Kathmandu - Vrijwilligerswerk, week 1

Dag 170: Door naar waar het allemaal zal eindigen
Maandag 27 augustus 2012

M'n vlucht vanaf Singapore's Changi Airport vertrok gisteravond om 23 uur netjes op tijd. De bestemming was New Delhi in India. Naar buiten kijken tijdens het opstijgen had niet echt veel zin, dus zette ik al snel een relatief korte film op, aangezien we over een entertainmentsysteem beschikten. In de tussentijd kreeg iedereen een avondmaal (nachtmaal?) aangeboden. Na de film sloot ik m'n ogen in de hoop te kunnen slapen. Dit lukte slechts enigszins in de tijd die nog over was van de 5,5 uur durende vlucht. Nadat ik voet aan de grond had gezet in India, kwam ik er al snel achter dat de Indische werknemers op het vliegveld nou niet bepaald vrolijk en beleefd waren. Toen ik de weg naar de transferhal had gevonden en m'n bagage en m'n andere boarding pass waren gecontroleerd, merkte ik dat de luchthaven van New Delhi verrassend genoeg moderner was dan ik had gedacht. Het was nog heel erg vroeg in de morgen, maar alle winkels, bars en restaurants waren gewoon open. Alles had een moderne uitstraling en het deed niet onder voor de westerse vliegvelden. De lounges waren groot en hadden vele stoelen en zachte banken. Aangezien ik drie uur moest wachten voordat de gate open zou gaan, ben ik op een bank gaan liggen om nog wat slaap in te halen. Vanwege m'n vermoeidheid werkte dit op de fijne bank nog best aardig. Nadat m'n wekker was gegaan, liep ik naar de gate waar men net was begonnen met boarden. Om 6.30 uur vertrok m'n tweede vlucht met Jet Airways, maar ditmaal was er geen entertainmentsysteem aan boord. Dit was op zich ook niet nodig, want de vlucht duurde maar 80 minuten en we kregen in die tijd een ontbijt. Naar buiten kijken had opnieuw geen zin, want het was zwaarbewolkt. Vlak voor aankomst konden we daarentegen wel kijken naar het bergachtige landschap van Nepal, met in de verte de hoge besneeuwde toppen van de Himalaya.

Nadat het vliegtuig in Kathmandu was geland, werden we met een bus naar de aankomsthal gebracht, welke zich geen nog geen 200 meter van het vliegtuig bevond. Het vliegveld hier was wel een stuk eenvoudiger. Ik vulde een visumformulier in, betaalde $40 voor een 30-dagenvisum (precies het aantal dagen dat ik hier zal blijven), overhandigde een pasfoto en kreeg een visum in m'n paspoort geplakt. M'n bagage kon ik snel claimen, waarna me bij de uitgang meteen al een taxi werd aangeboden. Omdat ik voor het vrijwilligersproject te vroeg was aangekomen, zou er geen standaard pick-up zijn, waardoor ik een taxi heb genomen. Ondanks dat ik al vele landen in Azië had gezien, kreeg ik een behoorlijke cultuurshock te verwerken. De (geasfalteerde) wegen zagen er niet uit, met veel gaten en kuilen. Op sommige plekken moest je door het zand verder. De gebouwen (huizen en winkeltjes) zagen er niet bepaald mooi uit en advertenties en uithangborden leken hun langste tijd gehad te hebben. Op straat krioelde het van de auto's, brommers en trucks, die luid toeterend rakelings langs elkaar scheurden. We waren behoorlijk aan het slingeren om van alles te ontwijken. Behalve voertuigen moesten we ook oppassen voor vele voetgangers, die niet altijd een stoep tot hun beschikking hadden en langs de weg liepen, of op willekeurige momenten wilden oversteken. Alsof dat nog niet genoeg was, liepen er hier en daar ook honden en kippen langs en vonden sommige kalfjes het fijn om midden op de weg te slapen. Het was een chaotische rit en ik vroeg me af hoe het de komende vier weken zou gaan worden. Toen we eenmaal de straat hadden bereikt waar het vrijwilligershuis van Idex -de lokale partnerorganisatie van Activity International- zich zou bevinden, had de vriendelijke taxichauffeur geen idee waar we heen moesten. Huisnummers bestaan hier namelijk niet. De chauffeur vroeg aan meerdere personen op straat of zij iets wisten, maar niemand scheen het te weten. Ik had een telefoonnummer, maar de chauffeur had geen beltegoed. Ik gaf hem 50 roepie (50 cent) om een nieuwe telefoonkaart te kopen, aangezien dat goedkoper zou zijn dan als ik zou bellen met mijn telefoon. Hiermee belde hij de organisatie, maar na drie telefoontjes was het nog niet echt duidelijk wat hij met de telefoontjes bereikt had. Het bleek uiteindelijk dat hij naar een bepaalde plek moest rijden, waarna er daar iemand van de organisatie naartoe zou komen om me op te pikken. Het duurde eventjes, maar ik was blij dat dit toch gebeurde. In tegenstelling tot wat er op het kaartje had gestaan, moesten we door een smal straatje tussen de huizen lopen. Een stukje verder arriveerden we bij het huis, dat er van buiten al goed uitzag.

