Nagoya

Dag 37: Te land, ter zee en in de lucht
Maandag 16 april 2012

Het was een dag die draaide om reizen, transport en verschillende vervoersmiddelen. Iets na achten checkte ik uit bij het hostel, waarna ik me met de benenwagen verplaatste naar het metrostation. Na een ondergrondse rit kwam ik uit bij Shinjuku-station, waar ik de lokale trein nam naar Odawara, een stad ten westen van Tokio. Het was een saaie rit van anderhalf uur. Eenmaal in Odawara aangekomen kon ik gebruikmaken van Hakone Freepass, een ticket dat ik gisteren had aangeschaft en me toegang zou verlenen tot diverse manieren van transport in de regio van Hakone. Dit is een mooie bergachtige omgeving die zeer geliefd is bij zowel lokale als internationale toeristen. Met een lokale trein reisde ik nog een kwartiertje verder naar het Hakone-Yumoto-station, het officiële begin- en eindpunt van de route die je door de regio kunt afleggen. Ondanks dat het redelijk bewolkt was en ik de hoop op het zien van Mt. Fuji bij voorbaat al opgaf, deden een hoop andere toeristen toch met me mee.

In een speciaal rood treintje maakten we een tocht van zo'n drie kwartier door de bergen, waarbij we zigzaggend -vooruit dan wel achteruit- steeds hoger de bergen in reden. Hier en daar stopten we bij een klein stationnetje, mede om de trein de andere kant op te laten passeren, aangezien er slechts één spoor was. Aardig wat bomen stonden in de roze bloei, wat vooral alle Japanners zeer indrukwekkend vonden. Tussen alle ‘ooohs' en ‘aaahs' door hadden we verder een aardig uitzicht over de bosrijke omgeving en de valleien tussen de bergen door. Het bleef slechts op een ‘aardig' uitzicht, omdat de bewolking ervoor zorgde dat we niet heel erg ver konden kijken. Bij het station waar iedereen uitstapte, bevonden zich enkele winkeltjes en een trein die over een steile helling via een kabel omhoog werd getrokken. Het was slechts een kort ritje, maar bovenaan hadden we alweer een beter uitzicht op de omgeving. Nog hoger kwamen we echter met een kabelbaan, die ons uiteindelijk naar een hoogte van meer dan 1100 meter bracht. Het bosrijke landschap onder ons werd afgewisseld door enkele kale vlaktes. Bij aankomst was het mogelijk om nog een stukje de berg op te wandelen. Bijzonder hier waren de vele witte rookpluimen die van de berg afkwamen. Met bordjes werd gewaarschuwd voor mensen met een slechte gezondheid: de rook was afkomstig van alle zwavel hier, welke in de vallei naast ons werd opgegraven. Het pad voor de toeristen leidde langs enkele rookpluimen, witte stroompjes water over de rotsen en vreemd blauwgekleurde poeltjes heet vulkanisch water. In deze bronnen had men mandjes met eieren gestopt. Eenmaal opgevist waren alle eieren volledig zwart, maar wel gekookt en vers om te eten. Helaas kon ik dit niet proberen aangezien ze alleen maar per vijf verkocht werden. Nogal flauw uiteraard, maar dat vond ik net wat te veel.

Met een volgende kabelbaan kon je nog een stuk verder, alhoewel de rit nu bergafwaarts ging. Het sublieme uitzicht op Mt. Fuji was nergens te bekennen en ik had niet eens een flauw idee waar de berg zich precies bevond, terwijl deze toch redelijk dichtbij was! Wel hadden we een uitzicht over Lake Ashi, de volgende locatie in de trip. Op het meer voeren diverse boten -speciaal voor de toeristen waren het piratenschepen- heen en weer. Ik maakte een half uur durende tocht naar de overzijde van het meer. Onderweg waren de bergen om ons heen te bewonderen, een tempeltje langs het water (met een tempelpoort in het water), een hotel, enkele andere boten en een oud fort. Na deze frisse overtocht kwamen we aan in een klein dorpje, waar het mogelijk was om de bus terug te nemen naar het station van Hakone-Yomoto. De rondrit zat erop. Het was erg vermakelijk, alhoewel het weer net wat beter had mogen zijn. Bij het station pikte ik m'n grote rugtas op die ik hier had achtergelaten, waarna ik de trein terug nam naar Odawara.

