en een Hollander) begonnen aan een reis van 80 km naar Bac Ha. Aangezien we niet al teveel hadden geslapen allemaal en het nog vroeg was, was het moeilijk om niet weg te dommelen. Onderweg konden we in ieder geval wel genieten van het berglandschap, dat verdacht veel weg had van de omgeving van Yunnan in China. Dit is echter niet heel verbazingwekkend, aangezien we vlak naast die grens reden. Na een slingerende route bereikten we Bac Ha, waar de zondagmarkt al in volle gang was. Het bijzondere hier echter was de lokale bevolking: hier leeft de Flower H'mong minderheid, waarvan alle vrouwen mooi kleurrijke traditionele kleding dragen. Van jong tot oud liepen ze hier rond, maar stonden ze vaak ook achter de kraampjes om van alles en nog wat te verkopen: shirtjes, sjaaltjes, ansichtkaarten, poppen, veel ander toeristisch spul, groente en fruit, maar ook vis en elk deel van een varken. Alhoewel ik het al eerder ben tegengekomen, blijft het een gek gezicht om hele (of halve) varkenskoppen te zien liggen. Ook kippen waren (soms geroosterd) met alles erop en eraan (nou ja, behalve de veren) te koop. We hadden twee uur de tijd om hier rond te kijken en dat was meer dan genoeg. Na een drankje reden we met de hele groep (waarmee het best gezellig was, ook al blijft het even wennen om Engels te praten met allemaal mensen met Engels als hun moedertaal) iets verder, waar we een klein rondje over het platteland hebben gemaakt. We liepen hier langs enkele kleine rijstterrassen, welke al kaal waren en nu vol lagen met modder (en wat eenden). Ook konden we nog een kijkje nemen in het simpele huis van een van de boeren. In Bac Ha hebben we vervolgens mogen genieten van een uitgebreide Vietnamese lunch, waarbij we onder andere diverse groente, loempia's, kipsaté, rijst en patat voorgeschoteld kregen. Hierna reden we terug naar Lao Cai, waar we de grensovergang met China hebben bekeken, welke bestond uit een brug over het water die uitkwam in de stad Kunming! Van deze kant zag de stad er stukken rustiger uit dan toen ik er middenin zat enkele weken terug! Via een slingerende weg door de hoge bergen met enorm veel mooie rijstterrassen (van een afstandje zie je gewoon al die trappen op de bergen, wat een mooi gezicht is, ook al is er geen rijst meer) reden we naar Sapa, de bekendste stad in deze regio. Tevens is het een uitvalsbasis voor de vele trekkingen die je hier kunt maken door de bergen (hier heb je bijv. de Fansipan, de hoogste berg van Vietnam) en langs de dorpen met alle minderheden (wat wij de komende twee dagen zullen doen). Ons groepje van vijf werd gedropt bij een hotel in het midden van het (overigens erg kleine) stadje, terwijl de rest doorreed naar een ander hotel. We verdeelden ons over de twee nette kamers, waar we ons eindelijk wat konden opfrissen. Het was een lange en warme dag geweest, dus dat was wel nodig. Hierna hebben we wat door het centrumpje gelopen, dat niet veel meer was dan een plein waarop jongens aan het badmintonnen waren of met een pluimpje over en weer aan het schoppen waren. Om het plein bevonden zich echter weer allemaal kraampjes met toeristische prul. ('Looky looky!') Ondanks dat oude dametjes met tasjes ons achterna liepen, kochten we niets. Het uitzicht over een meertje hadden we ook vrij snel gezien. Om 18.00 uur kregen we vervolgens een heerlijk diner in het hotel, met pompoensoep, rijst, zoete aardappel, salade, varkensvlees (met wel hele sterke stukken ui), rundvlees en fruit. Hierna hebben we niets bijzonders meer gedaan. Zelf heb ik nog even zitten internetten en te horen gekregen dat een foto van mij ondertussen op een school in Hunan groots aan de muur hangt. Ik schijn er een beroemdheid te zijn geworden... Ik voel me vereerd! Hierna ben ik op tijd naar bed gegaan, aangezien we onze nachtrust goed kunnen gebruiken voor een lange trekking morgen.

