Miri

Dag 127: De snellere optie
Zondag 15 juli 2012

Helaas was me geen lange nacht gegund, aangezien m'n wekker tegen negenen al afliep. Ik moest m'n heerlijke bed verlaten -wat mij betreft het fijnste bed waarin ik tot dusver deze reis heb geslapen- om m'n spullen te pakken en te ontbijten. Ik wilde mijn vliegtuig namelijk niet missen. Ja, vandaag heb ik opnieuw een vlucht gemaakt, maar ditmaal was het een binnenlandse vlucht en zelfs een vlucht binnen dezelfde staat. Bij een vlucht van Sarawak naar Sabah zou er namelijk weer een immigratieproces aan te pas komen. De reden dat ik een vliegtuig nam, was omdat ik naar het plaatsje Miri wilde gaan en dit een stuk noordoostelijker ligt. Aangezien de wegen hier niet echt geweldig zijn, zou een busrit er pakweg 14 uur over doen, terwijl het vliegtuig je er binnen een uur kan brengen. En met de ontzettend lage tarieven van AirAsia -15 euro- was de keuze dan ook snel gemaakt. De vriendelijke gast van de receptie wilde me tegen een lager bedrag dan de taxi wel naar het vliegveld brengen, dus stond ik daar iets na tienen al om in te checken. Alles verliep opnieuw ontzettend snel, waardoor ik een uur kon wachten voordat de boardingprocedure begon. Tegen twaalven stegen we op, waarna ik uit kon kijken op de saaie zee, aangezien ik een stoel aan de linkerkant had en we precies de kustlijn volgden.

Een klein uurtje later arriveerden we alweer in Miri, waarbij ik supersnel herenigd was met m'n bagage -dat kun je van Schiphol niet zeggen- en ik in een mum van tijd in een taxi zat op weg naar m'n guesthouse in het plaatsje. Hier werd ik vriendelijk ontvangen door de gastvrouw die me maar al te graag wilde helpen met het inplannen van activiteiten en het geven van informatie over mogelijke reisroutes. Miri zelf is nou niet bepaald een interessant plaatsje, maar wel is het de meest handige plek om een trip te plannen naar Niah National Park, dat bekend staat om zijn bijzondere grotten. Direct openbaar vervoer naar dit park, zo'n uur ten zuidwesten van de stad -dus terug richting Kuching- was er niet, dus was ik weer aangewezen op een tour of een privéchauffeur, waarbij ik dubbel zou moeten betalen als ik alleen zou gaan. Toevallig genoeg kwam ik hier in het guesthouse een Frans echtpaar tegen dat ik in Kuching al eerder bij één van de boekingskantoortjes had gezien en gesproken. Zij wilden morgen graag naar het nationale park gaan en ze hadden er geen bezwaar tegen als ik met hen mee zou gaan, dus boekten we bij het guesthouse een chauffeur voor een dagtrip voor een schappelijke prijs. Dat zou betekenen dat ik dinsdag nog een volle dag in Miri heb en iets meer van het plaatsje kan zien. Het zal in ieder geval een erg rustige dag gaan worden, want daarna volgen tot het einde van de maand alleen maar drukke dagen, vooral als ik doorzet met de enkele wijzigingen die ik in m'n schema wil doorvoeren.

De rest van de dag heb ik niet bijster veel gedaan en dat was precies m'n bedoeling. Na een drukke week had ik namelijk weer wat tijd nodig om m'n reisverhalen bij te houden, m'n foto's te bekijken en meer van dat soort dingen. Dit deed ik in eerste instantie in de lobby van het guesthouse, maar toen enkele Australische kinderen onder begeleiding van twee ouderen allerlei ballonnen begonnen op te blazen en zich verder voorbereidden op de komst van een jarige, verkaste ik naar m'n kamer, waarvandaan ik iets later alsnog erg luid ‘Happy Birthday' hoorde zingen. Bij de ‘Fatimah Corner' van een food court in een winkelcentrum vlak bij het guesthouse nam ik nog wel een avondmaaltijd, voordat ik in de avond rustig verder ging met waar ik in de namiddag aan was begonnen. De enige afwisseling was dat ik nog heb zitten kletsen met iemand uit Engeland die morgen naar Mulu National Park zal vertrekken. Waarschijnlijk zie ik hem daar nog wel terug.

