Yogyakarta

Dag 90: Hobbelend door dakpandorpjes naar Jogja
Vrijdag 8 juni 2012

M'n wekker ging vanochtend al vroeg, omdat ik om 7 uur zou worden opgehaald door een bus naar Yogyakarta (of Jogjakarta, of Jogja). Dit zou betekenen dat ik m'n ontbijt had moeten missen, aangezien deze pas vanaf 7 uur beschikbaar zou zijn. Maar het vriendelijke personeel vond het niet erg om al iets eerder voor een ontbijt te zorgen, toen ik ze dat gisteren had gevraagd. Met een half ontbijt achter m'n kiezen en de andere helft in m'n hand, stapte ik klokslag 7 uur -redelijk uniek dat ze op tijd zijn- een grote 18-persoons-minibus in. Er was slechts één andere (Indonesische) passagier en in Pangandaran haalden we verder nog maar één (Australische) toerist op, waardoor de grootte van de bus redelijk onnodig leek. De bus hobbelde en wiebelde ontzettend over de slechte wegen rond Pangandaran, wat de rit niet heel fijn maakte. De wegen waren van erg slechte kwaliteit en het asfalt was op vele plekken gescheurd, afgebrokkeld of gewoon afwezig, waardoor we over steentjes verder moesten. Op vele plekken was men echter wel bezig om de weg te repareren of opnieuw te asfalteren. De lokale bevolking deed wat men kon. We bleven toch niet met z'n drieën in de bus, aangezien er onderweg nog genoeg andere mensen werden opgehaald van huisjes langs de weg, of in andere dorpjes. De eerste drie uur van de rit verliep vanwege de kwaliteit van de weg, de reparatiewerkzaamheden, het daardoor tragere verkeer en de extra passagiers erg traag. Ook fungeerde de chauffeur als pakketbezorger, omdat hij achterin diverse pakketten had liggen die hij op verschillende plekken moest afleveren.

Tijdens de rit passeerden we kleine dorpjes met eenvoudige houten huisjes, grote rijstvelden, vele palmbomen en hier en daar een spoorbaan. Mensen hingen rond bij hun winkeltjes of waren elders aan het werk. De tweede helft van de rit verliep gelukkig vlotter dan de eerste helft. Alle pakketten waren bezorgd, alle passagiers waren opgepikt, de weg was van iets betere kwaliteit en we konden rechtstreeks doorrijden naar Yogyakarta. De chauffeur trapte het gaspedaal aardig in en haalde truck na truck in. We stopten nog slechts eenmaal bij een restaurantje om te lunchen. Hierna reden we door een gebied dat erg opviel vanwege de enorme aanwezigheid van oranje dakpannen. Het leek me sterk dat zij ook klaar waren voor Oranjes eerste EK-wedstrijd morgen. Waarschijnlijk staat dit gebied bekend om de productie van dakpannen, aangezien deze overal in grote stapels verspreid lagen. Grappiger was echter dat daadwerkelijk elk gebouw in de wijde omgeving ook dakpannen op het dak had liggen. Of het nou gewone stenen huizen waren of eenvoudige houten hutjes die normaalgesproken een dak hebben van gedroogde bladeren, allemaal waren ze voorzien van dakpannen. Zeer apart!

