Luang Namtha

Donderdag 7 januari 2010
Dag 96: Verder naar Luang Namtha

Veel te vroeg stond ik op, aangezien ik om 7 uur bij de receptie moest zijn. Daar kreeg ik van de eigenaar te horen dat er vandaag geen lokale bus zou rijden. Wel had hij een vriend die vandaag met een minivan met andere mensen naar China zou rijden en mij wel in Luang Namtha wilde afzetten. Deze minivan zou echter pas om 8.30 uur vertrekken, waardoor ik nog zeeën van tijd had om een Amerikaans ontbijtje te nuttigen en de rest van de tijd m'n tijd uit te zitten. Het was wel handig om m'n reisverslag van de afgelopen dagen bij te houden, aangezien ik daar toen geen tijd voor had. Hier werd me het rustige leventje van Laos duidelijk, aangezien ik eerst tot 9.15 uur heb zitten wachten op de chauffeur en vervolgens voorin de minivan tot 10 uur heb zitten wachten totdat de andere passagiers arriveerden. De rit ging uiteindelijk over dezelfde weg van gisteren, maar ging nog eens 120 km verder. Alhoewel de bergachtige omgeving ervoor zorgde dat we niet op topsnelheid konden rijden, was de kwaliteit van de weg in ieder geval goed genoeg om er niet met een slakkengangetje overheen te moeten rijden. Onderweg viel het me op hoe jong de bevolking van Laos was (de levensverwachting is 55 jaar). In de kleine dorpjes, welke slechts bestonden uit enkele houten huisjes, bevonden zich voornamelijk mensen onder de 30. Daarnaast waren er vele kleine kinderen, welke langs de weg aan het nietsen waren, zaten te spelen of aan het werk waren (met name het versjouwen van landbouwproducten). Het dorpsleven was hier echt enorm simpel en armoediger dan tot ik tot dusver gezien had. Rond 13.30 uur kwamen we aan in Luang Namtha, een dorp dat eveneens niet echt groot was en ook slechts wat huizen, guesthouses en restaurants langs de hoofdweg had liggen. Toeristen waren er echter wel, want dit dorp is een goede uitvalsbasis voor vele trekkingen door de Nam Ha National Protected Area. Na een mislukte eerste poging vond ik een kamer in een van de guesthouses, waar ik eerst een lekkere lunch heb genomen. De rest van de middag heb ik eigenlijk niet veel bijzonders meer gedaan. Ik heb de hoofdstraat een beetje doorgelopen, in een internetcafé gezeten om nieuwe verhalen en foto's online te plaatsen en rondgekeken naar interessante tours. Nu was m'n oorspronkelijke plan om een meerdaagse trek door het nationale park te houden, maar vanwege de driedaagse Gibbon Experience (welke qua trekking waarschijnlijk niet heel veel anders was dan de trekkingen hier), zie ik er een beetje vanaf. Op bezoek gaan bij de hilltribe mensen om hun leventje te ervaren (dus zelf ook meedoen met hun dagelijkse bezigheden) leek me wel een bijzondere tour, maar als je deze alleen boekt is de prijs ontzettend hoog (en er was niemand anders die de tour al had geboekt zodat de prijs zou zakken), wat ik er niet voor over had. Ik zou er morgen dan maar een rustig dagje van maken. In het restaurant van het guesthouse nam ik laap als diner, een Laotiaans gerecht bestaande uit hele kleine stukjes kip, groente en rijst. Helaas bleek de groente koreander te zijn, iets dat hier in Zuidoost-Azië vrij populair blijkt te zijn, maar ik totaal niet lekker vind. Volgende keer beter. 's Avonds keek ik nog even of de avondmarkt al geopend was (welke volgens de Lonely Planet nog in aanbouw was), maar meer dan een handjevol eettentjes stond er niet. De rest van de avond heb ik niets bijzonders meer gedaan, waarna ik ben gaan genieten van een welverdiende nachtrust.

Vrijdag 8 januari 2010
Dag 97: Laidback Laos

Halverwege de ochtend werd ik uitgeslapen wakker, waarna ik helaas niet in het restaurant van het guesthouse kon gaan ontbijten omdat alle plekken gereserveerd waren voor een grote groep. Noodgedwongen liep ik daarom naar een restaurant schuin aan de overkant, welke gelukkig ook een lekker ontbijt voor wist te schotelen. Volgens de Lonely Planet was er iets verderop een ochtendmarkt, waar ik naartoe liep, maar niet tegenkwam. Nou ja, hij bleek er wel te zijn, maar lag iets verder dan op de kaart was aangegeven. Ik zou later terugkeren, want eerst wilde ik een plek voor morgen reserveren in een minivan naar Luang Prabang, een stad die meer in het zuiden ligt. (Het Nam Ha NPA sla ik hier dus over.) Nadat ik geboekt had voor 8 uur 's ochtends, liep ik naar een zaak waar ze fietsen verhuurden. Voor nog geen euro per dag huurde ik een mountainbike, waarna ik de hele middag de omgeving van Luang Namtha ben gaan verkennen. En daar heb ik zeker geen spijt van, want er was genoeg moois te zien! Alhoewel het noordelijke deel van Laos behoorlijk bergachtig is, zijn er ook nog genoeg (relatief) vlakke stukken, zoals hier rondom Luang Namtha. (De horizon om je heen is echter wel constant gevuld met groene bergen.) De fiets is daarom een ideaal vervoermiddel om het platteland met al zijn kleine dorpjes te verkennen. Ik begon m'n tocht aan de zuidwestelijke kant van de stad, waar ik eerst even over de markt heb gelopen. Veel kopers waren er echter niet meer, waardoor de verkopers vrij vermoeid en duf achter hun kraampje zaten. Sommigen lagen zelfs gewoon te slapen. Hierna ben ik aan m'n echte tocht begonnen en heb ik continu over zandweggetjes gereden. Op de meeste plekken was dat redelijk goed te doen; op sommige plekken lagen echter ook veel stenen in en op de weg, waardoor ik blij was dat ik een mountainbike had. De 18 versnellingen waren ook erg handig voor de stukjes die net wat minder vlak waren. Onderweg heb ik vele mooie foto's kunnen maken, alhoewel ik dat natuurlijk niet overal heb kunnen doen. Vele mensen stellen een camera recht in hun gezicht namelijk niet zo heel erg op prijs. M'n zoomlens hielp in ieder geval om de afstand tussen mij en de lokale bevolking te bewaren. Vele mensen waren aan het lummelen rond hun houten huisjes en zaten gewoon als familie bij elkaar. Andere mensen deden de was, maakten de grond schoon of waren op het land aan het werk. Net zoals gisteren was het aantal kinderen weer ontzettend hoog overal. Dit was echter wel leuk, want de meesten (onder de 10 jaar) vonden het een geweldig gezicht om een falang op een mountainbike voorbij te zien rijden, waarna ze vrolijk begonnen te zwaaien en 'sabadee' riepen. De oudere kinderen, tieners en jongvolwassenen keken me uiteraard ook aan, maar waren meestal iets terughoudender. Andere toeristen kwam ik onderweg niet tegen, wel werd ik regelmatig gepasseerd door locals op een motorbike of boerenwagen. Het was een erg warme dag vandaag, alhoewel dat gevoel voor mij vandaag extra versterkt werd vanwege het gebrek aan schaduw. De tocht was in ieder geval prima uit te houden. Een erg duidelijke kaart van de omgeving had ik niet, waardoor ik voornamelijk op de gok m'n afslagen nam. Heel veel waren dat er overigens niet, waardoor m'n oriëntatie niet heel erg in de war raakte. Nadat ik een school gepasseerd had (sommige oudere kinderen hebben wel het geluk hier heen te kunnen gaan), kwam ik in een dorpje met een asfaltweg terecht. Langs deze weg fietste ik vervolgens zo'n 6 km terug naar Luang Namtha. Na een rustpauze volgde ik een zandpad ten noordoosten van de stad, welke me eveneens langs allemaal kleine huisjes en boerenland leidde. Om me heen bevonden zich ook weer vele kinderen, honden en kippen en hier en daar een geit, koe en varken. Het was maar een heel rustig leventje wat de bevolking hier leidde; alles ging op z'n dooie gemak, luxe artikelen kent men niet en men deed waar men zin in had (of wat moest gebeuren om rond te komen). Na enkele kilometers kwam de weg uit bij een waterval, waar apart genoeg geld werd gevraagd om deze te bekijken (entreegeld en parkeergeld). 25 Eurocent had ik er echter wel voor over, waarna ik via enkele bruggetjes bij de waterval uit kwam. Enorm bijzonder was deze niet, maar ach, het was een leuk rustpunt voordat ik (met de felle zon recht voor me laag aan de horizon) terugkeerde naar Luang Namtha. Hier was het restaurant opnieuw onbeschikbaar, waardoor ik elders een lekkere maaltijd van vis heb gegeten. De rest van de avond heb ik niet veel meer gedaan. Wel was er bij het guesthouse personeel even een zoektocht naar m'n wasgoed, maar ik ben blij dat ze het schoon in de wasmand terug vonden, waarna ze het snel voor me opvouwden en aan me teruggaven. Ik ben uiteindelijk op tijd naar bed gegaan, aangezien ik morgen vroeg op moet voor een lange reisdag.

Huay Xai & The Gibbon Experience

Zondag 3 januari 2010
Dag 92: Als falang in een nieuw land

Vanochtend stond ik redelijk vroeg op (8.10 uur), aangezien ik op tijd naar Laos wilde vertrekken. Maar aangezien ik plots op het idee kwam om nog even van de Wifi op m'n telefoon gebruik te maken en naar de (erg lollige) oudejaarsconferentie van Guido Weijers te kijken, zat ik pas tegen half elf aan m'n ontbijt. Achteraf had ik er echter geen spijt van. Met een taxi (welke ik vandaag wel redelijk snel wist te vinden (of andersom eigenlijk)) ging ik naar het gewone busstation in het centrum, aangezien de bussen naar Chiang Khong hiervandaan vertrekken. Chiang Khong is een klein dorpje aan de Mekong rivier, in het verre noordoosten van Thailand. De enige reden om hierheen te komen, is de grensovergang met Laos, welke aan de oostelijke oever ligt. Om 12 uur zou de eerstvolgende bus vertrekken, dus stapte ik deze in toen deze arriveerde. Het ritje kostte niet meer dan een normale maaltijd (65 baht), maar was zonder airco en duurde slechts 2 uur. In Chiang Khong nam ik vervolgens een tuktuk naar de pier waar ferry's je naar de overkant konden brengen. Hier raakte ik aan de praat met een Franstalig Belgisch koppel dat voor vandaag dezelfde plannen had als ik. Uiteindelijk zijn we tot het eind van de avond met elkaar opgetrokken. Aan de oever bevond zich een immigratiekantoortje, waar we eerst een paspoortstempel moesten halen om aan te duiden dat we Thailand vandaag zouden verlaten. Hierna konden we, tegen betaling uiteraard, aan boord van een simpele houten boot stappen. Even later vertrokken we en lieten we Thailand achter ons liggen. Iets meer dan een maand heb ik in de noordelijke helft van Thailand verbleven. Zeggen wat me beter is bevallen (China, Vietnam of Thailand), kan ik niet. Thailand was vaak in ieder geval anders dan ik mezelf had voorgesteld, danwel in positieve, danwel in negatieve zin. Gelukkig doen alle positieve momenten de enkele mindere momenten verbleken. Zo vond ik het oosten wat tegenvallen en vond ik het jammer vaak geen dorms tegen te komen. Maar o, wat was Bangkok een wereldstad (en zo anders dan de rest van het land)! En wat heb ik een lol gehad in Chiang Mai! En wat was de natuur op vele plekken wonderschoon! En wat waren de oude tempels ronduit indrukwekkend! En dan hebben we ook nog de prachtige wats, de wilde dieren, de vriendelijke bevolking, het lekkere eten, de bijzondere geschiedenis, de vrolijke festivals, het diepe respect voor de koning en ga zo maar door! Ok, natuurlijk heb je hier en daar een hurktoilet, vliegen er constant muggen om je heen, lopen er hagedisjes over de muren, wordt je tureluurs van het Thaise schrift of sta je midden op een markt plots stil vanwege het volkslied, maar ach, dat hoort er gewoon bij en maakt de Thailand-ervaring alleen maar completer. Het was een geweldige maand en ik kijk er nu al naar uit om in februari terug te keren, ook al zal ik dan letterlijk en figuurlijk een hele andere kant van het land gaan zien. Een bezoek aan dit land kan ik zeker iedereen wel aanbevelen, gewoonweg omdat Thailand zo divers is en er voor ieder wel wat wils is. De komende maand zal ik echter gaan ontdekken hoe divers Laos is, het minst ontwikkelde land hier in Zuidoost-Azië. Heel groot is het land niet en veel inwoners zijn er ook niet, maar reizen door het land zal waarschijnlijk minder soepel verlopen, aangezien ik niet altijd de beste verhalen heb gehoord over de staat van de wegen. Busritten van zo'n 10 uur voor een afstand van 200 km zijn eerder regel dan uitzondering. Verder schijnt het een zeer relaxed land te zijn met vriendelijke en rustige mensen en mooie natuur (bergachtige jungle in het noorden en vlakke landbouwgrond in het zuiden). We zullen het na vandaag gaan merken; grensplaatsje Huay Xai schijnt namelijk niet representatief te zijn voor de rest van het land. Nadat ik voet aan wal had gezet, zette ik mijn eerste stappen door Laos, op weg naar het immigratiekantoortje een paar meter verderop. Na het haastig invullen van wat papierwerk (het vrouwtje hier was allesbehalve rustig) moest ik voor $36 een visum voor een verblijf van 30 dagen kopen. Betalen kon echter ook met Thaise baht of met het betaalmiddel van Laos: de kip. Na het verkrijgen van een visum, enkele stempels en 700.000 kakelende knaken (zo'n 55 euro; de automaat kon je niet in één keer miljonair maken), ging ik eerst naar het hoofdkantoor van de Gibbon Experience, een enorm populaire en vrijwel altijd volgeboekte driedaagse jungletocht met ziplines (à la tokkelbaan) en boomhutten. Voordat ik op zoek ging naar een guesthouse en/of verder vervoer naar Luang Namtha, wilde ik weten of ik nog mee kon gaan op deze tocht. Zoals gedacht had ik pech en waren er al twee volle groepen van acht personen voor morgen. Ik kon echter wel tegen zevenen terugkomen en hopen dat iemand geannuleerd had. Met gekruiste vingers zocht ik een guesthouse, welke ik al snel vond (net als het Belgische koppel overigens), simpelweg omdat Huay Xai slechts één straat heeft met enkele huizen, restaurantjes en guesthouses. Alhoewel de kamers simpel waren, gaf het Friendship Guesthouse vanaf het balkon wel een aangenaam uitzicht op de straat en de daarnaast liggende Mekong. We ontmoetten hier een Fransman, waarmee we naar een restaurant zijn gegaan voor een late lunch. De erg jonge meisjes in het restaurant gaven ons een menu, maar wisten niet echt wat ze moesten doen toen we enkele gerechten en drankjes aanwezen. Aangezien we niet veel hadden aan nee-schuddende lachebekjes, zijn we elders gaan zitten, waar de service wel iets beter was en we even later de smaak konden proeven van het hier in Zuidoost-Azië befaamde Beerlao (en loempia's). Terug in het guesthouse ontmoetten we vervolgens nog een Noor, waarna we een stukje langs het water hebben gelopen (nou ja, op de autoweg die het water volgt). De lokale bevolking deed zoals gewoonlijk gewoon z'n ding, terwijl enkele kinderen af en toe lachten en zwaaiden toen we langsliepen. Nadat we een Koreaanse reisgenoot van de Noor hadden opgepikt, zijn we in een restaurant gaan zitten voor een drankje, welke later werd uitgebreid met een barbequemaaltijd. Terwijl we toekeken hoe de vele straathonden voor het restaurant aan een massale orgie begonnen, kregen wij onze stokjes kipsaté geserveerd. Het werd met z'n allen een gezellige (maar aangezien we vrij noordelijk en hoog zitten wel een koude) avond, waar iedereen z'n reisplannen voor de volgende dag(en) uitstippelde. Bij het kantoortje van de Gibbon Experience kon ik vervolgens een gat in de lucht springen, aangezien er een afmelding was bij de Waterfall-variant en ik de volgende morgen mee kon gaan! Na betaling van een eigenlijk extreem hoge prijs en het ondertekenen van een verklaring waarin op diverse manieren vermeld stond dat zij niet verantwoordelijk zijn voor mijn eventuele dood, liep ik blij terug naar het guesthouse. Hier pakte ik m'n spullen voor de trekking, waarna ik lekker ben gaan slapen.