Tip van de dag: wil je naar Mulu National Park in het hoogseizoen, reserveer dan ruim van tevoren je plekje op zowel het vliegtuig als in het park. Ik was zo wijs dat te doen (en zal daar woensdag naartoe gaan), maar het Franse echtpaar zal dit meest bijzondere park van het land nu aan zich voorbij moeten laten gaan. Hetzelfde geldt overigens voor Pulau Sipadan, de mooiste duiklocatie van Azië, waarvoor Khalid uit Oman eerder deze maand nee werd verkocht.

Opvallend feitje: AirAsia lijkt nogal dol te zijn op het liedje ‘Give Your Heart a Break' van Demi Lovato, aangezien het vandaag de zoveelste keer was dat het nummer werd gedraaid op het moment dat het vliegtuig was geland.

Dag 128: De grote grot en de platte kop
Maandag 16 juli 2012

Tijdens m'n ontbijt klopte er iets voor achten een Chinees op de deur van het guesthouse. Het bleek de man te zijn die het Franse echtpaar en mij kwam ophalen voor een dagtrip. We zouden vandaag twee nationale parken bezoeken en de Chinees was voor de hele dag onze chauffeur; een gids zou niet nodig zijn in beide parken, omdat je zelf zonder problemen rond zou kunnen lopen. We stapten bij hem in de auto en vertrokken door de lichte regen naar onze eerste bestemming. Niah National Park lag 90 km ten zuiden van Miri en was in ongeveer een uur te bereiken, aangezien de weg van redelijk goede kwaliteit was. Onderweg kletste ik met de twee Fransen en keek ik naar buiten, waar we door veel ontboste gebieden reden, welke hadden plaatsgemaakt voor landbouw. De chauffeur vertelde ons dat een groot deel van de kuststrook er zo uitzag en dat het grootste deel van de jungle alleen nog in de binnenlanden lag. Verder vertelde hij nog het een en ander over de politieke situatie in Maleisië, de populariteit van de Chinezen in Sarawak en het gebrek aan echte carrièremogelijkheden in Borneo, aangezien je daarvoor toch echt in Kuala Lumpur zou moeten zijn.

Vlak na openingstijd bereikten we Niah National Park, waar we de eerste toeristen leken te zijn. De regen was gelukkig opgehouden, dus we konden zonder problemen beginnen aan onze trip. Nadat we ons hadden geregistreerd, moesten we met een klein bootje een rivier oversteken. Er werd hier een enkele ringgit voor gevraagd. Toch was het jammer dat men nooit de moeite heeft gedaan om een brug te bouwen, aangezien we vervolgens een uur lang over bijna alleen maar een houten brug door de jungle hebben gelopen. In het park bevinden zich de Niah Caves, één van de meest bijzondere plekken in Borneo. Om deze te bereiken, moesten we een stukje lopen over houten planken, maar soms ook gewoon over een normaal stenen pad. Beide waren op sommige plekken vervelend glad vanwege de regen en de gevallen bladeren. In het begin kwamen we niet veel meer tegen dan bomen en struiken, maar het tweede stuk liepen we langs met mos begroeide rotsen en een watertje. Bij het begin werd gewaarschuwd dat we moesten oppassen voor krokodillen, maar we zijn er geen een tegengekomen. Tussen de bomen door zagen we een enorme rots, waardoor we een idee hadden waar het pad uit zou komen. Langs het pad was een reling gevestigd, welke op sommige plekken groen was van het mos. Op een gegeven moment zagen we hierop een rode duizendpoot wandelen met z'n vele gele pootjes. Het bleek niet de enige te zijn, aangezien we er verderop nog veel meer tegenkwamen, sommigen zelfs innig met elkaar verbonden. Blijkbaar waren ze nogal dol op deze plek. Na een tijd wandelen bereikten we de zijkant van de enorme rots, welke open bleek te zijn. Alhoewel deze nis in het begin relatief klein was, werd deze al snel vele malen groter. Over rotsen liepen we door een grote ruimte die aan de zijkant open was zodat het daglicht tussen de bomen naar binnen scheen. Boven, naast en onder ons namen de donkergrijsgroene rotsen hier en daar puntige en soms ronde vormen aan. In deze grote opening bevonden zich de restanten van hele oude hutjes van de toenmalige lokale bevolking. Nu stonden alleen nog enkele houten palen overeind.

