Tanzania, deel 2

Dag 17: Kilimanjaro
Zondag 24 juli 2011

Na een prima nacht, een heerlijk warme douche (eindelijk!) en een ontbijt zat ik om 9.00 uur met Erwin bij de receptie, in spanning afwachtend op onze beklimming van de komende zes dagen en vijf nachten. Na meer dan een halfuur wachten (T.I.A) werden we door een busje opgehaald, waar maar liefst acht Tanzaniaanse personen in zaten die met ons mee zullen klimmen. Zo hebben we twee gidsen (allebei luisterend naar de naam Frank) en zes personen die niet alleen onze bagage zullen dragen, maar ook alle tenten, kookspullen en het eten. We reden naar de Machame-gate, het begin van de populaire Machame-route, ook wel whisky-route genoemd. Terwijl de dragers alvast op pad gingen, kon ik na enige moeite een warme jas huren en moesten we een ontzettend lange tijd wachten (tot over twaalven) om een permit rond te krijgen. Onze gekregen lunchbox ging daarom ook eerder open dan gepland. We kregen een pakje drinken (naast de liters water die we zelf hadden meegenomen), een banaantje, een grote pennywafel, een droge muffin, een gekookt eitje, een gebakken deeglapje met vlees en een grote koude kippenpoot. Allemaal energierijk en voedzaam. Onder begeleiding van de niet echte enthousiaste hulpgids begonnen we aan de eerste etappe. Deze liep door het regenwoud over een modderig pad door de bomen en struiken heen. Soms liep het pad schuin, op andere plekken waren 'traptreden' aangelegd van stukken hout tussen het zand. Stenen en rotsen staken ook vaak uit het zand. Gezien de natte grond was het her en der aardig glad, waardoor we voorzichtig moesten lopen. Rustig lopen moest sowieso, om gelijkmatig te stijgen en goed te acclimatiseren. Tijdens de 18 km die we moesten afleggen vandaag, zouden we van 1800 meter al naar 3000 meter stijgen. Het was daardoor dus een lange en vermoeiende klim, met soms erg steile stukken. Zo nu en dan vroeg ik me af waarom ik hiervoor gekozen had en nu niet in de bus richting een tropisch strand zat. Toch waren we niet de enige personen hier. Sterker nog: ik ben hier nu al meer mensen tegengekomen dan tijdens de afgelopen twee weken. Op het pad was het echt een drukte van jewelste, vooral vanwege alle dragers. Soms haal je hen in omdat ze uitrusten, maar nog vaker halen zij jou in vanwege hun hogere tempo. Allemaal droegen ze grote tassen op hun rug, met soms nog dozen eieren daar bovenop, en soms bovenop hun hoofd nog een grote zak met tenten en/of matjes. Makkelijk hadden ze het niet. Makkelijk hadden wij het echter ook niet, waardoor we zo nu en dan even uitrustten. Warm was het niet (vanwege de schaduw van de bomen en de vele wolken), maar echt koud was het ook weer niet. Eén of twee lagen kleding waren daarom genoeg voor ons. Van het lopen kregen we het sowieso al erg warm, waarbij het zweet vaak van ons lichaam gutste.

Na enkele uren kwamen we tegen 16.30 uur bij Machame Camp aan. De vegetatie was op deze hoogte anders dan beneden: minder grote bomen en meer uitzicht, alhoewel dat op zich nog wel meeviel. Het pad was gelukkig niet modderig meer. De camping lag zeer verspreid over allerlei platgemaakte half verscholen veldjes, waarop de tentjes stonden. Terwijl wij op een boomstronk bijkwamen van de tocht, werden onze tentjes voor onze neus opgezet: ze waren iets groter dan van de afgelopen twee weken, maar gemaakt van veel dunner, compacter en lichter materiaal. Terwijl de andere dragers de andere tentjes opzetten en aan het eten begonnen, moesten wij ons registreren. Ook hier bleek onze hulpgids niet echt spraakzaam en gezellig. Gelukkig kon ik het prima met Erwin vinden en zaten we even later in een tent te kletsen met een schaal popcorn voor ons. Tijdens het lopen komt het er daar namelijk niet echt van.

Na zevenen kwam een drager naar de tent met heet water, thee, koffie en een kaarsje. Tafels en stoeltjes waren er niet, dus moesten we in de tent eten. Dat eten werd iets later gebracht, nadat het hulpje ons borden had gegeven met bestek en daarbij netjes een servet had neergelegd. Het bleek ontzettend veel te zijn. Wel smaakte de soep met brood, gekookte aardappels, groenten en visfilet ons goed. Er was echter nog heel veel over, wat het hulpje later kwam ophalen om waarschijnlijk met de overige crew op te maken. Goed verzorgd werden we zeker wel, ook al is de gezelligheid met de crew ver te zoeken. De iets vrolijkere hoofdgids kwam ons vervolgens nog iets vertellen over morgen, waarna ik terugging naar mijn eigen tent. Het was al behoorlijk koud geworden, dus met thermokleding en een jas stond ik later bij de wc, een hokje met een diep gat erin, om even later met iets meer dan alleen een pyjama aan m'n lakenzak en slaapzak in te duiken om op een niet al te dik matje te gaan slapen.