Na een lange en vermoeiende tocht, waarbij ik vanwege het vele gehobbel niets heb kunnen doen op met netbook, kwamen we na acht uur eindelijk aan in Yogyakarta. Ik werd hier afgezet bij m'n hostel, wat een groot en modern gebouw bleek te zijn in een omgeving met een stuk minder mooie gebouwen. De straten die ik tot dusver had gezien, gaven me de indruk dat Yogyakarta een enorm uit de kluiten gewassen dorp was. Ja, het was een stad van redelijk formaat, maar zag er een stuk anders uit dat Jakarta en Bandung. Het was er in ieder geval een stuk minder druk en hectisch, wat het uiteraard ten goede komt. Ik checkte in bij het ruim uitziende hostel en kreeg een zespersoonskamer toegewezen, waar ik kennismaakte met een oudere, ietwat maffe, Australische man. Ik zal hier vijf nachten verblijven, waardoor ik dus vier volle dagen de tijd heb om de stad te verkennen, alsmede de twee bekendste bouwwerken van het land: de tempels Borobudur en Prambanan. Vandaag had ik dus niet heel veel redenen om nog veel te gaan doen. Toch ben ik aan het eind van de middag op pad gegaan om iets van de stad te zien en op zoek te gaan naar een plek om te eten. Alhoewel ik in het begin verkeerd liep en daarna ook nog een aardig stuk moest lopen om de plek te vinden waar ik naartoe wilde, bereikte ik uiteindelijk Jalan Malioboro, een populaire straat met vele winkels en restaurants. Hier werd ik benaderd door een man die merkte dat ik half Indo was en me vroeg waar ik vandaan kwam. Hij kende Den Haag en vertelde enthousiast dat zijn vader in een band zit die vaak optreedt op de Pasar Malam Besar (Tong Tong Fair) op het Malieveld, waar hij zelf ook enkele keren was geweest, net als Haarlem. Hij was een leraar op een kunstschool en had een tentoonstelling van schilderijen gemaakt op textiel, het hier erg bekende batik. Op een bovenverdieping van een gebouw gaf hij het stokje over aan een collega die het een en ander vertelde over het maken van deze schilderijen. Het was allemaal leuk en vriendelijk bedoeld, maar toch bleef ik op m'n hoede voor eventuele oplichterijen en bedankt ik vriendelijk voor de aangeboden thee en verliet ik de galerij na het bekijken van de schilderijen met het excuus dat ik honger had, wat niet gelogen was. Bij de food court van het nabijgelegen winkelcentrum nam ik een avondmaaltijd, waarna ik m'n weg terug probeerde te vinden naar het hostel. Dit bleek gelukkig niet heel moeilijk te zijn. Ik besefte dat dit de eerste keer was dit ik alleen door een grote stad in Indonesië liep en nu het avond was, lette ik ook extra op. Je weet immers maar nooit hier. Gelukkig leek Yogyakarta een stuk rustiger en gemakkelijker te bewandelen zijn dan de voorgaande steden. In het hostel hing ik enige tijd rond in de lounge, waar ik met de Nederlandse Top 40 op de achtergrond -het tijdsverschil was nu iets gunstiger dan in Zuid-Korea en Japan- verder ging met het inhalen van m'n verhalen. Toen op de televisie de aftrap werd gegeven van het EK 2012 -morgen is de enige wedstrijd met Nederland die ik op een gunstig tijdstip zou kunnen bekijken- ging ik terug naar m'n kamer voor een welverdiende nachtrust.

Tip van de dag: heb je je altijd al eens als een Angry Bird willen voelen? Neem dan een minibus van Pangandaran naar Yogyakarta. Enkele keren werd ik serieus enkele centimeters de lucht in gelanceerd, waardoor ik in opperste concentratie moest blijven om mezelf vast te houden.

Opvallend feitje: Yogyakarta heeft op vele plekken een stoep, alhoewel deze vaak van slechte kwaliteit is, schuin loopt en gaten heeft, waardoor het soms alsnog beter is om op straat te lopen.

Dag 91: Paleis, poppen en profs
Zaterdag 9 juni 2012

Het was vandaag een redelijk gevarieerde dag, welke begon nadat ik heerlijk had uitgeslapen. 9.15 uur, een kwartier voor sluitingstijd van de kantine, zat ik aan m'n ontbijt van nasi goreng, welke inbegrepen was. Ik besloot wat ik vandaag zou gaan doen en verliet het hostel, waarna ik terechtkwam in het drukke en ontzettend benauwde Yogyakarta. De vochtigheidsgraad leek hier nog hoger dan op m'n voorgaande locaties en dat was allesbehalve fijn. De hele dag voel je je klef en vies. En met een aardige hoeveelheid zon erbij was het ook erg warm. Op de kaart lijkt Yogyakarta niet heel erg groot, maar toch moet je af en toe behoorlijke afstanden afleggen om van de ene zijstraat naar de volgende te lopen. Via enkele straten met vele auto's, motors en becaks, waarlangs verschillende winkeltjes, restaurantjes en banken gevestigd waren, liep ik naar het zuidoosten, waar zich de bekendste en belangrijkste bezienswaardigheid van de stad bevond. Ik kwam uit op een groot en leeg veld waar het gras leek te zijn verdwenen. Aan de andere kant stonden diverse tourbussen en een grote hoeveelheid kraampjes met souvenirs, eten en drinken. In dit gedeelte van de stad woont de sultan in het Kraton, een groot paleis dat ook door zijn voorgangers werd bewoond. De plek waar ik een ticket kocht en naar binnen ging, bleek echter niet het paleis te zijn. Heel geniepig bevindt zich voor het hoofdpaleis een ander, minder belangrijk deel van het paleis, maar dat wist ik op dat moment nog niet. Bordjes waren nergens aanwezig en de vele mannetjes in de omgeving hadden liever dat je in hun becak het terrein zou verlaten, dan hier rond te hangen. Ik keek enige tijd rond en zag enkele beelden, paviljoentjes en schaalmodellen, alsmede enkele gebouwtjes welke je kon betreden voor een overzicht van foto's van de sultan en diverse koetsen. Het ‘paleis' was niet heel spectaculair, maar op zich geinig om te bezoeken.