Alhoewel dit gedeelte tot de Niah Caves behoort, volgde een stukje verder de grootste attractie: de Great Cave. Deze grot werd niet voor niets zo genoemd, aangezien we meteen al overweldigd werden door het formaat van dit wonderlijke natuurverschijnsel. Een enorme ruimte doemde voor ons op, waarbij we een pad slingerend de donkere diepte in zagen lopen. Alhoewel het licht van buiten naar binnen scheen, reikte het bij lange na de andere kant van de grot niet. Het beschrijven van het formaat is nauwelijks te doen, maar de grotten in Limburg en België zijn er niets bij. Toch was de grot ten opzichte van die grotten niet zo mooi wat betreft de rotsen, maar vanwege de grootte maakte hij toch veel indruk. Het was mogelijk om individueel een rondje door de grot te lopen, aangezien er een prima te bewandelen pad was aangelegd, met af en toe trappen. We hadden allemaal een (hoofd)lamp meegenomen, zodat we ook op de donkere plekken meer zouden zien. Als enige toeristen stapten we de grot in, waarna we dieper en dieper naar binnen traden. Al snel bleken onze lampen cruciaal te zijn, aangezien het steeds donkerder werd. Op een zeker moment schrok ik me wezenloos, aangezien er iets op m'n shirt was gesprongen. Het bleek een gigantische reuzensprinkhaan te zijn met een dik lijf van zo'n 10 cm en twee antennes van zeker 30 cm, waarmee hij nieuwsgierig m'n gezicht betastte. Het beest sprong uiteindelijk weg, maar het was wel even schrikken omdat het zo onverwachts was en ik nooit had gedacht dat er zulke grote sprinkhanen bestonden. Later op de tocht hebben we er nog een paar gezien, maar deze bleven netjes op de reling of naast het pad zitten.

Het pad maakte een rondwandeling door de grot, waarbij we slechts op één punt een doodlopend punt tegenkwamen en moesten omkeren. Toch was dit stuk van pakweg 300 meter erg bijzonder, aangezien we door een brede tunnel moesten lopen waar geen enkel straaltje licht naar binnen scheen. Voor de lol deden we onze lampen even uit, waarna we in het pikkedonker stonden en hoopten dat de lampen zouden blijven werken. Aan het einde zagen we weer licht, aangezien er hier een andere uitgang was. De weg naar het licht en de bomen buiten was echter geblokkeerd door een hek, aangezien de Painted Cave daarachter gesloten bleek te zijn vanwege een kapot pad. Dit betekende dat we helaas niet de mogelijkheid hadden om de oeroude grottekeningen daar te bekijken. We keerden daarom om en liepen weer terug naar de ingang van de grot, waar we ons verhaal enthousiast vertelden aan de op dat moment aanlopende toeristen. We waren blij dat we de grot helemaal voor onszelf hebben gehad.

Na deze erg bijzondere ervaring liepen we over het plankenpad weer terug, waarbij we gefascineerd naar de jungle bleven kijken. Er vlogen enkele kleurrijke vlinders voorbij en op een blad zagen we een kikkertje zitten. Specialer was echter de reling, aangezien we hier nu nog meer insecten op zagen dan op de heenweg. Naast vele rode duizendpoten zagen we bijvoorbeeld ook een klein wandelend blad, dat nauwelijks opviel vanwege zijn perfecte camouflage. Het leek net een rood-oranje-geel blaadje, maar als je goed keek kon je oogjes en pootjes ontdekken. Minstens zo apart was een klein insectje dat op zijn rug rond leek te lopen met iets dat enigszins weg had van een schelp, maar dan in de vorm van een klauw. Zoiets had ik nog nooit eerder gezien. Nog vreemder was een zwarte worm met witte banden waarvan de kop helemaal plat was en aan beide kanten uitstak; de vorm was vergelijkbaar met die van een hamerhaai. Het bleek dat het beestje daarom dan ook de ‘hammerhead worm' werd genoemd. Bij het ontwijken van een obstakel zag je de worm z'n platte kop optillen en kantelen, om zodoende over of langs het obstakel te glijden. We zagen nog enkele voor ons nieuwe insecten, van minuscule witte pluizenbolletjes tot een zwart ovaalvormig kruipertje met oranje stekeltjes aan de rand. Ik was benieuwd wat de rest van Borneo voor me in petto zou hebben.