Dag 18: Hoger en hoger
Maandag 25 juli 2011

Na een koude nacht op een hard matje was het om 7.00 uur tijd om op te staan. Onze persoonlijke slaven, uhm, assistenten, brachten een bakje warm water en zeep naar de tent, gevolgd door borden en bestek en een veel te grote bak rijstepap. Dit was uiteraard te veel voor ons, ook omdat we daarna nog brood, omelet en worstjes kregen. Hopelijk zouden zij de rest opeten, iets dat wij niet kunnen zien omdat ze nogal afgezonderd zitten. Het smaakte wel oké. Hierna hoefden we alleen onze eigen spullen op te ruimen. Het afbreken van de tent deden de dragers voor ons, terwijl wij al op pad gingen met vers afgekoeld gekookt water en een lunchpakket met brood met tomaat, een kippenbout met de nasmaak van de vis van gisteren, een te zacht gekookt ei, een droog cakeje, een pakje drinken en een minibanaantje. Om 8.30 uur vertrokken we voor een tocht van pakweg 11 km, waarbij we van 3000 meter naar ongeveer 3850 meter zouden stijgen. Het was een lange en zware tocht, welke tot 14.30 uur duurde. Het grootste deel tot de lunchpauze was een lange, steile klim omhoog waar geen einde aan leek te komen. Elke keer als je dacht dat je de top had bereikt, volgde er daarachter wel weer een nieuwe top. Het pad bestond uit zand en rotsen, waar we soms voorzichtig overheen moesten klauteren. Alleen op het pad waren we zeker niet, aangezien we continu in een file van andere klimmers liepen. Voor en achter ons bevond zich een enorme stoet van dragers en toeristen.

We liepen vandaag niet meer door de jungle, maar over een behoorlijk open en laag begroeid gebied. Kleine boompjes, struikjes en planten domineerden het uitzicht. Toen we opzij of achterom keken, zagen we waar we deze zware tocht voor maakten. Het uitzicht op de boomrijke omgeving onder ons was prachtig! De tocht was in dat opzicht vandaag zowel letterlijk als figuurlijk oogverblindend. Letterlijk, omdat we lange tijd recht tegen de zon in liepen en daardoor maar erg weinig zagen. Veel wolken waren er niet, dus kregen we het al snel warm. Ook vanwege de enkele lagen kleding die we aan hadden, die we droegen omdat er zo nu en dan een koel briesje stond. Op een open plek aten we onze lunch, waarbij enorme raven zich in de lucht mee lieten voeren door de wind, azend op het eten dat iedereen op de grond gooide of liet vallen. Hierna volgde een minder steil stuk omhoog (maar niet per se minder vermoeiend), waarna nog een korte afdaling volgde naar Shira Camp. Het stond hier op een grote vlakte vol van de tentjes die de dragers, die ons hadden ingehaald, al op hadden gezet. Hierboven was het een stuk frisser vanwege de behoorlijke wind op de klif. De tentjes trilden daarom ook behoorlijk heen en weer. Zeep en water werd voor ons neergezet om de handen mee te wassen, waarna we thee kregen en een schaal met lekkere warme pinda's. Tot etenstijd hebben we in de tent liggen relaxen. Met het vijfde boek van The Wheel of Time, waar ik aan het begin van de reis mee begonnen was, wist ik me weer prima te vermaken.

Om 18.00 uur kregen we voor ons tweeën een complete maaltijd waar vier personen van zouden kunnen eten. Na een hele tupperware bak met preisoep volgden vier pannenkoeken, een groot bord vol met rijst, boontjes en wortel en nog een bak met roerbakgroente en stukjes vlees, gevolgd door een schaaltje sinaasappels. Toen de gids zag wat we hadden laten staan, begon hij ons bijna schuldig te laten voelen voor het werk van de kok. We zouden goed en veel moeten eten! Ja, dat wisten we, maar dit was wel heel erg veel! Na een uitleg over de route van morgen, waarvoor we een kortere route verkozen boven een langere (er is ergens een splitsing, maar uiteindelijk zou je in hetzelfde kamp uitkomen), doken we al vrij vroeg onze tenten in, waar de kou en wind nog enigszins te verdragen waren.