Voordat ik verder zou gaan naar het zuiden, liep ik een stukje terug naar het Sonobudoyo-museum, die ik op de heenweg bij het grote veld had gemist. In het museum waren in enkele zalen diverse Javaanse en Indonesische objecten te bekijken, zoals stenen, wayang-poppen, hindoebeelden, maskers en teksten in het Sanskriet. Het museum zag er prima uit en ik overwoog om in de avond terug te komen voor een voorstelling van wayang-poppen. Ik stak het veld voor het paleis weer over en via enkele smallere en kronkelende straatjes kwam ik uit bij een andere groep met toeristenstalletjes en een doorgang waarvan ik niet wist waar deze heen zou leiden. Wel zag ik in de buurt een museum waar alle koetsen van de sultanfamilie uitgestald stonden. De Gouden Koets stond er uiteraard niet tussen, maar de vele verschillende exemplaren die er stonden, zagen er mooi en kleurrijk uit en niet eens heel anders dan onze koetsen. Dolend ging ik op zoek naar de vogelmarkt, waarvan ik dacht dat het een groot gebied was met vele markstalletjes. Dit bleek echter niet zo te zijn (of ik heb het niet kunnen vinden), want langs de drukke weg waren slechts enkele winkels die vogelvoer en lege kooien verkochten, evenals kooien waarin kleine vogels van verschillende rassen wild aan het fluiten en het rondhippen waren. De vogels hadden in iets betere omstandigheden mogen leven, als het aan mij had gelegen. In de buurt bevond zich ook Taman Sari, het waterpaleis, maar ook deze bezienswaardigheid leek behoorlijk verstopt te liggen achter een muur, een markt met groente en fruit, rommelige toeristenkraampjes en een nog rommeliger bouwterrein. Na enig zigzaggen door smalle steegjes kwam ik uit bij een heuvel waarop een grote ruïne stond. Heel bijzonder was deze niet, net als het slechts gedeeltelijke uitzicht over de directe omgeving. Ik had gelezen dat er niet heel veel meer van het waterpaleis over was, dus ik wist niet zeker of er nog meer zou zijn of dat dit het was. Ik had echter geen zin meer om hier nog langer te blijven; het was ontzettend warm en was moe van alle vervelende straatjes en mannetjes die je continu naar hun becak of winkel met batik probeerden te lokken.

Ik keerde terug naar de plek met de andere doorgang en kwam erachter dat dit de ingang was van het echte paleis van de sultan. Nadat ik een ticket had gekocht kreeg ik een ouder vrouwtje aangewezen als gids, waarna ik een vermakelijke rondleiding kreeg over het terrein van de kraton. Het had iets weg van het andere complex, maar was allemaal net wat mooier. Ik was nog net op tijd om het einde van een wayang-show te zien, waarbij de poppen achter een doek werden bewogen en je vanaf de kant van het publiek hun schaduwen zag bewegen. Hierna volgde een paviljoen voor officiële ceremonies, bestaande uit Nederlands hekwerk, Italiaans marmer en keramiek uit China. De sultan woont nog steeds in dit paleis, ondanks dat het terrein was opengesteld voor toeristen. In een hal werd de geschiedenis van de vorige sultan, de 9e, uitgebeeld met vele foto's en persoonlijke bezittingen. M'n gids vertelde het een en ander over de man en de rituelen die werden uitgevoerd tijdens belangrijke momenten in z'n leven, en over zijn schoolperiode in Haarlem en studietijd in Leiden. Hij was erbij toen Nederland de onafhankelijkheid teruggaf aan Indonesië. Ook zijn zoon, de huidige sultan, had een collectie spullen die stonden uitgebeeld hier. Verder waren er kledingstukken te zien en geschenken van over de hele wereld. Ik bedankte m'n gids voor de interessante rondleiding, maakte een praatje met enkele studenten uit Surabaya en liep een stukje verder, langs het gouverneurskantoor. Deze was niet te bezoeken, maar hier tegenover, eveneens tegenover het koloniale gebouw van de Bank of Indonesia, stond Vredeburg, een oud fort van de Hollanders. Ondanks dat het ommuurd was, was het geen oud fort zoals je zou verwachten. Het was niet heel erg groot en binnenin, rond een binnenplein, stonden diverse gebouwtjes, welke nu een behoorlijke hoeveelheid panorama's bevatten die de geschiedenis van de stad uitbeeldden. Het was geinig om te zien, maar niet bijster bijzonder. Ondertussen was de middag al half om en het was nog steeds erg warm. Ik vond dat ik wel genoeg had gelopen en gezien, voelde me moe en keerde daarom terug naar het hostel, waar ik in de lounge heerlijk uitrustte.