Het station van Odawara wordt regelmatig bezocht door de shinkansen, de befaamde hogesnelheidstrein (bullet train) van Japan. Deze treinen rijden van Tokio helemaal naar het westen van het land en kunnen een snelheid van 300 km/u halen. Het zijn geen goedkope treinen om mee te reizen, maar ze zijn wel heel snel en efficiënt. Ik kocht een kaartje voor de trein, kwam erachter dat ik nog een kaartje moest hebben (je moet een standaardkaartje hebben, maar ook nog een ander kaartje om je plek in de trein te bepalen) en wachtte vervolgens op het perron tot 16.08 uur. Ondertussen zoefden enkele shinkansen in een flits voorbij. Toen mijn shinkansen (een lange witte trein met een opvallende neus) was gearriveerd, nam ik plaats op één van de ruime zitplaatsen, waarna we in sneltreinvaart koers zetten naar Nagoya. Het was een snelle en vloeiende rit en ondanks dat deze stad meer dan 300 km ten westen van Odawara ligt, kwamen we hier om 17.20 uur al aan.

Op het eerste gezicht leek ook Nagoya een grote moderne stad, met in de buurt van het station veel hoge en moderne gebouwen, winkels en restaurants. Via enkele brede wegen en langs een verhoogde weg waar de auto's harder kunnen rijden, liep ik naar mijn hostel, een klassieke Japanse ryokan. De enthousiaste eigenaar gaf me meteen een uitgebreide rondleiding langs een ruimte met computers, een printer, een drankenautomaat en een magnetron, waarna hij me de prachtige klassieke Japanse tuin liet zien (inclusief een fototoestel op een driepoot en parapluutjes om op sierlijke wijze op de foto te komen), de onsen (een typisch Japans openbaar bad) en de slaapvertrekken die de typische ryokan-stijl lieten zien. Op een matten vloer lagen vier matrasjes en beddengoed met daarnaast een laag tafeltje. Elke kamer (ik zat in een kamer voor vier personen) had zelfs een eigen badkamer. Terwijl rustige Japanse muziek op de gang speelde, rustte ik uit, maakte ik kennis met de anderen op de kamer en genoot ik van mijn sushimaaltijd (makizushi en inarizushi) die ik voor het gemak daarstraks uit de supermarkt had gehaald.

Tip van de dag: kamperen in Canada schijnt prachtig te zijn, alhoewel je op moet passen voor de grizzlyberen!

Opvallend feitje: de shinkansen heeft links van het gangpad drie ruime zitplaatsen en rechts twee ruime zitplaatsen. Het unieke is dat je deze drie of twee zitplaatsen 180 graden kunt draaien, zodat je met z'n zessen of vieren bij elkaar kunt zitten, elkaar aan kunt kijken en met elkaar kunt kletsen!