Maandag 4 januari 2010
Dag 93: De Gibbon Experience

Vroeg stond ik op, waarna ik erachter kwam dat de kraan van mijn douche ontbrak. Nadat ik genoegen had genomen met de wastafel met koud water, checkte ik uit, nam ik een ontbijt (bananenpannenkoek, oftewel een pannenkoek waarop enkele schijfjes banaan worden gelegd) en liep ik naar het kantoortje van de Gibbon Experience, waar we om 8.30 uur moesten verzamelen. Hier maakte ik kennis met twee Duitse koppels, een Australisch koppel (allen tussen de 25 en 30 jaar) en een avontuurlijke Duitse vrouw van 68. Onze grote rugzakken konden we in een kamertje kwijt, waarna we konden plaatsnemen rond een monitor voor een filmpje met veiligheidsvoorschriften. Bij de Gibbon Experience draait het namelijk vooral om de ziplines: kabels welke tussen twee bomen gespannen zijn. Met een tuigje, welke vrijwel gelijk was aan een klimuitrusting en je volgens de video aan moest trekken als een luier (alsof iedereen zich nog kon herinneren hoe je dit vroeger deed), hing je dan onder de kabel, waarna je met twee wieltjes en een handgreep van fietsband onderlangs deze kabel rolde/gleed/vloog. Met diezelfde handgreep kon je ook remmen. (Zie Youtube voor on-ride filmpjes.) Vol nieuwsgierigheid, spanning en enthousiasme namen we plaats in een pickup-truck, waarmee we zo'n 1,5 uur over een verbeterde weg richting Luang Namtha hebben gereden. Hier en daar (op vrij willekeurige plekken) ontbrak het asfalt echter wel, waarna de chauffeur uitweek naar de linkerrijbaan (hier rijdt men gewoonlijk weer rechts) of gewoon hobbelend over de stenen eronder reed. Bij een hutje langs de weg pikten we onze gids op, de 19-jarige Som Vang (of Max), waarna we aan het laatste stuk in de truck begonnen. Via een hobbelend en slingerend zandpad reden we vervolgens recht op een rivier af, welke we vervolgens doodnormaal overstaken om daarna nog 20 minuten door elkaar geschud te worden. Even na elven bereikten we een klein lokaal dorpje met enkele volwassenen, vele kinderen en kippen en varkens. Hier begonnen we aan onze jungletrekking. Een groep die net terug was gekomen verzekerde ons dat het super zou gaan worden. We waren benieuwd en hoopten ook met z'n achten terug te keren. Na een gammel bruggetje (drie bamboestengels) liepen we over een prima begaanbaar zandpad de wildbegroeide jungle in. De groep raakte onderweg meer gewend aan elkaar en het zag er naar uit dat het drie erg gezellige dagen zouden worden. Max had voor ons een lunch meegenomen, netjes gewikkeld in bananenbladeren. Aangezien Laos vroeger net als Vietnam door de Fransen overheerst werd, zijn de Franse baguettes ook hier bekend. Na de sandwiches liepen we een stukje verder, waarna we bij een hutje kwamen waar we onze uitrusting kregen. Ietsje verderop kregen we de eerste zipline voor onze kiezen, waarna ieders hartslag toch wel even omhoog sprong. Op een helling was aan een boom een stalen kabel vastgebonden (allemaal wel heel veilig overigens), waarnaast een houten platformpje was gebouwd. De kabel was een kleine 100 meter lang en liep naar een iets lagere boom naar een helling aan de overkant. Max liet zien hoe je de roller en het veiligheidstouw aan de kabel kon bevestigen, waarna hij achterover begon te hangen en van het platform afstapte. Op z'n gemak tokkelde hij zo naar het platform aan de overkant, waarna hij ons gebaarde om een voor een hetzelfde te doen. Uiteraard was het voor iedereen nog best eng en erg wennen (vooral met het vasthouden en remmen), maar het was wel erg bijzonder om zo tussen de bomen op enkele meters hoogte naar de overkant te tokkelen! Wie omlaag wil glijden, zal echter omhoog moeten lopen, waardoor we vervolgens weer een stuk bergopwaarts zijn gelopen naar de volgende zipline. Deze was een stukje langer en hoger en eindigde bij een platform waar we meteen overstapten naar alweer een volgende kabel. Alhoewel iedereen langzamerhand wel aan de techniek begon te wennen, nam de spanning alsnog toe, aangezien de kabels steeds langer en hoger begonnen te worden. We zweefden nu namelijk niet meer gewoon tussen de bomen door, maar over de boomtoppen heen van de ene berg naar de andere berg! Het uitzicht (alhoewel je zeker geen last moet hebben van hoogtevrees) op de groene en vredige boomrijke omgeving was echter prachtig. Na deze kabels hebben we een behoorlijk stuk over smalle paadjes door de bergachtige jungle gelopen. De sfeer zat er al goed in en ook Max wist met zijn goede Engels veel over dit nationale park te vertellen. Bij sommige planten en bomen bleef hij dan ook staan om er ons op interessante wijze iets over te zeggen. Uiteraard hielden we onze oren en ogen ook goed open voor dieren, maar veel meer dan een termietenheuvel en een rat in een holletje van een bamboestengel kwamen we niet tegen. In de jungle waren 60 kabels aangelegd, maar dit was niet het enige. Ook bevonden zich er (verspreid) 7 boomhutten, welke op zeer professionele wijze hoog in de bomen waren geplaatst en slaapruimte aanboden voor toeristen. Via een zipline (een andere toegangsweg was er namelijk niet) namen we een kijkje in zo'n boomhut, waar we ontvangen werden door een green viper. Zelf had ik de slang helaas niet gezien, maar wel moest ik na aankomst snel van de kabel af. De slang kwam niet meer terug, waarna we veilig via een andere kabel de boomhut konden verlaten. We liepen weer verder. Aangezien iedereen zijn bepakking steeds bij zich moest houden en het behoorlijk warm was (alhoewel de schaduw van de bomen de felle zon gelukkig goed tegenhield), was het niet de meest makkelijke tocht. Tegen het einde van de middag bereikten we onze laatste zipline, welke (houd je vast) maar liefst 400 meter lang was en op het hoogste punt 280 meter van de grond verwijderd was! Neem maar van mij aan: dat is heel erg hoog! (Ter vergelijking: de Eiffeltoren is zo'n 320 meter hoog.) Met een behoorlijke vaart vloog ik hier door de lucht, terwijl ik kon genieten van het enorm mooie uitzicht op de bomen en een rivier. Wat er door je hoofd gaat op zo'n moment? Iets als dit: 'Oh, aah, dit is hoog, heel hoog! Oh my, oh my buddha! Ah, lekker fris windje! Uitzicht, wow, wow, wow, wow! Hé, boomhut! Oeh, felle zon! This is so freakin' awesome!'. Ja, deze Gibbon Experience legde de nadruk inderdaad op 'ervaring', en wat voor een! En dat was niet eens het eind. Via een korte zipline bereikten we boomhut nummer 6, waar we zouden verblijven voor de nacht. De boomhut was geen simpel hutje in een boom van 4 meter; in plaats daarvan bevonden we ons in een mooie houten constructie van twee verdiepingen in een hoge boom van bijna 50 meter hoog. Aan de zijkanten waren uiteraard railingen geplaatst, waardoor de kans op een vrije val naar beneden aanzienlijk verkleind werden. Op de vloer waren simpele matrasjes neergelegd waarboven muskiettennetten hingen (alhoewel we geluk hadden dat het niet het muggenseizoen was) en ook was er een klein keukentje, een tafeltje en enkele krukjes. Er was zelfs een waterleiding naar boven aangelegd! Een douche en een toilet waren er ook, waarbij die laatste een wel heel diep gat had! Terwijl we om ons heen de vogeltjes hoorden fluiten, genoten we van enkele snacks in een kist (fruit en pinda's), waarna Max ons verliet. Hij zou de volgende morgen weer terugkomen. Het diner stond in ijzeren bakjes al voor ons klaar, welke we zelf op de aanwezige borden konden scheppen. Het was een simpel, maar smaakvol diner met rijst, groente en noodles. Aangezien de groep erg gezellig was, vermaakten we ons prima, ook al vonden enkelen het jammer dat er niet ergens een winkeltje verstopt zat om iets anders dan water te kunnen drinken. 's Avonds deden we nog even de lampen uit (ja, zelfs die hadden we), waarna we van de heldere sterrenhemel konden genieten, ook al was het maar van een klein gedeelte daarvan, omdat de bomen en ons bladerdak veel van het zicht belemmerden. Redelijk op tijd zijn we vervolgens in onze 'tentjes' gaan slapen, nieuwsgierig naar wat de volgende dag zou brengen.

Dinsdag 5 januari 2010
Dag 94: De Vliegende Hollander

Aangezien Max om 7 uur al zou komen voor een ochtendtrekking, hadden we de wekkers om 6.30 uur gezet. Tien minuten daarvoor werden we echter al wakker gemaakt door een vreemd en erg hard geluid in de verte, dat enkele minuten lang door bleef gaan. Nadat even later onze eigen jungle-aap Max nonchalant aan was komen vliegen, vertelde hij dat het een barking deer (een hert) was. Met een slaperige kop stapten we vervolgens in ons tuigje, waarna we glijdend de boomhut verlieten. Een uurtje hebben we een rondje door de jungle gemaakt, in de hoop gibbons te spotten. Alhoewel we ze wel hebben gehoord, vonden we ze helaas niet. Voordat we teruggingen naar de boomhut, gingen we nog een gave zipline af. Het einde van zo'n kabel is altijd even spannend, aangezien je soms met een enorme vaart aan komt vliegen en hard moet remmen om niet tegen de boom aan te smakken (dit kwam bij de zwaardere personen vaker voor), maar je vaak ook het einde niet haalt en dan snel moet remmen om niet terug naar het midden te glijden (wat de 68-jarige Ursula helaas overkwam), om vervolgens achterstevoren en ondersteboven als een aap naar het einde te klimmen. Uiteraard moest ik dat vanwege mijn gewicht vrij vaak doen. Na deze vliegende start van de dag werden we in de boomhut pas echt wakker met een ontbijtje van rijst en thee of koffie (en fruit en brood als snacks), waarna we onze 'checkout' toch wel als de meest bijzondere ooit beschouwden. Zo'n zipline is zoveel leuker dan een gewone voordeur! We lieten onze uitrusting achter, om aan een zware trek door de jungle te beginnen. Onderweg trotseerden we gladde zandpaadjes, balanceerden we over boomstambruggetjes, liepen we over en door rijstvelden (waar Ursula uitgleed en in de modder viel, maar gelukkig ongedeerd bleef) en zwaaiden we naar waterbuffels. In de jungle legde Max ons opnieuw veel uit over besjes, bomen en bladeren en liet hij ons een boom zien waarin duidelijk te zien was dat er niet eens zo lang geleden een beer in was geklommen. Alhoewel Max nog jong was, had hij veel jungle-ervaring, aangezien hij er in opgegroeid was. Hij had slechts drie jaar school gehad en had al zijn Engels van de toeristen geleerd (ook wij bleven hem nieuwe woorden leren). Lezen en schrijven kon hij slechts enigszins in Lao. Nadat hij ooit een jager per ongeluk een mens had zien neerschieten, besloot hij om zelf nooit jager te worden. Ook wist hij de (tegenwoordig illegale) opiumproductie in zijn dorp te weerstaan, waarna hij nu fulltime (met slechts 15 vrije dagen per jaar) met veel plezier voor de Gibbon Experience werkt. Het was een goede en slimme jongen en we hopen dat hij het ver zal schoppen als hij de kans krijgt ook Engels te kunnen lezen en schrijven. Tijdens onze ochtendtrek kwamen we ook nog een zielig jong vleermuisje tegen, welke met een gescheurde vleugel hulpeloos op de grond lag. Na een enorm lange klim naar boven (en dan weer een stuk naar beneden) kwamen uit bij een meertje, waar zich aan de zijkant tussen de rotsen de beloofde waterval bevond. Heel spectaculair was deze echter niet en je kon het pas echt goed zien als je het water in zou gaan. Om af te koelen namen we een duik in het water, alhoewel we hier weer snel uitkwamen aangezien het water wel heel erg koud was. We konden vervolgens genieten van een welverdiende lunch van rijst, omelet en veel te pittige noodles, welke door iemand gebracht was. Nadat we met de uitrusting van een vorige groep nog enkele gave ziplines zijn afgegaan (met een nog steeds mooi uitzicht; niet alleen op de bomen en de rivier, maar nu ook op de waterval), kwamen we halverwege de middag aan in boomhut nummer 5. Deze was iets anders dan de eerste, maar nog steeds ronduit indrukwekkend. Nadat Max ons wat fruit had gegeven en een kaartje van de omgeving had getekend, verliet hij ons, waarna we zelf plezier konden maken in de jungle. We volgden een route vanaf het kaartje, waarbij we veel lol hadden en vol enthousiasme enkele ziplines zijn afgegaan (en nog een andere boomhut bezochten). Bang waren we niet meer; het was nu juist een gave kick! Het (figuurlijke) hoogtepunt op onze eigen tour was de langste kabel hier in de jungle van Bokeo Province. In 47 seconden legden we namelijk een afstand af van zo'n 600 meter (dat is zo'n 50 km/u)! Wat een ongelooflijke ervaring (welke alleen te bevatten is als je het zelf ondergaat)! Op hetzelfde moment als dat wij terugkwamen bij onze boomhut, kwam ons eten aanvliegen. Dat is pas een unieke bezorgservice! Om de tafel dineerden we vervolgens met kleefrijst en groente. Na de afwas maakten we onze bedden in orde (vooral het ophangen van de muskietennetten was een gedoe), waarna we kaarsjes aanstoken (het was al donker geworden en de accu van de verlichting was op) en rond de tafel zijn gaan zitten. Een fles whisky bleek hier enorm vies te smaken, waarna deze wat later op ludieke wijze gemixt werd met thee, suiker en mandarijnensap, wat resulteerde in een apart mixdrankje dat helaas niet heel veel beter smaakte. Terwijl we bezoek kregen van ratten, speelden we vervolgens een moordspel, wat zeer vermakelijk was (en waarbij het lot mij tot twee keer toe tot moordenaar benoemde). Na een lange dag en een gezellig avondje zijn we onder begeleiding van het krekelkoor in de jungle om 21 uur op onze matrasjes gaan slapen.