Toen ik naar binnen stapte, werd ik door het personeel vriendelijk onthaald, waarna er een rode stip op m'n voorhoofd werd gedrukt en er een kaarsje voor m'n hoofd werd gehouden. Ik stapte de openbare ruimte binnen, met allemaal matrasjes op de grond, een televisie in de hoek en een kast aan de zijkant met spelletjes, boeken, pennen, potloden en papier. Ernaast was een ruimte met papierwerk en enkele computers en er werd gezegd dat er zelfs wifi aanwezig zou zijn. Ik werd begroet door enkele aanwezige vrijwilligers, maar werd al snel naar m'n kamer op de tweede verdieping geleid. Op deze verdieping bevond zich tevens een open ruimte met tafels en stoelen, waarvandaan je een prachtig uitzicht had over Kathmandu. Aan twee zijden kon je over de stad uitkijken, met de vele huizen in de vallei, met daarachter hoge groene bergen. In de kamer stonden twee stapelbedden, waarvan drie bedden al waren opgevuld door andere vrijwilligers. Elk bed had een klamboe en enkele planken zorgden ervoor dat je je spullen netjes kon opbergen. Aan het plafond hing een slinger met kleine kleurrijke gebedsvlaggetjes. Tegenover de kamer bevond zich de keuken, waar ik van iemand een kopje lokale thee aangeboden kreeg. Ik was moe en verlangde naar een douche. Dit was geen probleem, want de badkamer die ook op de verdieping te vinden was, zag er goed uit, met een westers toilet en tot m'n grote vreugde een warme douche. Dat was wel even wat anders dan wat in de omschrijving van Activity International had gestaan, waarbij ze je bang hadden gemaakt met een emmertje water en een bakje! Ik friste me op en maakte in de ruimte beneden kennis met enkele van de vrijwilligers. Tot dusver leken het vriendelijke mensen. Niet iedereen was aanwezig, want er moest immers ook gewerkt worden.

Met een Spaanse vrijwilligster liep ik via de kleine straatjes rond het huis naar de hoofdweg, waarna ze me een geldautomaat en een supermarkt aanwees en vervolgens haar eigen weg ging. In de hoofdstraat was het ook behoorlijk druk en mensen liepen overal rond. Kleine vieze winkeltjes waren overal, maar ze zagen er niet echt aantrekkelijk uit om iets bij te kopen. Het zag er overal anders uit dan elke andere plek die ik tot dusver in Azië heb gezien. Het was allemaal veel lelijker, viezer en armoediger. Ik liep naar het enige modern uitziende gebouw in de omgeving, waarin zich de supermarkt bevond. Het contrast met alles buiten was groot, aangezien het hier schoon en fris was. Ze verkochten van alles, waardoor ik prima enkele inkopen kon doen voor de komende paar dagen. Omdat ik moe was, had ik geen zin om meer van de omgeving te zien, waardoor ik terugkeerde naar het huis. Hier werd om 13 uur de lunch opgediend. Alle vrijwilligers waren terug naar het huis gegaan om te lunchen in de openbare ruimte op de tweede verdieping. In de keuken waren door de kok enkele pannen neergelegd. Je kon gewoon een plat bord pakken en opscheppen wat je wilde. Drinkwater was ook aanwezig. De lunch leek Indisch te zijn en bestond uit rijst, dhal, chapati (platte broodjes) en tofu; het was prima te eten. Aan tafel was het een gezellige bedoeling; er waren enkele personen uit Ierland en Spanje, er was een Nederlandse meid en een Engelse gast. Twee nieuwe Spaanse vrouwen waren ook net gearriveerd en later op de avond zouden er nog twee Nederlandse meiden komen. Ik keek naar de omgeving, waarbij de bergen in de verte niet heel goed meer zichtbaar waren vanwege de bewolking. Terwijl de andere vrijwilligers na hun lunch weer vertrokken voor meer werk, keek ik even rond in de lounge en liep ik vervolgens het dak op. Het was hier mogelijk om in een emmer je was te doen, waarna je deze kon ophangen aan de aanwezige waslijnen. Ik had nog aardig wat was van Indonesië en Singapore, dus maakte ik hier meteen gebruik van. Vlak nadat ik de was had opgehangen, begon het te regenen, waardoor ik naar binnen ging en hoopte dat het later weer droog zou worden, zodat m'n wasgoed kon drogen. De hele tijd viel ik al bijna om van de slaap, waardoor ik een deel van de namiddag op m'n bed heb gelegen om uit te rusten. Hier was ik echt aan toe.

Om 19 uur was iedereen weer aanwezig in het huis, aangezien het diner werd opgediend. Er was opnieuw rijst, maar ditmaal konden we ook groente en gestoomde momo's opscheppen, welke ik nog goed herkende van mijn bezoek aan Tibet tweeënhalf jaar geleden. Het was gezellig onderling de vrijwilligers en ik leerde al snel enkele namen kennen. Het zag ernaar uit dat het een mooie en leuke tijd zou gaan worden. De gezelligheid werd doorgezet in de lounge beneden, waar ik tevens Nina en Sjoukje ontmoette, twee Nederlandse meiden die hier ook vier weken lang zullen verblijven. Op dit moment waren we met 15 vrijwilligers, ondanks dat er nog niet heel lang geleden maar liefst 27 vrijwilligers aanwezig waren. Het einde van de zomervakantie speelt hier ongetwijfeld een rol in. De komende dagen zullen we zelfs nog enkele mensen gedag zeggen. Bij de tv lag een aardige stapel gekopieerde dvd's, met enkele Hollywood-films, maar voornamelijk films uit Bollywood, India dus. We zouden ons in de avonden dus niet hoeven te vervelen. Deze avond had ik echter geen zin in wat voor activiteit dan ook, aangezien ik nog steeds moe was. Ik ben daarom vroeg naar bed gegaan om m'n slaap in te halen.

Tip van de dag: regel een pick-up vanaf het vliegveld.

Opvallend feitje: India zit met UTC+05:30 al in een aparte tijdzone, maar Nepal maakt het met UTC+05:45 nog bonter. Als het in Nederland (UTC+01:00) dus 12.00 uur is, is het in Nepal 16.45 uur.