Dag 19: Op en neer
Dinsdag 26 juli 2011

Net als gisteren stonden we om 7.00 uur op, waarna we warm water en een ontbijtje kregen, ditmaal aangevuld met meloen. Een zonnige dag was het vandaag allesbehalve. Laaghangende wolken en mist zorgden ervoor dat het behoorlijk koud was. Zo nu en dan haalde een fris windje de gevoelstemperatuur nog verder omlaag. Gewapend met warme kleding, water, eten en een wandelstok begonnen we aan een barre tocht van 11 km. Het volgende kamp, Barranco, lag 'slechts' op 3950 meter, maar we moesten veel meer dan 100 meter stijgen. Om dichter bij ons einddoel te komen, moesten we eerst een klim maken tot 4300 meter hoogte. Het was gelukkig geen hele steile klim, maar ging geleidelijk aan. Zo nu en dan hadden we door de wolken heen uitzicht over relatief kale hellingen. Struikjes waren hier nauwelijks meer te vinden en alleen enkele plukjes gras of bloemetjes sierden de verder rotsachtige en steenrijke grond. Vogeltjes waren er ook niet meer, maar wel zag ik een bruin muisje met zwarte strepen wegschieten tussen de rotsen. De enorme drukte van gisteren was er vandaag niet. Blijkbaar liep iedereen meer verspreid. Toch werden we vaak genoeg ingehaald door dragers op het relatief brede pad.

Net als gisteren liepen vandaag beide gidsen met ons mee, maar ook nu bleven ze redelijk sprakeloos. De hulpgids bleek daarnaast niet echt een gezellige gesprekspartner voor de hoofdgids te zijn, want telkens als deze lange verhalen aan hem vertelde (in het Swahili), was zijn reactie steevast 'hmmm'. We hebben enkele korte stops gemaakt, maar vanwege de kou was het niet erg comfortabel om lang stil te blijven zitten. Bovenaan konden we voor een langere en hogere omweg langs Lava Tower kiezen, of voor een kortere route. Deze laatste namen wij, waarbij we tijdens een gladde afdaling juist een mooi uitzicht op deze opvallende rots hadden. De meeste stenen en rotsen in de omgeving zagen er overigens zwart uit vanwege schimmel. Tijdens de afdaling kwamen we langs een stroompje water, dat afkomstig moest zijn van de smeltende sneeuw op de top. Nog een paar keer gingen we op en neer, waarna we een laatste afdaling maakten door een gebied met zeer bijzondere planten. Terwijl we aan onze linkerhand een pad enorm steil een berg op zagen gaan, liepen wij recht het Barranco Camp in. Het was pas tegen tweeën, dus hadden we na koekjes, popcorn en warme thee weer genoeg tijd om te relaxen. Terwijl er af en toe een druppeltje regen op de tent viel, las ik m'n boek.

Tegen zessen kregen we ons avondmaal van pompoensoep, pasta, groente, gehaktballen en meloen. Dit alles smaakte erg goed. Omdat er verder weer niet veel te doen viel (behalve moeizaam proberen te kletsen met de vriendelijke ‘ober'), poetste ik al snel m'n tanden boven een struikje op de rots hier, bracht ik een bezoekje aan een klein krot -gevestigd naast een afgrond- met een diep gat in de grond en dook ik vervolgens m'n warme slaapzak in. Hopelijk word ik komende nacht minder vaak wakker dan afgelopen nacht, iets dat kwam door de kou en de harde ondergrond. Het zal morgen weer een zware dag gaan worden, dus rust is wel nodig.

Dag 20: Tocht zonder einde
Woensdag 27 juli 2011

Vanochtend hadden we weer precies hetzelfde ochtendritueel als de voorgaande dagen. Na het ontbijt vertrokken we voor een tocht van zo'n 11 km. Het was minder bewolkt en fris dan gisteren, dus het beloofde een mooie dag te gaan worden. Eerst moesten we vanuit het kamp Breakfast Wall trotseren: dit was een zeker 300 meter hoge steile rots, welke ik gisteren al met argusogen had bekeken. Om hier bovenop te komen, hebben we behoorlijk veel over de rotsen moeten klimmen. Terwijl de afgrond aan onze rechterhand steeds dieper werd, hielden we ons vast aan de rotsen en stapten of klommen we naar het volgende uitsteeksel of bewandelbaar ‘pad'. Het was een zware en vermoeiende klim naar boven. Hierna volgde een relatief makkelijke afdaling door het rotsachtige landschap, gevolgd door een geleidelijke helling naar boven. Vanaf dat punt zagen we in de verte een kamp liggen. Om deze te bereiken moesten we echter eerst helemaal naar beneden, om daarna weer naar boven te klimmen. De weersomstandigheden waren helaas gedraaid, wat het stuk extra zwaar maakte. In plaats van een lekker zonnetje was het zachtjes gaan hagelen. De muts maakte plaats voor een capuchon. De conditie van het zanderige en steenachtige pad werd er hierdoor niet echt beter op, waardoor ik bekaf en, vanwege een klein ongelukje, met een gebroken stok de lunchplek bereikte.