Woensdag 6 januari 2010
Dag 95: Een ervaring rijker

De kou en de ritselende ratten zorgden ervoor dat iedereen 's nachts minstens wel een keer wakker werd. 's Ochtends was iedereen daarom ook nog best moe, alhoewel we toch om 7.15 uur al aan een wandeling door de jungle begonnen. De gibbons waar we op hoopten, zagen we helaas niet. Wel hebben we twee spechten tegen een boom aan zien tikken. Na een erg steile afdaling was het in de hut tijd voor het ontbijt, welke bestond uit rijst, omelet en aardappel. Na een rustpauze en een praatje met Max begonnen we aan onze laatste trekking. Onderweg genoten we voor het laatst van de geweldige ziplines, waarna we afscheid namen van onze uitrusting (snik!) en nog een hele tijd hebben gelopen. Het was een erg warme tocht, mede omdat we ook door open velden heen waren gelopen. Lopend langs (en door) het water, maisvelden en een veldje waar illegale opiumplantjes verbouwd werden, kwamen we terug in het dorpje waar we eergisteren begonnen waren. Via de hobbelige en stoffige zandweg (welke in het regenseizoen onbegaanbaar is) reden we terug naar de hoofdweg, waar we bij een gebouwtje afscheid namen van Max en een lunch nuttigden. Om 15.30 uur waren we vervolgens weer terug in Huay Xai, waar iedereen in een guesthouse alle viezigheid heerlijk van zich af kon douchen. Om de tour volwaardig af te sluiten, zijn we om 18 uur bij een restaurant gaan eten. We hadden wel trek in iets westers, aangezien we de laatste drie dagen meer dan genoeg rijst hadden gekregen bij elke maaltijd. We genoten van ons barbecuevlees en de steaks, terwijl boven ons een spin een gevangen prooi aan het inwikkelen was en onder ons enkele jonge kittens met elkaar aan het spelen waren. Het was een enorm gezellige avond en ik ben ook enorm blij dat ik het geluk had om op deze tour mee te kunnen gaan: de tour was een unieke ervaring en de groep was super! Het was daarom ook erg jammer toen we elkaar aan het eind van de avond gedag moesten zeggen, omdat iedereen andere plannen voor morgen had en we elkaar dus niet meer terug zouden zien. In mijn guesthouse ben ik daarna lekker gaan slapen, ook al kon ik dat niet zo lang doen als ik zou willen. Om 7 uur word ik namelijk al in de receptie verwacht voor m'n vervolgreis naar Luang Namtha.

Chiang Rai

Vrijdag 1 januari 2010
Dag 90: Een nieuw jaar, een nieuw avontuur

Alhoewel de receptie vandaag een uur later open ging, bleef het checkout tijdstip van 10.30 uur onveranderd. Ik was dus genoodzaakt om om 10 uur op te staan en m'n spullen te pakken. In de openbare ruimte nam ik een ontbijt, waarna ik enkele mensen van gisteravond gedag zei. Ook nam ik afscheid van Phan en het andere personeel van Julie Guesthouse. Ik zal toegeven dat ik het in de taxi op weg naar het busstation niet kon laten om een traantje weg te pinken: ik heb hier anderhalve week gezeten, ontzettend veel gave dingen gedaan, geweldige mensen ontmoet en een te gekke Kerst en oud en nieuw meegemaakt. Het begon bijna te voelen als een tweede thuis, maar dan in Thailand. Maar aan alles komt een eind, dus kocht ik op het busstation een kaartje voor de bus naar Chiang Rai, een stad die vaak het kleine broertje van Chiang Mai wordt genoemd. Helaas waren alle bussen tot 14.15 uur al volgeboekt, waardoor ik hier bijna drie uur heb zitten wachten totdat ik eindelijk kon vertrekken. Hierna volgde ook nog eens een busrit van een kleine drie uur, dus het was me het middagje wel. Met m'n Nintendo DS wist ik m'n uurtjes wel door te komen. Sinds kort boffen de taxichauffeurs in Chiang Rai ook weer, want buiten de stad is vorig jaar (pff, wat klinkt dat alweer lang geleden) een nieuw busstation gebouwd. Met een horde mensen stapte ik daarom in een taxi (grote tassen bovenop) welke ons naar het oude busstation in de stad lag. Met dezelfde taxi kreeg ik hierna een privérit naar het Chat Guesthouse, waar gelukkig nog een kamertje voor me beschikbaar was. Alhoewel ik het idee had dat de kamer in z'n vorige leven een badkamer was (gezien de badkamerspiegel en de tegeltjes onder de vloer en achter het behang), leek het me prima voor twee nachten. In het restaurant van het guesthouse nam ik een lekkere maaltijd, waarna ik een tijdje vanaf m'n telefoon heb zitten internetten. Plots werd ik verrast door een bezoek van iemand die ik 's middags had leren kennen op het busstation van Chiang Mai (nadat ik haar had gevraagd even op m'n tas te passen tijdens een toiletbezoekje...), maar een latere bus had en in een ander guesthouse was belandt. Ze had een kamergenoot meegenomen, een jongen die blijkbaar wel bij mij in de bus zat. Afijn, een tijd lang hebben we gezellig zitten kletsen, waarna er wat later nog iemand van mijn guesthouse aanschoof. Zodoende heb ik nog steeds niets van Chiang Rai gezien, maar ach, het was een leuke avond en morgen heb ik meer dan genoeg de tijd.

Zaterdag 2 januari 2010
Dag 91: Een rustig dagje in Chiang Rai

Vandaag was het een rustig en standaard dagje sightseeing in Chiang Rai. Nadat ik lekker lang had uitgeslapen nam ik een ontbijt/lunch, waarna ik de stad in ben gegaan. Aangezien Chiang Rai niet groot is, waren alle highlights (ook al zijn dat er helemaal niet veel) op loopafstand te bereiken. Vlak om de hoek van het guesthouse bevond zich de belangrijkste tempel van de stad, de Wat Phra Kaew. Van buiten was de tempel niet heel anders dan de tempels die ik eerder had gezien. Van binnen echter ook niet, alhoewel er hier wel een klein museum was met enkele boeddhistische artefacten en relikwieën. Het belangrijkste van deze tempel was er echter niet meer, aangezien de Emerald Buddha, die hier na een blikseminslag werd gevonden, nu in Bangkok staat. Wel was deze vervangen door een ander beeld. Ik liep verder, langs een andere wat, op weg naar het Hilltribe Museum. Hier werden door middel van allerlei gebruiksvoorwerpen de verschillende bergvolkeren van het noorden in beeld gebracht. Het museum steunt deze dorpjes ook en liet dan ook merken niet altijd blij te zijn met nepdorpjes voor toeristen, zoals de menselijke dierentuin van de langnek Karen, welke voor toeristen vanuit Burma 'geimporteerd' worden. Daarnaast gaf het museum nog een blik op de voormalige verbouwing van opium in de 'Golden Triangle' (het gebied waar Burma, Laos en Thailand samenkomen) en de gevolgen die dit met zich meebracht op het gebied van hiv/aids vanwege besmette injectienaalden. Tenslotte werd de veelzuidigheid van bamboe nog gedemonstreerd, net als de varieteit in kleding. Het was interessant om te zien, waarna ik na een gefrituurd ijsje en een gratis kopje thee nog wat door de stad heb rondgelopen. Heel veel meer was er echter niet, behalve dat velen begonnen waren aan het opzetten van de grote vrijdag- en zaterdagavondmarkt. Nadat ik in m'n guesthouse had uitgerust, liep ik hier overheen, alhoewel ik eigenlijk een tuktuk zocht om naar het Flower Festival te gaan buiten de stad. Aangezien ik deze niet kon vinden (als je ze nodig hebt, lijken ze er nooit te zijn), liet ik het maar schieten. Ik wilde toch niet al te laat terugkeren. De markt was op zich best vermakelijk. Helaas kon ik me mentaal nog steeds niet over de streep trekken om die ene ervaring rijker te worden die iedereen hier op de markt zou moeten ervaren. Ook ik wil me ergens deze reis overgeven aan het eten van gefrituurde insecten, maar ik wacht nog tot Laos of Cambodja. Maar het zal nog gaan gebeuren, want iets in me zegt dat ik het wil proberen! Wel probeerde ik een andere snack, alvorens naar het guesthouse terug te gaan voor een normaal diner. De rest van de avond heb ik niet veel meer gedaan. Op tijd ben ik gaan slapen, aangezien ik morgen niet al te laat wil vertrekken naar de grens.

Chiang Mai, deel 3

Zondag 27 december 2009
Dag 85: Dierendag

Alhoewel m'n reis op dierendag begon, was er toen weinig van te merken. Vandaag daarentegen stond volop in het teken van allerlei dieren. Het begon vanochtend, toen ik na m'n ontbijt om 9.30 uur naar de hoek van de straat liep en een tuktukchauffeur vroeg me naar het Tiger Kingdom te brengen. In Kanchanaburi had ik bij de Tiger Temple al de mogelijkheid om in aanraking te komen met tijgers, maar vele verhalen vertelden mij dat de tijgers daar enorm slecht verzorgd worden, kleine kooien hebben, vastgeketend zitten en aan de drugs zitten om tam te blijven. Hier vlak buiten Chiang Mai was dat echter niet het geval, waardoor ik wel op bezoek wilde gaan. Na een (goede en relatief veilige) rit van zo'n 40 minuten arriveerde ik bij het park, waar je diverse (redelijk prijzige) mogelijkheden had. Zo kon je de babytijgers bezoeken, tijgers van 5 en 8 maanden oud en de grote katten. Babyleeuwtjes waren er zelfs ook nog. Ik besloot voor een combo-aanbieding van de tijgers van 5 maanden en de grote te gaan. Je mocht dan een kwartier bij elke soort blijven. Van tevoren werd je goed gewaarschuwd geen flits te gebruiken bij de foto's, geen onverwachte dingen te doen en de tijgers voorzichtig van achteren te benaderen. De tijgers waren dan wel tam, maar het zijn en blijven wilde beesten, dus je weet maar nooit. De verblijven van de tijgers zagen er inderdaad goed verzorgd uit, met wat gras, water, boompjes en struiken. De tijgers zelf lagen niet aan de ketting, maar lagen vredig op de grond te suffen. Overdag zijn ze namelijk nooit echt actief. Eerst bracht ik een bezoekje aan de tijgers van 5 maanden, waarvan er drie waren. Onder begeleiding van een verzorger mocht ik bij de 'kleine' tijgers zitten en ze aaien. Kietelen en zacht aaien vonden ze niet leuk; liever hebben ze dat je ze flink aait. Bij een enkeling die sliep mocht ik er ook nog naast komen liggen voor een bijzondere foto. Aangezien de andere twee kleintjes trek hadden, kreeg ik van de verzorger de fles, waarna ik er een te drinken mocht geven. De andere werd op dat moment jaloers, waarna hij op een speelse manier naar m'n been begon te happen. De verzorger kwam gelukkig meteen in actie om hem vervolgens de fles te geven. Hierna begonnen ze leuk met elkaar te spelen. Het kwartier was vanzelfsprekend snel om, maar het was wel erg prachtig en lief om te zien! Misschien nog liever en speelser waren de pasgeboren tijgertjes, welke ik van een afstandje kon aanschouwen. Terwijl ik de 8 maande oude tijgers van achter het hek bekeek, wachtte ik op mijn beurt bij de grote tijgers. Even later mocht ik het hok in van een 20 maanden oud mannetje en zijn twee even oude zussen. Deze tijgers waren een behoorlijke slag groter en indrukwekkend om te zien. Ook hier mocht ik er bij komen liggen voor foto's, maar bij elke beweging van het beest moest ik oppassen. Ik denk dat iedereen wel opzij deinst als zo'n groot beest z'n hoofd naar je toe begint te draaien. Het vrouwtje had namelijk zin in een wandelingetje, iets wat we niet tegenhielden. Voorzichtig bleef ik toekijken, totdat het kwartier om was en ik het hok verliet. Het was een zeer bijzondere en gave ochtend! M'n chauffeur was op mij blijven wachten, waarna hij me naar m'n volgende bestemming van vandaag bracht: de dierentuin. Alhoewel het misschien niet het meest spectaculaire is wat je hier kunt doen, scheen deze dierentuin wel een van de grootste en mooiste van hier te zijn, waarbij de dieren ook nog eens goed verzorgd worden (in tegenstelling tot die van Saigon bijvoorbeeld). Daarnaast was het een mooie gelegenheid om nog enkele beesten te zien die ik nog niet in het wild was tegengekomen. Het was inderdaad een grote en mooie dierentuin (met aardig wat weekendtoeristen), waarbij het mij overbodig lijkt om alle dieren hier op te sommen. Ik zal het bij de hoogtepunten houden. Na flamingo's en enkele beesten van de Afrikaanse savanne kwam ik bij de reuzenpanda terecht. Aangezien dit beest tegenwoordig nogal zeldzaam is (zelfs in dierentuinen; ik kan me niet herinneren of ik er ooit een in het echt gezien heb), dacht de dierentuin hier een slaatje uit te kunnen slaan door extra toegangsgeld te vragen. Ronduit belachelijk natuurlijk, maar het was het geld uiteindelijk wel waard, want de twee panda's die ik te zien kreeg waren wel erg mooi en nog actief ook! Het zijn leuke beesten, welke begonnen te eten op het moment dat ik kwam. Ergens hadden ze best wel menselijke trekjes: onze goedaardige dikzakken gingen er op een bankje lekker voor zitten, waarna ze met hun poten de takken met blaadjes om hun heen oppakten en in hun mond stopten om te eten. Het was net zo'n luilak die thuis op de bank met een zak chips tv zit te kijken, maar dan vele malen leuker en liever om te zien! De pasgeboren baby konden we helaas alleen via een webcam bekijken. Het bezichtigen van de Snow Dome leek mij wat overbodig omdat ik, in tegenstelling tot de meeste Thai, wel weet wat sneeuw is. Ik ging daarom naar het Aquarium, een groot gebouw vol met, euh... aquaria. Hier binnen zag het er allemaal prachtig uit en waren er ook vele onderwaterwezens te bewonderen. Eén aquarium was zelfs helemaal in de kerstsfeer gemaakt (en de kerstmuziek draaide overal). Daarnaast bevond zich er nog een behoorlijk lange tunnel waar de vissen langs en over je heen zwemmen (zoals in Sea Life). Na dit onderwateravontuur bezocht ik nog enkele andere zoogdieren (de twee tijgers hier waren echter stukken minder interessant), waarna de vogels, reptielen en de primaten aan bod kwamen. Na de pinguins had ik het hele park wel doorlopen, waarna ik op zoek ging naar de uitgang. Vanwege de omvang van het park duurde dit nog wel even, maar de betaalde monorail nemen hoefde van mij ook niet. Met veel mooie foto's verliet ik uiteindelijk aan het eind van de middag de mooie dierentuin, waarna ik met een taxi terug ging naar het centrum. De chauffeur zette me op een dusdanige plek af zodat ik nog even een stukje over de grote en populaire zondagavondmarkt kon/moest lopen. Ik liep er slechts kort overheen (aangezien ik 's avonds terug wilde komen), maar zag al snel dat de kraampjes vergelijkbaar waren met gisteravond. In het guesthouse heb ik wat gerelaxed, gekletst met anderen en lekker gegeten. Na een kort bezoekje aan een internetcafé ben ik met Phan naar de avondmarkt gegaan, iets dat we eerder deze week al hadden afgesproken. Het was leuk om eens met een lokaal iemand over de markt te lopen, aangezien deze toch met een andere blik de markt aanschouwt. Zelf kocht ik niets anders dan enkele diverse zoete snacks, waarvan de meeste gelukkig erg lekker waren. Phan kwam echter -ongepland- met meer spullen thuis, aangezien ze sommige sjaaltjes echt niet kon laten hangen en ook nog wat voor haar kleine zusje wilde kopen. Het was een gezellig avondje, waarna ik uiteindelijk iets later naar bed ging dan ik oorspronkelijk in gedachten had. Morgenochtend moet ik namelijk vroeg opstaan, aangezien ik om 8 uur al wordt opgehaald voor een 2-daagse mahout tour!