Dag 171: Introducties en rondleidingen
Dinsdag 28 augustus 2012

In m'n bed in de jongenskamer had ik lekker geslapen, alhoewel ik bij het ontbijt om 7.30 uur enkele mensen hoorde klagen dat ze 's nachts of 's ochtends vroeg wakker waren geworden van kukelende hanen, blaffende honden of een stalen poort die open en dicht werd geschoven. Ik had echter nergens last van gehad, zodat ik uitgeslapen m'n ontbijt kon opscheppen. Dit kon je doen in de keuken, waar enkele schalen met toast, ei en fruit klaarstonden, alsmede een kan met heet water voor thee. In de half open eetkamer kon ik alles opeten, waarbij ik uit kon kijken op de mooie omgeving. Onder en voor me zag ik een deel van Kathmandu liggen, met daarachter groene bergen. Er was maar weinig bewolking en achter deze bergen zag ik daarom nog enkele bergen liggen. Witte toppen van de Himalaya staken af tegen de blauwe lucht, alhoewel het erop leek alsof ze niet heel lang meer zichtbaar zouden zijn vanwege de naderende bewolking. Terwijl de meeste vrijwilligers na hun ontbijt vertrokken voor hun ochtendproject, konden Nina, Sjoukje en de Spaanse Nuria en Elena even relaxen op de matrasjes in de woonkamer. Dit idee was geniaal, aangezien je zowel tegen de muur kon zitten, of heerlijk kon liggen. Daarnaast was het een prima plek om met elkaar te kletsen of om lessen voor te bereiden, zoals we de andere vrijwilligers hadden zien doen. Om 9 uur volgde een officiële introductie door enkele personeelsleden. Suruchi was de manager van het kamp en zij werd bijgestaan door Nivedan, die de meeste communicatie tussen de vrijwilligers en de staf zou afhandelen. Tevens leerden we Bhagi kennen, de kok die ons driemaal per dag zou voorzien van eten. Andere stafleden zouden we later leren kennen. We stelden onszelf aan hen voor, waarna we een pak papier kregen met de huisregels. Hierin stonden zaken zoals kledingvoorschriften, communicatie met het personeel en de verantwoordelijkheid bij de verschillende projecten. Nadat we een formulier hadden getekend en paspoortformaliteiten waren afgehandeld, kregen we een uitleg over het land, de stad en de organisatie. Idex verzorgt al enkele jaren succesvolle vrijwilligersprojecten in India en sinds april dit jaar zijn ze ook hier in Nepal gevestigd. De staf was erg dankbaar voor onze komst, omdat wij op deze manier de lokale bevolking steunden en hen meer kansen zouden geven in de toekomst. In een extreem arm land als Nepal kunnen de mensen dat namelijk best goed gebruiken.

Idex biedt hier in Kathmandu verschillende projecten aan en vandaag zouden we een kijkje nemen bij elk project, zodat we een goed beeld konden krijgen van wat er was, alvorens we een keuze moesten maken over waar je geplaatst wilde worden. Om 10.30 uur liepen we met Nivedan door de kleine straatjes rond het huis naar de weg. Door de stad rijden tuktuks, minibusjes, bussen en taxi's rond die je naar alle plekken in de stad kunnen brengen. De eerste drie volgen echter bepaalde routes. Wij konden simpelweg een tuktuk pakken die bij ons op de weg reed, aangezien deze de goede kant op ging. Je kon deze aanhouden door met je hand naar de grond te zwaaien en als er plek was, stopte deze om je de kans te geven om in te stappen. De witte tuktuk, met een horizontale groene streep, zag er belabberd uit. Het was een oude roestbak, maar kwam nog wel vooruit, zelfs met tien mensen volledig opgepropt op de twee harde banken achterin. Je kon je vasthouden aan een stang aan de bovenkant. En dat was nodig ook, want de kwaliteit van de weg liet veel te wensen over. Na een kwartiertje kwamen we uit bij een kruispunt met een tempel en klopte Nivedan op het dak om de chauffeur te laten weten dat we uit wilden stappen. Het was enorm druk op de weg en verschillende soorten wagens reden hier heen en weer. Op de stoep liep een koe, waar mensen gewoon omheen liepen. Elektriciteitskabels waren behoorlijk chaotisch tussen palen opgehangen en verschillende apen klommen hier behendig overheen alsof het hier een speeltuin was. Aan de ene kant van de weg liepen we een smal straatje door, welke enigszins naar beneden liep. Het weggetje was van slechte kwaliteit, want het bestond uit zand en hier en daar uitstekende stenen. Aan de zijkant bevonden zich enkele winkeltjes. Oranjebruin was hier de overheersende kleur. We kwamen uit bij een laag en vierkant complex dat wel iets weghad van een tempel. De muur zag er namelijk op een historische manier oud uit en in het complex bevonden zich enkele sierlijke torens. Het bleek de verblijfplaats te zijn van een grote groep ouderen die niet meer voor zichzelf konden zorgen en niemand hadden om dat voor hen te doen. Toen we naar binnen liepen, hing er een treurig sfeertje. Sommige oudjes waren mentaal ziek en velen waren slecht ter been. Op de grote binnenplaats zaten ze verveeld op randjes of op de grond. Ze konden niet heel veel meer doen. Ze sleten hier hun laatste dagen, maanden of jaren in barre omstandigheden en waren bijna volledig afhankelijk van vrijwilligers en enkele zusters die hier dagelijks schijnen te werken. Een paar van deze zusters zagen we de oudjes wassen. Er waren twee zeer primitieve slaapkamers, met enkele eenvoudige bedden. Velen daarvan waren vies en in sommige lagen oude mannetjes en vrouwtjes te slapen of enigszins te kreunen. Het was allemaal geen pretje om te zien, maar het was overduidelijk dat de hulp van vrijwilligers hier onmisbaar was.