Maandag 9 november 2009
Dag 37: De rijstvelden van Sapa

Vanochtend konden we een prima ontbijt krijgen in het hotel, dat bestond uit pannenkoeken en fruit. Om 9.30 uur werden we door een lokale gids met een oude Russische jeep opgehaald. Via enkele bergweggetjes, waarvan sommige nogal hobbelig waren, reden we naar het dorpje Cat Cat, waar we uitstapten en, gewapend met zonnebrand, antimuggenspul en water, begonnen aan een trektocht door de omgeving. De zon scheen fel, dus we waren blij dat we een groot deel van de tocht nog enigszins beschut konden lopen. Het was een zware, maar erg mooie tocht, waarbij we veel dingen gezien hebben. We begonnen door een boomrijker gebied en over prima begaanbare paden. Onderweg passeerden we een mooie waterval, en enkele riviertjes met gammele hangbruggen. Later op de tocht liepen we over, langs en in de rijstvelden, welke aangelegd waren op de hoge bergen. Het uitzicht op de velden was in ieder geval prachtig, ook al was de oogst al gedaan en waren het nu enorme moederpoelen met geoogste stengels, waar zo nu en dan eenden tussen zwommen. Over paden van zand, modder en stukken steen liepen we omhoog en omlaag. Hier en daar was het glad, wat het lopen niet echt makkelijker maakte. Aangezien de paadjes af en toe vrij smal waren en de afgronden diep waren, kwamen we soms tot onze knieen in de modderige rijstvelden. Liever dat dan naar beneden vallen. Het was een avontuurlijke tocht, waarbij we een hele tijd vergezeld werden door enkele H'mong dames, welke af en toe met ons probeerden te praten en ons ook nog een met riet gevlochten paardje cadeau deden. Toen we aankwamen bij een plek om te lunchen werd uiteraard duidelijk dat ze nu hoopten dat we hun tasjes, sjaaltjes en mutsen kochten. Wij gingen echter eten. (Je begon je echter wel schuldig te voelen...) Dit was nog best goed en bestond uit brood, komkommer, tomaat, ei en diverse soorten fruit. Wat over was, gaven we aan de twee dozijn kinderen welke zich om de hut hadden verzameld. Blijkbaar was het ook hun lunchpauze van school. Nadat we verder waren gelopen, kwamen we ook bij deze school, waar de meisjes buiten aan het dansen waren en andere leerlingen binnen ofwel op het bord aan het tekenen waren, of door hun boeken aan het bladeren waren. Dit was allemaal erg leuk om te zien. Wat later (halverwege de middag) arriveerden we bij onze slaapplaats, een homestay. Dit was een houten gebouw met op de tweede verdieping allemaal matrasjes, allemaal voorzien van een muskietennet. Buiten konden we lekker uitrusten en relaxen en ons vermaken met een potje pool. Ook andere toeristen vergezelden ons later op de dag (waaronder twee andere Nederlanders, nadat ik eerder in het restaurant al een Haags meisje was tegengekomen... wij Nederlanders zitten ook overal!). Muggen waren helaas overal. Ander dierlijk gezelschap bestond uit een schreeuwend varken, een snuffelende hond, twee eivormige vogels en twee andere vogels, waarvan er een dood op de bodem van z'n kooi lag en de andere hem een uur later volgde. We hadden honger en waren blij dat we om 18 uur kreukelpatat voorgeschoteld kregen. We moesten echter nog een uur langer wachten op het echte diner. Gelukkig was het geen probleem om dit op te krijgen, aangezien de verschillende gerechten lekker genoeg waren om onze magen te vullen. De vele glaasjes zelfgebrouwen rijstewijn maakten er vervolgens een gezellige avond van en lieten ons ook prima slapen op de matrasjes op zolder.