In de avond ben ik de straat opgegaan om op zoek te gaan naar een plek om te eten. Gelukkig waren er genoeg eenvoudige stalletjes op de stoepen geplaatst. Ik nam plaats op een plastic krukje en bestelde een maaltijd, die vervolgens aan een tafel bij een kraampje bereid werd. Ik lachte om de tekst dat als je minimaal 200.000 roepia uit zou geven, je een gratis nasi goreng ajam zou krijgen, aangezien ik in totaal slechts 13.500 roepia kwijt was en het erg lastig was om dit bedrag te halen. De mannetjes die voor geld gitaar kwamen spelen, sloeg ik van me af. Vervolgens liep ik terug naar het Sonobudoyo-museum, aangezien ik graag een voorstelling wilde bijwonen van wayang kulit, de Javaanse schaduwpoppen. Ik werd ontvangen door één van de organisatoren, een museummedewerker die hier al tientallen jarig actief was en ook voor vele van de poppen zorgde. Hij had een zoon die in Leiden had gestudeerd en vond het altijd leuk om Nederlandse gasten op bezoek te krijgen, vooral als deze ‘gado-gado' zijn. Hij legde me het een en ander uit, vooral over het verhaal. Deze avond zou er voor twee uur één van de acht scènes hier gespeeld worden, welke dan weer geselecteerd waren uit de Ramayana die meer dan honderd scènes bevat. In de zaal stonden allemaal muziekinstrumenten opgesteld, de gamelan, waarop enkele mensen aan het spelen waren en vijf vrouwen aan het zingen waren. Uiteraard was er ook een doek waarop een lamp geprojecteerd werd. Dit alles stond op een laag podium, waaromheen stoelen stonden. Het was dus mogelijk om alle kanten van het optreden te zien, zowel de standaardkant waarop de schaduw van de wayang-poppen werd geprojecteerd, alsmede de achterkant waar je kon zien hoe de poppenspeler/verteller zijn kunsten vertoonde met het bewegen van alle poppen. Het spel was erg bijzonder om te zien en de vaardigheden van de poppenspeler waren uitmuntend. Toch begon het op een gegeven moment een beetje eentonig te worden, aangezien de poppen niet altijd heel veel bewogen en de gesproken tekst niet te volgen was. De pakweg 25 toeristen druppelden dan ook langzaam af over de avond. Ik bleef met slechts een paar anderen tot het eind, waarna ik de vriendelijke medewerker een mooi excuus gaf om nu niet naar de poppen in z'n atelier te kijken: Nederland-Denemarken. Terug in het hostel zat ik er in de lounge met m'n oranje shirt al helemaal klaar voor op de (rood-wit-blauwe) zitzakken. Enkele andere personen keken mee. Dit was de enige wedstrijd van Oranje die voor mij op een redelijk normaal tijdstip werd uitgezonden, dus het zou een gemiste kans (haha!) zijn geweest om de wedstrijd niet te kijken. Iedereen hier leek achter Oranje te staan, maar helaas was er geen moment om te juichen, waardoor ik iets later en meer teleurgesteld dan normaal naar m'n bed ging.

Tip van de dag: lees je van tevoren heel goed in over de te bezoeken locaties in Yogyakarta en weet waar je moet zijn en hoe het er min of meer uitziet, zodat je niet onverwacht elders in wordt gelokt.

Opvallend feitje: in tijden van het EK en WK lijkt het toerisme in juni overal lager te zijn dan normaal, aangezien velen thuisblijven om voetbal te kijken.