Maandag 28 december 2009
Dag 86: De olifanten van Jumbo

Het was een korte nacht slaap, waarna ik om 8 uur op het terras van het guesthouse begon te wachten om te worden opgehaald. Na zo'n 20 minuten gebeurde dit en stapte ik met een Duits koppel in een pickup-truck waar al een Amerikaan in zat. We hadden drie verschillende tours geboekt, maar zouden allemaal beginnen in het Jumbo Elephant Camp in Baan Chang. Na een korte stop bij dezelfde vlindertuin als bij de trekking en een verder gezellige rit, kwamen we hier aan. Het kamp (welke dicht bij de plek van de trekking lag) zag er netjes uit en had een stenen gebouw met een keuken, enkele kamers en sanitaire voorzieningen. Buiten stond een houten eettafel direct naast een grote open plek met zes olifanten, variërend van 5 tot 45 jaar oud. De meeste aandacht werd echter opgeëist door Susu, een zeer jonge en speelse pup, welke niet van ons af kon blijven. Daarnaast waren er enkele mahouts, de officiële olifantenverzorgers, waarvan een onze gids was. Alhoewel de mahouts in de meeste gevallen konden wisselen, namen ze elk een eigen olifant onder de hoede. Terwijl de Amerikaan aan zijn olifantentochtje en trekking van 1 dag begon, kregen de Duitsers en ik een mahoutpak, bestaande uit een wijde blauwe broek, een rood shirt en een roze sjaal voor om ons hoofd. Onze gids gaf ons vervolgens een introductie over het 10 jaar oude kamp en haar bewoners. Ook leerde hij ons enkele woordjes van de 'olifantentaal', welke al vele generaties gebruikt wordt om ze te berijden. Het zag er naar uit dat de olifanten goed verzorgd worden hier, waarbij ze bijvoorbeeld vaak genoeg nieuwe maïsplantstengels kregen, maar ook lekkere verse banaantjes. Olifanten eten 200 kg per dag, dus kregen we een mand met een behoorlijke hoeveelheid kleine bananen, welke wij aan de olifanten mochten voeren. Dit was erg apart om te doen! De olifanten hielden hun slurf omhoog, deden hun mond open en staken hun ontzettend dikke tongen naar buiten, waarna we er een trosje minibananen op konden leggen, welke ze vervolgens als een vuilniswagen naar binnen schoven. Lekker vonden ze het wel! Hoe lekker de slurfzoen was die ik vervolgens kreeg, mag je zelf raden. Na voedertijd was het tijd om ons de beginselen van het rijden te leren. We moesten echter eerst op de olifant zien te komen, wat ook al niet meeviel. Het was namelijk niet meer vanaf een verhoogd platform eventjes op een bankje op een olifantenrug stappen, maar vanaf de grond een olifant zonder enige teugels, zadels of bankjes beklimmen. Met een commando zakte de olifanten enigszins door een van z'n voorknieën heen, waarna je op z'n bovenbeen kon staan en je op hem kon klimmen. Het was hier noodzakelijk om z'n oor goed beet te houden. We probeerden om met enkele commando's de olifanten te laten lopen en te sturen, maar of ze nou naar ons luisterden of gewoon hun echte mahout achterna liepen, was ons niet helemaal duidelijk. Ook hadden we een stok met een scherpe punt er aan gekregen. Even vreesden we dat deze manier van werken verkeerd was, maar gelukkig viel het heel erg mee. Door deze bij de een van de oren te houden (je moest het beest uiteraard niet piercen) en zachtjes tegen dat oor te schoppen, kon je de olifant de andere kant op sturen. Voordat we verder gingen, hebben we nog geluncht, waarbij we een lekkere en uitgebreide maaltijd van rijst, groente en kip kregen. Begeleid door enkele ervaren mahouts hebben we vervolgens een tocht door de jungle gemaakt. Zelf zat ik op een redelijk jonge en kleine olifant, wat niet enorm comfortabel was (omdat z'n hoofd wat lager zat en ik aardig voorover gebogen zat). Daarnaast was hij een beetje eigenwijs en bleef hij dikwijls staan. Gelukkig wilde hij zo nu en dan wel naar de echte mahouts luisteren en anders volgde hij zijn moeder wel. Onderweg grepen de olifanten ook behoorlijk wat planten en takken om op te eten. Voor hen was het net een grote supermarkt waar alles gratis. Soms bleven de beesten bij bomen of rotsen ook nog even staan om er met hun rug tegenaan te wrijven. Een andere manier om te kriebelen hadden ze immers niet. Het was een vermakelijke trip, waarbij we eerst bergopwaarts gingen om bovenaan te pauzeren. De olifanten doken hier het bamboebos in om de blaadjes en takken te verorberen. Ophouden met eten konden ze niet. Na de pauze gingen we verder, bergafwaarts ditmaal, waarna we uiteindelijk weer bij het kamp uitkwamen. Omdat de olifanten vies waren geworden van de trip, begeleidden we ze naar het water, waar ze van een lekker bad konden genieten. Wij hielpen ze hiermee, door ook het water in te stappen en hun ruggen te boenen met een borstel, wat ze erg fijn leken te vinden. Dit was leuk om te doen, waarbij we verrassend genoeg droger bleven dan ik van tevoren dacht (de olifanten spoten ons niet helemaal nat met hun slurf). Na dit avontuur konden de olifanten in het zonnetje lekker opdrogen, waarna wij een frisse douche konden nemen en onze mahoutkleding konden verruilen voor onze eigen kleding. Voor het Duitse koppel was de training voorbij. Om de tijd tot het diner te doden (aangezien ik nu alleen was), bood gids Kham mij aan om samen naar eenn tempel iets verderop te gaan. Niet per se vanwege de tempel, maar wel vanwege het bos en de tuin eromheen. Generatie op generatie worden in zijn familie namelijk de geheimen van het plantenrijk doorgegeven. Kham gaf me een uitgebreide rondleiding langs de planten en legde me uit dat elke plant wel gebruikt kon worden om iets te genezen. Voor elk kwaaltje was er wel een plant dat het zou verhelpen. Het was erg interessant om op deze manier het leven van de lokale junglebevolking mee te krijgen. Terug in het kamp werd me een uitgebreide (maar erg lekkere) maaltijd voorgeschoteld. Het was veel te veel voor me, ook al adviseerde Kham me telkens om rustig aan te doen. Gelukkig hielp Susu ook een klein handje mee en werd de rest later opgegeten door de andere mahouts. In de avond kregen we nog gezelschap van drie personen die met een trekking bezig waren, waarna we nog een tijd om het kampvuur hebben gezeten om warm te blijven. Wachten totdat de olifanten (welke nu aan de ketting waren gelegd) gingen slapen om hun gesnurk te horen wilde ik niet, aangezien het bijna volle maan was en de olifanten daardoor pas erg laat (en erg kort) zouden gaan slapen. Ik wilde na een lange dag (en met nog zo'n dag in het vooruitzicht) liever uitrusten op het matrasje in m'n slaapkamer.

Dinsdag 29 december 2009
Dag 87: Mahout voor een tweede dag

Even voor achten stond ik op, waarna me een half uur later een ontbijt met rijstsoep voorgeschoteld werd. Daarnaast kreeg ik allerlei bakjes met ingrediënten om de soep mee te vullen. Het was een maagvullend ontbijt. Aangezien ik vandaag de enige was, was het een behoorlijke privétour. Gelukkig werd er goed voor me gezorgd. Na het ontbijt kon ik me weer omkleden in de mahoutkleding, waarna Kham me liet zien hoe je een speciaal medicijn voor olifanten kon maken, welke de spijsvertering schijnt te bevorderen. Met mortar en pestle (ben de Nederlandse termen even kwijt) maalden we eerst rijst en zout fijn, waarna we het mengden met banaan en tamarinde. Toen we een fijn gemalen goedje hadden, maakten we er enkele ballen van (het was net als gehakt), welke we in de zon lieten drogen. Later op de dag gaven we een van de olifanten deze wekelijkse lekkernij. Hierna was het tijd om opnieuw een rit met de olifanten door de jungle te maken. Deze keer klom ik bovenop een grote vrouwtjesolifant (de moeder van gisteren), wat vanwege de grootte niet makkelijk was. Nadat ik er via een been en de oren op was geklauterd, maakten we over een ander pad dan gisteren de tocht. Het rijden ging me nu iets makkelijker af, aangezien ik iets comfortabeler zat en de olifant ietsje beter luisterde. Maar toch vond ze het nodig om erg vaak planten (ze had een specifieke voorkeur) met wortel en al met haar slurf uit de grond te trekken om vervolgens op te eten. Ook de takken met bamboe(blaadjes) naast en boven ons waren schijnbaar erg lekker. Wel moest ik me goed oppassen als ze haar hoofd en slurf omhoog hield om hangende takken te pakken, aangezien dat mij af en toe behoorlijk achterover deed hellen. Na een pauze, waarbij een grote groep bamboetakken niet gespaard bleef, gingen we weer richting het kamp. Ditmaal lifte de olifant mij via haar slurf omhoog, wat een stuk makkelijker en leuker was! Op de weg naar het kamp vond mevrouw het uiteraard opnieuw nodig om zo nu en dan een boom met snoepgoed neer te halen, maar ach, er stonden genoeg bomen. Terug in het kamp roetsjte ik via de slurf weer naar de grond, waarna we konden zien hoe blij vader olifant was om het vrouwtje weer terug te zien. Ik laat tot ieders eigen verbeelding over wat er hier vervolgens gebeurde, maar de mahouts kijken nu in ieder geval alvast uit naar een baby-olifantje over anderhalf jaar. Na dit vluggertje was het voor ons lunchtijd, met opnieuw enkele lekkere gerechten. Hierna was het alweer tijd om het olifantenkamp, de olifanten, de mahouts en Susu gedag te zeggen. Voordat ik echter terug naar Chiang Mai werd gebracht, wilde Kham me nog even naar een olifantenkamp in de buurt brengen. Hier was twee maanden geleden namelijk een olifantje geboren! Het kleintje van 120 kg was erg lief om te zien, ook al bleef het zich voornamelijk tussen moeders benen verstoppen. Bij elke stap die de moeder zette, schoof de kleine een stukje mee. Na een tijdje werd hij echter nieuwsgierig naar de enkele toeristen die zich om hen heen hadden geschaard. Snuffelend met zijn kleine slurf maakte hij vervolgens kennis met ons, wat erg bijzonder was. De kraamvisite duurde helaas niet lang, waarna ik met enkele anderen terug naar Chiang Mai werd gebracht. Ik heb me twee dagen in ieder geval zeer vermaakt. Na een warm welkom in het guesthouse nam ik er een smakelijke maaltijd, waarna ik met enkelen nog even in de openbare ruimte heb gehangen. We hadden veel geluk door niet door een uit de lucht vallende baksteen geraakt te worden; dat is wel de laatste doodsoorzaak die je hier verwacht. De rest van de avond heb ik niet veel meer gedaan. Ik probeerde m'n reisverslag bij te houden, maar dit lukte niet helemaal vanwege een vreemde Amerikaan die het leven in Amsterdam (de coffeeshops) helemaal geweldig vond. Een tijdje heb ik nog even in een internetcafé gezeten, waarna ik ben gaan slapen. Ik moest namelijk op tijd opstaan voor een culinair dagje!