Dinsdag 10 november 2009
Dag 38: Het vervolg van onze trekking

Nadat we enige tijd konden uitslapen (als je tenminste niet wakker werd van de kippen, varkens of honden), werden we om 9 uur getrakteerd op pannenkoeken en fruit. Een uur later ging elk van de drie groepen een voor een weg en begonnen ook wij aan het tweede deel van onze trekking. Vandaag was deze echter een stuk makkelijker dan gisteren. Via een pad kwamen we eerst langs een winkeltje waar ze mooie stenen beelden verkochten. Twee personen waren buiten zelfs bezig deze beelden te maken, wat een leuk gezicht was. Via zandpaadjes met modder en stukken steen liepen we vervolgens enkele heuvels op en af, terwijl we nog steeds een mooi uitzicht hadden op de rijstterrassen met waterbuffels en eenden. Aangezien we de pas er stevig inhielden, kwamen we snel vooruit. Af en toe pauzeerden we echter even voor een slokje water. Nadat we door een bergpaadje omringd door bamboebomen hadden gelopen, kwamen we wat verderop bovenaan een waterval terecht, waar enkele stroompjes water over de rotsen naar beneden gleden. Uiteindelijk gingen ook wij naar beneden, waar we met vele andere toeristen in een restaurantje werden gedropt voor een lunch van noodles. Hier werden we opnieuw belaagd door de lokale bevolking met hun spulletjes ('you buy from me?'). Het bleef in ieder geval een mooi gezicht om de kleine kinderen ons overgebleven eten met elkaar op de grond te delen om het vervolgens op te eten. Alles was voor hen zo primitief en we hadden geen idee hoeveel ze hier op een dag zelf te eten kregen. Iets extra's vonden ze in ieder geval wel fijn. Het was vervolgens nog zo'n 20 minuutjes lopen naar het eindpunt. Misschien maar goed ook, want een van de groepsleden voelde zich opeens totaal niet lekker, wat de rest van de dag helaas aan bleef houden. Met de Russische jeep werden we vervolgens via een grotendeels geasfalteerde weg (het andere deel bestond voornamelijk uit enorme kuilen, rotsblokken of stukken waterval) terug naar Sapa gebracht. Hier konden we vervolgens nog een halve middag doorbrengen, maar aangezien er niet bijster veel te doen was, hebben we ook niet echt veel gedaan. Uiteindelijk hebben we nog wel bij een restaurantje gegeten, voordat we om 18 uur met een busje met andere toeristen werden opgepikt voor de reis terug naar Lao Cai. Hier konden we onze treinkaartjes ophalen, waarna we om 20.15 uur de trein terug namen naar Hanoi. De rust van Sapa en omgeving was weer voorbij. Ik was in ieder geval wel blij dat ik deze trip had geboekt, want hij was zeker de moeite waard!