Dag 92: Rondjes door Jogja
Zondag 10 juni 2012

Na een lange dag gisteren was het vandaag weer hoog tijd om iets langer uit te slapen, voor zover dat mogelijk was met het vroege ontbijt. Heel veel was ik niet van plan vandaag, dus kon ik sowieso rustig aan doen. Op de kamer maakte ik kennis met de Italiaanse Roberto die, net als ik, nog graag een trip wilde maken naar de Borobudur en Prambanan. De tours die ze bij het hostel aanboden, hadden een minimumaantal van twee personen nodig, maar waren niet helemaal wat we zochten. We zijn daarom richting het populaire Jalan Malioboro gelopen, waarbij we onderweg diverse reisbureautjes bezochten die min of meer dezelfde tours aanboden in de omgeving. Naast de bovengenoemde plekken kon je ook naar het mooie Dieng Plateau, de stad Surakarta, de Mt. Merapi, een strand in het zuiden en naar de Bromo in het oosten. Na enig wikken, wegen en afdingen vonden we een lange, maar bijzondere tour voor morgen en een ietwat kortere, maar ongetwijfeld even bijzondere tour voor overmorgen. We keken enige tijd rond in de drukke straat waar ik eergisteren al eventjes in de avond was geweest. Er waren winkeltjes die verschillende handgemaakte spullen verkochten, alsmede batik en kleding. Vele mannetjes probeerden je over te halen om een ritje te maken met hun becak. Wij namen in het winkelcentrum hier echter een verfrissend drankje. Deze konden we op deze warme dag (maar minder extreem dan gisteren) wel gebruiken. We liepen een stukje verder en keken even rond bij een markt met smalle gangetjes en kleine kraampjes. Nu ik al zoveel ervaring had in Aziatische landen, is het leuk om deze belevenissen te delen met mensen die nog maar weinig gezien hebben en bij zo'n markt met open ogen staan te kijken over hoe het er daar aan toe gaat. We liepen weer verder en ik verwees Roberto naar het terrein met het paleis, aangezien hij daar nog naartoe wilde gaan. Ik keerde daarentegen terug naar het hostel.

Terug op de kamer maakte ik meteen kennis met de Nederlandse Dennis, die net was aangekomen in Indonesië en nog redelijk aan het begin was van een backpacktrip van drie maanden door Zuidoost-Azië. Terwijl we allebei enige tijd uitrustten, kon ik opnieuw m'n verhalen over Azië kwijt. Met Dennis heb ik vervolgens min of meer hetzelfde rondje afgelegd als eerder op de dag, maar toch was het totaal anders. Eerst stopte ik opnieuw bij het reisbureautje om nog een tour te boeken voor woensdag, waar ik eerst iets langer over na wilde denken. We zijn vervolgens over Jalan Malioboro gelopen, maar nu het hier donker was, was het totaal anders. Er stonden overal veel meer eetkraampjes en de lokale bevolking genoot met volle teugen van al het lekkers. We liepen nog meer rond, wisselden verhalen uit over Azië en keerden uiteindelijk terug naar het hostel. Later op de avond ben ik met zowel Roberto als Dennis op zoek gegaan naar een plek om te eten, maar omdat het regende buiten, zijn we niet veel verder gegaan dan een tentje in de buurt van het hostel. Ondanks dat beiden de voetbalwedstrijd Italië-Spanje wilden zien op tv, sloeg ik deze over, omdat de wekker vannacht al veel te vroeg zal gaan: een uur of 4, en dat was niet om op tijd te zijn voor het ochtendgebed in de moskee, maar voor een bijzondere 12 uur lange tour.

Tip van de dag: bekijk de prijzen bij meerdere reisbureautjes, omdat ze exact dezelfde tour kunnen aanbieden tegen verschillende bedragen. Daarnaast zou je ook nog kunnen proberen af te dingen.

Opvallend feitje: je kunt ‘Borobudur sunset tours' boeken, maar de tempel gaat om 17.30 uur al dicht, terwijl de zon vanaf dat tijdstip onder begint te gaan. Daarnaast schijnt er ten westen van de tempel een grote heuvel te zijn, waardoor er van een echte zonsondergang geen sprake is en de zon al veel eerder achter de heuvel verdwijnt.

Dag 93: Java's grote tempel
Maandag 11 juni 2012

Terwijl vanochtend de moskee in de buurt van het hostel aan het ochtendritueel begon, stond ik even na vieren al onder de douche. Om 4.45 uur werd ik namelijk samen met Roberto in de lobby van het hostel verwacht, waar we met een busje werden opgehaald voor een lange, maar bijzondere tour. We reden een beetje door de stad en pikten nog enkele mensen op, waarna we met een gids koers zetten naar de belangrijkste bezienswaardigheid van Indonesië en één van de belangrijkste historische monumenten in heel Azië: de Borobudur. Dit boeddhistische bouwwerk bevond zich op zo'n uur rijden van Yogyakarta en is gebouwd tussen de jaren 750 en 850, waarna het lange tijd verwaarloosd is en pas in de vorige eeuw gerenoveerd is en door UNESCO is uitgeroepen tot cultureel erfgoed. We bereikten de Borobudur al vroeg, maar achteraf gezien waren we daar wel heel blij mee, aangezien het iets na zessen nog relatief rustig was en de grote tourgroepen nog niet waren gearriveerd. Ook de vele schoolkinderen waren er gelukkig nog niet. Toen we twee uur later weer vertrokken, was het al vele malen drukker. Nu hadden we de tempel bijna voor onszelf. Nadat we onze tickets hadden gekocht, liepen we over een weg met bomen, waarna de piramidevormige tempel voor ons opdoemde. De Borobudur is gebouwd als een grote vierkante stoepa met een basis van 123 bij 123 meter en heeft verschillende verdiepingen. Nu het nog rustig was, leek het ons het beste om bovenaan te beginnen.