We liepen weer terug naar de hoofdweg, staken deze snel maar voorzichtig over en liepen verder over een geasfalteerd straatje. Aan de zijkant was een afgesloten bos te vinden, de plek waar de apen leefden. We kwamen uit bij een groot grasveld met aan de zijkant twee gebouwen. Het ene bleek een weeshuis te zijn, waar vrijwilligers van Idex tweemaal daags langskomen om de kinderen bezig te houden. Na een poort kwamen we op een binnenplein terecht. Op het dak van de slaapvertrekken zagen we apen zitten. Kinderen waren nergens te bekennen, omdat ze op dat moment op school zaten. Dit gaf ons wel de gelegenheid om in alle rust de paar zeer eenvoudige klaslokaaltjes te bekijken, net als een kleine bibliotheek en een kamertje met enkele computers. Een groot aantal weeskinderen leeft hier dag en nacht, waarbij ze overdag op de school naast het weeshuis zitten. Ook deze school wordt enigszins gesponsord door de overheid, alhoewel dit slechts in zeer beperkte mate gebeurt. Op de wanden van het schoolgebouw zagen we teksten staan dat er ook donaties waren gedaan door ‘our Dutch friends'. Het gebouw had twee verdiepingen met meerdere klaslokalen die er nogal Spartaans uitzagen. In elk lokaal hing een whiteboard en stonden enkele houten banken opgesteld; meer was er niet, maar meer was er eigenlijk ook niet nodig. In en rond de klassen waren veel kinderen aanwezig, allemaal gekleed in een blauw uniform. Ze waren erg uitbundig en begroetten ons ontzettend enthousiast. Het leek alsof het pauze was, want ze waren in de open gang aan het spelen, renden rond en kwamen op ons af om ons high fives te geven. Toch waren er ook klassen die gewoon bezig waren, waaronder die van één van de vrijwilligers. We zagen hoe de Ierse Sam de kinderen les gaf over dieren; het zag er leuk uit.

We verlieten de school en namen bij de weg een tuktuk waarmee we een behoorlijke afstand hebben afgelegd. Het was in principe over één rechte weg met huizen en winkeltjes. Op een zeker moment stapten we uit om een kleiner zijstraatje te betreden. Bij één van de huizen liepen we een trap op, waarna we via de galerij aan de achterzijde terechtkwamen bij een tweetal klaslokaaltjes. Deze school was bedoeld voor volwassen vrouwen die Engels wilden leren, bijspijkeren of verbeteren. Het waren allemaal leraressen die deze kennis wilden doorgeven aan hun eigen studenten. Er was op het moment dat wij er waren niemand aanwezig om ons iets te laten zien, dus bleven we niet heel lang en gingen we al snel terug naar het vrijwilligershuis. Hier was door Bhagi in de keuken een lunch neergezet, welke opnieuw erg lekker was. Alle vrijwilligers waren weer aanwezig om hiervan te kunnen genieten. In de woonkamer kreeg ik met de andere vier nieuwelingen de tijd om even uit te rusten en te relaxen, terwijl de andere vrijwilligers bezig waren met het voorbereiden van hun lessen in de middag.

We bezochten uiteindelijk nog eens twee scholen, welke op loopafstand van het huis lagen en daardoor binnen vijf minuten door ons bereikt werden. De ene school bevond zich in een fatsoenlijk gebouw, terwijl de andere slechts twee kleine kamers van een huis leek had, welke eigenlijk meer leken op een garage. Beide scholen waren onderdeel van zogenaamde ‘women empowerment classes', waarbij volwassen vrouwen de mogelijkheid krijgen om Engels te leren en zodoende meer toekomstmogelijkheden krijgen. Alhoewel vrouwen en mannen gelijkwaardig zijn in Nepal, worden mannen over het algemeen toch belangrijker beschouwd. Het leren van Engels kan de vrouwen daarom net een boost geven om een belangrijkere rol te krijgen in hun leven. De klasjes op deze scholen hadden wisselende niveaus, maar waren over het algemeen relatief laag, in tegenstelling tot de vrouwenschool die we voor de lunch hadden bezocht.

Nu we alle projecten hadden gezien, kregen we terug in het huis te horen welke posities beschikbaar waren en waar vrijwilligers het hardst nodig waren. Omdat elk project slechts zo'n anderhalf uur duurt en op een bepaald moment van de dag plaatsvond, was het gebruikelijk om meerdere projecten op één dag te kiezen. Voor je hele verblijf zou je dan dagelijks hetzelfde blijven doen. Sjoukje, Nina, Nuria, Elena en ik pleegden vervolgens overleg over de indeling, waarbij we aangaven waar onze voorkeuren naartoe gingen. We kregen het voor elkaar om een mooie verdeling te maken waarbij iedereen zijn of haar zin kreeg. Ik had ervoor gekozen om 's ochtends van 8 tot 9 uur naar het weeshuis te gaan, tussen 11 en 12.30 uur kinderen les te geven en in de middag tussen 15.30 en 17 uur het Engels van ervaren vrouwen te verbeteren. Dit leek mij een erg interessante en afwisselende planning voor de dag, zodat het niet eentonig en saai zou worden. Het ouderenhuis sloeg ik over, aangezien dit in eerste instantie nogal als een verrassing was gekomen -van tevoren had dit bij Activity International niet op het programma zien staan- en ik er niet heel veel voor voelde om dagelijks oude mensen te wassen en vieze bedden te gaan verschonen. Na onze keuzes kregen we uitleg over de lesplanning die voorafgaand aan elke les gedaan moet worden, en over het weekoverzicht dat we elke week in elkaar moesten zetten om aan te geven wat je ongeveer wilde gaan doen.