Hanoi

Donderdag 5 november 2009
Dag 33: Naar Vietnam

Vanochtend was het tijd om Katie gedag te zeggen en met de MTR naar het vliegveld te reizen. Ik was al vroeg op het grote Hong Kong International Airport (rond twaalven) en moest daarom nog even wachten voordat ik kon inchecken op vlucht VN791 naar Hanoi, welke ik thuis al had geboekt. Tijdens het inchecken bij Vietnam Airlines stuitte ik echter op een probleem, waarvan ik thuis bijna zeker was hem niet te krijgen. Ondanks dat ik al wel een visum voor een verblijf van één maand had, werd me toch verzocht om met een ticket aan te tonen dat ik Vietnam ook daadwerkelijk zou verlaten, welke ik dus nog niet had. Om problemen te voorkomen (ze kunnen je na aankomst weer op het vliegtuig terug zetten), heb ik een open ticket van Ho Chi Minh City naar Bangkok geboekt, waarmee ik zelf kan bepalen wanneer ik hem gebruik. Dus eigenlijk kan dat nog best handig zijn, aangezien ik niet weet hoe lang ik precies in Vietnam zal blijven. Na een vrij snelle controle bij de douane en een lunch, kon ik nog een kwartiertje wachten totdat de gate geopend werd. Om 14.55 uur vertrokken we uiteindelijk en lieten we de parel van het oosten achter ons. De vlucht verliep prima, waarbij de in rood geklede stewardessen ons ook nog voorzagen van een maaltijd van rijst, vis, groente, fruit en brood. Na iets meer dan 1,5 uur vliegen landden we al op Noibai Airport, het vliegveld van Ha Noi (deze spelling lijkt hier gehanteerd te worden). Tot zover het makkelijke gedeelte, aangezien ik er nu voor moest zorgen om bij het Hanoi Backpackers Hostel te komen. Aangezien het vliegveld zo'n 30 km buiten de stad ligt, volstond een stukje lopen dit keer niet. Ik was al gewaarschuwd voor de vele mensen die je een taxi of busje proberen aan te smeren, dus die vermeed ik. Het betrouwbaarste leek de shuttle bus te zijn, welke ik uiteindelijk nam (en slechts 30.000 dong was, een kleine 2 euro (ja, die grote geldbedragen zijn nog even wennen, maar ik ben in ieder geval voor het eerst in m'n leven miljonair!)). Via een ontzettend drukke weg, waarbij we ook een hele tijd in de file hebben gestaan, maakte ik voor het eerst kennis met Vietnam. Ergens had het landschap iets weg van dat rond Yangshuo, maar dan zonder karstgebergten. Aan de gebouwen kon je in ieder geval zien dat het geen China meer was. Sterker nog, het was zelfs te zien dat Vietnam een tijd van de Fransen is geweest. De stijl van vele huizen was er namelijk door beinvloed. Ook was het een verademing om 'verlost' te zijn van al die Chinese karakters. Alhoewel, als je geen Vietnamees kunt lezen, hebben al die westerse letters (met opvallend veel kleine tekentjes boven en onder de letters) ook geen enkele betekenis (maar het maakt het lezen van straatnamen wel makkelijker). Daarnaast was er maar weinig in het Engels. Een shuttlebus is prima, maar dan moet je wel weten wanneer je eruit moet en waar je dan uiteindelijk uitstapt, wat uiteraard voor mij niet op de plek was die de Lonely Planet aangaf. Gelukkig bleek ik toch niet al te afgelegen te zitten en kon ik nog best in 20 minuutjes naar het hostel lopen. Hierbij maakte ik meteen kennis met de stad Hanoi. De hoofdstad van Vietnam laat zich het best met twee woorden omschrijven: brommers en drukte. Jeetje, wat was het hier op de straten een drukte van jewelste! Honderden brommers reden in enorme kuddes toeterend door de straten heen, af en toe gepaard met een auto. Als je hier geen brommer hebt, hoor je er niet bij. Zelfs de stoepen staan vol met geparkeerde brommers. Terwijl ik richting het hostel liep, begon ik me af te vragen hoe ik zou moeten oversteken op de plekken waar geen stoplichten en zebra's waren. Het antwoord was uiteraard enorm simpel: gewoon lopen. Iedereen is hier constant op z'n hoede en alles remt wel af als het nodig is (of eigenlijk: rijdt wel om je heen). In een smal straatje vol hostels en touroperators vond ik mijn hostel, welke er erg gezellig en actief uit zag. Buiten stonden backpackers met elkaar te kletsen, binnen zaten ze in de bar te drinken, te loungen, of achter een pc te internetten. Ik checkte in en kreeg de Flipflop kamer op de 3e verdieping van het gebouw ernaast. Via een woonkamertje met banken, tv en dvd-speler kon ik deze 8-persoonskamer bereiken. Het zag er goed en schoon uit, met degelijke stapelbedden met daaronder grote lockers om je spullen veilig in op te bergen. Alleen de ventilatoren maken veel herrie, maar dat zal wel wennen zijn. Via dit hostel was het mogelijk om tours te boeken naar de twee highlights van Noord-Vietnam, wat mij wel erg leuk leek. Toen de Nederlandse (wat een toeval!) meid van de reisbalie mij enthousiast wist te vertellen over deze tours (en dat ze het ook wel weer leuk vond een Nederlander te zien in dit voornamelijk door Australiërs bezochte hostel), was ik verkocht en boekte ik de tours, waarvan de eerste zaterdagavond zal beginnen. Ik heb dus bijna twee volle dagen voor Hanoi, wat meer dan genoeg is. Later in de avond heb ik alvast een kijkje genomen bij het meer, dat hier in de Old Quarter heel dichtbij ligt. In het meer lag een (onbereikbaar) tempeltje, welke mooi verlicht was. Rond het meer was een voetpad met veel bankjes, welke door veel mensen benut werden. Daar weer omheen liep een drukke weg met veel brommertjes. Ook heb ik nog gelachen om enkele mensen die hier hun geld probeerden te verdienen. Zo populair de schoenenpoetsers in Yunnan in China waren, zo populair is het hier om je lengte op te meten en je gewicht te bepalen. Veel mensen stonden met een weegschaal en een meetlat rond het meer, in de hoop zo wat bij te verdienen. Ach ja, je moet wat. Via enkele straatjes (waarvan er een helemaal vol stond met allerlei schoenenwinkels) liep ik terug naar m'n kamer voor een welverdiende nachtrust. Morgen zal ik tijd genoeg hebben om de andere highlights hier te zien.