Na een hapje eten liepen we door het kamp dat we gezien hadden, een kamp voor de mensen die een extra acclimatisatiedag hadden. Omdat mijn gehele route op het laatste moment was gewijzigd (ik kreeg de Machame-route in plaats van de kortere Marangu-route), had ik deze dag niet en moest ik nog een drietal zware uren verder klimmen. De berg die volgde was niet bepaald steil, maar toch gingen we hier maar moeizaam vooruit en leek er geen einde aan te komen. Stapje voor stapje sjokten we vooruit; vanwege de ijle lucht was je na elke stap buiten adem. Verder hing er hier heel veel nevel, waardoor we slechts de grote rotsen vlak voor ons konden zien. Ook hagelde het zo nu en dan nog steeds lichtjes. Boven aangekomen keken we uit over een vallei met een hoge berg erachter. De zachte hagel was op veel plekken blijven liggen, waardoor het landschap hier prachtig wit was. Voorzichtig liepen we naar beneden, om vervolgens een laatste berg te beklimmen. Alhoewel het op dit stuk voornamelijk droog bleef, was het hele pad wel wit. De hele berg lag onder de sneeuw! Voorzichtig begonnen we aan een eindeloze tocht naar boven, door de sneeuw heen, hopend dat we niet uit zouden glijden. Na een barre tocht bereikten we Barafu Hut, met een camping die verspreid over de berg lag. Het hagelde weer en vanwege de mist kon je niet ver voor je uit kijken. Alle tenten lagen her en der op vlakke stukken tussen de besneeuwde rotsen opgesteld. In de tent was het koud en helaas had onze bagage de rit niet helemaal droog overleefd. Veel spullen waren daardoor wat vochtig, dus jezelf omkleden van je bezweette kleding was niet goed mogelijk.

Vanaf 15.00 uur bleven we voornamelijk in de tent, omdat de hagel buiten gewoon door bleef gaan. Wel had ik op een droog momentje nog even de gelegenheid om een kleine sneeuwpop te maken, inclusief ogen, neus en sjaal! Al om iets over vijven kregen we na veel gebibber onze avondmaaltijd, welke ditmaal bestond uit een stevig met groenten gevulde soep. Hierna was het alweer tijd om te slapen. Met allemaal natte en vochtige spullen, waaronder de slaapzak, was dit niet echt een pretje. Daarnaast duurde de nacht niet lang, aangezien de wekker om 23.00 uur al afliep! Op dit tijdstip deden we alle kleding aan die we hadden, inclusief sjaal, muts en handschoenen, en kregen we thee en koekjes. Met een rugzak, flesjes water en een lampje op ons hoofd, stonden we tegen twaalven buiten gereed. De hagel was opgehouden en de lucht was helemaal helder, waardoor alle sterren zichtbaar waren. Alhoewel het koud was, stond er geen wind om de temperatuur nog verder omlaag te halen. Het letterlijke hoogtepunt van de Kilimanjaroverlenging kon beginnen: de klim naar Uhuru Peak!

Dag 21: Naar de top
Donderdag 28 juli 2011

Vol goede moed begonnen we aan onze tocht naar de hoogste piek van Afrika, Uhuru Peak op 5895 meter. Aangezien we op 4600 meter begonnen, stond er een flinke klim op het programma. 5 Km lijkt weinig, maar 1300 meter stijgen is aardig wat. Op zich ook nog wel te doen, maar aangezien het donker was, de hele berg onder de sneeuw lag en de lucht ontzettend ijl was, werd dit de zwaarste fysieke inspanning die ik ooit in mijn leven geleverd had. Na enig geklauter over gladde rotsen begonnen we aan een wat leek eeuwigdurende tocht over een berg vol met sneeuw. Enkele uren hebben we door de sneeuw heen en weer omhoog geslingerd, af en toe om, rond of over grote rotsen heen. Voor, maar voornamelijk achter ons, zagen we nog meer lampjes van andere durfals. Op sommige stukken moesten we oppassen om niet uit te glijden. Er leek geen einde aan het ‘pad' te komen (‘pad' als in ‘de voetsporen van de mensen voor ons) en hoe hoger we kwamen, hoe sneller we buiten adem waren. Op een gegeven moment was het zelfs om de 10 minuten nodig een half minuutje op adem te komen. Langer wachten was niet verstandig, aangezien je het anders ijskoud zou krijgen. Zelfs het water dat we bij ons hadden begon langzaamaan te bevriezen. Ik zat er op een zeker moment behoorlijk doorheen, maar besloot toch door te zetten. Bijna bij de kraterrand aangekomen, volgde een redelijk sneeuwvrij (maar met groeven en kuilen) stuk rots schuin omhoog, waar we ook wel even over hebben gedaan. Na een paar loodzware uren kwamen we eindelijk aan bij Stella's Point op de kraterrand, maar ook hiermee waren we er nog niet. Terwijl ik me ernstig zorgen maakte over hoe ik weer beneden zou komen, op de momenten dat m'n ogen niet dichtvielen van de vermoeidheid, was het nog zo'n 45 minuten klimmen over de kraterrand naar Uhuru Peak. Alhoewel dit minder steile stuk relatief meeviel, was hij na al die uren alsnog behoorlijk pittig. Terwijl de lucht aan één kant mooi oranjerood begon te kleuren, slaakten we om 6.05 uur een zucht van opluchting en voldoening. We waren aangekomen op het hoogste punt van Afrika, we stonden op de top van de Kilimanjaro!