In de namiddag ben ik met Nina en Sjoukje opnieuw naar de supermarkt gegaan om nog enkele etenswaren te kopen voor de komende vier weken. Op een hogere verdieping verkochten ze tevens textiel, met veel kleding, maar ook handdoeken, waarvan het me wel handig leek om er eentje aan te schaffen. Een klein reishanddoekje dat snel opdroogt is erg handig, maar als je een maand op één plek blijft, is een normale handdoek toch net wat praktischer. Ook schafte ik een nieuwe portemonnee aan, omdat de mijne nog net niet uit elkaar viel. Nadat we nog even op een hogere verdieping hadden gekeken en ons hadden verbaasd over de (tot in verhouding) hoge elektronicaprijzen, liepen we terug naar het huis. Ditmaal namen we vanaf de hoofdweg een ander pad terug, welke in eerste instantie korter leek te zijn, maar uiteindelijk toch langer duurde. We waren mooi op tijd voor het avondeten en het kwam als een verrassing dat er pizza en patat voor ons klaarstond, evenals een schaal met groente. We aten weer aan de tafel op de halfopen verdieping en het was erg gezellig onderling. Extra sfeer werd er gecreëerd vanwege het kaarslicht, omdat de stroom was uitgevallen. Het bleek dat er hier geplande stroomuitvallen zijn, waarbij elke dag op sommige momenten de stroom voor een uur of twee niet beschikbaar is. Zodoende probeert men energie te besparen, aangezien er in Nepal een enorm tekort blijkt te zijn. Ondanks dat ik er net was, was het nu al tijd om afscheid te nemen van de enige Nederlander die al langer in het kamp aanwezig was. Ondanks dat we niet veel de gelegenheid hadden gekregen om elkaar goed te leren kennen, had Margaux me verteld dat ze hier een toptijd had gehad en dat ook ik een paar geweldige weken zou gaan beleven. Ze zou alles en iedereen gaan missen. Dat klonk erg hoopvol en ik keek uit naar de komende tijd. In de woonkamer, waar vanwege een generator wel licht aanwezig was, bleef iedereen vervolgens nog wat langer kletsen. Tevens hoorde ik verhalen over activiteiten die je in het weekend zou kunnen ondernemen en ik begon mijn aankomende weekend al enigszins in te plannen. Terwijl ik dit deed, waren enkele andere vrijwilliger juist bezig om elkaar met Play-doh te overtreffen. Dit lag hier namelijk ook en enkelen waren vol trots erg originele poppetjes aan het kleien. Het was grappig om dit te zien en was een goed teken voor de gezelligheid die me de komende weken te wachten staat. Terwijl ik op weg ging naar m'n bed, kon ik daarom al niet wachten op morgen!

Tip van de dag: als je helemaal gek bent op koekjes, dan moet je zekers eens langskomen bij de supermarkt in de buurt van Chuchapati of Pani Tanki (waar ons huis zich bevindt). Hier binnen bevinden zich namelijk ontzettend veel gangen met schappen die helemaal vol liggen met een enorm aanbod aan verschillende koekjes.

Opvallend feitje: in Nepal mag je geen blote schouders, blote knieën of diep decolleté tonen, maar een blote buik is bij de lokale vrouwen geen probleem. Toch is het niet altijd een even fijn gezicht om bij een (oudere) vrouw de vetrollen tussen de kleding uit zien te komen.

Dag 172: Terug naar school
Woensdag 29 augustus 2012

Op deze nieuwe dag moesten we voor zevenen al opstaan, want we wilden het ontbijt niet missen en wilden ook niet te laat komen op ons project. Vandaag zou iedereen namelijk een dagje proeven van de projecten die hij of zij had uitgekozen. Terwijl we aan de toast en een gekookt ei zaten, vonden we het jammer dat we geen uitzicht hadden op de toppen van de Himalaya. Ondanks dat er boven ons een blauwe lucht hing, hadden witte wolken zich voor de bergen in de verte geschoven. In de woonkamer maakte ik kennis met Shahanaj, de projectcoördinator van het weeshuis in de ochtend. Met deze begeleiders bereid je alle lessen en activiteiten voor, waarbij ze je tips kunnen geven over hetgeen dat al behandeld is en wat je nog zou kunnen doen. Uiteraard is eigen input ook welkom. Samen met Nuria en de Engelse Anton liepen we naar de weg om een tuktuk te nemen naar het weeshuis. Nadat we allemaal 15 roepie (15 cent) hadden betaald aan de chauffeur en bij het weeshuis waren aangekomen, zagen we de aapjes op het dak zitten en de kinderen in de drie verschillende lokaaltjes. De jongsten zaten in de kindergarden en Nuria wilde hen graag twee weken vermaken. De iets oudere kinderen, tot ongeveer 14 jaar, zaten in de andere lokalen en Anton en ik stapten hier naar binnen. We werden erg vrolijk ontvangen met een welkomstlied. Het dozijn wezen wat hier zat gedroeg zich gelukkig relatief rustig. Sommige kinderen waren aan het tekenen, omdat ze al klaar waren met hun huiswerk. Anderen waren daarentegen met Nepalees huiswerk bezig, waarbij het voor ons onmogelijk was om te helpen. We waren daarom blij dat er ook een paar bezig waren met Engels huiswerk, zodat we konden helpen bij iemand die met een verhaaltje bezig was er daarover vragen moest beantwoorden. Een ander meisje was bezig met eenvoudige optelsommetjes, terwijl een heel oudere gozer van een veel hoger niveau was en bezig was met het oplossen van matrices, iets dat ik op de universiteit pas behandelde. Het was een vermakelijke en relatief makkelijk uurtje, waarna we onder begeleiding van een afscheidsliedje werden uitgezwaaid. We propten onszelf vervolgens in een tuktuk en reden terug naar het huis.