Vrijdag 6 november 2009
Dag 34: Een dag in Hanoi

Ik sliep in een goed bed en ook de douche was lekker warm. Het gratis ontbijt dat daarop volgde (met stokbrood, thee en banaan) was ook prima te eten. Een goed begin dus van de dag. En het was me een dagje wel. Jeetje, wat blijft Hanoi een ontzettend drukke stad. Ook overdag blijven de wegen bomvol met scooters en je moet zeker over een behoorlijke dosis lef beschikken om hier de vele straten over te durven steken. Via een plattegrondje liep ik langs de Gotische St Joseph kathedraal richting de Temple of Literature, welke zich aan de rand van de Old Quarter bevindt en zo'n 20 minuten lopen was. Alhoewel me door vele Vietnamezen zwaaiend en roepend werd aangeboden om achterop hun motor te springen (uiteraard willen ze daarvoor geld zien), liep ik gewoon door. Zodoende wist ik in ieder geval dat ik goed ging en kon ik ook blijven kijken naar alle inwoners die rustig buiten aan het werk waren, op krukjes met elkaar aan het eten waren, of eten verkochten. Typerend voor dit land zijn de vrouwen met die ronde, maar puntige hoedjes, met over hun schouder een lat met aan beide uiteinden een hangende plaat, waarop ze etenswaar of andere producten leggen om te vervoeren. Aangekomen bij de tempel kocht ik een kaartje, om hem vervolgens te bezoeken. In de tempel, gewijd aan Confucius, waren onder andere stenen te bekijken waarop de namen van scholieren stonden die hier vroeger succesvol lessen hadden gevolgd. Elke steen stond op een schildpad, een heilig dier hier. Via borden (in het Vietnamees, Engels en Frans) kreeg ik alle achtergrondinformatie binnen. Grappig om te merken was de hoeveelheid Franse toeristen hier. Net zoals je in Hong Kong constant Britten om je heen kon horen, hoorde je hier constant Fransen met elkaar praten (op de toeristische plekken dan, ze zitten niet in het hostel). Nadat ik de rest van de tempel had gezien, probeerde ik terug te lopen richting het hostel, wat niet meeviel. Ik had een iets andere route genomen en raakte op een gegeven moment in allerlei kleine, maar drukke straatjes (welke niet vermeld waren op de kaart) nogal verdwaald. Gelukkig wist ik na een tijdje toch het hostel weer te vinden, waar ik even kon uitrusten alvorens verder te gaan. Via het Hoan Kiem meer (van gisteren) liep ik naar het koloniaal ogende geschiedenismuseum. Hier heb ik via vele potten, beelden, wapens, huis-, tuin- en keukenvoorwerpen en meer een redelijke impressie gekregen van de lange geschiedenis van het land. Vanwege de Chinese invloed vroeger hadden veel voorwerpen Chinese karakters. De laatste eeuw was echter minder vertegenwoordigd hier, maar dat kwam waarschijnlijk omdat het revolutiemuseum aan de overkant zat. Met veel foto's en documenten werd hier de bezetting van, en de strijd tegen, de Fransen in beeld gebracht, gevolgd door de invasie van de Amerikanen. Het museum eindigde in deze tijd, met Vietnam als een vrij land. Ik liep terug naar het meer en bezocht hier de kleine Ngoc Son tempel, waar onder andere een bronzen beeld van de schildpad stond die volgens de legende een magisch zwaard (dat de Chinezen ooit verdreef) naar de bodem van het meer bracht. Hierna heb ik -niet lachen- een kaartje gekocht voor een poppenshow. Het is echter niet zomaar een poppenshow, maar met recht een van de meest bijzondere highlights die je hier kunt doen. Het Thang Long Water Puppet Theatre bestond uit een zaal met daarin een podium van water. Een tempel deed dienst als decor. Aan de zijkant zat een 8-koppig orkest, welke de voorstelling een uur lang begeleidde met toepasselijke Vietnamese muziek en zang. Op en in het water kregen we vervolgens verschillende scenes te zien met poppen, welke van achter het decor met stokken bestuurd werden. Er werden veel verschillende poppen gebruikt, vaak van mensen, maar soms ook van dieren. De scenes beeldden vrolijke gebeurtenissen uit het dagelijkse leven uit en werden soms afgewisseld met fantasierijke stukken. Het was prachtig om te zien hoe de poppen af en toe op miraculeuze wijze tevoorschijn kwamen of juist weer verdwenen, en hoe ze uberhaupt door het water bewogen. Woorden zeggen hier helaas te weinig, foto's (die ik overigens niet mocht maken) ook. Het is iets dat je gewoon moet zien! Na de show ging ik terug naar het hostel, waar op het balkon een barbecue was begonnen. Er waren hier aardig wat backpackers (uit Ierland, Groot-Brittanië of Australië) te vinden, welke genoten van het bier en de hamburgers. Later op de avond ben ik alvast gaan pakken voor de trip die ik morgenavond zal maken, aangezien ik morgen om 11 uur al moet uitchecken. M'n grote backpack kan ik gelukkig in het hostel laten, maar ik heb wel spullen nodig voor 4 nachten en 3 dagen. Maar later meer daarover, eerst nog een nachtje in m'n lekkere bed.