Aangezien we één van de eersten waren, konden we snel een paar foto's maken van het bord dat dit punt vermeldde, inclusief felicitaties. Niet veel na ons volgden andere vermoeid uitziende toeristen. De gidsen wilden dat we er snel vandoor gingen om hoogteziekte en onderkoeling te voorkomen, dus rustig naar de zonsopkomst kijken zat er helaas niet in. Nu het licht was geworden, zagen we wel een prachtige ijswand aan de zijkant van de krater en diverse rotsen en stukken ijs in de krater. Terug bij Stella's Point zagen we de besneeuwde helling waar we 's nachts overheen hadden gesjokt. De terugweg zou uiteraard een stuk sneller gaan dan de heenweg, maar dat het zo snel zou gaan als wij dat deden, had ik nooit voor mogelijk gehouden. Hoe wij naar beneden zijn gekomen? Rennend! Allebei namen we een gids bij de arm, waarna we de helling in rap tempo zijn afgerend. Dit ging verrassend goed. Uiteraard moesten we hier en daar wat afremmen om een afgrond te vermijden en moesten we om uitstekende stenen heen stappen, maar dat was best te doen. Soms moesten we stoppen om een randje af te stappen. We hadden elkaar goed vast, dus als ik weer eens uitgleed, wist de gids mij snel rechtop te helpen. Andersom ook, alhoewel dat niet vaak voorkwam. Binnen een uur waren we weer beneden, waarna het nog een uur klimmen was over spekgladde rotsen en de stukjes ertussen om vervolgens om 8.30 uur terug te komen bij de tenten. Omdat ik de laatste dagen niet de indruk had gekregen de top te gaan halen, rolden er in de tent een paar traantjes van blijdschap over m'n wangen. Ik was trots op mezelf en blij met deze prestatie! In de tent konden we even uitrusten, waarna we een ontbijtje kregen.

Alhoewel we er een lange nacht op hadden zitten, was de dag nog zeker niet ten einde. We hadden namelijk nog een tocht van zo'n 3 à 4 uur te gaan, waarbij we zouden afdalen naar Mweka Camp op 3100 meter. Vermoeid begonnen we om 10.30 uur aan deze tocht. Na een afdaling over half gesmolten ijs, liepen we met een lekker zonnetje in de rug heel geleidelijk aan bergafwaarts door een mooi gebied met rotsen en plantjes. Het verraste me dat dit alweer een nieuw landschap was. Ik had geen zin om te haasten (iets dat de gidsen vaak wel wilden doen) en liep hier in een rustig tempo doorheen. Hierna volgde een ontzettend lang zandpad tussen lage bomen. Ook dit pad ging omlaag en lag bezaaid met stenen. Vanwege de vaak trapsgewijze opzet hiervan en het continue remmen vanwege het afdalen, kreeg ik steeds meer last van mijn twee grote tenen, die constant tegen de voorkant van mijn schoenen stootten. Dit ging steeds meer pijn doen, wat de lange afdaling geen pretje maakte. Met twee blauwe tenen kwam ik tegen tweeën in het kamp aan, waar het eerst nog lekker zonnig en warm was, maar later toch behoorlijk fris werd. We kregen een lunch van gebakken aardappels, salade, groente en ananas, wat goed smaakte. Na een warm kopje thee hebben we in onze eigen tent heerlijk uitgerust tot het diner. Deze bestond ditmaal uit wortelsoep, rijst, groente en sinaasappel. Terwijl er een kaarsje in de tent werd gezet, begonnen de gidsen moeilijk te doen om de fooien die ze wilden ontvangen. Ze noemden redelijk hoge bedragen per persoon, wat, aangezien ze met z'n achten zijn, een behoorlijke uitgave voor ons zou zijn. We hadden dit natuurlijk niet verwacht en hebben slechts de twee dragers die morgenochtend vroeg weggaan iets gegeven. Meer hadden we niet bij ons, dus meer konden we niet eens geven, waardoor dit morgen vast nog een staartje gaat krijgen. Het was in ieder geval schandalig hoe lang ze hierover bleven doorgaan, aangezien een fooi optioneel zou moeten zijn. En zo geweldig was de crew niet eens. Sterker nog, we kennen de helft niet eens! Na toch een groepsfoto te hebben genomen, doken we de tenten in om te slapen. De dag was immers lang genoeg geweest.