In de lounge konden we een tijdje uitrusten, maar niet voor heel lang, aangezien er een planning gemaakt moest worden voor de les op de overheidsschool. Voor mij viel dit vandaag nog mee, aangezien ik alleen zou meekijken in de klas van de Ierse Sam, die ik vanaf volgende week zal gaan overnemen. Sam had voor morgen een test voorbereid, zodat hij vandaag al zijn behandelde onderwerpen wilde herhalen. Ik maakte nu kennis met Hushnaj, de begeleider voor deze school, net als Shahanaj nog een jonge meid van onder de 20. Met haar, Nuria, Sam, de Ierse Hazel en de Spaanse Juanjo gingen we naar de weg waar we een lange tijd moesten wachten op een tuktuk. Er waren er niet extreem veel en degene die we langs zagen komen, zaten al helemaal vol. Soms hing er zelfs iemand achterop. Aangekomen op de school stapte ik met Sam een klas in. Ik stelde mezelf voor aan de elf leerlingen, welke een jaar of 8 waren en allemaal een blauwe blouse droegen, een donkerblauwe stropdas en een donkerblauwe broek of rok. Achterin de klas zaten twee leraren, die een oogje in het zeil hielden. Dit was wel fijn, want zodoende zouden de kinderen iets rustiger zijn. Zelfs nu misdroegen ze zich af en toe nog en waren ze bij lange na niet altijd stil als daarom gevraagd werd. Nadat Hushnaj de presentielijst had doorgenomen, begon Sam met het herhalen van zijn stof, waarbij eerst het alfabet langskwam. Hier schenen de kinderen geen moeite mee te hebben. Het opnoemen van werkwoorden ging relatief goed. Samen beeldden we activiteiten als lopen, rennen, zitten, lezen en dansen uit, waarbij de kinderen het juiste woord moesten noemen. We lieten het hen zelf ook doen. Vervolgens kwamen de voorzetsels ‘in', ‘on' en ‘under' voorbij, waarbij we etuitjes op een tafel legden, onder de tafel hielden of in een tas stopten. De meesten snapten dit wel. Dieren leken allemaal erg goed te gaan en de kinderen vonden het prachtig om deze zelf op het bord te tekenen, waarna de anderen moesten raden wat er getekend was. Ondanks dat de kinderen veel lol hadden, moesten we wel regelmatig orde houden. Aan het einde zongen we twee liedjes, waarna de les van anderhalf uur voorbij was. We kregen vervolgens te horen dat vanwege een of andere lerarenbespreking alle lessen morgen zullen uitvallen. Dit vond Sam uiteraard niet fijn, aangezien hij een test gepland had en hij nu plots afscheid moest nemen van zijn leerlingen. Hetzelfde gold voor Hazel. Ook ik was er minder blij mee, omdat ik minder tijd zou hebben om te wennen aan het lesgeven en ik er volgende week opeens helemaal alleen voor zou staan. Vanwege de laatste dag van Sam en Hazel werden we door de directeur van de school uitgenodigd in de bibliotheek. Hij had koekjes meegenomen en schonk voor iedereen een bekertje Mountain Dew in. Er werd Sam en Hazel verteld dat hun hulp de afgelopen weken ontzettend op prijs werd gesteld en er werd bij hen een rode stip tika op het voorhoofd gezet. Daarnaast kregen ze een sjaaltje om hun nek gehangen. Het was een leuk afscheid en ik had het vermoeden dat mij over enkele weken hetzelfde te wachten zal staan.

Toen we weer terug in het huis waren, was ik moe en hongerig. Gelukkig konden we meteen aanschuiven voor een wederom smakelijke lunch. Hierna werden de matrasjes in de woonkamer weer opgezocht, waarna ik net als Nina kennismaakte met Sanu, de vrouw die de leiding heeft over de vrouwenschool in de middag. Deze school bestond uit twee klassen, waarvan de vrouwen al beschikken over een goede vaardigheid in het Engels. Eén klas was echter ietsje zwakker en de vrouwen hier werden bijgestaan door Sam en Hazel, terwijl de Ierse Claire de afgelopen weken de andere groep op zich had genomen. De planning voor de middag werd besproken en om 15 uur liepen we naar een standbeeld dat iets verderop op de hoofdweg stond bij een Y-splitsing. Ditmaal moesten we de andere kant op en we wachtten enige tijd op een bus die ons deze kant op zou brengen. Er kwam uiteindelijk een minibusje voorbij waar we allemaal in pasten, alhoewel dat nog maar net lukte. Het busje werd helemaal volgepropt en sommige mensen moesten zelfs blijven staan. Een man die het geld in ontvangst nam, hing half uit de deur om nog meer mensen in het busje te krijgen. Het was een hobbelige rit waarbij we ons goed moesten vasthouden om niet van de bank te vallen of om te vallen als je stond. Aangekomen bij de school vulde elke klas zich met zo'n zeven vrouwen, waarbij de leeftijd schommelde van 18 tot ergens in de 40. Sam en Hazel en Claire begonnen met hun lessen en Nina en ik wisselden continu van klas om te zien wat er gebeurde. Hazel controleerde het huiswerk dat ze aan de vrouwen had opgegeven, terwijl Sam telkens één vrouw op de gang nam om een spreektest af te leggen. Het tweede deel van de les behandelden ze vanuit een boek een stuk grammatica, dat behoorlijk goed leek te gaan. De vrouwen in de klas van Claire lieten ook zien dat ze het Engels goed beheersten, want Claire bracht het woord ‘alibi' naar voren, waarbij ze hen uitlegde wat dat inhield. Om het woord vervolgens in de praktijk te brengen, kwam ze met een moordspel op de proppen, waarbij er in twee teams achterhaald moest worden wie in een uitgeprint verhaal de moordenaar was. Het ging verrassend goed en was ontzettend origineel.