Woensdag 30 december 2009
Dag 88: Koken in de tuin

Om iets voor achten stond ik op, waarna ik in de openbare ruimte met een lege maag naar de mensen heb zitten kijken die wel een ontbijt bestelden. Met opzet nam ik deze niet, omdat ik voor vandaag een heuse Thaise kookcursus had geboekt. Om 8.40 uur werd ik opgehaald door een pick-up, waarbij ik gelukkig met twee Engelsen voorin kon zitten. Nadat we nog enkele Fransen hadden opgehaald, reden we richting een 'organic farm' zo'n 17 km buiten de stad. Onderweg luisterden we naar de eindeloze, maar wel interessante boeddhistische verhalen van de eigenaar over materialistische en spirituele banden met iets of iemand, en hoe zo'n band je gemoedstoestand beïnvloedt. Halverwege de route maakten we een stop bij een markt met vers vlees, groente en fruit. De gids legde ons hier enkele dingen uit over rijst en sausjes. Vandaag zouden we alles met verse ingrediënten gaan bereiden, waarna hij enkele pakjes Knorr demonstratief opzij schoof. We hoefden zelf niets te kopen, maar konden wel even rondlopen, terwijl hij enkele benodigdheden kocht. Een deel van de ingrediënten groeide namelijk in hun eigen groentetuin. Toen we na een stuk rijden bij de farm waren aangekomen, kregen we een rondleiding door deze tuin. Terwijl wij een rood schort voorgebonden hadden en een rieten hoed droegen, liepen we langs vele verse planten, kruiden en specerijen. We kregen hierbij ook de gelegenheid om aan enkele te ruiken, om zo de verschillen tussen bijna gelijk ogende kruiden te achterhalen ('same same, but different'). Omdat de boerderij morgen en overmorgen gesloten is, was het een drukke dag vandaag, maar gelukkig was de boerderij groot en waren er meerdere meesterchefs die elk in een apart gebouwtje groepjes van zo'n 12 personen hadden. In de auto hadden we al een lijstje gekregen waarop allerlei gerechten stonden. Voor elk van de vijf gangen moesten we vervolgens keuze moeten maken tussen drie gerechten om te bereiden. Er was een ding dat we vandaag niet zelf hoefden te bereiden: de rijst. De gewone rijst werd voor het gemak namelijk gewoon in een stoompan bereid, terwijl het proces van de kleefrijst de nacht daarvoor al begonnen was. We mochten allemaal plaatsnemen achter een tafeltje met keukengerei en een fornuis. Door enkele mensen werden dan vervolgens de verse ingrediënten gebracht, afhankelijk van wat je gekozen had. De chef demonstreerde ons als eerste hoe je gele, rode of groene curry kon maken. Met een scherp mes probeerden wij hem daarna na te doen, door enkele ingrediënten fijn te hakken en vervolgens met mortar en pestle tot poeder te vermalen. In een pannetje goten we er vervolgens meer bij (zo kon je dus gelukkig zelf bepalen hoe pittig je het wilde maken) en brachten we het aan de kook, waarna ik uiteindelijk gele curry met aardappel en kip in m'n bakje kon scheppen. Etenstijd was het echter nog niet, aangezien we eerst nog twee gerechten zouden maken. Voor de bereiding van de gerechten moet je er zelf maar een kookboek op naslaan, aangezien ik dat hier niet allemaal ga uitleggen. Ik heb in ieder geval allerlei groenten in stukjes staan hakken voor een dik gevulde Thaise groentesoep. Voor het hoofdgerecht maakte ik kip met cashewnoten klaar. Gelukkig werden de stukjes kipfilet al in blokjes aan ons gegeven, zodat we niet zelf een hele kip (zoals je ze op de markt ziet) hoefden te ontleden. Terwijl het personeel zich vervolgens op de tussentijdse afwas stortte (jeeh!), konden wij aan tafel van onze gerechten proeven (oh jee!), samen met gewone rijst en kleefrijst. Voor iedereen bleek het veel te veel te zijn en bij iedereen was er overduidelijk een favoriet gerecht. Ik was in ieder geval trots op m'n kookkunsten en genoot van m'n kip met cashewnoten. De soep vond ik vanwege de overheersende smaak van een van de ingrediënten helaas niet zo lekker. De curry was echter prima te eten. Na deze uitgebreide lunch was het tijd om nog twee gerechten te maken. Het vierde gerecht was een lastige keuze voor velen, aangezien we moesten kiezen tussen loempia's en pad thai noodles. Aangezien ik niet van plan was het gerecht op de boerderij op te eten, maar in een zakje mee te nemen, besloot ik om voor de vegetarische loempia's te gaan (bij terugkomst in m'n guesthouse was ik er erg blij mee, want ze waren heerlijk!). Als toetje genoot ik van kleefrijst met mango, waarbij er weinig meer te koken viel, aangezien de kleefrijst er al was en de mango al geschild was. Maar we moesten het nog wel zelf mengen met suiker, zout en kokosmelk. Het smaakte goed! Hiermee kwam ook een einde aan de kookcursus, waarna we allen een boekje kregen met de recepten van alle gerechten. Zo kan iedereen thuis ook proberen de gerechten te maken, alhoewel het daar vast niet zo makkelijk zal verlopen als hier op de boerderij. Met een volle maag (en een tasje loempia's of noodles) stapten we allemaal weer de pickup-truck in, waarna we terug reden naar Chiang Mai. Ook nu praatte de eigenaar weer aan een stuk door over boeddhisme, zijn familie (een Belgische vrouw en twee dochtertjes) en de boerderij. Rond 16.30 uur kwam ik vervolgens weer aan in het guesthouse, waar ik lekker heb uitgerust. Aangezien ik niet enorm veel honger had, dineerde ik met slechts mijn overheerlijke loempia's en bruschetta van het guesthouse. Hierna heb ik wat informatie over m'n oversteek naar Laos opgezocht, welke ik in het nieuwe jaar (lees: over twee dagen) wil gaan maken. Nadat ik op de kamer nog een tijd met iemand heb zitten kletsen, heb ik nog even een internetcafé aangedaan, alvorens naar bed te gaan. Nog maar 1 dag te gaan tot het nieuwe jaar!

Donderdag 31 december 2009
Dag 89: Een happy end

De laatste dag van het jaar! Mijn laatste reisverslag van het jaar! Wat gaat de tijd toch snel; 2009 is wat mij betreft omgevlogen. Het blijft ongelooflijk hoeveel er in 1 jaar tijd kan gebeuren. Ook ben ik al bijna 3 maanden weg van huis, wat vreemd is om te beseffen. Het vakantiegevoel dat ik in de eerste paar weken had, is allang verdwenen. Ja, natuurlijk voelt het na al die tijd nog steeds als een vakantie, maar het rondreizen is op dit moment m'n dagelijkse leven waar ik al helemaal gewend aan ben geraakt. Ik hoop dat 2010 me ook vele mooie avonturen gaat brengen in de landen die nog zullen volgen. En daar zullen we snel achter komen, want morgen begint 2010 al en zal ik m'n reis vervolgen richting Laos! Het zuidelijke deel van Thailand zal ik dan na Laos en Cambodja aandoen. Maar eerst m'n laatste dag in Chiang Mai nog, oudjaarsdag! Aangezien ik de laatste dagen telkens vroeg moest opstaan, vond ik dat ik wel mocht uitslapen vandaag. Omdat het waarschijnlijk een lange avond zou gaan worden, was het ook daarom niet onverstandig. Heel veel meer had ik niet meer te doen, maar ik bleef toch liever hier om oudjaar te vieren, dat waarschijnlijk beter is dan aan de grens met Laos. Na een lekker ontbijtje besloot ik om op zoek te gaan naar een kapper, want daar was het na al die weken weleens tijd voor. Dichtbij het guesthouse vond ik een kapper, welke op professionele wijze voor slechts 3 euro de nodige haren van mijn hoofd knipte. Het resultaat was prima, waardoor ik voorlopig wel weer even kan rondlopen! In het guesthouse heb ik vervolgens geluncht, waarna ik iets gedaan heb wat ik nog nooit eerder gedaan heb, en iets dat je hier in Thailand eigenlijk niet kunt missen. Op vele plekken kom je het tegen, al vele malen is het me aangeboden, maar telkens liep ik verder of zei ik 'nee'. Toch was ik wel erg nieuwsgierig geworden naar de traditionele Thaise massage, vooral omdat ik positieve verhalen van anderen had gehoord. Dichtbij het guesthouse bevond zich een prima massagesalon, waar je voor 3 euro een uur lang gemasseerd kon worden. Nadat ik me had omgekleed in pyjama-achtige kleding, kon ik plaatsnemen op een matras, waarna een masseuse begon met het uitoefenen van haar technieken. Jeetje, wat moet ik ervan zeggen? Zo'n Thaise massage is niet geheel zachtzinnig en het bleef me verbazen hoe zo'n Thais vrouwtje zoveel kracht op een lichaam kon uitoefenen. De gevreesde marteling was het niet, maar desondanks was het een behoorlijk geduw en getrek en wist de masseuse precies al die vervelende drukpunten en plekjes met spieren te raken. Terwijl m'n voeten, benen, borst, rug, armen, handen, schouders, nek en hoofd gemasseerd werden, probeerde ik zo ontspannen mogelijk te blijven. Ach, het was natuurlijk even wennen en achteraf gezien was het best een bijzondere ervaring. Ook zal het vast erg goed zijn geweest voor m'n spieren; achteraf had ik in ieder geval nergens last van en voelde het eigenlijk best goed! Dus ondanks die enige zure appel heb ik er best van genoten en kan ik het iedereen aanbevelen! De rest van de middag heb ik niet enorm veel meer gedaan en heb ik voornamelijk m'n route door Laos zitten plannen, welke volgens m'n huidige schema het maximum van 30 dagen lijkt te halen. Maar uiteraard gaat dat in Laos pas echt duidelijk worden. Wel heb ik aan het eind van de middag nog een bezoekje gebracht aan het enige park(je) dat Chiang Mai rijk is, maar heel bijzonder was het niet. Na een simpel diner in het guesthouse kon oudjaarsavond beginnen, ook al had ik nog geen enkel idee wat ik zou gaan doen. Ik was echter niet de enige, aangezien vele mensen zich wel hadden klaargemaakt voor een feestelijke avond, maar toch nog op het terras of in de lounge zaten om nieuwe mensen te ontmoeten en plannen te maken. Ook ik ontmoette hier leuke en gezellige mensen (iedereen die ik eerder had leren kennen, had Chiang Mai al verlaten) en uiteindelijk zijn we om 19.45 uur met een grote groep, inclusief enkele personeelsleden, een pick-up truck ingestapt. Het personeel wist namelijk wel een leuke tent aan de rand van de stad. Het was een grote club/lounge/bar/restaurant, waarin vele Thai zich al hadden verzameld aan de tafels. Dat we als westerlingen werden aangekeken waren we ondertussen wel gewend. Een tijd lang hebben we hier gezellig in de lounge gehangen, maar enorm beviel ons de locatie niet, aangezien de muziek te hard stond om zelfs je buurman fatsoenlijk te kunnen horen. Met de hele groep zijn we vervolgens naar een straat vol bars gereden, welke ook nog op loopafstand van het guesthouse lag. Ook hier was het gezellig druk, en stonden vele mensen op straat om de avond te vieren. Velen staken hier ook lampionnen aan, welke vervolgens de lucht in vlogen. De donkere lucht werd hierdoor zeer sfeervol verlicht met oranje lampjes! Andere mensen waren al begonnen met het afsteken van vuurwerk en weer anderen stonden voor de deur te feesten. Tot iets voor twaalven hebben we gezellig in een bar gehangen, waarbij de groep zich opsplitste, maar andere toeristen zich ook weer bij die groepjes mengde. Het aftellen wilden we echter bij het water met de lampionnen en het vuurwerk meemaken, waardoor ik in een groep van acht ofzo in de laatste minuten van het jaar nog een stukje door de barstraat liep. Op het kruispunt bij het water was het nu nog drukker geworden en via iemands telefoon hebben we de tijd in de gaten gehouden, aangezien een echte countdown er niet was. Hierdoor begon iedereen hier op een willekeurig moment iets rond middernacht te juichen, te feesten en/of vuurwerk af te steken. Happy new year! Overal om ons heen barste de feestvreugde los, alhoewel deze bij de Thaise mensen een stuk gematigder leek te zijn dan bij de vele westerlingen. We genoten van de vreugde en bekeken het vuurwerk (alhoewel het bij lange na niet zoveel was als bij ons) en de lampionnen. Ook wij kochten een lampion, welke we na veel moeite aankregen en uiteindelijk lieten opstijgen. Uiteindelijk zijn we teruggegaan naar de bar (onderweg iedereen een gelukkig nieuwjaar wensend), waar we er nog een lange en vrolijke nacht van hebben gemaakt. (En hoe klein het wereldje wel niet is, werd opnieuw duidelijk toen ik in die bar iemand tegenkwam die ik in Nha Trang had ontmoet!) De beste wensen voor 2010 allemaal!

Chiang Mai, deel 2

Woensdag 23 december 2009
Dag 81: Oh my Buddha!