Terug bij de ingang van het park stond de chauffeur netjes op ons te wachten. We hadden eerder slechts een klein appeltje van hem gekregen en nu het lunchtijd was, hadden we best honger. Bij een restaurant langs de weg (met vele individuele kraampjes) namen we iets te eten, waarna we min of meer terugreden naar Miri. We zouden echter nog niet naar de stad gaan, maar eerst een bezoek brengen aan Lambir Hills National Park. We kwamen hier rond 15 uur aan, zodat we twee uur de tijd zouden hebben. Dit was niet heel veel, maar ontzettend veel bijzondere plekken zijn er ook niet in het park. Er waren wel diverse wandelroutes, maar deze waren te lang om voor ons nog te doen. Onderweg zou je door de jungle lopen en diverse watervallen tegenkomen. Eén waterval bevond zich gelukkig redelijk dichtbij, waardoor we die wel konden bezoeken. Over een op sommige plekken behoorlijk glad pad van stenen -het had geregend en er lagen bladeren- liepen we in een halfuurtje naar de waterval. Helaas zagen we onderweg niet bepaald veel, behalve uiteraard de natte jungle en een beekje. Twee keer had het relatief ondiepe beekje een klein watervalletje, maar de grotere waterval volgde pas later. Het was zeker geen waterval die records breekt, maar het gebied eromheen zag er prima uit. Er waren bankjes geplaatst om te picknicken en het was mogelijk om in het water te gaan zwemmen, behalve in het diepe gedeelte onder de waterval. Rond de picknicktafels zag ik enkele vlinders vliegen, net als enkele mieren. Het was hier grappig om te zien hoe een enkele mier continu in zijn territorium bleef rondrennen om de landende vlindertjes weg te jagen. De vlindertjes streken echter altijd weer iets verderop neer, waardoor de mier naar hen toe bleef rennen en dit alsmaar door leek te gaan. Ergens anders op een smalle rand was er een stroom van mieren, waarbij het me wel interessant leek om te zien hoe de mieren zouden reageren als je de stroom zou onderbreken. Ik legde een heel klein blaadje op de rand, waarna de eerste mieren hier tegenop botsten en je ze echt om zich heen zag kijken met de gedachte 'Hé, dit was hier daarstraks nog niet'. Sommigen durfden het aan om over het blaadje te wandelen, terwijl anderen er een weg omheen probeerden te vinden. Op een gegeven moment zag je een grotere mier ‘in gesprek' met enkele kleinere mieren, waarna ze met z'n allen rond het blaadje gingen staan om deze vast te pakken. Met enige moeite probeerden ze het blaadje naar de kant te duwen of trekken, wat uiteindelijk lukte en waardoor het blaadje viel. De mieren konden vervolgens ongestoord verderlopen op hun pad. Het was erg interessant om te zien hoe intelligent deze beestjes waren en hoe goed hun samenwerking is, terwijl wij mieren maar vaak als vervelend beschouwen.

We liepen uiteindelijk weer terug naar de auto en keerden terug naar het guesthouse in Miri. We bedankten de Chinees. De avond was na deze drukke dag erg rustig en ik deed niet veel meer dan dineren en internetten. Maar aan wat rust was ik wel toe, dus was het extra fijn dat ik de hele dorm voor me alleen had.

Tip van de dag: houd je niet van (kleine) rondkruipende beestjes of ben je bang in het donker, dan is het niet raadzaam om naar Niah National Park (of naar grotten, of Borneo!) te gaan.

Opvallend feitje: de grottekeningen in de Painted Cave schijnen met het blote oog nauwelijks te spotten te zijn. Je hebt een goede verrekijker nodig om de erg vervaagde afbeeldingen hoog in de grot te kunnen zien. Je kunt ze daarom dus best missen.

Dag 129: Het kipbuffet
Dinsdag 17 juli 2012

Vandaag was weer eens zo'n dag waarover ik niet heel veel kan zeggen. En niet zozeer omdat ik dat niet wil, maar omdat er gewoon weinig te zeggen valt. Ik zit nu een week in Borneo en het waren drukke dagen, dus een dagje rust kon ik wel weer gebruiken. En ook de komende twee weken gaat het nog erg druk worden, dus m'n krachten sparen leek me best raadzaam. Miri zelf heeft verder niets boeiends om te bezoeken, dus daar hoefde ik geen tijd voor uit te trekken. Ik had geen wekker gezet en werd daardoor pas laat wakker. Het was fijn dat er niemand anders op de kamer was, zodat ik ook door niemand gestoord kon worden. In het guesthouse nam ik een laat ontbijt, waarna ik begon aan een inhaalslag. De komende dagen heb ik ongetwijfeld geen internet en ben ik niet eens zeker van elektriciteit, dus leek dit me een goed moment om op m'n netbook naar al m'n foto's van de afgelopen week te kijken en de mooiste daarvan op m'n Facebook-pagina te plaatsen, wat ik eens in de zoveel tijd doe. Met al meer dan 400 foto's in een kleine week was dat dus wel even wat werk.