We gingen na anderhalf uur weer terug naar het huis met een minibus. Nina en ik dachten na over wie welke klas zou overnemen en we besloten dat Nina Claire zou overnemen en ik de taken van Sam en Hazel. We rustten uit in de woonkamer en kletsten met de overige vrijwilligers, die nieuwsgierig waren naar onze meningen over de projecten. Nivedan, Bhagi en Anton lieten me hier ook het spel ‘carrom' zien. Op een bord van zo'n 60 bij 60 cm waren in de hoeken vier gaten te vinden. In het midden lagen witte en zwarte schijfjes. Maximaal vier personen zaten aan de zijkanten van het bord en met een blauw schijfje moest je vanaf jouw kant de andere schijfjes in de gaten zien te schieten, om zodoende punten te scoren. Het was dus eigenlijk een soort combinatie van snooker en sjoelen, maar was wel ontzettend vermakelijk. We bleven doorspelen tot het avondmaal werd opgediend en genoten daarvan. Iedereen vond het erg gezellig en dat zetten we door bij de wekelijkse bespreking. Het was de bedoeling dat alle vrijwilligers met elkaar zouden doornemen hoe het met de projecten, de staf en de faciliteiten ging. Dit werd door één iemand dan op papier gezet -in dit geval door de Engelse Fiona die hier al aardig wat weken zat- en de volgende dag besproken met de manager, om daarna doorgestuurd te worden naar het hoofdkantoor van Idex. Vanzelfsprekend hadden wij als nieuwelingen nog niet heel veel te melden, maar hadden de mensen die hier al iets langer zaten wel een paar opmerkingen. Na de meeting hebben we met z'n allen in de lounge gehangen. We maakten ons spelletje carrom af, sommigen zaten op de computer om hun reisverhaal te schrijven, anderen waren een kaartspel aan het spelen en weer anderen kletsten gewoon gezellig met elkaar. Het was een leuke avond, waarvan er wat mij betreft nog veel meer mogen komen; gelukkig zal dat ook het geval zijn, want ik ben hier nog 3,5 week!

Tip van de dag: wil je graag weten of iemand die je kent is overleden in bij een ongeluk in Nepal, dan kun je er gewoon het nieuwsbericht in de krant bij pakken, aangezien de volledige namen van alle overledenen worden vermeld.

Opvallend feitje: Nepalese bankbiljetten zijn vaak ontzettend vieze en verfrommelde vodjes.

Dag 173: Wisseling van de wacht
Donderdag 30 augustus 2012

Na het vroege ontbijt heb ik me vanochtend na het ontbijt iets actiever gedragen dan gisteren, aangezien ik samen met Nuria naar het weeshuis ben gaan lopen. Ook zij vond het interessant om het leven op straat iets beter te kunnen bekijken, aangezien je vanuit een tuktuk nauwelijks iets kunt zien. We liepen over de hoofdweg, waarop het erg druk was. Auto's, trucks, busjes en tuktuks reden toeterend door de straat. Alhoewel er aan beide zijden een stoep was, was deze niet altijd van goede kwaliteit. De stoep liep af en toe scheef, er waren gaten en soms moest je uit noodzaak een klein stukje over de weg lopen. Onderweg werd de lange en blonde Nuria meerdere malen aangestaard door de lokale mannen; veel toeristen kwamen er hier waarschijnlijk niet langslopen, ondanks dat twee grote bezienswaardigheden hier niet heel ver vandaag liggen. Het lopen duurde iets langer dan we gedacht hadden en na 30 minuten kwamen we iets te laat op het weeshuis aan.

Ik betrad de huiswerkklas, waar de kinderen niet heel erg veel te doen hadden; er was immers geen school vandaag, dus ook geen huiswerk. We zagen dat enkele leerlingen een tekening aan het maken waren voor iemand die jarig was. Omdat er maar weinig te doen viel, werden alle weeskinderen naar de grotere speelzaal geroepen. Alle kinderen gingen netjes zitten, waarna wij voor de groep gingen staan en begonnen aan een yoga-les. We deden allerlei verschillende rek- en strekoefeningen en alle kinderen deden zeer enthousiast mee. We wisten niet of ze dit al vaker hadden gedaan, maar ze leken er heel veel lol in te hebben. Bij de oefeningen waren de kinderen vaak beter dan ikzelf, aangezien ik zelf niet bepaald lenig ben. Toch was ik bekend met de meeste poses. Het op één been staan ging mij dan weer beter af dan de kinderen, aangezien ze moeite hadden om hun balans te houden en al snel heen en weer wankelden of stonden te hinkelen. Het was een erg grappig gezicht. Nog aparter was om te zien hoe de kinderen zich helemaal wild begonnen te gedragen toen we plots een muis aan de zijkant van de zaal zagen rennen. Als een stelletje dolle jagers renden ze allemaal achter het beestje aan; de arme muis wist niet wat hem overkwam en liet zich even later vangen door een doek. Juichend liepen de kinderen naar buiten om het beest ergens te dumpen, waarna de aandacht voor meer klassikale oefeningen totaal verdwenen was. In plaats daarvan begonnen de kinderen zelf met elkaar spelen en werden wij hier uiteraard bij betrokken. We speelden handjeklap met de kinderen, dansten in het rond en werden door enkelen bij de benen gegrepen omdat ze graag geknuffeld wilden worden. Ook klampten ze zich vast aan je handen. Als je ook maar even op de grond ging zitten om uit te rusten, ging er één meteen al bij je op schoot zitten of begonnen ze al aan je rug te hangen. We kwamen op het idee om ‘iets' in een grote kring te doen -we moesten nog precies bedenken wat-, maar toen we uiteindelijk allemaal hand in hand in een kring stonden, namen de kinderen het volledig over, omdat ze waarschijnlijk met andere vrijwilligers al eens een soort kringdans hadden gedaan. We liepen naar elkaar toe, liepen van elkaar weg en draaiden in het rond, waarbij de kinderen enthousiast een liedje begonnen te zingen. Het was een hele dolle bedoeling, maar iedereen wist zich uitermate te vermaken. Het was daarom voor iedereen jammer dat we op een gegeven moment weer weg moesten. De kinderen vroegen meteen wanneer we weer terug zouden komen en we vertelden dat ze nog eventjes geduld moesten hebben.