We beklommen de serie met trappen en genoten van hetgeen dat we op de top aantroffen. Zo waren daar de vele grote ronde stoepa's, die in diverse cirkels stonden opgesteld rond de veel grotere centrale stoepa. Deze belvormige stoepa's zijn het boegbeeld van de tempel en zijn op elke foto wel terug te vinden. Wat in het begin echter niet opvalt, is dat er in elke stoepa een Boeddhabeeld geplaatst is. Als je goed kijkt tussen de openingen in elke stoepa, dan zie je er een zitten, alhoewel de hoofden helaas verdwenen waren. Van twee stoepa's was de bovenkant echter verdwenen, waardoor de gerenoveerde boeddha's -met hoofd- zichtbaar waren. Nu het nog relatief rustig was, was het hier boven prachtig om rond te lopen, alhoewel het ook weer niet zo groot was. Behalve het zicht op de tempel zelf, hadden we ook een mooi uitzicht op de gehele omgeving. Het weer was vandaag totaal anders dan de afgelopen dagen: de zon liet zich maar weinig zien en bewolking was alom aanwezig. Dit had uiteraard een negatief effect op het uitzicht, maar aan de andere kant gaf het de omgeving ook een mystieke sfeer, waarbij sommige wolken redelijk laag tussen de bomen hing. In de verte was Mt. Merapi wel goed zichtbaar; rook steeg op uit deze meest actieve vulkaan van Indonesië. Het is een vulkaan die elk jaar wel tot uitbarsting komt, met om de paar jaar een behoorlijk grote. De laatste grote uitbarsting was eind 2010, wat ook een drastisch gevolg had voor de Borobudur. Net als heel Centraal-Java kwam de tempel onder een dikke laag as te zitten, waardoor men het afgelopen jaar druk bezig was geweest om de tempel weer schoon te krijgen. Op foto's zagen we een totaal grijze Borobudur. Nadat we bovenaan lang genoeg hadden rondgekeken en foto's hadden gemaakt, gingen we een verdieping omlaag, waarna je -met de klok mee- rond de tempel kon lopen om de vele reliëfs op de wanden te bekijken. Deze hadden qua stijl veel weg van de reliëfs die ik tijdens mijn vorige reis gezien had bij de hindoeïstische tempels van Angkor in Cambodja. Behalve afbeeldingen van boeddha's en personen, waren hier en daar ook lotusbloemen en olifanten te spotten, symbolen van het boeddhisme. We liepen ook een rondje om de andere twee verdiepingen en verlieten vervolgens het bouwwerk, waarna we in een stroom van souvenirkraampjes terechtkwamen. Bij een restaurantje kregen we vervolgens een eenvoudig ontbijtje aangeboden, waarna de groep in tweeën werd gesplitst en de ene helft terugging en de andere helft door zou gaan voor de volgende excursie. Ik behoorde tot die laatste groep.