Je hebt van die trips die leuk kunnen zijn, je hebt ook van die trips die drie keer niets zijn. Tot dusver behoort deze trip gelukkig tot die eerste categorie en weet ik zeker dat het een geweldige Kerst gaat worden! Maar eerst vandaag nog! 's Ochtends heb ik in de openbare ruimte samen met vele anderen zitten wachten totdat we werden opgehaald voor de diverse trekkingen. Ikzelf stapte met twaalf anderen in een pickup-truck die maar net groot genoeg was zodat de achterste er net niet uit zou vallen. De groep bestond uit enkele Fransen, Duitsers, Canadezen en Zweden. Geheel toevallig was een van die Zweden een meisje die ik (alhoewel we een tijd lang in ons geheugen moesten graven) in Ho Chi Minh City aan de ontbijttafel had ontmoet. Onze eerste stop tegen tienen was erg uniek, aangezien we even langs de toeristenpolitie gingen, waar een Britse man ons wees op alle gevaren hier in Thailand. Drugs staat bijv. garant voor de dood en de veiligheid op de weg is 0 (dus schreeuw tegen de chauffeur als hij te roekeloos rijdt). Daarnaast sta je er altijd alleen voor, maar gelukkig waren zij er nog. Het was een maf begin van de dag, maar toch leuk om na 2,5 maand nog even gewaarschuwd te worden. We reden even verder voor een korte stop bij een mooie orchideeën- en vlinderboerderij, waar iedereen ondertussen aan elkaar begon te wennen. Aangezien we een lange dag te gaan hadden, deden we vervolgens een lokale markt aan, waar we nog het nodige eten en drinken konden inslaan. Onze vrolijke gids ('Jonnie Wanker', alhoewel we een lange tijd dachten dat het 'Johnny Walker' was) kocht hier de lunch en het diner. Hierna begon ons laatste stukje in de wagen, waarbij we de met jungle begroeide bergen in reden. Terwijl we onderweg genoten van het uitzicht op de groene omgeving, werd ons enthousiasme groter. Toen we olifanten in de velden zagen staan, hadden we door dat we er bijna waren, omdat we zouden beginnen met een olifantenrit. Bij aankomst zagen we al enkele olifanten met tweepersoonsbankjes voor ons klaarstaan. Het waren er te weinig, dus moesten sommigen op de nek plaatsnemen! Ik had zelf een plek op een bankje, maar toch was de ervaring op een olifant vanaf dit perspectief zeer bijzonder. Zoals je wel kunt verwachten, was de rit vrij schommelend. In een stoet liepen we vervolgens een stukje. Niet elke olifant was echter zo braaf (vooral die van ons leek z'n eigen willetje te hebben), dus vaak genoeg bleven we staan zodat het beest van de lekkere plantjes langs het pad kon genieten, of juist een andere kant op liep omdat de plantjes juist daar te vinden waren. Het was alleen zielig om te zien dat de mahout een katapult nodig had om haar weer op het goede pad te krijgen, aangezien het roepen van 'Huuu!' niet altijd succesvol was. Onze olifant (Dja Si, of hoe je het ook schrijft) was om nog een andere reden speciaal, omdat we constant achtervolgd werden door een nog maar 'klein' (want het zijn best grote beesten) olifantje, welke met zijn slurf vaak de staart van zijn moeder beetpakte. Dit was erg lief om te zien en zo nu en dan snuffelde hij ook met z'n modderige slurf naar ons! Iets verderop bevond zich een rivier waar de olifanten een slokje konden drinken. Uiteraard vreesden we bovenop voor het ergste, maar gelukkig wisten we het, op enkele spetters na, redelijk droog te houden. De grond lukte dat op sommige plekken echter niet, aangezien de olifanten zo nu en dan hun achterklep open zetten om vele liters te lozen. Over een bergpaadje liepen we vervolgens verder, waarna we weer naar het beginpunt terugkeerden en de olifanten gedag zeiden. We hadden ons zeker vermaakt! Hierna kregen we een eenvoudige, maar lekkere lunch bestaande uit rijst en groente. Toen we weer vol energie zaten, begonnen we aan een trekking van zo'n drie uur. Het was een zware tocht, omdat het vrij warm was en we voornamelijk bergopwaarts gingen. Maar toch was het ook een mooie tocht, omdat we over junglepaadjes liepen welke ons een prachtig uitzicht gaven op de rijke vegetatie, de vredige beekjes (met hier en daar een watervalletje) en de hoge bergen in de verte. Zelf klommen we echter ook steeds hoger, terwijl we af en toe even pauzeerden om uit te rusten. Het was tevens een erg gezellige groep, omdat iedereen goed met elkaar op leek te kunnen schieten, ondanks de enkele communicatieproblemen omdat het Franse gezin geen Engels kon (een ander Frans koppel kon gelukkig vaak als tolk dienen) en het Engelse niveau van het Duitse koppel matig was. Dieren kwamen we helaas niet tegen en de enige apengeluiden die we hoorden, kwamen van de altijd enthousiaste gids vandaan. Aan het eind van de middag bereikten we het kamp van de Lahu minderheid, welke bovenop een berg lag en uit enkele houten huisjes bestond. De lokale bevolking deed hier gewoon z'n ding, wat niet heel veel leek te zijn. Verder renden de honden in het rond en speelden de kleine kinderen met elkaar. Onze gids wees ons vervolgens op onze slaapplek, een van de houten hutten, waarin allemaal matrasjes voor ons waren neergelegd. Het zag er goed uit. Terwijl Jonnie het diner begon voor te bereiden, konden wij gebruik maken van de douche (een hokje met een emmer vol water en een schepbakje; bedenk zelf maar wat jij zou doen). Daarnaast konden we genieten van een prachtige zonsondergang achter de bergen! In onze hut hadden we tegen zevenen een lekker diner met enkele Thaise gerechten. 's Avonds ging buiten voor de deur het kampvuur aan, waar we met z'n allen omheen zijn gaan zitten. Het werd een erg gezellige avond met veel geklets, enkele raadseltjes, spelletjes en een gitaar. Hier hebben we ook ontzettend moeten lachen om de catchphrase van Jonnie: 'Oh my Buddha!'. Ook kwam het lokale kinderkoortje nog enkele liedjes voor ons zingen, wat erg leuk was! We genoten ervan, waarna we onze bedden in doken om uit te rusten na een lange dag. We hadden zeker zin in de andere twee dagen.

Donderdag 24 december 2009
Dag 82: Kerst in de jungle

We waren van tevoren al gewaarschuwd dat het 's nachts koud zou worden en dat hebben we inderdaad gemerkt. Gelukkig hadden de meesten warme kleding bij zich, zodat de nacht toch nog enigszins vol te houden was. Toch waren de extra dekens erg fijn. Alleen jammer was dat de kippen en hanen in het dorpje elk uur een concert leken te houden. Het was een rustig ochtendje, waarin we genoten van een prachtige zonsopkomst, terwijl Jonnie alweer in de keuken stond voor het ontbijt. Even later zaten we met z'n allen op de grond van de hut aan de toast, ei en ananas. Het enige dat ontbrak was de sneeuw, de kou (het warme zonnetje was namelijk al gaan schijnen) en de kerstcadeautjes. Maar ach, toch hadden we het idee dat het een erg bijzondere Kerst zou worden. Om 10.30 uur begonnen we aan de trekking, waarbij we eerst 49 minuten (volgens Jonnie, maar het konden er ook 39 of 59 worden) zouden lopen naar de eerste stop. Vandaag gingen we voornamelijk bergafwaarts, wat de trekking niet makkelijker maakte. Het waren vaak namelijk nogal smalle, steile en gladde paadjes, waarbij we goed moesten oppassen om niet uit te glijden. Naar beneden vallen doe je namelijk niet graag. Door de jungle, met uitzichten op bergen, koeien en meer jungle, liepen we naar de rustplek, een klein dorpje in de middle of nowhere. Ze hadden er echter wel een lokale 7-Eleven (een klein hutje met wat voedsel), zodat we eventueel wat te eten en drinken in konden slaan. Ook vermaakten we ons met enkele katapulten, welke de rest van de trekking bij ons bleven. Daarnaast hadden we overigens ook constant gezelschap van enkele honden, welke bij het olifantenkamp behoorden, maar Jonnie zo goed kenden dat ze wekelijks met hem mee gingen voor drie dagen. We liepen verder, waarna we uitkwamen bij een mooie waterval. Hier hadden we de gelegenheid om te zonnen, te pootjebaden of te zwemmen in het koude water. Bij een tafel hebben we vervolgens een noodlesoep gegeten, terwijl om ons heen allemaal kippen met heel veel kuikentjes rondscharrelden. Via een junglepad (langs en over watertjes, modderige paadjes, smalle boomstronken en gladde stenen) liepen we naar een volgende waterval. Vanaf deze plek was het niet ver meer lopen naar onze verblijfplaats, een kamp midden in de jungle! Op een enigszins open plek langs het water, omringd door groene bomen, bevonden zich enkele houten hutjes. Een daarvan was gevuld met matrasjes om op te slapen; enkele anderen hadden een simpel toilet en een nog eenvoudigere douche (maar in ieder geval een buis waar water uit viel). Terwijl onze Jonnie zich op het diner stortte, konden wij ons lekker ontspannen. Om de kerstsfeer er in te houden, ondanks de kerstliedjes die we onderweg al gezongen hadden, kwamen twee meiden op een gegeven moment met een leuke verrassing aanzetten: met bamboe, bladeren en bloemetjes hadden ze een eigen kerstboom gemaakt, welke ze buiten naast de bankjes en de kampvuurplek neerzetten. Terwijl het donker begon te worden en de kaarsjes en het kampvuur aan gingen, begonnen wij aan ons kerstmaal. Ok, het was zeker niet de luxe maaltijd die iedereen thuis gehad zou hebben, maar het was in de jungle wel het meest originele kerstdiner dat ik (en vele anderen) ooit gehad heb! Na de soep en de rijst met pompoen, bonen en kip namen we plaats rond het kampvuur, waar de Zweedse meiden ons lieten kennismaken met hun kersttradities. Hand in hand dansden we even later op een enorm maffe manier rond het vuur, terwijl we de Zweedse liedjes mee probeerden te zingen. Verder was het een lange en erg gezellige Kerstavond (met veel geklets, muziek en Jonnie's geroosterde bananen), welke ik zeker nooit vergeten zal! Ik was blij dat ik het hier deze dagen zo goed getroffen had!

Vrijdag 25 december 2009
Dag 83: Raften op wild water

Merry Christmas! Ondanks dat het gisteravond rond het kampvuur lekker warm was, was de nacht opnieuw behoorlijk koud. We stonden redelijk op tijd op, omdat we plaats moesten maken voor de volgende groep. Om iets voor elven verlieten we daarom na een lekker ontbijt het junglekamp. Vandaag hadden we slechts een korte trekking van een half uur, maar er stond gelukkig meer bijzonders op het programma voor deze 1e Kerstdag. We liepen namelijk naar een plek langs een rivier waar we gingen wildwater raften! Voor velen was het de eerste keer, dus iedereen zat vol met enthousiame, maar ook in spanning omdat we niet wisten hoe gevaarlijk het zou zijn. We moesten ons omkleden in onze zwemkleding en al onze spullen in de wagen van Jonnie achterlaten. We kregen vervolgens een zwemvest, een helm en een peddel, waarna een instructeur ons vervolgens het een en ander uitlegde. Op hetzelfde moment pompte iemand anders de rubberen rafts nog een beetje op met een voetpompje. Met zes personen moesten we in een raft plaatsnemen, twee naast elkaar, drie achter elkaar. Een instructeur nam achterin plaats. Vervolgens begonnen we aan een waanzinnige rit van ongeveer een uur, waarbij een wildwaterattractie in een pretpark niets meer voorstelde. Peddelend in een lekker tempo (kapitein: '1, 2, 1, 2') vaarden we over de rivier. Op rustige stukjes maakten we meer vaart ('hey, hey, hey, hey'), totdat we echter bij de stroomversnellingen met vele rotsen kwamen. Hier moesten we voorzichtig te werk gaan met peddelen en bij de echte wilde afdalingen de peddels omhoog houden, ons vasthouden aan het touw en onze balans houden. In deze situaties tolden we in het rond, soms botsend tegen de rotsen, soms zelfs vastlopend op de rotsen, waarna we heen en weer schommelden om ons los te krijgen om verder meegevoerd te worden door de stroom. Het waren gave afdalingen, alhoewel de door de gids aangekondigde waterval van twee meter in werkelijkheid minder hoog leek (maar wel behoorlijk wild). Zoals verwacht hielden we het tijdens deze rit niet droog, ook omdat we vaak genoeg watergevechten met andere rafts hielden. Het uur was helaas veel te snel voorbij, maar gelukkig volgde hierna nog een kort ritje op een langwerpig vlot van bamboe, welke vooruit gestuwd werd door een lange stok. Onderweg passeerden we de plek waar we eergisteren met de olifanten waren geweest en nu andere toeristen rondreden. Na het ontspannen boottochtje rustten we uit op het land, waarna we een laatste lunch van 'pad Thai' (noodles) kregen. Hierna was het helaas tijd om terug te gaan naar Chiang Mai. Na een rit van 1,5 uur (waarbij iedereen vermoeid achterin de pickup-truck zat) zeiden we het Franse gezin gedag bij een hotel gedag, waarna we met z'n tienen verder gingen naar Julie's Guesthouse. Hier namen we afscheid van Jonnie, waarna we door het vriendelijke personeel hartelijk ontvangen werden (Phan verraste me zelfs nog met een klein kerstcadeautje in de vorm van een sleutelhanger van een Thais vrouwtje). Om 1e Kerstdag ook nog goed te vieren en de tour waardig af te ronden, besloten we met z'n tienen uit eten te gaan. Nadat we even hadden rondgelopen door de stad, kwamen we uiteindelijk bij een restaurant met een dakterras uit. Hier hebben we heerlijk gegeten en een gezellige avond gehad. Hierna ben ik met enkelen nog de avondmarkt over gelopen om de toeristenspulletjes te bekijken en van de rotee te snoepen. Terug in het guesthouse hebben we vervolgens nog even buiten gezeten, waarna het even na middernacht toch echt wel tijd was om naar bed te gaan, aangezien de meesten doodop waren. Het was in ieder geval een hele bijzondere Kerst, waarbij ik zelfs wel durf te zeggen dat deze tour misschien wel de beste was die ik in 2,5 maand gemaakt heb!

Zaterdag 26 december 2009
Dag 84: Een dagje helemaal niets

Na drie drukke dagen en plannen voor meer drukke dagen in de komende week, vond ik het vandaag wel tijd voor een rustdag. Tweede Kerstdag leent zich daar naar mijn idee prima voor, ook al kent men deze dag hier totaal niet. Vanochtend ben ik lekker lang in bed blijven liggen, waarna ik rustig een ontbijtje heb genomen en heb zitten kletsen met enkele mensen die ik de afgelopen dagen had ontmoet. Tegen lunchtijd ben ik met enkelen bij een tent (versierd met allerlei Harley Davidsons en Bugs Bunny's) aan de overkant gaan lunchen. De rest van de middag heb ik bar weinig gedaan. De meeste tijd heb ik besteed aan het schrijven van m'n reisverslag, waar ik de laatste dagen geen gelegenheid toe heb gehad. Nadat ik nog even in een internetcafé heb gezeten, heb ik in het guesthouse gele curry met aardappels en kip gegeten, een typisch Thais gerecht. Hier nam ik ook afscheid van de drie Zweedse meiden waar ik tijdens de trekking vaak mee was opgetrokken. Iets later maakte ik ook kennis met een jongen uit Oostenrijk, waarmee ik naar de zaterdagavondmarkt ben gegaan. Alhoewel deze niet zo populair scheen te zijn als de grote zondagavondmarkt, was het op deze grote markt toch nog behoorlijk druk. Alhoewel het wel alweer een markt was, was het gelukkig wel een lokale markt welke niet specifiek op toeristen was gericht. Daarnaast kwamen we ook nog enkele kraampjes met maffe artikelen tegen welke ik nog niet eerder had gezien. Nadat ik alles wel gezien had, liep ik terug, waar Phan om 21 uur helaas niet aanwezig was om ons huwelijk bij te wonen. Met een gebroken hart (voel je het sarcasme ervan afdruipen?) liep ik daarom maar naar een internetcafé, om vervolgens terug te gaan naar m'n dorm (geen luxe bruidssuite helaas).