Omdat we behoorlijk moe waren, namen we een tuktuk terug naar huis en waren we blij dat de school in de ochtend geen doorgang zou hebben, zodat we heerlijk konden uitrusten. Dit gat van enkele uren gaf me tevens de gelegenheid om een globale weekplanning te maken voor de schoolkinderen. Ik kon in een register zien wat Sam en de voorgaande vrijwilligers met de leerlingen behandeld hadden, zodat ik daar m'n planning op kon aanpassen. Sam kon me tevens het een en ander over zijn lessen uitleggen en vroeg me of ik zijn test aan de leerlingen zou kunnen geven. Ik hoopte dat de leerlingen dit niet heel erg zouden vinden, want het zou wel m'n eerste les zijn en daardoor niet heel veel indruk maken. Anton had de afgelopen week met zijn klasje de klok behandeld en aangezien mijn klas dat nog niet had geleerd, leek mij dat een mooi doel voor de komende weken. Klokkijken is immers erg nuttig! Verder leek het me interessant om de kinderen meer woorden te leren, wat prima zou moeten kunnen met behulp van zogenaamde flashcards, kaarten met plaatjes. Het huis beschikte over enkele categorieën, waarvan de stad me geschikt leek; de kinderen wonen immers in een grote stad. Ik had genoeg tijd om van alles te doen en heb daarna met de andere vrijwilligers van een lunch met pasta kunnen genieten. Gelukkig wist onze kok ook hoe hij dat op tafel kon krijgen. Na de lunch begonnen de voorbereidingen voor de lessen in de middag, alhoewel dit voor mij erg eenvoudig was nu ik nog geen actieve rol had.

We stapten met z'n allen in een minibus en reden naar de school toe. Omdat Nina en ik de klassen al hadden verdeeld, nam ik plaats bij Sam en Hazel, voor wie het vandaag de laatste dag was. Tijdens de les lette ik goed op de manier van lesgeven en op de reactie van de aanwezige vrouwen. Het laatste deel van de les werd het stokje min of meer aan mij doorgegeven, aangezien we een spelletje hadden bedacht dat ik mocht presenteren. Het was het bekende spelletje ‘Wie/wat ben ik?', maar ditmaal draaiden we de rollen om en moest juist de hele klas raden wie of de persoon met het kaartje voorstelde. We hadden een paar erg lollige en soms moeilijke woorden bedacht, zoals een tuktuk-chauffeur, een theepot en een kokosnoot. Het spel was erg succesvol en viel in de goede aarde bij de vrouwen. De klas van Nina en Claire kwam er het laatste kwartier nog even bijzitten omdat zij het ook zo leuk vonden. Sam en Hazel hadden koekjes meegenomen om aan iedereen uit te delen en na het spel werd door de vrouwen afscheid van hen genomen. Het was een gezellige boel, waarbij de twee een cadeautje kregen aangeboden en er op hun hoofd een rode stip tika werd gezet. Er werden vele foto's gemaakt en ze werden hartelijk bedankt voor hun werk. Nina en ik vroegen ons af of ons afscheid over enkele weken ook zo zou verlopen. Door de regen gingen we later dan gisteren terug naar het huis, waar we konden uitrusten van een leuke middag.

Met enkele mensen speelde ik een spelletje carrom, waarna we vanuit de pannen in de keuken diverse gerechten op onze ronde platte borden konden leggen. Er was door Sam en Hazel ijs en chocola gehaald, zodat we nog meer te smullen hadden dan anders. Na het eten was het een erg gezellige boel in de eetkamer. Iedereen was vrolijk, kletste met elkaar en er was bier, drank en chips gehaald om de sfeer nog beter te maken. Ook Nivedan, Bhagi en Suruchi deden gezellig met ons mee. Vanwege de huisregels mogen ze in onze vrije tijd niet met ons mee naar plekken (zoals het toeristengebied Thamel met vele barretjes), maar aangezien zij hier in dit huis woonden, konden ze nu wel gewoon met ons meedoen. Via mobiele telefoons werd muziek gedraaid, waarbij er zowel westerse muziek als Indische muziek voorbij kwam. Het ging uiteindelijk zo ver dat we nog eventjes om de tafel hebben staan dansen; het was nog net geen stoelendans. Tevens hebben we enige tijd op het dak gestaan, omdat we dachten dat we ufo's zagen. Het zullen vast geen echte ufo's zijn geweest, maar wat het nou wel waren, wisten we niet. De lichtjes bevonden zich namelijk ontzettend hoog en gingen relatief snel heen en weer, waarbij ze zich van elkaar vandaan verplaatsten en eventjes later weer naar elkaar toe kwamen. Sterren waren het niet, vliegtuigen gedroegen zich niet zo, weerballonnen zaten naar ons idee niet zo hoog en satellieten schoten voor zover we wisten niet zo heen en weer. Het was maar een vreemd gezicht. Op een gegeven moment waren de lichtjes verdwenen en gingen we tot in de nacht weer verder met de gezelligheid, waarbij we tevens afscheid namen van Sam en Hazel. De reden waarom we het zo laat konden waren, was simpel: het was weekend!

Tip van de dag: houd je van vliegeren? Dan met je eens aankloppen bij Nepalese kinderen, die doen het ook continu.

Opvallend feitje: de favoriete hobby's van Nepalese vrouwen zijn het huis schoonmaken en de was doen, soms gepaard met dansen en zingen.

Reacties

Reacties

Teus

Hoy Jassin, dit verhaal is zeker genieten zeg, wat een leuke belevenis en mooi dat je zo mensen kan helpen!
Dat was zo te lezen een goede ervaring.
Ik ben weer terug van Mallorca dus wat later met het lezen van je verhaal.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!