Dag 38: Het kasteel van Nagoya
Dinsdag 17 april 2012

De hele dag stond in het teken van het bezichtigen van Nagoya, aangezien dit m'n enige volledige dag in deze stad was. Na een rustige nacht en wat geklets met de personen op mijn kamer in de ochtend, verliet ik de ryokan en liep ik door enkele rustige straten naar de bekendste bezienswaardigheid van de stad. Het was tevens de mooiste bezienswaardigheid van Nagoya: het kasteel. Het terrein had enkele gebouwtjes, fonteinen en veldjes met gras en bomen, waaronder een paar die prachtig in de bloei stonden. Het kasteel zelf stond op een verhoogd terrein met grote rotsblokken, omgeven door een brede leegstaande gracht. Het was geen kasteel zoals we die gewend zijn uit de Middeleeuwen, maar had een unieke Japanse stijl, was wit van kleur en had groene daken. Het was een hoog gebouw, dat verder moeilijk te omschrijven is; foto's komen meer tot hun recht. Op het dak bevonden zich twee gouden dolfijnen (maar dan geheel anders dan Flipper), welke glansden in de zon, aangezien deze vandaag volop scheen. Achter het kasteel was een klassiek theehuisje (weliswaar met een moderne glazen automatische schuifdeur) met onder andere diverse poppetjes en maskers. In het kasteel waren op de vele verdiepingen allerlei belangrijke voorwerpen te bekijken. Veel van deze voorwerpen waren afkomstig uit het ernaast gelegen paleis. Althans, op dit moment stond er geen paleis, maar een grote afgesloten keet waarin men bezig was het paleis opnieuw op te bouwen. Het kasteel en het paleis stamden af van de 17e eeuw, maar waren vanwege brand na bombardementen in de Tweede Wereldoorlog volledig vernietigd. Vele voorwerpen waren gelukkig nog te redden. Alhoewel het kasteel redelijk snel daarna herbouwd is, is men pas drie jaar geleden begonnen met het herbouwen van het paleis, een project dat nog enkele jaren in beslag zal nemen. Via een 3d-film werd dit mooi in beeld gebracht. Gerestaureerde voorwerpen waren nu in het kasteel te zien, zoals diverse dolfijnen en houten schuifdeuren met bijzondere afbeeldingen van fazanten, bloesembomen en tijgers, welke wel heel aparte gezichten hadden. Via de bovenste verdieping had je daarnaast een mooi uitzicht over de omgeving.

Ik verruilde de kasteeltuinen vol raven voor de straten van Nagoya, waar vele zakenmensen op zoek waren naar een plek om te lunchen. Ik kwam in een levendige wijk met kleine winkels, diverse winkelcentra en restaurants. Tussen enkele grote wegen bevond zich een uitgestrekt park met bloemetjes, fonteintjes en een hoge tv-toren. Nagoya was een grote stad, maar redelijk te bewandelen en beschikte verder over alle faciliteiten die de bewoners nodig hebben. Het was als Tokio, maar dan kleiner en rustiger. Ik bekeek enkele winkeltjes, waaronder eentje met ontzettend veel manga. Het was hier mogelijk om diverse boekjes door te bladeren, waarna ik de unieke stijl van dit werk kon bekijken. In tegenstelling tot de westerse strips waren er geen strakke panelen, maar waren de pagina's gevuld met grote vakken met afbeeldingen, indien er überhaupt al sprake was van vlakken. De tekenstijl was soms behoorlijk ruw, alles was in zwart-wit (op de cover en de eerste bladzijde na) en heel veel tekst was er niet. Soms was de tekenstijl behoorlijk overdreven en hier en daar zelfs vrij expliciet. Het was in ieder geval een interessante kennismaking met deze geliefde hobby van Japanners.

Een stuk verderop kwam ik uit bij een groot terrein met daarop het erg moderne techniekmuseum, gevestigd in een nieuw gebouw met een grote bol waarin zich een planetarium bevond. Ik betrad het museum echter niet en liep verder naar de bekendste tempel van de stad, de Osu Kannon. Het was een rode tempel waarin mensen konden bidden, een kaars konden opsteken, rook over zich heen konden laten wapperen, geld konden doneren, een gong konden luiden, of de vele duiven rondom de tempel konden voederen. In enkele lange overdekte straten naast de tempel bevonden zich vele kleine winkeltjes en eettentjes. Het viel me op dat de Japanners dol zijn op actiefiguren en poppetjes van anime- en mangaseries, en dat men houdt van softijs. De laatste plek die ik in de stad heb aangedaan was het gebied rondom het station, met enkele glimmende hoge gebouwen en winkels. Op enkele musea na had de stad voor de toeristen verder niet heel veel meer te bieden.