Chiang Mai, deel 1

Maandag 21 december 2009
Dag 79: Het begin van een avontuurlijk uiteinde

Eindelijk voelt het weer als m'n reis door Vietnam! Natuurlijk heb ik me de afgelopen weken ontzettend vermaakt, maar toch miste ik vaak de gezellige en avontuurlijke sfeer die ik lange tijd wel in Vietnam heb gehad. Ik heb het gevoel dat die sfeer hier in Chiang Mai weer helemaal terug is. Laat ik bij vanochtend beginnen, toen ik even voor achten uitcheckte bij m'n guesthouse en wilde ontbijten bij het restaurant van gisteren, welke gezegd had vanaf 8 uur open te zijn. Helaas werden deze woorden niet waargemaakt, waarna ik een ontbijtje bij de 7-Eleven kocht en op weg ging naar de busterminal, half lopend, half per tuktuk. Daar vertrok om 8.30 uur al een bus naar Chiang Mai, in plaats van de 9.30 uur die ik oorspronkelijk in gedachten had. Maar ach, zo zou ik een uur eerder in Chiang Mai aankomen en meer kans hebben om in het guesthouse/hostel te komen waar ik op aasde (goed aanbevolen in de Lonely Planet en ook door Rob van Khon Kaen). Alhoewel ik me in het begin enigszins zorgen maakte over de busrit -aangezien deze een uur lang richting het zuiden leek te rijden, terwijl Chiang Mai in het noorden ligt- ging alles toch perfect. Na een tussenstop in het zuidwestelijk gelegen plaatsje Tak reden we in vier uur verder naar het noorden. De omgeving zag er hier weer bergachtig uit. Niet geheel onverwacht, want de hoogste berg van Thailand bevindt zich namelijk in deze streek, net als veel meer natuurschoon. Uiteraard bevond de busterminal zich weer buiten de stad, dus nam ik een tuktuk naar Julie's Guesthouse. Chiang Mai is de tweede stad van Thailand en wordt ook wel de hoofdstad van het noorden genoemd. Het centrum, met vele guesthouses, barretjes, restaurants en wats, bevindt zich op een gebied van zo'n 2 bij 2 kilometer, omringd door een brede gracht. Alhoewel er daaromheen ook nog genoeg van de stad te vinden is, speelt het meeste zich hier af. Zo modern en bruisend als Bangkok is de stad natuurlijk niet, maar wel was het duidelijk dat het hier veel meer op de toerist is gericht, in tegenstelling tot elke andere Thaise plaats die ik tot dusver ben tegengekomen. Op vele plekken waren boekingskantoortjes te vinden, een beetje zoals ik die vaak in Vietnam was tegengekomen. Maar ja, wat wil je ook met zo'n omgeving? (Kom ik zo op terug.) Het guesthouse lag in een rustige soi en zag er aan de voorkant uit als een gezellige backpackersplek, zoals in Hanoi of Hue, met een prima lounge met leuke muziek, een restaurant/bar, de receptie en een boekingsbureautje. Ik had geluk, want er was nog een goedkoop bed (70 baht!) in een van de nette vijfpersoons dorms beschikbaar. In de lounge liet ik me vervolgens overspoelen door het enorme scala aan tours dat je kon boeken. De omgeving van Chiang Mai is bijvoorbeeld uitermate geschikt voor uitgebreide en avontuurlijke trektochten door de jungle. Daarnaast is er het een en ander mogelijk in olifantenkampen. Een tijd lang heb ik van alles uitgezocht, waarna ik besloot om het volgende programma voor mezelf te maken, zodat ik me zeker niet hoef te vervelen rond deze laatste dagen van het jaar. Morgen wil ik de stad met zijn vele wats verkennen. Voor woensdag heb ik een driedaagse trekking geboekt: op dag 1 maken we een olifantentocht en een jungletocht en overnachten we bij een lokale etnische minderheid (nee, niet de langnekmensen, die toeristische uitbuiting sla ik over); op dag 2 trekken we verder door de jungle, waar we op Kerstavond in een Jungle Camp verblijven; op 1e Kerstdag gaan we vervolgens raften en een bamboeboottocht maken, alvorens terug te gaan naar Chiang Mai. Op 2e Kerstdag trouw ik vervolgens met Phan, een van de charmante receptionistes van het guesthouse, waarna ik twee dagen van plan ben een mahoutcursus te doen, een training voor olifantenverzorger. De dagen tot oudjaar moet ik nog invullen, maar waarschijnlijk blijf ik in Chiang Mai (het is daar met oudjaar ongetwijfeld gezelliger dan op de grens met Laos). Ik kan altijd nog een boomtoppenavontuur boeken (Flight of the Gibbon) en een kookcursus. Tot dusver m'n planning, waar ik best wel veel zin in heb! Hierna heb ik slechts een klein rondje door de stad gemaakt; het meeste komt morgen wel. Na een lekker diner ben ik naar Airport Plaza gegaan, waar ik een kaartje kocht voor de film Avatar, welke afgelopen week in premiere is gegaan en ik erg graag wilde zien. Avatar is de meest gehypte film van in ieder geval het laatste jaar, maar man, wat weet deze film die hype zo terecht te maken! Als je hem nog niet hebt gezien, doe dat dan meteen! Bekijk hen wel in 3D, waar deze instant classic het best tot z'n recht komt. Nadat ik na 2,5 uur de herdefiniëring van het begrip 'film' heb mogen bewonderen (en de duurste filmproductie ooit), nam ik (na enig zoekwerk) een tuktuk terug naar het guesthouse. Het was namelijk al laat genoeg, dus ik kon wel wat slaap gebruiken, voordat ik morgen de stad in ga.

Dinsdag 22 december 2009
Dag 80: Chiang Mai

Nadat ik vanochtend iets voor m'n wekker wakker was geworden door enkele anderen in de dorm, stond ik op. Na een lekker ontbijtje en een kletspraatje met een Nederlandse reizigster, begon ik aan de wandeltocht uit de Lonely Planet. Lang was deze niet, maar deed wel de belangrijkste bezienswaardigheden van de binnenstad aan. Terwijl het zonnetje al behoorlijk scheen en de honden buiten aan het spelen of slapen waren, liep ik naar de eerste wat, de Chedi Luang. Mooi om te zien hier waren de deels gerenoveerde naga- en olifantenstandbeelden die rondom de chedi stonden. Alhoewel het hier mogelijk was een babbeltje te maken met de monniken, deed ik dat niet, maar liep ik verder naar de teakhouten wat ernaast. Hierna bezocht ik de oudste wat van de stad, de Chiang Man, waar enkele personen bezig waren de boel opnieuw te beschilderen. Via een straatje waar schoolkinderen buiten bij de eetstalletjes pauze aan het waren, liep ik naar een standbeeld van drie oude koningen, om daarna door te gaan naar een laatste wat, de grote Phra Singh. Vrouwen verkochten hier enkele vogeltjes in een kooitje, welke je vervolgens vrij kon laten voor geluk of iets dergelijks. En dat was de wandelroute alweer (en daarmee voorlopig ook de laatste wats). De ochtend was nog maar net om, dus ik had nog tijd genoeg voor andere dingen. Heel veel wilde ik echter niet doen, omdat ik me niet te moe wilde maken voor morgen. Ik liep noordelijker naar een Computer Plaza, waar ik voor maar 22 euro een nieuw geheugenkaartje van 16 GB kocht. Op dit moment heb ik hem nog niet nodig (ik kan nog 950 foto's maken met m'n huidige kaart), maar hij zal later vast nog goed van pas komen. In een winkelcentrum ten noordwesten van de gracht keek ik nog wat rond en lunchte ik, alvorens via allerlei straatjes terug te lopen. Het was te merken dat de westelijke helft van de stad veel meer voor de gewone bevolking is, terwijl de oostelijke helft op toeristen is toegespitst. Bij het guesthouse rustte ik lekker uit, waarna ik de rest van de middag in een internetcafé heb gezeten. Terug in het guesthouse schoof ik bij Phan en twee Duitsers aan tafel, welke elke snacks van de markt zaten te eten. Later nam ik echter ook nog een diner, waarna ik weer genoeg energie had om nog even over de grote avondmarkt van de stad te wandelen. Hier werd me duidelijk dat ten oosten van de gracht een nog veel groter aantal bars zat, waar 's avonds vlakbij straten vol worden gebouwd met marktkraampjes. Het verschil met vorige week is echter dat hier weer veel meer toeristenprul lag. Heel lang bleef ik niet op de markt (op een gegeven moment heb je er ook wel weer genoeg gezien), waarna ik terugging naar het guesthouse om nog even te kletsen in de openbare ruimte. Hierna ging ik naar bed, want er staat me morgen een lange, maar zeer bijzondere dag te wachten!

Phitsanulok & Sukhothai

Zaterdag 19 december 2009
Dag 77: De bus naar Phitsanulok

Enorm veel valt er over vandaaf niet te vertellen, aangezien m'n halve dag uit een busrit bestond. Tegen negenen liep ik naar de non-airco busterminal. Hier kocht ik een kaartje voor de bus van 9.30 uur, welke in zo'n zes uur naar Phitsanulok zou rijden. De bus, een luxe touringcar welke gelukkig wel helemaal voorzien was van airconditioning (en veel te schattige paarse gordijntjes, een betere omschrijving kan ik er niet van maken) stond al gereed, dus kon ik meteen instappen. Het was een mooie rit, waarbij we door de bergen en langs allemaal prachtige bossen en velden reden, welke nationale parken bleken te zijn. Grappig waren de tussentijdse stops, waarbij er telkens weer een klein leger verkopers klaarstond om een rondje door de bus te kunnen maken in de hoop iets van hun etenswaren te verkopen. Ze hadden echter niets aan mij, want ik was 's ochtends nog even de supermarkt in geschoten. Ondanks de lange rit heb ik me onderweg zeker niet verveeld. Zo had ik nog enkele mails te schrijven en vermaakte ik me enorm goed met het boek dat ik in Bangkok had gekocht: The Eye of the World, het eerste deel uit de befaamde (en 11-delige) Wheel of Time serie, een fantasy epos dat The Lord of the Rings schijnt te overtreffen. De eerste 80 bladzijden (van de kleine 900) lieten op overtuigende wijze al merken dat het deze serie inderdaad in ieder geval evenaart. Iets na drieën arriveerden we op het busstation van Phitsanulok, dat zeer handig gelegen ligt met z'n locatie 2 kilometer buiten de stad. Een motortaxi was dus nodig om me naar een guesthouse te brengen. Deze bleek uiteindelijk zeer in orde te zijn, waarna ik even door het stadje heb gewandeld. En in twee uurtjes kun je alles wel zien, want ook dit leek nogal een slaperig stadje te zijn, waar je alleen zo nu en dan een andere toerist tegenkomt. Een stuk heb ik langs een rivier gelopen (met allemaal body en foot massageplekken: 'hallo, massage?'), op weg naar de enige bezienswaardigheden: drie bij elkaar gelegen tempels. In de Wat Yai heb ik een kijkje genomen. Voor een gouden boeddhabeeld zaten vele mensen te bidden. Hier werd me tevens de betekenis van het schudden met de stokjes helemaal duidelijk. Aan de zijkant hingen namelijk allemaal papiertjes met nummertjes. Afhankelijk van het stokje dat als eerst uit je koker zou vallen, pakte je het juiste papiertje, waarna je je horoscoop kon lezen (de 'Fortune Teller'). Via een andere weg, welke volgens de LP alleen 's avonds enigszins tot leven komt, liep ik terug. In een restaurant heb ik voor slechts 3 euro de meest complete luxemaaltijd tot dusver gegeten: cremesoep vooraf, gevolgd door een salade en knoflookbrood, waarna het hoofdgerecht een bord was met een hele zalmmoot, frietjes en nog meer salade. Probeer dat in Nederland maar voor elkaar te krijgen! Ik had wel het idee dat ik de enige klant van de hele avond was, dus hoe ze ooit winst maken is mij een raadsel. De rest van de avond heb ik nog wat rondgelopen over de avondmarkt, waar een nogal jeugdige bevolking overheen liep. Op de terugweg viel me de hoeveelheid kapsalons ook nogal op, maarr ik denk dat ik nog even wacht tot het nieuwe jaar. Na nog wat Thaise tv te hebben gekeken, ben ik lekker gaan slapen. Morgen ga ik verder naar Sukhothai, een kleinere, maar historisch interessantere plaats een uur ten westen van Phitsanulok.

Zondag 20 december 2009
Dag 78: Oud en nieuw

Met oud en nieuw bedoel ik nog niet de viering van het nieuwe jaar 2553; dat duurt nog anderhalve week. Vandaag ben ik doorgereisd naar New Sukhothai, een plaats 12 km ten oosten van Old Sukhothai. Met een saamlaw, een kleine pick-up truck, liet ik me na een warme douche en een Amerikaans ontbijt naar de busterminal van Phitsanulok rijden. Met een lokale bus reed ik in een uurtje verder naar het westen, waar New Sukhothai zich bevond. Onderweg passeerden we niet heel veel boeiends; wel kwamen we zo nu en dan langs een eenzaam kraampje met vliegers. Quizvraagje: hoe verlaagt men de werkloosheid in Thailand? Door 3 man personeel in de bus te laten werken: de chauffeur, de kaartjesverkoper en de controleur die meteen na de verkoop van een kaartje een scheurtje in het papiertje maakt. Om de business van saamlaws draaiende te houden, was het busstation van New Sukhothai ook zeer handig net buiten het plaatsje gebouwd. Het plaatsje zelf was echter vrij klein en heel veel valt er niet te doen. Ik checkte in bij een prima guesthouse, waarna ik een lunch nam en een sawngthaew, een grotere pick-up truck, naar Old Sukhothai nam. Toen het voertuig begon te rijden, begreep ik waarom de Lonely Planet had vermeld dat de rit van 12 km een half uur zou duren. Maar ach, het was een goedkoop ritje. Old Sukhothai is niet meer wat het ooit geweest was. In de 13e en 14e eeuw was het de eerste hoofdstad van Siam, voordat Ayutthaya deze titel kreeg. In die twee eeuwen is er een enorm aantal tempels gebouwd, allemaal in de stijl van het Khmer-rijk. Vandaag de dag is Old Sukhothai voor zo'n 95% een historisch park van een behoorlijk formaat. Een enorm aantal ruïnes is er nu te bezichtigen. De overige 5% bestaat uit restaurantjes en fietsverhuurplekken. Dat laatste is wel nodig, omdat het anders wel een enorme wandeltocht zou zijn langs de tientallen (> 100) vervallen, maar vaak ook gereconstrueerde, wats en andere heilige (Hindoeïstische en Boeddhistische) gebouwen. Bij de ingang huurde ik een fiets en begon ik aan m'n historische tempeltocht. Gezien de enorme hoeveelheid prachtige gebouwen in een park vol met gras, bomen en meertjes, lijkt het me zeer overbodig om alle namen te gaan noemen. Voor wie de plattegrond erbij heeft gepakt: het meeste binnen de oude stadsmuren heb ik eerst gezien, waarvan de Wat Mahathat (daar heb je hem weer!) dee grootste was, met enkele chedi's, grote boeddhabeelden en zuilen. Buiten de stadsmuren heb ik slechts de noordzijde bezocht (west en oost sloeg ik over, aangezien dat iets teveel van het goede was en de meest indrukwekkende tempels zich in het midden en noorden bevonden). Hier stond een ruïne half verscholen achter de struiken, raakte de ketting van mijn fiets eraf (welke ik er met aardig wat moeite weer op kreeg) en was er nog een tempel met een groot boeddhabeeld te vinden. Hierna vond ik het wel genoeg (het park zou trouwens ook bijna gaan sluiten) en bracht ik m'n fiets terug, waarna ik met de sawnghthaew (na lang wachten op andere passagiers) terug ging naar m'n guesthouse. Bij een restaurant dat gerund wordt door een Thais-Belgisch koppel heb ik vervolgens lekkergegeten en kon ik achteraf genieten van de meest originele Dame Blanche die ik ooit gekregen heb, welke me in de vorm van een konijntje gegeven werd door het vriendelijke personeel! Nadat ik nog even een klein stukje door het verder saaie stadje heb gelopen, ben ik teruggegaan naar het guesthouse om m'n vervolgreis naar Chiang Mai te plannen.