Met zeven man zaten we in de minibus voor een twee uur durende tocht naar het Dieng Plateau, een bergachtig gebied ten noordwesten van de Borobudur. Via slingerende bergwegen, waarlangs eenvoudige huisjes stonden, bereikten we uiteindelijk dit gebied. Om ons heen bevonden zich bergen en heuvels waarvan de hellingen helemaal getransformeerd waren tot terrassen waarop allemaal gewassen verbouwd werden. Het waren er ongelooflijk veel en elk toegankelijk plekje werd ten volle benut. Kleine dorpjes, die allemaal over hun eigen moskee beschikten, waren in elk dal gebouwd en inwoners waren op de bergen bezig met het planten of zaaien van gewassen. We reden enige tijd en stopten bij een plek waar we de gelegenheid kregen om rond te kijken bij enkele oude tempeltjes. Tussen het platteland lagen enkele ruïnes van verwoeste tempels, terwijl er hier en daar nog enkele kleine torentjes aanwezig waren. Qua formaat deden deze me dan weer enigszins denken aan de tempels van My Son in Vietnam, alhoewel de stijl iets anders was. Het was niet heel spectaculair na het zien van de Borobudur, maar op zich wel geinig. Bij onze volgende stop moest ik terugdenken aan mijn dag in de Hakone-regio in Japan, aangezien er hier heel veel zwavel in de grond zat. Nadat we waren uitgestapt, konden we over bruinkleurige rotsen lopen richting een meer waar rook vanaf kwam. Het was opnieuw een poel water dat borrelde vanwege de warmte. Stinkende stoom werd door de wind weggedreven. Ook rond deze poel zagen we zo nu en dan kleine plasjes borrelend water, zodat je moest oppassen waar je liep. Het verschil met Japan was dat ze hier geen eieren in het water hadden hangen, terwijl iemand wel een slipper in het water had gegooid. Bij de volgende plek kregen we opnieuw 40 minuten om rond te kijken, alhoewel iets meer tijd hier wel welkom was geweest. Hier bevond zich namelijk een groot blauw meer waar je omheen kon lopen. Althans, dat leek het pad in het begin te suggereren. En alhoewel je inderdaad ook rond het meer kon lopen, moest je uiteindelijk wel een aardige tijd over een zandpad lopen. Nu zou dat normaal niet heel erg zijn, maar aangezien het vandaag redelijk slecht weer was en het op het moment dat wij er waren ook regende, was het zandpad veranderd in een pad vol met modder, waarbij je goed moest opletten waar je je voeten neerzette. Met modderige schoenen stapten we de minibus weer in, waarna we ten slotte nog een stop maakten bij een uitkijktoren, zodat we eindelijk foto's konden maken van de prachtige bergen in de omgeving en alle aangelegde akkers. De tocht kwam hiermee tot een einde en we zijn bij een buffetrestaurant gaan eten voordat we de lange weg terug naar Yogyakarta aflegden. Het viel me hierbij op dat we de meest nette en veilige chauffeur hadden die ik ooit in een Aziatisch land was tegengekomen. De beste man reed rustig, haalde heel veilig in, gebruikte altijd zijn knipperlichten en gedroeg zich verder heel keurig. Een wereld van verschil met de doorsnee bestuurder hier.

Na een tour van meer dan 12 uur arriveerden we weer in het hostel, waar we in de lounge lekker konden uitrusten. Hier kwamen we Dennis ook weer tegen, waarna we besloten om bij een tentje in de buurt te gaan eten. Het lokale eten beviel ons prima. In de avond heb ik opnieuw lekker in de lounge gehangen, terwijl Dennis zijn spullen pakte om aan een nachtelijke wandeltocht te beginnen naar de top van de Mt. Merapi, waar hij, als alles goed verloopt, morgenochtend getuige zal zijn van de zonsopkomst. Nadat hij vertrokken was, ging ik uiteindelijk naar bed om m'n gemiste uurtjes slaap van de afgelopen nacht in te halen.

Tip van de dag: ga bij een lange rit in een minibus niet op de middelste stoel zitten, aangezien je dan geen leuning aan beide kanten hebt.

Opvallend feitje: het EK lijkt ook hier populair te zijn. Toen ik de afgelopen dagen aan lokale mensen vertelde dat ik uit Nederland kwam, begonnen ze meteen over het 0-1 verlies tegen Denemarken.

Dag 94: Ballet bij Prambanan
Dinsdag 12 juni 2012

Net als gisteren had ik met Roberto voor vandaag een tour geboekt. Omdat deze pas om 14 uur zou beginnen, had ik in de ochtend nog alle tijd om te relaxen. Op de bovenste verdieping van het hostel, met een dakterras met een aardig uitzicht over de stad, nam ik samen met Roberto en de Australiër Alan een ontbijt met rijst en tempé. Hierna had ik weer enige tijd om m'n reisverhaal bij te houden, aangezien ik nog steeds enigszins achterloop. Toen Dennis terugkwam van z'n tocht naar de top van Mt. Merapi, vertelde hij enthousiast over dit zware, maar uiteindelijk erg mooie avontuur. Terwijl hij op bed uitrustte, nam ik met Roberto plaats in de lobby, aangezien de reisorganisatie had verteld dat we een pick-up hadden om 13.30 uur. Helaas kwam de minibus pas meer dan een halfuur later, waardoor we lang hebben zitten wachten. Met vijf andere personen werden we naar Prambanan gebracht, een belangrijk hindoeïstisch tempelcomplex zo'n 40 minuten buiten de stad, welke net als de Borobudur op de Werelderfgoedlijst staat. We hadden een ‘sunset tour' geboekt in combinatie met een bijzonder optreden achteraf.