Zaterdag 7 november 2009
Dag 35: In het land van Uncle Ho

Goodmorning Vietnam! Vanochtend stond ik op tijd op, want om 11 uur moest ik al uitchecken. Ik pakte twee keer in: eenmaal voor de grote bagage die ik in het hostel zou achterlaten en andermaal voor de kleine tas die ik mee zou nemen op m'n trip naar Sapa en Bac Ha. Na m'n ontbijt boekte ik meteen een open busticket, welke me helemaal naar Ho Chi Minh City kan brengen en waarmee ik ook nog 5 tussenstops kan maken. De bus zal ik aanstaande vrijdag nemen, als ik terug ben gekomen van m'n tweede trip naar Halong Bay. Maar eerst nog een dagje in de hectiek van Hanoi. Na twee dagen begin je echt gek te worden van die enorme drukte op de wegen; een momentje rust is er hier echt niet bij. Terwijl ik alle motorbikes zorgvuldig vermeed en alle aangeboden motorritjes ('You motorbike?'), dames met fruit en 'English students' van me afsloe, liep ik langs een standbeeld van Lenin en via het oorlogsmuseum (dat rond lunchtijd gesloten was) naar het Heroes Monument. Hierachter bevond zich het grote mausoleum complex van de meest gewaardeerde en geëerde president Ho Chi Minh (tijdens de historisch roerige periode in de jaren 40 en 50), ook wel Uncle Ho genoemd. Het mausoleum zelf was in deze tijd van het jaar gesloten, maar ik kon hier nog wel de kleine One Pillar Pagoda bezoeken. Het Ho Chi Minh museum was vanwege de lunch ook nog even gesloten. Ik liep een stukje terug en besloot zelf maar een lunch van lekkere Vietnamese loempia's te nemen. Vervolgens kon ik het oorlogsmuseum in, welke een stuk interessanter was dan de musea van gisteren. In dit museum draaide het voornamelijk om het verzet tegen de Fransen. Met veel documenten, penningen, wapens, uniformen en andere oorlogsartefacten werd deze strijd in beeld gebracht. Buiten stond er daarnaast ook nog een paar dozijn tanks, kanonnen, artilleriegeschut en gevechtsvliegtuigen. Vooral een neergehaald Frans vliegtuig pronkte hier groots in het midden, alsof het recht uit de actie was gehaald. Ook kon ik hier nog de Flag Tower in (met wel erg hoge treden voor die kleine Vietnamezen), waarbij ik enig uitzicht had over de stad. Nadat ik alles had gezien, liep ik terug naar het Ho Chi Minh museum, waar het leven van deze man op interessante wijze werd uitgebeeld. Heel groot was het echter niet, dus aan het eind van de middag was ik weer terug bij het hostel. Hier had ik nog de gelegenheid om een hostel in Hue te boeken, alvorens nog een kijkje te nemen bij een tempel. Helaas was deze gesloten en liep ik maar terug naar het hostel, waar ik een broodje kebab als avondmaaltijd kon krijgen. Vervolgens heb ik zitten wachten tot 20.00 uur, het moment waarop m'n trip zou beginnen. Het komt erop neer dat we de trein nemen naar het noordwesten, waar we morgen de markt van Bac Ha bezoeken en de volgende dagen trekkingen door de bergen maken en zelfs een overnachting bij de lokale bevolking hebben. Met een groep van 7 (3 meiden, 4 jongens) stapten we iets na achten in een taxi, welke ons naar het treinstation bracht (en er overigens van buiten niet zo uitzag). Iemand van het hostel gaf ons vervolgens onze treinkaartjes voor de heen- en terugreis, waarna ze ons gedag zei. Via enkele sporen en een platform konden we onze softsleeperwagon instappen. Deze bestond uit afgesloten cabines met vier bedden (gemaakt voor Vietnameze mensen). Na een kennismaking met de anderen vertrokken we, waarna we al vrij snel gingen slapen, aangezien we al vroeg in de morgen zouden aankomen.