Dag 22: Een warme douche
Vrijdag 29 juli 2011

Vanochtend stonden we een halfuur eerder op dan de afgelopen dagen. Het zou de laatste afdaling zijn naar de Mweka Gate. Het was een behoorlijk saaie tocht door het regenwoud, aangezien het één lang bospad was van zand en stenen. Op heel veel plekken waren er trappen aangelegd, wat het allemaal veel zwaarder maakte voor de voeten en benen, omdat die alle klappen opvingen. Vanwege een pijnlijke teen moest ik ook nog eens extra oppassen. Het regenwoud maakte z'n naam waar, aangezien er nevel hing en we soms druppels van de bomen voelden vallen. Regenen deed het echter niet; er scheen zelfs een zonnetje, alhoewel we die pas opmerkten toen we na een ontzettend modderige en gladde weg -waarbij ik helaas uitgleed en met m'n hele been onder de modder kwam te zitten- de gate om 10.50 uur bereikten. Hier checkten we ons uit, waarna we beloond werden met een certificaat voor het behalen van de top. Het Kilimanjaroavontuur was voorbij. Met een busje werden we terug naar Moshi gebracht, waar we stopten bij een bank om geld voor de fooien te pinnen. Ook kregen we bustickets naar Dar Es Salaam voor morgen. Bij het Kindoroko Hotel werden we afgezet, bedankten we de crew, gaven we hen snel de fooien in een met duct tape dichtgeplakte envelop en liepen we snel naar onze kamers, voordat de crew door zou krijgen dat we hen minder hebben gegeven dan ze hadden verwacht. In het hotel had ik eindelijk weer wat luxe, waarbij ik een lekkere warme douche kon nemen en schone kleren kon aantrekken. Rustig heb ik m'n bagage in m'n tas uitgezocht, terwijl ik op de achtergrond met m'n tv'tje op de hoogte werd gebracht van het laatste wereldnieuws en de nieuwste Tanzaniaanse hits, welke voornamelijk R&B-achtig waren.

In de namiddag heb ik een wandeling door het onaantrekkelijke Moshi gemaakt en de vele simpele winkeltjes bekeken met alle marktkraampjes ervoor, waar groente, fruit en schoenen werden verkocht. Zoals te verwachten viel, zag alles er heel simpeltjes en primitief uit. Ook waren er diverse kraampjes waar ze geroosterde mais of kippenpoten verkochten. En natuurlijk waren er ook vervelende gasten die je constant lastig vallen en waar je maar lastig van af komt. Zelfs negeren, een truc die vaak vrij effectief is, leek hier niet te helpen. In een internetcafé heb ik na drie weken m'n mail weer even kunnen lezen, waarna ik terugging naar het hotel. Rond zevenen hebben Erwin en ik op het dakterras een eenvoudige en goedkope maaltijd gegeten, waarna we allebei naar onze eigen kamers gingen om in een echt bed eindelijk eens goed uit te rusten.

Dag 23: In de bus
Zaterdag 30 juli 2011

De nacht in een lekker bed was me goed gevallen. Het was alleen jammer dat muggen er telkens weer in slaagden om in m'n klamboe te komen, terwijl ik nergens gaten had gespot en aardig wat van deze beesten had doodgemept. Na een vroeg ontbijt namen Erwin en ik om 6.30 uur een taxi naar de plek waar we een halfuur later werden opgehaald door een touringcar van Dar Express. Samen met enkele andere toeristen en lokale mensen begonnen we aan een vrij lange en vermoeiende rit naar mijn laatste bestemming deze reis: Dar Es Salaam. Dit is de voormalige hoofdstad van het land, die eigenlijk nog steeds als hoofdstad van Tanzania wordt beschouwd (in plaats van Dodoma), maar voor toeristen slechts wordt beschouwd als transporthub voor Zanzibar of buitenlandse vluchten. De busrit had veel weg van de vele lange busritten die ik in Azië had meegemaakt. Af en toe stopten we om mensen op te pikken of af te zetten en ergens stopten we bij een plek met wc's en een kraampje waar patat met kip werd verkocht in handige meeneembakjes. Tijdens de rit werden we nog getrakteerd op een toffee en een glazen flesje drinken; van glas, zodat het hier beter gerecycled kan worden; blikjes zouden alleen maar langs de weg belanden. De bustocht was verder niet echt noemenswaardig, behalve dat de weg nog steeds prima was (vast vanwege de Japanners) en dat we onderweg veel tankwagens tegenkwamen.