We kochten een entreeticket en besloten om met z'n allen een gids te delen, iets dat zeker de moeite waard was. De man leidde ons rond door het complex, dat bestond uit verschillende hoge ronde tempels, vlak bij elkaar geplaatst. De gebouwen waren donkergrijs van kleur, maar vanwege de ondergaande zon, welke helaas wel soms achter de wolken verdween, scheen er een mooie oranje gloed op. De buitenkant van de tempels was versierd met verschillende hindoeïstische reliëfs en enkele beelden. Een drietal tempels hebben we betreden, alhoewel je hier binnen nauwelijks iets zag vanwege het gebrek aan ramen. Heel bijzonder was het van binnen echter niet, aangezien je in een kleine ruimte terechtkwam met slechts één beeld. Rond de tempels beelden de reliëfs het verhaal van de Ramayana uit, welke de gids ook nog eens in detail en met veel enthousiasme vertelde. De pakweg negen torens van de tempel op de bovenste verdieping stonden nu nog overeind, maar de daaromheen liggende tweede en derde verdiepingen waren nu niet meer dan een hoopje losse stenen. In de jaren 1006 en 2006 hebben hier enorme aardbevingen plaatsgevonden, waardoor een groot deel van de tempel onherstelbaar werd verwoest. De centrale toren mocht je zelfs nu nog niet in vanwege instortingsgevaar. Na een uitgebreide rondleiding kregen we van de gids de gelegenheid om zelf rond te kijken, of eventueel nog naar een drietal kleine tempeltjes in de buurt te gaan. We bleven echter foto's maken van de zonsondergang en bezochten nog een klein museumpje met enkele hindoeïstische standbeelden.

Bij de uitgang namen we bij een van de vele eetstalletjes een diner, alvorens door te lopen naar een openluchttheater aan de zijkant van het tempelcomplex. Tijdens de droge maanden wordt er hier driemaal per week een twee uur durende voorstelling gehouden: het Ramayana Ballet. Met drie verlichte tempels op de achtergrond was het podium bij aanvang al sierlijk. We konden plaatsnemen op harde stenen stoelen en merkten dat het niet helemaal was uitverkocht, ondanks dat enkele reisbureaus eergisteren hadden gezegd dat bijna alle stoelen in het theater al weg waren, met uitzondering van de dure VIP-klasse. De voorstelling begon om 19.30 uur, waarna we twee uur konden genieten van de Ramayana. Onder begeleiding van enkele personen die speelden op de muziekinstrumenten van de gamelan, voerden pakweg 50 dansers een zeer traditionele voorstelling op. Allemaal hadden ze prachtige pakken aan; zo had je vrouwen in klassieke jurken, mannen in apenpakken en mannen in andere bijzondere kostuums, allemaal afkomstig uit de vertelling van de Ramayana. De voorstelling zelf was geen ballet zoals in Rusland, maar meer met aparte dansbewegingen, soms heel sierlijk, soms vrij wild. Kleurrijke lampen beschenen het podium, alhoewel deze op een gegeven moment ook gedimd waren omdat er fakkels het podium op werden gedragen en er hiermee gedanst werd. Met de fakkels werd uiteindelijk zelfs een deel van een dak achter het podium (opzettelijk) in lichterlaaie gezet. Het was een mooie en speciale voorstelling, welke moeilijk uit te leggen is in woorden en veel beter zelf gezien kan worden; het werd niet voor niets het meest bijzondere optreden op Java genoemd. Toen de show voorbij was, stond de minibus op de groep te wachten, waarna we terugreden naar de stad en Roberto en ik werden afgezet bij het hostel. Ik pakte hierna mijn spullen in en nam afscheid van Dennis, Alan en Roberto, de drie personen waarmee ik aardig wat tijd had doorgebracht hier. Morgenochtend zal ik Yogyakarta namelijk verlaten en een lange reisdag voor de boeg hebben, helemaal naar de meest bekende vulkaan van Azië: Mt. Bromo.

Tip van de dag: mocht je Prambanan willen bezoeken, dan raadt de gids je aan dat niet in het jaar 3006 te gaan doen. Veel eerder zou nog beter zijn, want met Mt. Merapi in de buurt is niets en niemand hier zeker van een lange levensduur.

Opvallend feitje: scholieren blijven het echt overal leuk vinden om met je op de foto te gaan. En zo niet, dan begroeten ze je altijd nog vriendelijk met ‘Hey mister!'.

Reacties

Reacties

papa

Wederom een indrukwekkend verhaal hebt je geschreven, vol met historische verleden, prachtige omgeving en de locals blijven vriendelijk. Ben benieuwd hoe jouw foto's zijn van deze omgeving. Nog veel plezier en kijkt uit waar je loop, bij de vulkaan, dooeeii

mama

( terug in de tijd) Het voelde voor mij heel bijzonder om dit verhaal te lezen.
geweldig lieverd:)

Tom

Bij de volgende uitbarsting de tempels inpakken met folie

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!