Daarnaast wilde ik een deel van m'n planning voor de komende twee weken omgooien. Aangezien ik overal al reserveringen had gemaakt en hier en daar wat wilde schuiven, kostte het wat tijd om alles via internet aan te passen. Het meest tijdrovende was echter een verzoek aan Malaysia Airlines om een vlucht ietwat aan te passen. Ondanks dat het een nogal apart verzoek was, zou het eigenlijk niet eens zoveel aanpassingen vergen. M'n oorspronkelijke planning was namelijk om van Mulu, m'n volgende bestemming waar ik morgen heen zal vliegen, door te vliegen naar Kota Kinabalu, waarbij ik een tussenstop zou maken in Miri. M'n enige vraag aan de maatschappij was nu of ik bij die tussenstop al uit zou kunnen stappen, omdat ik om een bepaalde reden via land en zee naar Kota Kinabalu wil doorreizen. Het kostte me drie telefoontjes, maar als het goed is zou het mogelijk moeten zijn. Ik zou het in Mulu alsnog moeten regelen bij het vliegveld.

En heel veel meer inhoud had mijn dag niet, behalve dat ik ook nog een stuk van m'n reisverhaal had in te halen. Maar uiteraard hadden we de lunch en het diner nog, waarbij ik tweemaal toe gebruik heb gemaakt van een buffet. Tijdens de lunch was het simpelweg een bordje met rijst aanvullen met diverse gerechten in buffetbakken, waarbij je betaalde voor wat je had opgeschept. Het diner was echter een ‘all-you-can-eat'-buffet in een kiprestaurant (en dat was niet de KFC). Voor zo'n 4,5 euro, wat een relatief hoog bedrag is hier, kon je twee uur lang een onbeperkte hoeveelheid grote stukken gegrilde en gefrituurde krokante kip krijgen. Het buffet was uitgebreider dan dit, want ook had je verschillende soorten groenten, rijst en nasi goreng, sausjes en andere eenvoudige gerechten. Voor het bedrag kon je ook onbeperkt te drinken krijgen en zelfs softijs uit een automaat halen. Als grote kipliefhebber heb ik hier in Azië sowieso al weinig te klagen (vooral in Indonesië en Maleisië waar er vanwege de islam nauwelijks varkensvlees te vinden is en daardoor meer kip), maar voor dit bedrag was dit natuurlijk een geweldig diner. Dat zou je eens in Nederland moeten proberen te vinden!

En daarmee is het me toch weer gelukt om aardig wat tekst neer te zetten voor zo'n inhoudsloze dag! Ik kijk uit naar de komende dagen, want Gunung Mulu National Park schijnt één van de hoogtepunten van Borneo te zijn!

Tip van de dag: als je lokale telefoonnummers wilt bellen en je hebt alleen je eigen Nederlandse sim-kaart, overweeg dan om een lokale sim-kaart te kopen of een plek te zoeken met internet zodat je via Skype kunt bellen. Dat is vele malen goedkoper dan met je eigen provider. Zo betaal ik bijvoorbeeld 2,25 euro per minuut naar een buitenlands nummer met mijn sim-kaart, terwijl dat via Skype niet meer dan 2 cent kost. Alhoewel dit tarief landafhankelijk is, is het alsnog goedkoper.

Opvallend feitje: bijna alle reizigers die je hier tegenkomt, doen precies hetzelfde. Bijna allemaal komen ze per vliegtuig aan vanuit Kuching, gaan ze een dagje naar de Niah Caves, vliegen ze voor enkele dagen naar Mulu en keren dan terug om via land door te reizen naar Kota Kinabalu.

Reacties

Reacties

Grace

Had je ´toevallig´een oranje shirtje aan toen je besprongen werd door die sprinkhaan?Just kidding.
Wel apart die worm en bij het zien van die hoop mieren,gingen mijn haren rechtop staan.
Maar ....... prachtige foto´s heb je gemaakt.
Bedankt,Jassin.Looking forward naar je inhaalslag reisverhaal.

papa

Hoi gozer, wat een belevenis hebt je weer meegemaakt, het was wel even schrikken van die grote sprinkhaan, gelukkig liep het verder goed af. Je reisschema aangepast? Houd je verder alles nog goed in de gaten!! Nog veel plezier en blijft genieten,de groetjes en liefs vanuit Simpelveld

Moelai

Gatverdamme, zo'n grote sprinkhaan die ineens op je zit!! Bah bah bah!!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!