Rond drieën kwamen we aan bij het busstation van Dar Es Salaam. Na enig onderhandelen namen we hiervandaan een taxi naar het Royal Mirage Hotel ergens in het centrum. Het centrum zag er tot dusver niet echt boeiend uit, net als de omgeving rond dit kleurrijke hotel. Het hotel zag er van binnen luxe uit, alleen was het nogal vervelend dat mijn gereserveerde kamer niet betaald bleek te zijn en ik die zou moeten betalen. Na enig gedoe is het management in onderhandeling gegaan met de lokale partner van Shoestring. Morgen heb ik nog een hele dag in Dar Es Salaam te besteden en daarom ik heb ik vandaag niet veel meer gedaan dan geld pinnen (overigens niet voor het hotel, aangezien zij uiteindelijk akkoord waren gegaan over de betaling). Ik had geluk bij het juiste geldautomaat te staan, want het andere crashte, waarna de computer met Windows werd herstart. Goed lopen kon ik daarnaast ook niet, omdat de wond op mijn teen veel pijn deed bij enige aanraking of druk. In het hotel heb ik nog even gerelaxt, waarna ik met Erwin vroeg in het restaurant ben gaan eten. De patat en ‘boneless chicken' (een paar kipfiletblokjes) smaakten goed. Ook het eerste ijsje van deze vakantie was lekker, ook al konden we het gewenste aardbeienijs niet krijgen en bleek vanille uit te pakken in chipolata. Ook 's avonds heb ik niet veel meer gedaan dan tv gekeken (X Factor India is best geinig), alvorens voor de laatste maal in Tanzania te gaan slapen. Morgen is het alweer m'n laatste dag!

Dag 24: Dag Dar Es Salaam
Zondag 31 juli 2011

Het was m'n laatste normale nacht van deze vakantie en meteen ook de beste. Uitgeslapen stond ik om 8.15 uur op, om een kwartiertje later in het restaurant te ontbijten met toast, ei en fruit. Hierna zei ik Erwin gedag, die nog een weekje op Zanzibar zal gaan vertoeven. Ik zal het land echter deze avond verlaten. Rustig ruimde ik al m'n spullen op en verzorgde ik het wondje op m'n grote teen. Lopen ging gelukkig redelijk, mits ik voorzichtig aan deed. Tegen elven checkte ik uit bij het hotel, maar liet mijn grote tas daar nog even achter. Het was tijd om te achterhalen hoe interessant Dar Es Salaam was. Alhoewel het een grote stad was, was het centrum redelijk bewandelbaar. Ik liep door verschillende grote straten met eenvoudige winkeltjes en luxere zakenpanden. Ook kwam ik restaurants tegen, maar die waren net als de rest allemaal gesloten omdat het zondag was. Op vele taxichauffeurs na ('Hey rafiki, friend, need taxi?', 'Want to go to Zanzibar?', 'Where are you from?') was het relatief rustig. Na een tijdje kwam ik aan bij het water, waar ik een uitzicht had over de baai en de haven. Via rustige straten, met een kerk en een moskee -een groot deel van de bevolking hier is moslim- kwam ik uit bij het omheinde en gesloten nationaal museum. Het gebouw van de British Council zag er met graffiti op de buitenmuur ook apart uit. Ik liep weer naar het water en langs een verkeerstoren voor de schepen richting een plek waar een ferry met vele Tanzanianen aanmeerde. Waarschijnlijk was deze afkomstig van één van de nabijgelegen eilanden. Iets verderop bruiste het van het leven op de vismarkt. Alhoewel de vissen nogal levenloos waren, bevonden zich hier vele personen die grote porties vis aan het verhandelen waren voor verdere verkoop. Vissen werden hierbij in stukken gesneden of in dozen of tonnen verpakt. Het was een vermakelijk gezicht, na een relatief kalme ochtend. De gebakken vis liet ik voor wat het was, waarna ik langs het water terug liep. Onderweg liep ik langs het sjieke Kilimanjaro Kempinski Hotel. Terugdenkend aan Ho Chi Minh City stapte ik hier via de rode loper naar binnen om de lift te nemen naar het dakterras (met gesloten bar) op de 8e verdieping voor een goed overzicht over de baai. In het mooie restaurant nam ik een goedkope lunch met chicken dumplings. Prijzen lagen hier namelijk een stuk hoger, alhoewel het op zich nog meeviel. Belaagd door taxichauffeurs en mannetjes die me tickets naar Zanzibar wilden aansmeren, liep ik terug richting het hotel.

Het was pas halverwege de middag en ik had niet veel te doen, waardoor ik een tijdje heb zitten internetten en in het restaurant heb rondgehangen. Het wachten was nogal saai, dus besloot ik om op de nabijgelegen Kariakoo Market te kijken. Toen ik hier aankwam, werd het me duidelijk waar al het volk was vandaag. Verspreid over vele straten zaten honderden verkopers op de grond om hun waar aan de enorme hoeveelheid bezoekers te verkopen. Het was een drukte van jewelste. Er was van alles te koop: niet alleen groente en fruit, maar ook pannen, kleding, telefoons, batterijen, knijpers, koptelefoontjes en in plastic verpakte verzameldvd's. Het was overweldigend om te zien, alhoewel het niet op prijs werd gesteld als ik foto's wilde nemen, wat ik dus al snel niet meer probeerde. Veel van alle spullen zag er tweede- of derdehands uit, maar dat leek de Tanzanianen niet te bekoren. Via een hobbelig straatje, waar mensen vanuit de geul aan de onderkant van hun auto zaten te sleutelen, liep ik terug naar het hotel.