Isan

Woensdag 16 december 2009
Dag 74: Een omweg door Isan

Eerder was ik van plan om via Pak Chong door naar Lopburi te reizen, een klein apendorpje vlak boven Ayutthaya. Van daaruit zou ik dan makkelijk naar Noord-Thailand kunnen gaan door te beginnen in Phitsanulok. Aangezien ik gehoord had dat Lopburi niet echt veel aan is en ik op die manier heel Noordoost-Thailand oversla, besloot ik gisteren een omweg te maken via deze regio, welke ook wel Isan genoemd wordt. Alhoewel dit grote stuk binnenland nauwelijks toeristen trekt, de bevolking armer schijnt te zijn en bijna niemand er Engels spreekt, is er toch nog het een en ander de moeite waard om te bezoeken. Zo zijn er vele historische Khmer-tempels en veel natuurschoon. Heel veel ben ik echter niet van plan in deze regio (met het openbare vervoer kan ik, als ik wil, redelijk snel doorreizen naar Phitsanulok): een paar daagjes zou denk ik wel genoeg moeten zijn (ik heb overigens een visum voor 60 dagen, dus ik hoef me niet te haasten om per se rond oud en nieuw de grens over te steken). Op aanraden van het guesthouse besloot ik de bus, in plaats van de trein, te nemen naar Nakhon Ratchasima, beter bekend als Korat. Met de gehele club van gisteren werden we vanochtend om 9 uur naar het busstation van Pak Chong gebracht, waar onze wegen zich splitsten. Na een kletspraatje met een Thaise meid (de lokale mensen blijven toeristen interessant vinden; meestal omdat ze daarmee hun Engels kunnen oefenen) arriveerde de luxe touringcar (we kregen drinken, er was airco en er stond zelfs een dvd op) welke me in iets meer dan een uur tijd naar de 'poort van Isan' bracht. Met een aantal van 215.000 (Lonely Planet Thailand, augustus 2007) of 2 miljoen (Lonely Planet South-East Asia, maart 2008) inwoners (de eerste zal wel gelijk hebben), is Korat een middelgrote stad waar niet enorm veel te doen is (modern is het zeker niet) en zich maar weinig toeristen begeven. Het was daarom ook geen probleem om voor weinig geld een goede kamer te vinden. Tot dusver in Thailand lijkt dit de goedkoopste, maar beste kamer die ik gekregen heb. De vrouw bij de receptie sprak alleen geen woord Engels, maar goed, ik had haar verder ook niet echt nodig. Aangezien het pas tegen twaalven was, had ik nog mooi de tijd om naar Phimai te gaan, een dorpje zo'n 60 km ten noordoosten van de stad. Bij het busstation nam ik een lokale bus, welke via een grote weg in vijf kwartier naar Phimai reed. Een airco had de bus niet; maar ja, wie heeft er nou een airco nodig als je alle ramen wagenwijd kunt openzetten? Phima zelf is een dorp waar niets te beleven valt. De enige attractie hier is het Historical Park, een stuk grond waar zich een prachtig gerenoveerde Hindu-Buddha tempel bevindt. Aangezien deze een onderdeel was van het Khmer-rijk, had deze een stijl die min of meer gelijk is aan Angkor, ook al werd die pas 100 jaar later gebouwd. Voor de tempel bevond zich een brug met naga's, mythische slangen. Omringd door vier muren bevonden zich dan twee kleine prangs en de hoofdtempel met een grote prang, allemaal van binnen, maar vooral van buiten, mooi versierd met figuren, welke soms verhalen van Shiva uitbeeldden. Verder waren er nog enkele andere gebouwen in het park, samen met wat ruïnes. Toeristen waren er nauwelijks: er kwamen hooguit wat Thaise studenten de tempel bezoeken. In het museum waar ik hierna naartoe ging, was ik de enige (de hele dag in Phimai en Korat heb ik zo'n vier westerlingen geteld). In het museum bevonden zich allerlei artefacten die in de Phimai tempel waren gevonden, samen met artefacten uit de grote Phnom Rung tempel ten zuidoosten van Korat. Ook werd er nog enige geschiedenis van Isan verteld. Het was op zich een vermakelijke middag, maar meer was er niet te doen en ik ging wachten op de bus terug naar Korat. Dit duurde even, waardoor de hele bushalte uiteindelijk volstond met scholieren in uniformen, welke uiteindelijk allemaal met me in de bus stapten. Het werd dus een volle bedoeling, maar onderweg op naar mijn idee vrij verlaten plekken stapten velen al uit. Tegen de avond was ik terug in het hotel, waarna ik een rondje maakte door het centrum van Korat. Hier was het gewone leven van de inwoners aan de gang; iedereen deed rustig z'n ding, wat bij de meesten bestond uit het op zoek gaan naar een eettentje op straat. Velen keken mij na, want toeristen lijken hier geen dagelijkse kost. Ik keek wat rond bij een marktje en een plein met een overwinningsmonument, breakdancende jongeren en vele bomen met fluitende vogeltjes. Bij een door de LP aanbevolen tentje kocht ik een gebraden kip, welke ik terug in het hotel verorberde. Ook leuk om te vermelden is de vruchtenyoghurt die ik bij de supermarkt (je hebt hier in Thailand waar dan ook op elke hoek wel een 7-Eleven zitten) heb gekocht. De merknaam was namelijk Dutchies, met Dutch Mill als de naam van het bedrijf! Toch heb ik het idee dat het bedrijf typisch Thais is. De rest van de avond heb ik niets bijzonders gedaan en ben ik uiteindelijk op tijd gaan slapen.

Donderdag 17 december 2009
Dag 75: Verder door Isan

Een tijd lang heb ik zitten twijfelen of ik naar het Phanom Phrung tempelcomplex zou gaan. Het schijnt een van de meest indrukwekkende (weliswaar gerestaureerde) Khmer-tempelcomplexen van Thailand te zijn en bevindt zich bovenop een oude vulkaan. Het zou echter een ontzettend gedoe zijn om er te komen, met enkele lokale bussen en de noodzaak om ook nog een motortaxi o.i.d. te regelen. Er komen zou daarom minstens drie uur duren en dan zou ik ook nog terug moeten, hopend dat alles met het vervoer zou lukken. Gisteren beviel me dat al niet helemaal, dus besloot ik om deze tempel te laten voor wat het was. Aangezien Korat verder niets te bieden heeft, besloot ik om door te reizen. Tot dusver beviel Isan me niet goed genoeg om alle plaatsen aan te doen (het gedoe om overal te komen in een streek waar niemand Engels spreekt), dus zou ik het bij Khon Kaen houden, een stad die meer in het noorden ligt. Ik nam een luxe, maar goedkope, aircobus, welke er drie uur over deed om deze plaats te bereiken. Tijdens de rit passeerden we voornamelijk platteland, waardoor de afwisseling met een Jackie Chan film uit Hong Kong (weliswaar in het Thais nagesynchroniseerd, maar ja, Cantonees versta ik ook niet) erg welkom was. Halverwege de middag kwamen we aan in Khon Kaen, een stad die iets groter en moderner oogde dan Korat (maar toch minder inwoners schijnt te hebben). Ik ging vervolgens op zoek naar de slaapplek die ik in de Lonely Planet al had opgezocht. Dit viel niet mee, aangezien ik nogal moeite had om mezelf te oriënteren. De weg vragen had ook niet veel zin. Lange tijd dwaalde ik rond door drukke straten vol gebouwen: winkeltjes, huizen en scholen. Toen ik eindelijk wist waar ik was, kon ik vervolgens een behoorlijk stuk teruglopen voordat ik het guesthouse bereikte. Voor 3 euro had ik een kamer voor mezelf. Dat was goedkoop, maar veel moet je er ook niet van verwachten. Het hele guesthouse zag er nogal vervallen en simpel uit (m'n kamerdeur gaat op slot met een hangslot), maar voor twee nachten zou het goed moeten zijn. Voordat ik de omgeving een beetje zou bekijken, wilde ik wat eten. De tent wordt gerund door een Australische man en zijn Thaise vrouw en had daarom ook allerlei Westerse gerechten op de kaart staan. Dat vond ik wel weer even fijn. In het restaurant ontmoette ik tevens de enige andere gast van het hotel (en de eerste andere westerling van vandaag), de Engelse Rob. Hij had de rest van Isan wel gezien (niet enorm indrukwekkend, maar goed genoeg om te relaxen) en was wel weer blij iemand tegen te komen waarmee hij een normaal gesprek kon voeren. Het was wel gezellig en we zijn 's avonds nog langs enkele bars in de stad geweest, iets wat Khon Kaen wel lijkt te bevatten. Ondanks dat zijn we geen enkele andere gewone toerist tegengekomen. Ja, er waren wel enkele westerlingen te zien, maar 8 van de 10 waren mannen met een Thaise schone aan hun zij. Na een lange maar leuke avond probeerden we de weg terug naar het guesthouse te vinden, wat na enige tijd eindelijk lukte. Terwijl een heel leger mieren m'n tasje met eten op het ene bed aan het plunderen was, ging ik lekker slapen in het andere -miervrije- bed.

Vrijdag 18 december 2009
Dag 76: Een relatief rustig dagje in Khon Kaen

Nadat ik vanochtend lekker had uitgeslapen en van een westers ontbijtje had genoten, ben ik de stad gaan verkennen. Door de eigenares van het guesthouse werd me afgeraden om naar het tot vorige week interessante museum te gaan. Sinds het grotendeels is leeggeroofd is er namelijk niet veel meer te zien dan bewakers. De stad had verder nog net genoeg andere dingen te bieden om me een half dagje bezig te houden, maar voornamelijk omdat ik eerst over een lange weg een behoorlijk stuk naar het zuiden moest lopen. Onderweg stapte ik een modern winkelcentrum in, waarvan het me verbaasde dat het er uberhaupt was. Schijnbaar is dit de meest moderne stad van Isan (alhoewel het totaal niet te vergelijken is met Bangkok). Op de begane grond begon op dat moment een optocht van een drumband en allemaal kleine kinderen, welke in groepen een of andere competitiedag hadden. In de hal hebben ze hierna allerlei renwedstrijdjes gehouden, luid aangemoedigd door hun ouders. Na een rondje door het complex liep ik verder langs niet al te interessante simpele winkeltjes. Ook was er tussen twee drukke straten nog een markt, waar ik echter geen dingen zag die ik nog niet eerder was tegengekomen. Iets verderop bevond zich nog een shoppingmall, wat een mooie plek was om te lunchen. Hierna liep ik nog verder en kwam ik uiteindelijk bij enkele wats terecht. Van buiten zagen ze er mooi uit. Van binnen heb ik geen weet, want ze waren gesloten. Verder bevonden zich hier ook een universiteit met een veel te lange en onuitspreekbare naam en een groot meer waarop slechts een enkeling met een zwanenboot aan het varen was. En dat waren de bezienswaardigheden. Ik liep dus weer terug en maakte halverwege bij een ijszaak nog een stop voor een overheerlijk kerstijsje, om ondanks de warmte toch nog een beetje in de kerstsfeer te blijven (terwijl het thuis sneeuwt). Hierna ben ik nog langs de busterminals met de aircobussen gewandeld, om navraag te doen naar de tijdstippen waarop de bus naar Phitsanulok, zes uur ten westen van hier, zou vertrekken. Ik was niet blij toen ik hoorde dat dat om 20 en 21 uur was. Midden in de nacht op een onbekende plek aankomen lijkt me namelijk niet echt geweldig. Gelukkig gaan er morgenochtend vanaf een ander busstation ook bussen naar deze plaats, alhoewel ik het dan zonder airco moet doen. Dan maar een raampje open. In een internetcafé heb ik me vervolgens op m'n jaarlijkse kerstkaart gestort, welke ik ondanks m'n verblijf hier niet wil overslaan. In plaats van een mooie gephotoshopte kaart moet iedereen het nu maar doen met een foto van mij naast de kerstboom van het guesthouse en een simpele tekst die ik er in Paint bij heb gezet. Maar ach, hij is best leuk geworden en het gaat natuurlijk om het idee. (Voor wie geen mail van mij heeft ontvangen, zie de foto's van Thailand; hij staat ertussen.) Terug in het guesthouse heb ik voor m'n diner nog even een interessant praatje gemaakt met een Nederlandse vrouw die hier in de buurt als vrijwilliger in een weeshuis werkt met kinderen die hiv/aids hebben. Ze kwam met bijzondere verhalen aan. De rest van de avond heb ik niets bijzonders meer gedaan en ben ik op tijd naar bed gegaan zodat ik morgen op tijd weg kan. M'n dagen in Isan zitten erop. Misschien dat ik van Tham en Stefan nog enthousiaste verhalen ga horen over de rest van de provincie, maar voor mij waren twee plaatsen genoeg. Toch was het een aardig uitstapje voor drie dagen.