Terug bij het hostel rustte ik uit en sprak ik met m'n Franse kamergenoot over zijn zelfcursus Japans, wat behoorlijk goed verliep -gisteren wist hij al simpele gesprekken aan te gaan met een Japanse kamergenoot- en waarbij hij naast een boek met grammatica gebruik maakte van kaartjes met daarop een teken in het kanji en de betekenis van het woord in het Engels. Het leek me zeker niet gemakkelijk om 2000 woorden in het kanji (allemaal een ander teken) te leren! In de avond nam ik bij een eenvoudig restaurantje iets te eten, waarna ik bij het hostel een unieke Japanse ervaring onderging. De ryokan beschikte namelijk over een ‘onsen', een typisch openbaar bad. Bij binnenkomst leg je je kleding en handdoek in een mandje, waarna je een ruimte met enkele douches (naast elkaar, redelijk laag en met zeep en shampoo) en een bad betreedt. Je wast jezelf kort, waarna je het zeer warme (zeepvrije) bad betreedt. Ik was op dat moment de enige, dus had ik het bad voor mezelf. En heet dat het was! Ondanks dat ik me in het water bevond, voelde ik het zweet uit m'n lichaam gutsen. Het was heerlijk en ontspannend, maar heel lang heb ik er niet in gezeten, aangezien ik op een gegeven moment gewoon duizelig werd van de warmte. Het was in ieder geval een bijzondere ervaring op deze laatste avond in Nagoya! Morgen zal ik doorgaan naar Kyoto, een grote culturele stad waar ik meerdere dagen zal gaan verblijven!

Tip van de dag: slechtzienden of mensen met een rolstoel kunnen zich prima verplaatsen in de Japanse steden, aangezien er op de stoep speciale tegels zijn met bobbeltjes die een pad vormen en er bij elk zebrapad een helling is van de straat naar de stoep.

Opvallend feitje: Japanse mensen zijn altijd in staat om je te helpen en hebben er geen bezwaar tegen om hele verhalen tegen je te vertellen. Probleem is alleen dat ze dit vaak geheel in het Japans doen.

Reacties

Reacties

Grace

Lijkt me onwijs gaaf in zo´n shinkansen te rijden.
Inderdaad een ervaring in een onsen een bad te nemen.
Een cursus Japans kan niet schaden als we ooit daar naar toe gaan.
Heel veel plezier in Kyoto en wachten je reisverhaal met spanning af.

mama

Jammer dat je de Mt.Fuji niet hebt gezien, desondanks lijkt het me een mooi uitstapje te zijn geweest:) Klinkt wel apart hoor zo,n "onsen".
Nw. foto,s zagen er weer geweldig mooi uit:)
Doei lieverd veel plezier in Kyoto

Tom

Sommige dingen pakken ze toch echt handiger aan daar, zoals die metropoortjes en draaibare treinstoelen.
Goede reis naar Kyoto (hoe schoon zijn die Japanse steden, qua luchtkwaliteit? Veel mondkapjes, of valt mee?)

Jassin

Als je in Nederland woont is het bijna ondenkbaar, maar er zijn landen waar mensen het beter hebben dan bij ons, waar men slimmer is dan bij ons en waar men echt aan alles en iedereen denkt. Japan is zo'n land. Aan echt alles wordt gedacht. Daarnaast is het hier overal heel erg schoon; mensen zijn zich daarnaast ook een stuk bewuster van de omgeving en zullen niets zomaar op straat gooien, maar nemen hun afval mee. Luchtvervuiling ben ik nergens tegengekomen, maar er lopen (voornamelijk op openbare plekken) wel aardig wat mensen met mondkapjes rond, waarschijnlijk gewoon om besmettingen te voorkomen.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!