Rond 17.00 uur nam ik, na enig geruzie tussen twee taxichauffeurs die me allebei mee wilden nemen, een taxi naar het vliegveld van Dar Es Salaam. Uiteraard was ik veel te vroeg, maar ik had toch niets beters te doen. In het buitengedeelte heb ik een tijd zitten wachten. Nadat de schemering was gevallen, kon ik door de veiligheidscheck heen en me binnen inchecken. Zoals verwacht, ging het er hier behoorlijk simpel aan toe, met onder andere een doodnormale, maar grote weegschaal voor je bagage en menselijke dragers in plaats van een lopende band. Het was rustig op het vliegveld, waardoor ik al snel mijn boarding pass had, door de douane heen was en in een cafetaria zat voor een eenvoudige avondmaaltijd. Na betaling in overgebleven shillings, dollars en euro's kon ik plaatsnemen in de saaie en kleine vertrekhal met een paar winkeltjes en een aquarium met enkele visjes. Pas 20 minuten voor de oorspronkelijke vertrektijd konden we door de laatste veiligheidscheck heen, waarna we voor de gate (waarvan alle zes gewoon bij elkaar zaten) nog een tijd konden wachten. Met een vertraging van 30 minuten vertrokken we om 21.50 uur eindelijk naar Nairobi, om daar na een tussenlanding door te vliegen naar Zürich. Ik vermaakte mezelf met de film The Lincoln Lawyer.

Dag 25: Terug naar huis
Maandag 1 augustus 2011

Na de film en een prima maaltijd begon een lange nacht in het vliegtuig, waarin ik nog even heb kunnen slapen. Om 6.25 uur landden we in Zürich, waar ik me moest haasten om m'n transfer naar Amsterdam te halen. Dit lukte uiteindelijk, waarna we om 7.20 uur vertrokken en ik uiteindelijk mooi op tijd op Schiphol was. Na een verrassend snelle hereniging met mijn rugtas begon ik aan de laatste rit huiswaarts. Drie geweldige weken waren helaas tot een einde gekomen.

Tijdens deze vakantie heb ik me ontzettend vermaakt. De grote groep van 17 personen was me heel erg goed bevallen, ondanks de onzekerheid in het begin, aangezien ik nog nooit eerder met zoveel mensen was weggeweest. Toch had ik me geen betere reisgenoten kunnen wensen. De reisbegeleiding was daarnaast ook super, alhoewel ik dan voornamelijk op de eerste twee weken doel. Kenia en Tanzania waren allebei zeer mooie landen als het aankomt op de landschappen. Dorpjes en steden zijn echter niet de reden waarom je hierheen komt. De dagen dat we op safari zijn gegaan, staken met kop en schouders boven de rest uit, alhoewel onze overige activiteiten ook zeker de moeite waard waren. We zijn gewoon ontzettend verwend met alle beesten die we gezien hebben. M'n mening over de lokale bevolking is verdeeld; soms zijn het hele vriendelijke mensen, maar er zitten helaas ook vele personen bij die ik liever niet nogmaals tegenkom. In Moshi vroeg een taxichauffeur aan mij welk land me beter was bevallen, maar hier kon ik niet echt een duidelijk antwoord op geven. Beide landen lijken erg op elkaar, vooral wat je als toerist ziet. In Kenia kwam alles nog als een verrassing, terwijl Tanzania meer van hetzelfde was. Tanzania had met de Serengeti en de Kilimanjaro echter nog wel twee bijzondere hoogtepunten. En nog steeds kijk ik met trots terug op deze zware beklimming. Al met al kijk ik terug op 25 mooie dagen en daarmee een zeer geslaagde zomervakantie van 2011! Tot de volgende keer!

Reacties

Reacties

mama

geweldige vakantie, geweldig verhaal en je hebt een prestatie geleverd die niemand je meer kan afnemen door de Kilimanjaro te beklimmen, ik ben trots op je

alice

top prestatie !!!!!
op naar je volgende reis, de Himalaya beklimmen misschien????

Teus

hoy Jassin, afzien en toch genieten en zo koud daar boven. Van de fooien weet ik alles af als de reisleider dat niet regeld denken ze dat je miljonair bent.
De markt wat een mooie kleuren zeg, ook heel gezellig zo te zien. Liefs van mij Teus.

Stef en Marlijn

Hé Jassin, geweldig om te lezen, echt respect voor de beklimming! Je moet er echt wel trots op zijn! Groetjes

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!